Carel de Haseth – Bida na Kola / Kleuren van leven

90-6265-101-1CAREL DE HASETH
Bida na kola/Kleuren van leven

Curaçao, Gedichten
Illustraties: J.M. Capricorne
Vertaling: José M. Eustatia
Ingenaaid, 40 blz.
ISBN 90-6265-101-1
Eerste druk 1981

Tijdens een expositie in Den Haag (1972) toonde kunstschilder José Capricorne zijn Antilliaanse dieren, die in ongeveer een jaar tijd waren ontstaan. Dichter Carel de Haseth werd er zo door getroffen, dat hij de dieren in het Papiaments naschreef, de schilderijen met woorden illustrerend. Een andere Curaçaose dichter, José Eustatia, vertaalde de gedichtjes in het Nederlands.
Het geheel werd een samenspel van beeld en woord, kleur en klank.
Schilderijen en poëzie zijn elkaars aanvulling, leggen onvermoede verbanden, leiden tot een dieper verstaan. Negenentwintig dieren, die elk de groei naar geboorte symboliseren.

José Maria Capricorne (Curaçao, 1932) studeerde aan de Grafische School te Amsterdam. Hij bekleedde diverse functies in Nederland en op Curaçao, laatstelijk als directeur van de Akademia di Arte. Zijn stijl als schilder is niet-naturalistisch figuratief en wordt gekenmerkt door een eigen vormtaal, krachtig en trefzeker van lijn. Sedert 1962 exposeert hij in Curaçao, Nederland, Suriname, Brazilië«, Santo Domingo en Guyana. Zijn werk is aanwezig in musea in Curaçao en Nederland, alsmede in particuliere collecties. Capricorne kreeg op de Nederlandse Antillen de Cola Debrotprijs (1985) en de Museum Jubileumprijs (1988).

Drs. Carel Pieter de Haset (Curaçao, 1950) studeerde farmacie te Leiden. Hij is apotheker aan het Elizabeth Gasthuis op Curaçao. Debuteerde als dichter in het tijdschrift Watapana, schreef enkele dichtbundels (Nederlands en Papiaments), en vertaalde Nederlandse kinderpoëzie in het Papiaments. Zijn eerste proza is de roman Katibu di Shon.

Dr. José Maria Eustatia (Curaçao, 1938) studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Nijmegen, alwaar hij promoveerde in de bacteriologie (1971). Sedertdien directeur van het Landslaboratorium te Curaçao. Zijn Nederlandstalige poëzie verscheen in het tijdschrift Kristof, en in de bundel Episoden.