«Een luisterrijke loopbaan en een verworvenheid als het BN’erschap.» – Coen de Jonge

CoverHinzeDef2.inddOver ‘Chris Hinze – een biografie’ van Kees Ruys in Jazzbulletin nr. 99, 1 juni 2016:
Toen Hinze de plaat ‘Concorde’ van het Modern Jazz Quartet had gehoord ging hij helemaal om: hij nam bij Frans Elsen les om ook deze muziek te leren spelen. Eigenlijk wilde hij altijd criminologie studeren, maar de toegang tot die studie werd geblokkeerd door zijn middelbare school; hij werd op zijn 21ste van het Haagse Thorbecke-lyceum getrapt omdat hij a) vader was geworden en b) de leider was van een nachtcluborkest. Een paar weken later hoorde Hinze de plaat ‘Opus de Jazz’ van Milt Jackson. Vooral de fluitsolo’s van Frank Wess spraken hem zeer aan. De combinatie fluit en jazz, dat was het. Voorlopig nam hij nog allerlei andere baantjes aan, zoals in de groep King Boys, een schlagerorkestje. En hij pielde nu en dan wat op de Grassi-dwarsfluit die hij had gekocht. Met zijn zijn pianospel zou hij nooit de top bereiken; dat voelde hij wel aan. Daarom ging hij vanaf 1963 klassiek fluit studeren. In 1965 deed hij toelatingsexamen voor het Koninklijk Conservatorium. Zijn leraar daar werd Frans Vester van het Danzi Quintet. Later mocht hij ook nog in Boston studeren, aan het beroemde Berklee College of Music. (…) Chris was gewoon een echte Indische jongen: sportwagens, scheuren, kekke kleren, grote huizen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Chris Hinze. Een biografie’

«Voormalig kindsoldaat Mozes wordt overgehaald om de ‘zieke ideologie’ homoseksualiteit te bestrijden.» – Jann Ruyters

VoorplatTulp75Over ‘De bushsoldaat’ van Edith Tulp in Trouw, 14 mei 2016:
Debuutroman over twee vrienden, een Nederlander en een Oegandees, die samen door Nederland gesubsidieerde ontwikkelingsprojecten controleren en onregelmatigheden registreren. Problemen rijzen als voormalig kindsoldaat Mozes door evangelisten wordt overgehaald om de ‘zieke ideologie’ homoseksualiteit te bestrijden. ‘Zoals Mozes in de bijbel ben jij uitverkoren door God als redder van je volk.’ Edith Tulp publiceerde eerder artikelen over het Verzetsleger van de Heer in Oeganda. In 2008 richtte zij de FairPen Foundation in Oeganda op.
Meer over ‘De bushsoldaat’

«Een nummer dat je literaire vleugels kan geven om je vakantie aan zee of in het water het nodige aroma te geven.» – André Oyen

VoorplatExtaze17-18-75Over ‘Extaze 17/18 – Water-Zee’ op Ansiel, 29 mei 2016:
De redactie van dit prachtig literair tijdschrift tracht verrukking en verwondering op te roepen door de kracht van het woord en de verbeelding. En deze pogingen van de Extaze-redactie levert telkens een boekwerk af dat je heel gulzig proeft en waardeert. Zwakke nummers ben ik persoonlijk nog niet tegengekomen, maar de absolute hoogvlieger was toch wel het Frans Kellendonknummer dat een huiveringwekkend mooi literair eerbetoon was. ‘Extaze 17/18’ is uitzonderlijk een dubbelnummer waarin Water-Zee duidelijk dominant aanwezig, zowel in essay, kortverhaal als gedicht. Er wordt gemijmerd en gefilosofeerd over diverse items gaande van het zeemanslied van de Deense Lale Andersen tot de poëzie van Slauerhoff met immer en altijd water/en of zee op de achtergrond. (…) Een nummer dat je literaire vleugels kan geven om je vakantie aan zee of in het water het nodige aroma te geven.
Lees hier de recensie
Meer over Extaze

«Een heel herkenbaar verhaal.» – Marjo van Turnhout

Opmaak 1Over ‘De verdwenen stad’ van Ton van Reen op Leestafel, 29 mei 2016:
Na een huwelijk van ruim 25 jaar bedenkt Timo Wolters dat het helemaal niet zo’n goed huwelijk was. En zijn werk als advocaat in Roermond is ook niet geworden wat hij er van verwacht had. (…) Op de dag dat het verhaal begint heeft Timo een vreemde droom gehad: hij kwam thuis van zijn werk en zijn huis was verdwenen, compleet met vrouw en kinderen. Op de plaats waar het had gestaan was gras, en de buren hadden nog nooit gehoord van de familie Wolters. (…) Is hij aan het hallucineren? (…) Timo is zwak geweest, al was het nooit zo groots als zijn compagnons, hij heeft zijns ondanks meegedaan aan malafide praktijken. (…) Een heel herkenbaar verhaal over hoe de druk van een huwelijk en van de maatschappij een integer mens dwingt om mee te doen met corrupte praktijken.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De verdwenen stad’

«Boeken zijn van onuitsprekelijk belang voor onze mentale vermogens.» – Astrid H. Roemer

Astrid RoemerInterview door Otti Thomas in Ñapa (Amigoe), 28 mei 2016:
‘Als auteur leid ik een ongemakkelijk bestaan en auteurs met wie ik mij verwant voel, zijn op tragische wijze uit het publieke domein geraakt: ziekte, zelfdoding. Er is veel mentaal geweld gebruikt tegen mij en ik mag blij zijn dat ik nog leef,’ zegt ze. Roemers aanwezigheid bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs zorgt voor evenwicht. Ze wilde weliswaar dat de stoel naast haar gereserveerd werd voor haar kat, die overigens niet aanwezig was. ‘Ze wilde niet mee,’ meldt Roemer. Maar het is vooral een mooie gedachte dat ze de stoel aan haar andere zijde vrij wilde houden voor ‘een persoon die gemist wordt’. (…) ‘De P.C. Hooftprijs heeft het makkelijker gemaakt voor mij om mijn werkplan verder uit te voeren en aldus via mijn nieuwe publicaties meer zichtbaar te worden voor het publiek.’
Lees hier het gehele interview
Meer Meer over Astrid H. Roemer

«Voor de indianen was Dee Browns magnum opus een openbaring.» – Imco Lanting

Over ‘Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier’ van Dee Brown in Nederlands Dagblad:
Het in 1970 gepubliceerde werk van de (niet-indiaanse) auteur Dee Brown, waarin hij op grond van getuigenissen en authentieke documenten minutieus verslag doet van de ondergang van de indianen in de periode 1860- 1890, sloeg in als een bom. Wat Brown had opgeschreven, was dan ook niet zomaar wat. Hier werd voor het eerst de geschiedenis verteld, helemaal vanuit het oogpunt van de indianen, ongecensureerd door (historici van) de blanke overwinnaars. En dat was uniek. (…) Recensenten bombardeerden het vijfhonderd pagina’s tellende boek meteen tot standaardwerk. ‘Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier’ keerde het zelfvoldane beeld van de American Dream en Manifest Destiny, vol dappere pioniers en stoere cowboys, rücksichtslos om. Veel Amerikanen namen de inhoud van het boek met buikpijn en plaatsvervangende schaamte tot zich. Voor de indianen daarentegen was Dee Browns magnum opus een openbaring, die een enorme boost gaf aan de strijd voor hun zaak. De schrijver vertelde ooit: ‘Het leek wel of de Indianen niet in staat waren te geloven dat iemand tegen hen kon liegen.’
Lees hier en hier het artikel en
Meer over ‘Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier’

De verhalen van Joost Belinfante uit ‘Doe Maar Lijf aan lijf’ [2]

Henny Vrienten: “De scherpste schets die ooit van ons gemaakt is.”
Ernst Jansz: “Ontroerend, geestig, indrukwekkend.”

DoeMaar2-1
[2] ‘Vrijheid’ door Joost Belinfante:
Eerlijk gezegd had ik het helemaal gehad met het bandjeswezen. De eeuwige afhankelijkheid van elkaar. Het voortdurend samen optrekken, meer dan in een huwelijk. Het wachten in de kleedkamer, het wachten tijdens de opnamen, het wachten in tv-studio’s. De vergaderingen. De kleine ergernissen en karaktertrekken die vanlieverlee tot ondragelijke proporties uitgroeiden. Ik had het 15 jaar gedaan. Het was mooi geweest. Nooit meer, had ik besloten.
Lees hier het hele verhaal met meer foto’s uit het boek

Topfotografen Bert Nienhuis en Kees Tabak legden in 1983 de meest succesvolle tournee van Doe Maar vast. Toch zou dit hoogtepunt de groep uiteindelijk doen besluiten te stoppen. Joost Belinfante levert anno 2008 met acht verhalen een prachtig commentaar op dat onvergetelijke jaar. Werden destijds uit hun duizenden foto’s vooral de foto’s van de bandleden gepubliceerd, vijfentwintig jaar later komen in dit boek juist ook de foto’s aan bod die toen niét afgedrukt werden: het wachten en het inspelen voor het concert, de spanning en het dollen in de geïmproviseerde kleedkamers in veehallen, veilinghallen en sporthallen – en vooral het publiek, dat massale publiek dat gaandeweg de tournee almaar jonger leek te worden. Je kunt niet anders dan deze foto’s met dubbelfocus bekijken: 1983 vanuit 2008 en het plezier, de ontroering en later ook de verbijstering meebeleven met Ernst, Henny, Jan H. en Jan P. Onlosmakelijk bij dit boek hoort het dubbelalbum Lijf aan lijf dat tijdens déze gefotografeerde concerten in Loosbroek, Goes, Assen, Tiel en Joure werd opgenomen en – in 2008 perfect geremasterd – aan het boek is toegevoegd. Op de cd’s hoor je letterlijk het publiek dat in dit boek met de prachtige foto’s een onuitwisbaar gezicht gekregen heeft.
Klik voor de optredens in 2016
Meer over DoeMaar op deze site

‘De mooie mond van Bobby Cespedes’ (2)

VoorplatSeguraTweede verhaalfragment uit ‘De mooie mond van Bobby Cespedes’ van Ulises Segura:
«Ik leerde Donald kennen tijdens een strandfeest op Long Island: een zwarte achtentwintigjarige man die extatisch danste op Martha and the Vandellas en The Shangri-Las en werkte voor een opkomend bedrijf dat betaalbare polshorloges maakte. De sambuca vloeide rijkelijk en voor we het beseften zaten we tot diep in de nacht rond het kampvuur, deelden mezcal en onze fascinatie voor Pollock en straatkunst en bespraken hoe we New York van een drekhol tot een iets meer aantrekkelijk krocht konden opsmukken. Donald nam me mee naar de pier en daar lieten we de fles mezcal van mond tot mond gaan, althans zo doet mijn geheugen het me in ieder geval geloven. Toen ik, schijtlaars die ik was, te lang wachtte om initiatief te nemen, verloor hij zijn geduld en trok me tegen zich aan. Ik deed het verdomme in mijn broek. Een eerste kus vergeet je nooit. En zulke ogen liet je niet zomaar aan je voorbijgaan als je de kans kreeg.»
Lees hier verder
Meer over ‘De mooie mond van Bobby Cespedes’

Jeanette Bos – Statia Song

JEANETTE_STASIA_COVER-75LICHTJeanette Bos
Statia Song

Fotografie – Sint-Eustatius / Nederland
172 blz. + 8 blz. omslag op formaat 32×24 cm
87 foto’s (kleur en zwartwit) in spreads op expositieformaat: 48x32cm!
Genaaid gebrocheerd met gekleurd garen en open rug
Tekst in het Nederlands en het Engels op binnenzijden omslagplatten
Boekontwerp & fotoredactie SYB / Sybren Kuiper
Lithografie & productie Colour & Books / Sebastiaan Hanekroot
De boekpublicatie komt mede tot stand dankzij Prins Bernhard Cultuurfonds Caribisch Gebied
ISBN 978-90-6265-920-3 € 39,50
Eerste luxe editie 2016

Statia Song schetst een portret van het eilandje Sint-Eustatius oftewel Statia, half zo groot als Schiermonnikoog. Sinds 10 oktober 2010, toen het land Nederlandse Antillen werd opgeheven, is Statia een Nederlandse gemeente maar niemand hier kent dit nieuwe stukje Nederland. Statia Song biedt een intieme kennismaking met het leven op dit snippertje Nederland in de Caribische Zee.

Statia Song is een intense reis over het eiland. Het boek opent met adembenemende beelden van de woeste natuur van het eiland: de hoge vulkaan begroeid met oerbos, de rotsige prairies vol immense keien en uitgebleekt hout, het mysterieuze noordelijke heuvelland. In deze natuur doemen geleidelijk sporen op van menselijk leven – een eeuwenoude waterput, traditionele visfuiken, een eigentijdse bezem, die leiden naar de bewoonde wereld en de tegenwoordige tijd, en vooral naar het eigenlijke onderwerp van dit boek: de Statianen. Een hechte gemeenschap van vaak onderling verwante Afro-Caribische families die al eeuwenlang op dit minuscule eiland wonen en die vrijwel allemaal vlak bij elkaar, tezamen, zijn opgegroeid. ‘Wij zijn één grote familie!’ In 1996 vormde deze groep de overgrote meerderheid van de bevolking. Sindsdien is het bevolkingsaantal vrijwel verdubbeld, door een enorme instroom uit omliggende eilanden en uit Nederland, en nu zijn de Statianen getalsmatig een minderheid op hun eigen eiland. Het traditionele Statiaanse leven en de familiestructuur van de gemeenschap staan onder druk, veel tradities verdwijnen, maar de Statianen behouden hun levenskunst en hun liefde voor elkaar en voor hun eiland. Statia Song schetst het dagelijks leven van de Statiaanse familie in intieme en indringende portretten, zowel in krachtig zwartwit als in zwierige kleur. Aan het eind van het boek verdwijnen de mensen geleidelijk aan weer in het indrukwekkende, magische landschap. Statia Song is een vervoerende, overrompelende reis die zich blijvend in de ervaring nestelt en die lang stof tot nadenken zal geven.

Jeanette Bos (wijsgerig-historisch pedagoge, voormalig universitair docent en literair vertaler) publiceerde in 1998 het fotoboek Speransa, een aangrijpend en indringend portret van het Antilliaanse leven in Nederland en van de achtergronden van de migratie. In het kader van het Speransa-project bezocht zij ook het eiland Sint-Eustatius (gewoonlijk Statia genoemd). Het was liefde op het eerste gezicht, en de liefde is gebleven. Al twintig jaar brengt zij er zo veel mogelijk tijd door. Zij heeft er familie gekregen, zij heeft er muziek leren maken en is al tien jaar lid van de traditionele stringband, en zij maakt deel uit van een vrouwengroepje dat zingt in de traditionele waken aan de vooravond van begrafenissen. Als weinig anderen is zij opgegaan in het leven van de Statiaanse familie en weinig anderen zijn zozeer door deze familie in het hart gesloten. Nergens voelt Jeanette Bos zich zo intens thuis als op Statia, in het gezelschap van Statianen. De vertrouwdheid en warmte tussen de fotografe en de Statianen geeft de foto’s hun unieke kwaliteit en hun indringend karakter. Als fotograaf heeft zij o.a. 21 solo-exposities op haar naam staan; ze maakte in 2011 deel uit van Dutch Delight (New York Photo Festival).

Meer over Statia Song

De verhalen van Joost Belinfante uit ‘Doe Maar Lijf aan lijf’ [1]

Henny Vrienten: “De scherpste schets die ooit van ons gemaakt is.”
Ernst Jansz: “Ontroerend, geestig, indrukwekkend.”

DoeMaar1-5

[1] ‘Klopsignalen’ door Joost Belinfante:
Een veehal, aan de rand van de stad. Zondagnamiddag. Buiten, tussen de hekken waar doordeweeks het vee staat, wachten de meisjes al. Een paar honderd meisjes. Iedere auto die het terrein op rijdt veroorzaakt een opgewonden beweging in de rij. Ook de mijne. Ze weten wie ik ben, maar ze durven me niet goed te benaderen. Een heel clubje komt aangerend, ze staan te aarzelen en te schutteren. Ik draai mijn raampje maar open. Handen reiken naar binnen. Ze hebben tekeningen, zelfgehaakte roze met groene dassen, en met meisjeshandschrift beschreven vellen papier. ‘Meneer, wilt U dit aan Ernst geven? Meneer, wilt U dit aan Henny geven?’
Lees hier het hele verhaal met meer foto’s uit het boek

Topfotografen Bert Nienhuis en Kees Tabak legden in 1983 de meest succesvolle tournee van Doe Maar vast. Toch zou dit hoogtepunt de groep uiteindelijk doen besluiten te stoppen. Joost Belinfante levert anno 2008 met acht verhalen een prachtig commentaar op dat onvergetelijke jaar. Werden destijds uit hun duizenden foto’s vooral de foto’s van de bandleden gepubliceerd, vijfentwintig jaar later komen in dit boek juist ook de foto’s aan bod die toen niét afgedrukt werden: het wachten en het inspelen voor het concert, de spanning en het dollen in de geïmproviseerde kleedkamers in veehallen, veilinghallen en sporthallen – en vooral het publiek, dat massale publiek dat gaandeweg de tournee almaar jonger leek te worden. Je kunt niet anders dan deze foto’s met dubbelfocus bekijken: 1983 vanuit 2008 en het plezier, de ontroering en later ook de verbijstering meebeleven met Ernst, Henny, Jan H. en Jan P. Onlosmakelijk bij dit boek hoort het dubbelalbum Lijf aan lijf dat tijdens déze gefotografeerde concerten in Loosbroek, Goes, Assen, Tiel en Joure werd opgenomen en – in 2008 perfect geremasterd – aan het boek is toegevoegd. Op de cd’s hoor je letterlijk het publiek dat in dit boek met de prachtige foto’s een onuitwisbaar gezicht gekregen heeft.

Klik voor de optredens in 2016
Meer over DoeMaar op deze site