Over ‘Tussen hond en wolf’ van Klaas Jager op Literatuurplein, 16 augustus 2106:
En er staan meer gedichten in (…) die bewondering oproepen. Met regels als: Overgeleverd aan een meningsuiting die nooit vrij kan zijn in andermans handen. Inderdaad, Klaas jager uit zich ook politiek in zijn laatste bundel. Neem het gedicht ‘In Godsnaam’ waarin hij schrijft: In Godsnaam wat voor wereld is dit,/ die jubelt voor een wapperende vlag,/ net zolang totdat hij bloed opgeeft. In ‘Zo vanzelfsprekend eenvoudig’ wast hij ons de oren met: Met het slagveld op veilige afstand/ is het kinderspel bloed te zien verspild,/ niemand ligt er echt wakker van. Liefst zou Klaas Jager weer het kind van weleer zijn dat voor het eerst sterren ziet. Vaker echter is hij zich bewust van ons ‘gelukzalig vergeten’. Met ‘Tussen hond en wolf’ heeft Klaas Jager voor de vierde keer laten zien dat hij een dichter is om van te houden. Wie zo dicht bij de natuur staat en zichzelf weet te blijven, kan haast niet anders dan dichter zijn. Klaas Jager opent ons de ogen voor de wereld in wonderschone, soms pijnlijke strofen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tussen hond en wolf’
Meer over Klaas Jager op deze site
Klaas Jager, Tussen hond en wolf, Nederlandse literatuur, poëzie, Windwakken in de tijd, Klipgeiten, De wereld heeft geen overkant, Jan Mankes, Gerrit Kouwenaar, Leonard Nolens, Oranjewoud,