«Een van de grootste troeven van ‘Ik wordt’ is ongetwijfeld het onteugelbaar taalgebruik.» – André Oyen

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager op Ansiel, 30 juni 2018:
(…) Een boek van Harry Vaandrager lees ik persoonlijk heel graag voor onder meer zijn uniek taalgebruik en dat geldt heel zeker voor zijn laatste roman ‘Ik wordt’ waar je in nog geen zestig pagina’s een onvoorstelbare woordenvloed, gemarineerd, in woord- en taalkunst over je heen krijgt. ‘Ik wordt’ bestaat uit drie redevoeringen die een smid geeft omdat hij zich moet zich verantwoorden voor de verdwijning van ene Kiki, een vrouw die hij naar eigen zeggen slechts viermaal ontmoette. Hij windt er geen doekjes om en pleit schuldig, tegenover zijn onzichtbare en onhoorbare toehoorders (het is een monoloog) geregeld aansprekend met ‘heren’, ‘mijne heren’ of ‘meneer de rechter’. (…) Harry Vaandrager geeft in de vlijmscherp gebalde roman ‘Ik wordt’ met mokerende en tegelijk vloeiende zinnen vorm aan de paradox van de ik-figuur. Tussen breuk en versmelting twijfelt zijn hele zelfonderzoek, dat een hellevaart wordt. Aan de ene kant wil hij het nu scheiden van het toen, aan de andere kant wil hij dat verleden voortdurend opnieuw beleven. Een van de grootste troeven van ‘Ik wordt’ is ongetwijfeld het onteugelbaar taalgebruik van de auteur waarin hij zijn zinnen met een haast baldadige kracht visueel maakt.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer