«De schrijver beschikt in ruime mate over fantasie.» – Ko van Geemert

Over ‘Urbina’ van Eric de Brabander in Amigoe/Ñapa,  13 januari 2024:

Rond 1929 wonen er op Curaçao – what’s new – veel Venezolanen, legaal en illegaal. Vaak gevlucht voor het regime van Gómez. Veelal werken zij bij de raffinaderij, voor een schamel loontje. Een staking is niet ondenkbaar. Ook zou het eiland, dat was eerder gebeurd, kunnen gaan dienen als uitvalsbasis voor een bewapende beweging die Venezuela zou moeten verlossen van zijn wrede president. Henri Deterding heeft de Nederlandse regering hier diverse keren voor gewaarschuwd. Curaçao beschikt zeker niet over voldoende mankracht en wapens om hier tegen op te kunnen treden, maar Nederland reageert lauw. En dan wordt het 8 juni 1929. Minstens honderd Spaanssprekende mannen luisteren naar de laatste instructies van Rafael Urbina, die 45 mannen aanwijst die in de laadbakken van vrachtwagens moeten plaatsnemen. De rest verdeelt hij over een groep die naar de olieraffinaderij gaat en een die zich verspreidt over strategische plekken in de stad. Het doelwit, Fort Amsterdam, waar wapens en geld te halen zijn, is in no time overmeesterd. Er vallen enkele doden en gewonden. De overvallers vluchten met het schip de Maracaibo naar Venezuela. (…) Het is voor Nederland, officieel bevriend met Venezuela, een blamage. (…) De Brabander baseert zijn roman op feitelijke gebeurtenissen en personen. Maar om een mooi verhaal te krijgen – en dat is ‘Urbina’ – is ook fantasie nodig, en daarover beschikt de schrijver in ruime mate. Het genre is faction gaan heten: een mengeling van facts en fiction. ‘Urbina’ is een geslaagde en boeiende roman, alweer de zevende van de waarschijnlijk productiefste auteur van het eiland.
Lees hier de recensie
Meer  over ‘Urbina’
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer