Over ‘Huis Huid’ van Theo Monkhorst in De Auteur, 3 april 2020:
(…) In 26 gedichten van diverse lengte tracht de dichter het huis waarin hij woont zich aan te meten als een tweede huid. Hij benadert het als een soort levend wezen dat zijn denken, en herinneringen stuurt, dat hij kan aanspreken en mee dialogeren. (…) De wijze waarop Monkhorst zich een poëtische weg tracht te banen door zijn huis is complex en gelaagd. Al schrijvend ontwikkelt de dichter een soort multi-dimensioneel labyrint waar hij zichzelf tracht doorheen te worstelen. Aandacht voor de vloeren en de muren verweeft zich met de tuin rond het huis. Dan weer vertoeft Monkhorst even bij de schilderijen aan de muur, de boeken in de bibliotheek, om vervolgens al mijmerend over de vroegere bewoners te reflecteren, over de ambachtslui, die in het huis hebben gewerkt. (…) Monkhorst schrijft van uit een erg autarkisch positie, schuwt daarbij de klassieke vorm van het epitheton ornans niet. (…) [Het is] genieten van de stilistische acrobatieën.
‘De Auteur’ is een kwartaaltijdschrift van de Vereniging van Vlaamse letterkundigen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Huis Huid’
Meer over Theo Monkhorst bij Uitgeverij In de Knipscheer