Gedicht van Arjen Sevenster vertaald in het Indonesisch

VoorplatSevenster-75Over ‘Bloemen in de regen’ van Arjen Sevenster op Nederlandse poëzie in het Indonesisch, 26 februari 2019:
Op ‘Suara suara dari utara’ (‘Stemmen uit het noorden’), het blog Puisi Belanda, is op 26 februari 2019 het gedicht ‘Boeddha’ in een Indonesische vertaling van Siti Wahyuningsih en Albert Hagenaars geplaatst. Het gedicht is afkomstig uit de bundel ‘Bloemen in de regen’. Het is het 177ste gedicht in een almaar groeiende digitale poëziereeks van een keur van vooral Nederlandse en Vlaamse dichters.
Lees hier ‘Boeddha’ in het Nederlands en het Indonesisch
Meer over Arjen Sevenster bij Uitgeverij In de Knipscheer

Philip Hoorne op Laurens Jz. Coster

VoorplatHoorneDikkemeisje-75Uit ‘Het dikke meisje en de ziener’ van Philip Hoorne op Laurens Jz. Coster, 26 februari 2019:
Laurens Jz. Coster plaatst sinds jaar en dag onder redactie van Raymond Noë iedere werkdag een gedicht op het gelijknamige blog. Het gedicht wordt ook geplaatst op Neerlandistiek.nl. Op 26 februari 2019 is het gekozen gedicht ‘paling’ van Philip Hoorne (1964) uit zijn in februari 2019 verschenen bundel ‘Het dikke meisje en de ziener’.

paling

ik word genoemd een droom
zo glad effenaf perfect
niet langer ben ik phil de faling
maar phil de paling
die leeft om te worden gesnapt
en u dan weer ontglipt

fortuinen heb ik aan mezelf besteed
alle vormen uitgeprobeerd
alleen maar om te zijn wie ik nu ben
phil de paling
formerly known as phil de faling

ik deed het helemaal in mijn eentje
behalve mezelf ben ik niemand dankbaar
wat kan me mij ook schelen
grijp mij vast en ik glibber over uw gezicht
ik ben niet voor niets phil de paling
voorheen smalend phil de faling

ik gleed van een brug in het water
en kronkelde tussen applaus op alle oevers
iemand viel in katzwijm murmelend:
phil de paling? was dat werkelijk
phil de paling?

«Weer een zalige editie van Extaze!» – André Oyen

coverE28voorDOver Extaze 28 ‘Geloof in de kunst’ op Lezers tippen lezers, 22 februari 2019:
Literair tijdschrift Extaze is een kwartaalschrift gewijd aan literair en beeldend werk van Nederlandse en Belgische schrijvers en kunstenaars. (…) ‘Extaze 28’ bevat 5 essays. (…) In ‘Van West naar Oost’ analyseert Klaas de Groot zes Indische gedichten van de Surinaamse auteur Bernardo Ashetu (1929-1982). (…) Hoewel hij debuteerde in een tijd toen vele dichters zich voor het eerst presenteerden, onttrekt zijn in het Nederlands geschreven poëzie zich aan de toon en de dichterlijke objecten van die dagen (in het bijzonder aan de maatschappelijk bewogen strijdpoëzie). Hij schrijft gevoelige verzen, fijnzinnig observerend hoe droom en werkelijkheid uit elkaar groeien (hij had een enorm problematische relatie met zijn vader) en uiteindelijk slechts droefenis overblijft voor ontheemden overal ter wereld. Lang na zijn overlijden begonnen zijn gedichten te verschijnen in de ‘Spiegel van de Surinaamse poëzie’ (1995) en in tijdschriften als Dietsche Warande & Belfort, Bzzlletin, Poëziekrant en De Tweede Ronde. In 2002 kwam er een nieuw bundeltje van hem uit in Paramaribo: ‘Marcel en andere gedichten’. In 2007 verscheen in Nederland een keuze uit zijn werk gemaakt door Gerrit Komrij onder de titel ‘Dat ik zong’. Later dat jaar verscheen een bibliofiele editie van zijn gedicht ‘Indiaans’. In dit Extazenummer treft de lezer ook gedichten van Guy Commerman, Anne Karelse, Lisa Rooijackers en Merel van Slobbe en korte verhalen van Michiel van den Berg, Jens Bezemer, Guido Eekhaut, Else de Jonge, Christien Kok, Dewi de Nijs Bik, Phaedra Onclin, Yoko Theeuws en Liedewij Vogelzang. Het beeld is van Mariëtte van Erp. Weer een zalige editie van Extaze!
Lees hier de aankondiging
Meer over ‘Extaze 28’

Laatste gedicht Arjen Sevenster

arjen-pasfoto-profile-2Arjen Sevenster, die op 2 februari jl. overleed, hield sinds 2017 een soortement dagboek bij waarin hij zijn ervaringen (Chemo en Controle) tijdens zijn prostaatkankerperiode vastlegde. Op 30 januari 2019 besluit hij deze kronieken met de volgende kraakhelder geformuleerde passage. ‘Het liefst zou ik de wereld in volmaakte staat achterlaten, mijn kinderen stralend van geluk, mijn kleinkinderen vrolijk op weg naar de volwassenheid. Maar zo werkt het niet. Op de baarplank moet ruimte vrijgehouden worden voor een stapeltje met afval: met zorgen, waarvan ik hoop, dat ze brandbaar zijn maar waarvan ik weet, dat ze dat niet zijn. En ik verberg niet voor mijzelf dat er voor mijn kinderen werk aan de winkel is maar ik heb ook een groot vertrouwen in hun integriteit, vindingrijkheid en doorzettingsvermogen. De oedeemtherapeut is zojuist vertrokken: na mijn kleinkinderen, die een half uur geleden door hun ouders in hun jassen geholpen werden, het tweede definitieve afscheid van de middag. En zo zullen er meer volgen tot aanstaande zaterdag het eind van de lijst bereikt zal zijn en ik mij bevrijd zal hebben van iedere sociale band.’ Om op 31 januari te eindigen met ‘tenslotte volgt hier mijn laatste gedicht’, twee dagen voordat de euthanasie zou plaatsvinden.

WORSTELING
Voor Dieuwke

Soms huilt zij van verdriet om mij,
omdat ik sterven ga en zij dat weet.
Dan zeg ik, dat ik van haar houd,
en altijd van haar houden zal,

dat ik haar droefheid ken
en haar verdriet die ik aanvaard
zoals ik haar aanvaard als zij het moeilijk heeft met leven en met dood.

Dan droogt zij een voor een haar tranen
en lacht mij toe met ogen, waaruit
de droefheid niet verdwenen is
maar sluimert als een oud verhaal.

Ik streel haar haar en leg mijn handen
rond haar hoofd. Ziehier de mens,
denk ik, mijn dochter, de onschuld zelf, die worstelt met de engel, die haar

door God gestuurd is op haar pad opdat
zij sterk en onverslaanbaar zij
en vrij van angsten in het licht
ook van een donkere dag kan staan.

Meer over Arjen Sevenster bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Shrinivási’s belangrijkste schrijftaal bleef toch het Nederlands.» – Michiel van Kempen

shrinivasi nov 2012(foto Bea Moedt)
Over Shrinivási (12 december 1926 – 26 januari 2019) in De Groene Amsterdammer, 20 februari 2019:
(…) Shrinivási was een Hindostaan maar werd katholiek opgevoed. Hij bleef altijd een districtsjongen die ‘met koemest aan de hielen de drempel van de Stad overschreed’. Hij schreef het allereerste gedicht ooit in het Sarnami, de taal van de Surinaamse Hindostanen: het prachtig-intrigerende ‘Buláhat/De roep in de nacht’, maar het leverde hem toch weinig eer op. Het besef dat het Sarnami een taal was en geen dialect van het Hindi, was in de jaren zestig nog maar tot weinigen doorgedrongen en dringt bij het sterk op India georiënteerde deel van de Hindostanen nog steeds moeilijk door. En bovendien: Shrinivási’s belangrijkste schrijftaal bleef toch het Nederlands. (…) Hij zou alleen al onsterfelijk zijn geworden met die ene, door geen enkele andere Nederlandstalige Caribische dichter ooit geëvenaarde bundel Om de zon (1972), 125 pagina’s pure liefdeslyriek die schittert tegen het diabaas van doodsbenauwing en existentieel verdriet. (…) Shrinivási streefde ernaar even verstaanbaar te zijn als zijn heldere, verzorgde handschrift. In zijn allerbeste gedichten bereikte hij die soberheid en toch verbaas je je telkens weer over alle betekenislagen die hij weet op te roepen. (…)
Lees hier het artikel van Michiel van Kempen
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer

Philip Hoorne bij Radio Villa Bota

VoorplatHoorneDikkemeisje-75Naar aanleiding van zijn nieuwe bundel ‘Het dikke meisje en de ziener’ was Philip Hoorne op 8 februari 2019 te gast bij Radio Villa Bota (Brugge) in het poëzieprogramma ‘De pokken van Voltaire’, dat ‘grasduint in wat de poëzie vandaag te bieden heeft, omringd door de echo’s van de woordkunstenaars van het verleden. In elke aflevering wordt de dialoog aangegaan met de teksten van een centrale gast. Verwacht vurige tongen, hoe het fluisterend of hijgend woord een luisterend oor zoekt, de ontroering nabij.’ Philip Hoorne krijgt verrassende vragen voorgelegd en leest uit de bundel het gedicht ‘Waarom’.
Luister hier naar het deel van de uitzending met Philip Hoorne
Meer over ‘Het dikke meisje en de ziener’
Meer over Philip Hoorne op deze site

Arjen Sevenster overleden

SevensterBegin deze maand overleed op 2 februari 2019 Arjen Sevenster op de leeftijd van 72 jaar. De relatie tussen Arjen Sevenster als levend dichter en uitgeverij In de Knipscheer is van korte duur geweest. Ik ontmoette hem voor het eerst op 19 september 2017 toen hij zijn vrouw Lydia vergezelde naar een lezing over ‘jongensgedrag’ in het maandelijkse debatcafé van het debat- en cultuurcentrum de Pletterij in Haarlem, alwaar ik deel uitmaakte van de redactie. De uitgeverij kwam ter sprake en Arjen vertelde dat hij ook uitgever was geweest, zij het een wetenschappelijke bij Elsevier. En dat hij een aantal jaar eerder gedebuteerd was als dichter met de bundel ‘Ogenblik’ (bij Inner Peace Publications). Ik zal zonder twijfel gezegd hebben dat ik desgewenst graag nieuw werk van hem zou willen lezen. Hij, van huis uit wiskundige, leek mij een van die bijzondere mensen die zowel alfa als bèta begaafd zijn, zoals in onze uitgeverij o.a. Rogi Wieg dat was en Ernst Jansz is. Een klein jaar later ontving ik in de e-mail het manuscript van de bundel ‘Bloemen in de regen’. Hij maakte toen al duidelijk dat hij uitgezaaide prostaatkanker had. Dat zijn poëzie kwaliteit had was meteen duidelijk bij mij en bij ‘acquirerend’ uitgeverijredacteur Peter de Rijk, waarop redacteur Koos van den Kerkhof zich over de bundel zou buigen, een proces dat 21 november 2018 resulteerde in een persklaar manuscript. In de bundel, die in december van de drukker kwam, staat als jaar van uitgave 2019 vermeld, maar een voorgenomen presentatie in poëziemaand januari zou helaas geen doorgang vinden door een acute verslechtering in zijn gezondheidstoestand. Op de rouwkaart staat zijn laatste gedicht.

KEUZE
Voor Lydia

Mocht ik er ooit voor kiezen
om vóór jou heen te gaan, weet dan
dat je mij net zo min als zee of zonlicht
kunt verliezen, dat ik geen afscheid van je
heb genomen, maar dat ik op je wacht,
waar alle wegen samenkomen.

Beloof me, mocht ik ooit beslissen
alleen op reis te gaan, dat je me
niet al te zeer zult missen
en geen leegte laat ontstaan,
maar dankbaar voor de jaren samen
de laatste mijl alleen zult gaan.

En is mijn tijd voor die van jou
verstreken, denk dan aan mij als één,
die alles in gereedheid brengt
voor als je komt, zodat het jou
aan licht noch liefde zal ontbreken,
wanneer je komt, wanneer je komt.

franc knipscheer

Meer over Arjen Sevenster bij Uitgeverij In de Knipscheer

Laurens Jz. Coster kiest gedicht van Els de Groen

Groen Omslag def2Uit ‘Wakker vallen’ van Els de Groen op Laurens Jz. Coster, 20 februari 2019:
Laurens Jz. Coster plaatst sinds jaar en dag onder redactie van Raymond Noë iedere werkdag een gedicht op het gelijknamige blog. Het gedicht wordt ook geplaatst op Neerlandistiek.nl. Op 20 februari 2019 is het gekozen gedicht ‘Geld’ van Els de Groen uit het door haarzelf geïllustreerde poëziedebuut ‘Wakker vallen’ dat eind 2018 verscheen.

Geld

Ooit betaalden bakkers
hun hemden met hun broden
kleermakers een kleerkast
met zelfgemaakte pakken
en schrijnwerkers tapijten
met eigen meubilair.

We ruilden tot het geld kwam
waarmee je brood kon kopen
en hemden, meubels, kleden
en liefde, trots en vriendschap
onschuld, aanzien, eer.
Zo werden we bekochten

huichelaars en hoeren
hielenlikkers, horigen
handlangers, gehoornden
die zichzelf inruilen
en als de koersen dalen
met lege handen staan.

Meer over ‘Wakker vallen’
Meer over Els de Groen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Uw boek brengt mij in discussie met mezelf.» – Bill Monkau

Over ‘Gentleman in slavernij’ van Janny de Heer in een e-mail aan de auteur n.a.v. lezing in De Koperen Tuin in Goes, 14 februari 2019:
(…) Als elk boek en elk nieuw verhaal een vonk heeft, dan bent u erin geslaagd die vonk voor het verhaal van ‘Gentleman in slavernij’ op mij te doen overslaan. Uw inleiding was zo levendig dat het boek mij bijzonder intrigeert. Ik begon met het lezen van de heldere historische introductie bij elk van de 15 hoofdstukken. (…) Voor mij een opluchting dat u zich gehouden heeft aan het verhaal van gentleman Horst. Ik ben geworden wie ik ben door mij te laven aan de westerse cultuur. Ontstaan in de liefdesdaad tussen een neger, wiens grootvader slaaf was, en een indiaanse uit de stam der Arowakken. Respectievelijk onderwijzer en onderwijzeres, leerden mijn zorgzame ouders hun vijf kinderen over de Atlantische oceaan heen naar de Nederlandse cultuur te kijken. (…) Hoe je er ook over denkt, uiteindelijk brachten Europeanen alfabetisering en ordening. Surinamers die klagen over kolonisatie, kunnen niet ontkennen dat ze er goed van af gekomen zijn. Voor een goed begrip, het is niet nodig een misdaad tegen de mensheid te bagatelliseren. (…) Uw boek brengt mij in discussie met mezelf. (…) Bij wijze van opfriscursus heb ik uw boek ter hand genomen. Nu al ontdek ik historische timbres die mijn blik op het leven van mijn voorouders verhelderen.
Lees hier de hele e-mail
Meer over de lezing
Meer over ‘Gentleman in slavernij’
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer

Week van het Korte Verhaal

auteursfoto Joost Pollmann, "Schertsfiguur", Uitgeverij in de Knipscheer 2018
auteursfoto Joost Pollmann, “Schertsfiguur”, Uitgeverij in de Knipscheer 2018

Pyrrhus door Joost Pollmann, februari 2019:

En toen was eindelijk de Dood overwonnen. Wereldwijd vierden de mensen feest, omdat ze nog dachten dat onsterfelijkheid iets goeds was. Aanvankelijk was het ook fijn, vooral voor de wetenschappers die het eeuwig leven mogelijk maakten: zij konden alle mooie meisjes krijgen. Maal al snel werd duidelijk dat deze wetenschappers iets belangrijks over het hoofd hadden gezien. Niet alleen voor de mensen was het sterven nu passé, ook voor de muggen en de brandnetels, voor eencelligen zo goed als potvissen. Slachterijen gingen failliet, omdat geen varken meer worst wou worden. Natuurwetten hebben algemene geldigheid, dus als je de Dood uitschakelt heeft dat gevolgen voor al het leven onder de zon. Het werd dus vol op straat nu crematies en begraafplaatsen ‘iets van vroeger’ waren. In ziekenhuizen deed men enkel nog aan pijnbestrijding; het mortuarium stond leeg. Miljarden, nee triljarden bacteriën plantten zich ongestoord voort, de teelaarde in de tuinen kwam in beweging en op de akkers golfde de maïs. Zwermen vogels botsten voortdurend met elkaar omdat het in de lucht te druk was. Ze stortten ter aarde, maar lijkjes werden het niet. In korte tijd vulde de dampkring zich met een zinderende laag leven, een verstikkende opeenhoping van krioelende organismen. Naïeve zelfmoordenaars doken als lemmingen de afgrond in, maar hun val wilde niet fataal worden. Een uitweg? Die was er niet meer. Stilte, verlatenheid, diepe rust op het kerkhof: voorgoed voorbij.
Meer over Joost Pollmann bij Uitgeverij In de Knipscheer