«Historie knap vervlochten in schrijnende familiegeschiedenis.» – C.H. Gajadin

Opmaak 1Over ‘Kaapse goudbessen’ van Mala Kishoendajal voor Biblion, 2 februari 2016:
Migratiegeschiedenis van Hindoestanen is het centrale thema in dit boek. De herinneringen van hoofdpersoon Hira beslaan verschillende generaties. Hoe haar grootouders als Britse contractarbeiders te werk gesteld werden op plantages in Suriname. Op knappe wijze weet de auteur historische gebeurtenissen in te vlechten in een schrijnende familiegeschiedenis. Naast Hira is Armand Veldhuizen de tweede hoofdpersoon. Een briljant afgestudeerde jonge man die zijn oude leven vaarwel zegt en een zwervend bestaan gaat leiden. Zijn omzwervingen bieden veel inzicht in het hedendaags leven van migranten in de Randstad. Aan het eind wordt duidelijk dat het leven van de twee hoofdpersonen direct verband houdt met elkaar.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kaapse goudbessen’
Meer over Mala Kishoendajal bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Als je eenmaal van haar verhalen hebt geproefd, wil je meer.» – Aarti Rampadarath

VoorplatLottowinnaarOmslag75Over ‘De lottowinnaar en andere verhalen’ van Sakoentela Hoebba voor Biblion, 1 februari 2016:
Sharda bezoekt haar aftakelende oma in Suriname. Maar ze is ook op de vlucht voor haar eigen problemen. Mandra is zonder werk overgeleverd aan de grillen van haar onberekenbare man. Dat zijn twee van de verhalen uit deze verrassende bundel. ‘De lottowinnaar’ bestaat uit elf korte verhalen waarin Sakoentela Hoebba (1958) alledaagse, maar ook beslissende momenten in het leven van haar personages beschrijft. Die zijn overwegend hindoestaans en ze worden treffend geschetst. Hoebba gebruikt vaak hindoestaanse woorden, waardoor de verhalen meer karakter krijgen. Het eerste deel is vooral sterk en de auteur heeft een authentieke stem. Haar bijdrage is uniek, omdat dergelijke verhalen redelijk onbekend zijn, vooral buiten Suriname. Sakoentela Hoebba studeerde als een van de eersten af aan de Schrijversvakschool in Paramaribo. (…) Het is terecht dat haar talent is opgemerkt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De lottowinnaar’

«Intieme geschiedenis van Curaçao.» – Fred de Haas

Bida, remordementu-75Over ‘Bida, remordementu, konfeshon i krítika’ van Antoine J. Maduro in Ñapa Literatuur (Amigoe), 30 januari 2016:
Het leven van de Curaçaose schrijver, voetballer en muzikant dr. Antoine ‘Twan’ J. Maduro omspant bijna de hele twintigste eeuw. Antoine Maduro werd in 1909 geboren op Aruba, waar, zoals hij zelf schrijft, zijn navelstreng ligt begraven. Hij verliet ons in 1997, na een sociaal en intellectueel rijk leven op Curaçao. Kennismaken met het leven van Antoine ‘Twan’ Maduro betekent ook op een persoonlijke, onorthodoxe manier kennismaken met de eeuw die achter ons ligt. Zijn leven raakt aan de kleine en grote, maar vooral ook aan de intieme geschiedenis van Curaçao, een geschiedenis die je niet zomaar in de officiële boeken kunt vinden. Het is te danken aan het initiatief en het doorzettingsvermogen van Daphne van Schendel-Labega – velen van ons hebben haar nog gekend in de jaren zestig als het hoofd van de Bibliotheek op Curaçao – dat wij in staat zijn dit leven van de wieg tot het graf te volgen.
Lees hier het artikel
Meer over Antoine J. Maduro

«Twee verhaallijnen, twee mannen, allebei gevangen in hun leven.» – Leonie Wolterink

SlachtvlindersOmslag2_Opmaak 1.qxdOver ‘Slachtvinders’ van Peter De Voecht voor Biblion, 26 januari 2016:
Twee verhaallijnen, twee mannen, allebei gevangen in hun leven. Beiden op zoek om de herhaling in hun leven te doorbreken, op zoek naar een lichtpuntje aan de horizon. E., het eerste hoofdpersonage, leeft op straat en heeft een zusje met kanker in het ziekenhuis. Elke dag hoopt hij opnieuw dat het zijn laatste dag op straat zal zijn. Döppeler, het tweede hoofdpersonage, is schrijver en leeft als een vreemde voor zijn vrouw in een huis waar hij niet meer uitkomt. Voor beide personages ligt de oorlog op de loer, beide personages zijn op de een of andere manier besmet. Ze kunnen niet ontsnappen uit de verstikkende werkelijkheid waarin zij leven. (…) De stijl is niet verwonderlijk gezien het feit dat deze Vlaamse auteur (1982) eerder poëzie schreef. Dit is zijn romandebuut. Het zal mensen aanspreken die houden van een dystopisch beschreven werkelijkheid.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Slachtvlinders’

«Met kennis van zaken geschreven.» – Jef Abbeel

Opmaak 1Over ‘Nuttige idioten’ van Els de Groen voor Biblion, 23 januari 2016:
De titel verwijst naar mensen die, zoals de schrijfster, veel naar het Oostblok reisden. Ze beschrijft haar ontvangst in Moskou door de Schrijversbond, lege winkels, dat kranten zwegen over de Tsjernobyl-ramp (1986), hoe moeizaam contacten verliepen en hoe die schrijvers zich voelden en gedroegen als ze hier op bezoek kwamen. Ze beschrijft de veranderingen in 1989-1990, het uiteenvallen van de USSR, de breuk met de Russische schrijvers, de snelle revival van de orthodoxe kerk na de val van het communisme. Ze betreurt het uiteenvallen van Joegoslavië, het nationalisme, de etnische schoonmaak (de genocide op Albanezen, moslims en Roma). Ze vertelt dat Bulgarije, net zoals de DDR, concentratiekampen had. En over corruptie, vervuilde natuur, getto’s, massaal misbruik van westers geld na de toetreding tot de EU. Ze meldde dat allemaal aan het Europees Parlement. Er volgde geen reactie. Ze vertelt over de verwoestingen in Irak en de gevolgen van 500 ton ‘depleted’ uranium uit de oorlogen van 1991 en 2003. Ze eindigt met de oorlog in Oekraïne en de moord op Boris Nemtsov (27 februari 2015), omdat hij kritiek uitte op de Russische inbreng. Met kennis van zaken geschreven. Met weinig lichtpuntjes: het onbegrip tussen west en oost is, ondanks de val van de Muur, overeind gebleven.
Meer over ‘Nuttige idioten’

«Uitstekende observator met humor.» – Rabin Gangadin

Opmaak 1Over ‘Kaapse goudbessen’ van Mala Kishoendajal op Hebban, 21 januari 2016:
‘Kaapse goudbessen’ bestaat uit een reeks column-/kroniekachtige teksten die op een bepaalde wijze met elkaar zijn samengevlochten tot een harmonieus relaas, (…) mijmeringen waarbij taferelen uit het heden en zelfs uit het zeer grijze verleden langs elkaar flitsen. Het koele heden wordt steeds gespiegeld tegen het decor van een slavernijverleden. (…) De spiegel dient om dat wat de lezer niet rechtstreeks kan waarnemen, bijvoorbeeld de psyche van de personages, te doen ontwaren. In het boek figureert een Hira die zich de verhalen voor de geest probeert te halen over de grootouders van haar moeder. De herinneringen van Hira worden afgewisseld met de omzwervingen van Armand. (…) Uiteindelijk stroomt het verhaal van Hira samen met het verhaal van Armand. Hij ziet zijn huis, baan en geheugen teloor gaan nadat hij in zijn hoedanigheid als journalist op zoek gaat naar zogeheten eerste-uursmigranten en daarbij kennis maakt met Koesoem, de ex-vrouw van de in het relaas figurerende Balwant. (…) Hij schildert het leven met zijn moeder. In zijn Haagsche observaties zijn ook de geestige dingen, waar ook de kracht van de schrijfster in zit. (…) Kishoendajal is per saldo een uitstekende observator die haar gedachte op een geslaagde wijze en met een dosis humor in een zin weet te wurmen. (…) Haar stijl is prachtig. (…) Kishoendajal heeft een gevoel voor details die door hun verbeelding en kracht de lezer door het inwendige der geheime schatten en rijkdommen leiden. Erg fascinerend is te lezen hoe de Hindies uit India, Pakistan en Suriname elkaar in publieke ruimtes opwachten om een kennelijk pueriele vete uit te vechten met als gevolg dat de tent van de uitbater daardoor komt te sluiten.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kaapse goudbessen’
Meer over Mala Kishoendajal bij Uitgeverij In de Knipscheer

Antoine J. Maduro – Bida, remordementu, konfeshon i krítika

Bida, remordementu-75Antoine J. Maduro
Bida, remordementu, konfeshon i krítika

Un relato outobiográfiko
Curaçao
Omslagillustratie Elis Juliana
Met bijdragen van Daphne van Schendel-Labega, Sidney Joubert
Gebonden, luxe uitgave, royaal formaat
met vele tientallen foto’s in duotone
299 blz., € 49,50
ISBN 978-99904-60-41-4
Presentatie 24 januari 2016
Imprint Fundashon Instituto Raúl Römer

“… Ik wist wie ik was en waarvoor ik op deze school zat”.
“… Simplemente,… ami tabata sa ken mi ta i ta kiko mi a bin hasi n’e skol akí”.

Deze woorden, vastgelegd in dit autobiografische werk, kenmerken Antoine J. Maduro (1909 – 1997). Een uitzonderlijke man die met zijn karakteristieke zelfverzekerdheid glansrijk een elite muloschool van toen, het St. Thomas-college, wist te doorlopen. Eenzelfde vasthoudendheid toonde Antoine J. Maduro niet alleen tijdens zijn loopbaan bij de Shell, waar hij opkwam voor de Curaçaose employés, maar ook in zijn dynamische activiteiten die hij op het gebied van sport en muziek ontplooide. Met onstuitbare inzet en daadkracht wijdde hij zich aan de door hem zo geliefde voetbalsport en heeft hij ontegenzeggelijk een stempel gedrukt op de ontwikkeling en groei van de Curaçaose voetbalsport. In dit levenswerk toont Antoine Maduro zijn veelzijdigheid en geeft hij blijk van zijn liefde voor de Curaçaose literaire werken, muziek en zang die een grote rol in zijn leven hebben gespeeld.

Het meest heeft Antoine Maduro zich echter als onvermoeibare strijder doen kennen op het gebied van zijn moedertaal, het Papiamentu. Met de voor hem zo kenmerkende oprechtheid, wars van alle conventionele meningen, werd hij een – gevreesde – autoriteit op Bon Uzo di Papiamentu (het Correcte Gebruik van het Papiamentu). Zijn werken zijn gestaafd door eigen diepgaand taalonderzoek en raadpleging van lokale en buitenlandse studies. Hij had bijzondere belangstelling voor de oorsprong van Papiamentse woorden, gezegden en spreekwoorden en streefde vurig naar een gestandaardiseerde orthografie van het Papiamentu. Dankzij zijn wetenschappelijke taalonderzoek, verwoord in talloze publicaties, verleende de Universiteit van de Nederlandse Antillen hem in 1984 het eerste eredoctoraat van genoemde universiteit in de letterkunde.

Dit autobiografische werk werpt een unieke blik in het dagelijks leven van een opgroeiende katholieke jongeman in de wijken rondom Pietermaai in de eerste helft van het 20ste eeuwse Curaçao. Met een zeldzame openhartigheid legt hij hierin tot het bereiken van een hoge leeftijd zijn persoonlijke levenshouding en religieuze gevoelens bloot. Antoine Maduro is de personificatie van hetgeen een man door zijn strijd bereikt heeft, alles op eigen kracht en geheel onbaatzuchtig.

«John Coltrane en Ben Webster zingen door de bundel.» – Paul Lips

Opmaak 1Over ‘Haarlem Nocturne’ van Djordje Matic in Haarlems Dagblad, 19 januari 2016:
In het titelgedicht ‘Haarlem Nocturne’ beschrijft hij hoe hij ’s nachts een ‘potje’ gaat praten bij het standbeeld van de vermeende uitvinder van de boekdrukkunst op het ‘Grote Plein’. Allebei zijn ze buitenstaander: ‘…Met die geheime kennis/praten we vertrouwelijk met elkaar:/ik, de Vliegende Balkaniër/en hij, een lokale dromer/van vergane dromen…’. (…) Muziek inspireert hem name de jazz. Tijdens zijn onbezorgde jeugd in een intellectueel gezin kwam hem via de radio al het internationaal vermaarde ‘Hocus Pocus’ van Focus ter ore. Hij raakte geïnteresseerd in punk- en metalmuziek, stelde fanzines samen, en was verbluft toen hij in 1986 een concert van jazztrompettist Miles Davis in Belgrado bezocht. ‘Harlem Nocturne’ (een jazzstandard uit 1939 van Earle Hagen en Dick Rodgers), ‘Amsterdam after dark’ (Steve Coleman), John Coltrane en Ben Webster zingen door de bundel. Al zwervend en dichtend trekt de ‘expert in eenzaamheid’ Matic langs rood verlichte ramen in Amsterdam. Langs doodlopende wegen, reclames in brandende kleuren en ‘dreigende straatpalen’, om uit te komen bij de gedenkplaat van Chet Baker, die bij Hotel Prins Hendrik overleed. ‘…Een gemartelde zak botten en vlees/op de meedogenloze klinkers…’.
Lees hierhier het artikel
Meer over ‘Haarlem nocturne’

«Bewondering voor dit debuut.» – Els van Swol

Opmaak 1Over ‘Geen weg terug’ van Iraida van Dijk-Ooft op Literair Nederland, 20 januari 2016:-
Met het fragmentarische, en niet-chronologisch opgeschreven verhaal staat de schrijfster (…) in de recente traditie van de Surinaamse literatuur. Het is Astrid H. Roemer, winnares van de P.C. Hooftprijs 2016, die deze fragmentarische aanpak ook bezigde en daarmee brak met de traditionelere stijl van in Nederland bekende Surinaamse auteurs als Cynthia McLeod, Bea Vianen en Ellen Ombre. Waar ze niet mee breekt, is de aandacht voor de tradities van Suriname, zoals geestverering en dergelijke. Blijft de vraag naar de op het eerste gezicht grammaticale onhandigheden en een zekere stroefheid in de eerste twee hoofdstukken. (…) Dit taalgebruik, dit taaleigen – want dat is het – blijkt gaandeweg niet alleen het voertuig van het verhaal, maar ook de uitdrukking ervan; die eerste twee hoofdstukken waren alleen maar een ouverture om ons in die taal, in het drama dat volgt te trekken. Een taal, die niet alleen is geworteld in Suriname, maar ook in alle hevigheid, soms door punten tussen elk woord te zetten, uitdrukking geeft aan de heftigheid van het verhaal en de moeite die het kost om het te vertellen. Als je dit beseft, rest alleen meer bewondering voor dit debuut. En schaamte dat je als Nederlander toch nog zo ver van de Surinaamse vertelcultuur blijkt af te staan.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Geen weg terug’

«Een grootse roman.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘Geen weg terug’ van Iraida van Dijk-Ooft op Ansiel en op Lezerstippenlezers, 20 januari 2016:-
Met haar debuutroman ‘Geen weg terug’ wil Iraida van Dijk een heel moeilijke periode die het Suriname volk moest doorleven, aankaarten. Het boek schetst de periode van 1962 tot 2014, een belangrijke moment voor Suriname, met name voor al die bewoners van het gebied dat later een stuwmeer werd. (…) De auteur verweeft historische feiten met fictie in een grootse roman die een stuk patriarchaat blootlegt, waarmee we bijvoorbeeld ook geconfronteerd werden in het werk van Alice Walker, Toni Morrison en Astrid H. Roemer, en dat generaties lang giftige sporen nalaat. Een bijzonder goed gestileerd boek dat door zijn tijdschakeringen de lezer ook de evolutie van het landelijk Suriname laat beleven.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Geen weg terug’