Barney Agerbeek gast op lezingenmiddag van Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde

Barney AgerbeekBarney Agerbeek is een van de sprekers in de Universiteit van Leiden op vrijdagmiddag 19 februari 2016:
De lezingenmiddag (met verder Hans Straver, Jur van Goor en Jeroen Thijssen) wordt georganiseerd door de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde en duurt van 14.00 – 17.00 uur. De lezing van Barney Agerbeek gaat over de njai in de literatuur en is getiteld ‘Van Apie tot Zadie’. De titel slaat op de schrijvers Apie Prins (Ik ga m’n eige baan, 1958) en Zadie Smith (The Embassy of Cambodia, 2013) die Barney Agerbeek inspireerden tot zijn schrijverschap. Hij breekt een lans voor de rijke, Britse koloniale literatuur (met bijvoorbeeld een pareltje als het korte verhaal Shooting an elephant van George Orwell). Voorts pleit hij ervoor het Indonesisch perspectief zwaarder te laten wegen bij de waardering van de Indische bellettrie. De titel van Gert Oostindie’s boek Soldaat in Indonesië (2015) is in dat kader een bij de huidige tijdgeest passend statement, alsook de fictionele evenknie Jonker van Els Launspach (2015) over de politionele acties in Indonesië en de rol van de Nederlandse overheid.
Locatie: Universiteit van Leiden, gebouw 1175 (Lipsius), Cleveringaplaats 1 (achter het Rapenburg ter hoogte van de Doelensteeg), zaal 003. Toegang gratis.
Meer informatie
Meer over Barney Agerbeek op deze site
Meer over ‘Jonker’ van Els Launspach

«De sfeer van het Indische leven is voortreffelijk weergegeven.» – M. Kruse-Gerhards

Opmaak 1Over ‘Koude sambal’ van Peter Andriesse voor Biblion, 9 februari 2016:
Herinneringen van de auteur aan zijn jongensjaren in Indonesië in de jaren vijftig. In de korte stukjes komen vooral de belevenissen van hem en zijn oudere broer op het internaat tot leven, evenals de grote en kleine problemen van jongens die in een vreemd land, aanvankelijk wat onwennig en zonder veel contact met thuis, hun plaats tussen leeftijdgenoten moeten zien te vinden. De sfeer van het Indische leven is voortreffelijk weergegeven evenals de reacties van de jongen op het zeer Hollandse leven bij oom en tante, als hij alleen is teruggekeerd naar zijn vaderland. Deze 6de druk is vermeerderd met het verhaal ‘Kleine topografie, prille liefde’.
Meer over ‘Koude sambal’
Meer over Peter Andriesse bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De kracht van de versmelting van woord met beeld.» – André Oyen

VoorplatPimJonker75Over ‘Kijkgaten naar binnen. Geïllustreerde gedichten’ van W.A. Jonker op Ansiel en op lezerstippenlezers, 5 februari 2016:
Op het eerste gezicht lijken de gedichten uit ‘Kijkgaten naar binnen’ heel conventioneel, maar niets is minder waar. Elk gedicht heeft wel een dubbele bodem en heeft ook een link in zich naar een volgend gedicht. Dat maakt ook dat er samenhang en thematiek in het geheel zitten. De illustraties ondersteunen die verhaallijn nog. De bundel is in twee overheersende delen opgesplitst : ‘Hotel’ en ‘Onderweg’ en deze titels duiden volgens mij persoonlijk op stilstand en beweging. De dichter laat aan de lezer trouwens ruimte genoeg voor een persoonlijke interpretatie, zowel van zijn taal als van zijn beeld. De vormgeving van de bundel door Anders Kilian is ook heel stijlvol en accentueert de kracht van de versmelting van woord met beeld. ‘Kijkgaten naar binnen’ is een ook een bundel waarin je keer op keer iets nieuws ontdekt zowel in het woord als het beeld. De combinatie van de twee prikkelt de verbeelding van de lezer en geeft telkens een nieuwe ervaring.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Kijkgaten naar binnen’

«Een waardig en waardevol getuigenis.» – Albert Hagenaars

Opmaak 1Over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’ van Rogi Wieg voor NBD Biblion, 8 februari 2016:
Je kunt de gedichten van Rogi Wieg (1962-2015) duidelijk lezen als het verslag van zijn vroegtijdig door hemzelf afgesloten leven. Hij wist het rijkelijk te besprenkelen met mooie en navrante maar meestal indringend originele beelden. Hoewel dit overzicht niet de verzamelde maar de geselecteerde verzen bevat, biedt het een sterk representatieve afspiegeling van leven en oeuvre. Beide lagen dicht bijeen en gingen vaak in elkaar over, vanaf de prille bundeltjes tot en met z’n allerlaatste teksten. Zelfs in de aarzelende aanzetten van het dichterschap, verpakt als argeloze en verwonderde verhaaltjes, is al een donkere grondtoon aanwezig. Die manifesteerde zich in het rijpe werk alleen maar sterker. Wieg hanteerde een eenvoudige zegging, toch kent zijn werk meer dan genoeg diepte vanwege de invloed van o.a. wetenschap en geloof. Het was daarom allesbehalve een luxe dat samensteller Peter de Rijk in zijn inleiding ingaat op beweegredenen en problemen van de auteur. Dit boek is een waardig en waardevol getuigenis van één van de meest talentvolle stemmen van zijn generatie. Omdat dit het definitieve overzicht is van de poëzie van Rogi Wieg, die ook bekendheid kreeg door tv-optredens, is dit boek aanbevelingswaard.
Meer over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Haar meest ambitieuze project tot nu toe.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘Kaapse goudbessen’ van Mala Kishoendajal op Literatuurplein, 3 februari 2016:
‘Kaapse goudbessen’ is haar meest ambitieuze project tot nu toe. De roman speelt zich af in het Nederland van nu, maar voert, via de twee hoofdpersonen Hira en Armand terug naar het Nederland van de jaren zestig van de vorige eeuw, en Suriname en India vanaf 1873. (…) Mala Kishoendajal wil de complexe geschiedenis die de Hindostanen achter de rug hebben een plek in de literatuur geven. Maar ze wil méér dan dat. Kishoendajal voelt zich allereerst schrijver en dan pas Hindostaan. Ze wil in ‘Kaapse goudbessen’ laten zien hoe diverse mensen verbonden zijn met elkaar zonder dat ze zich daar echt van bewust zijn. En ook dat de perceptie van de werkelijkheid niet voor iedereen hetzelfde is. ‘Kaapse goudbessen’ is daardoor een roman geworden waarin tijd en plaats voortdurend wisselen. (…) Juist die caleidoscopische visie op het heden en de geschiedenis waaruit die is voortgekomen, maakt het gedrag en denken van de mensen in deze roman volkomen helder. (…) Een van de belangrijkste personages in de roman is Hira, een bejaarde vrouw. (…) Hira’s herinneringen dwalen af naar de tijd dat haar ouders nog leefden. Het waren kinderen van Brits-Indische contractarbeiders, die tussen 1873 en 1916 in de Hollandse kolonie Suriname gingen werken. De levendige verhalen die zij zich herinnert zijn wellicht de mooiste passages in deze kloeke roman. Ze vertellen de ervaringen van de grootouders van haar moeder, Masapeb Mohesh en Hiran Pyari. Masapeb en Hiran behoorden tot ‘de eerste lichting’ die met het schip Lalla Rookh van India naar Suriname kwam. Deze, in feite vrij recente, geschiedenis is zo bijzonder en tegelijkertijd haast vergeten, dat het geweldig is dat Kishoendajal het nu eindelijk eens geboekstaafd heeft. Wie heeft er immers nog een idee van hoe het leven van gewone mensen in de negentiende eeuw in India was? Wie kent alle details van hun rekrutering voor de reis naar Suriname? Wie weet iets over de hongersnood in die dagen? Kishoendajal vult die hiaten in onze kennis en weet deze vergeten gebeurtenissen en personen tot leven te wekken. (…) ‘Kaapse goudbessen’ gunt ons een blik in het Hindostaanse leven van nu en van lang geleden. We leren de geschiedenis kennen zoals die nog niet eerder werd beschreven. Het boek toont ons echter ook Den Haag zoals dat vandaag de dag is, een multiculturele stad vol mensen die allemaal een geheel eigen en vooral bijzonder leven achter de rug hebben. Vaak dragen ze, net als de ‘koelies’ op de cover van het boek, een flinke bagage mee. Een rugzak waarin de geschiedenis van generaties wordt getorst. Dat ieder mens daaronder gebukt kan gaan, waar hij ook vandaan komt, is een ander verhaal dat Mala Kishoendajal ons wil vertellen. ‘Kaapse goudbessen’ is daardoor een roman die meer biedt dan een geschiedenisles. Het is een roman over mensen in India, Suriname en Den Haag en dat wat ze elkaar én zichzelf aan kunnen doen. ‘Kaapse goudbessen’ kun je daarom met recht een wereldroman noemen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kaapse goudbessen’
Meer over Mala Kishoendajal bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Herkenbare poëzie van voormalige winnaar Halewijnprijs.» – R.A. Wagenaar-Duursma

VoorplatRechtpadenOver ‘Rechte paden doen ons niets’ van Fred Papenhove voor Biblion, 3 februari 2016:
Gedichtenbundel, bestaande uit vier cycli, waarvan de eerste maar liefst uit een veertigtal gedichten bestaat. Het overkoepelend thema is het verkennen van de wereld in alle facetten: trouw, liefde en dood, waarbij de binnenwereld tegenover de buitenwereld staat. Eerder verscheen o.a. ‘De hemel is vol zwaluwen’ (2009), die bekroond werd met de Halewijnprijs. Herkenbare en redelijk toegankelijke poëzie.
Meer over ‘Rechte paden doen ons niets’

«Tsunami vol van ontmoetingen, bespreekgevallen, affaires, zelfreflectie en zelfspot.» – Mari van Rossem

Opmaak 1Over ‘Nuttige idioten’ van Els de Groen in Brabants Dagblad:
“In ‘Nuttige Idioten’ gaat het om meer dan alleen de Oost-West relatie. De twee grote ideologieën van de 20e eeuw zijn namelijk mislukt: het communisme ging ten onder aan bureaucratie en corruptie, het kapitalisme worstelt met een groeiende kloof tussen arm en rijk en met financiële en ecologische crises. Er is dus behoefte aan een derde weg, maar populisme en nationalisme verhinderen dat proces. Die eerstgenoemde -ismen zijn brokstukken uit het verleden, geënt op muren, slagbomen en het benoemen van zondebokken. Ze gaan voorbij aan het feit dat de wereld door het internet -dat alle mogelijke muren deletet- volstrekt veranderd is.”
Lees hier het artikel
Meer over ‘Nuttige idioten’

«Historie knap vervlochten in schrijnende familiegeschiedenis.» – C.H. Gajadin

Opmaak 1Over ‘Kaapse goudbessen’ van Mala Kishoendajal voor Biblion, 2 februari 2016:
Migratiegeschiedenis van Hindoestanen is het centrale thema in dit boek. De herinneringen van hoofdpersoon Hira beslaan verschillende generaties. Hoe haar grootouders als Britse contractarbeiders te werk gesteld werden op plantages in Suriname. Op knappe wijze weet de auteur historische gebeurtenissen in te vlechten in een schrijnende familiegeschiedenis. Naast Hira is Armand Veldhuizen de tweede hoofdpersoon. Een briljant afgestudeerde jonge man die zijn oude leven vaarwel zegt en een zwervend bestaan gaat leiden. Zijn omzwervingen bieden veel inzicht in het hedendaags leven van migranten in de Randstad. Aan het eind wordt duidelijk dat het leven van de twee hoofdpersonen direct verband houdt met elkaar.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kaapse goudbessen’
Meer over Mala Kishoendajal bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Als je eenmaal van haar verhalen hebt geproefd, wil je meer.» – Aarti Rampadarath

VoorplatLottowinnaarOmslag75Over ‘De lottowinnaar en andere verhalen’ van Sakoentela Hoebba voor Biblion, 1 februari 2016:
Sharda bezoekt haar aftakelende oma in Suriname. Maar ze is ook op de vlucht voor haar eigen problemen. Mandra is zonder werk overgeleverd aan de grillen van haar onberekenbare man. Dat zijn twee van de verhalen uit deze verrassende bundel. ‘De lottowinnaar’ bestaat uit elf korte verhalen waarin Sakoentela Hoebba (1958) alledaagse, maar ook beslissende momenten in het leven van haar personages beschrijft. Die zijn overwegend hindoestaans en ze worden treffend geschetst. Hoebba gebruikt vaak hindoestaanse woorden, waardoor de verhalen meer karakter krijgen. Het eerste deel is vooral sterk en de auteur heeft een authentieke stem. Haar bijdrage is uniek, omdat dergelijke verhalen redelijk onbekend zijn, vooral buiten Suriname. Sakoentela Hoebba studeerde als een van de eersten af aan de Schrijversvakschool in Paramaribo. (…) Het is terecht dat haar talent is opgemerkt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De lottowinnaar’

«Intieme geschiedenis van Curaçao.» – Fred de Haas

Bida, remordementu-75Over ‘Bida, remordementu, konfeshon i krítika’ van Antoine J. Maduro in Ñapa Literatuur (Amigoe), 30 januari 2016:
Het leven van de Curaçaose schrijver, voetballer en muzikant dr. Antoine ‘Twan’ J. Maduro omspant bijna de hele twintigste eeuw. Antoine Maduro werd in 1909 geboren op Aruba, waar, zoals hij zelf schrijft, zijn navelstreng ligt begraven. Hij verliet ons in 1997, na een sociaal en intellectueel rijk leven op Curaçao. Kennismaken met het leven van Antoine ‘Twan’ Maduro betekent ook op een persoonlijke, onorthodoxe manier kennismaken met de eeuw die achter ons ligt. Zijn leven raakt aan de kleine en grote, maar vooral ook aan de intieme geschiedenis van Curaçao, een geschiedenis die je niet zomaar in de officiële boeken kunt vinden. Het is te danken aan het initiatief en het doorzettingsvermogen van Daphne van Schendel-Labega – velen van ons hebben haar nog gekend in de jaren zestig als het hoofd van de Bibliotheek op Curaçao – dat wij in staat zijn dit leven van de wieg tot het graf te volgen.
Lees hier het artikel
Meer over Antoine J. Maduro