Over ‘Het geluid van denken’ van Karel Wasch op Tzum, 19 december 2018:
(…) Karel Wasch heeft altijd een voorkeur of liefde gehad voor dichters met een drankprobleem. Zo was er Murk Popma, een dichter met een problematische jeugd, zoon van een hoogleraar die alleen met zijn zoon sprak als er ruimte was in zijn agenda. Wasch blijft trouw aan hun vriendschap: ‘Nu iedereen zelf kan verzinnen / dat je onmisbaar bent, lees ik / verzen van je voor, als in / misplaatste metafoor geklemd.’ (…) De weglatingen in het gedicht over de verhouding met zijn moeder zijn sprekend. Waarvoor werd de zoon gewaarschuwd? Wij mogen en kunnen het raden. Liever richt de ik zich op haar hand met de ‘voedende’ slang. Hij heeft aandacht voor haar ring en haar eens gevoelde hartstocht, waaruit hij voortkomt. Een ander beeld van een vrouw krijgen we te lezen in ‘Het geluid van denken’, een beeld vol treurig begrip voor de moeder van zijn zoon. Hij, de dichter, schrijft ‘liefdespoëzie voor een onzichtbare / geliefde.’ (…) Zijn zoon vertelde later dat hij het geluid van de schrijfmachine prettig vond. Hij vond het een troostend geluid ‘alsof hij naar mijn denken / luisterde’. De dichter vraagt zich dit af: ‘hoe het geluid van mijn denken / iemand tot troost zou kunnen zijn,’. (…) Het gedicht ‘Opgedroogd’ zorgt voor nieuwe verrassingen. De dichter beschrijft de huwelijkse ellende als een landschap met in de tweede strofe, zeer geraffineerd, een wond, die je moeilijk anders kunt lezen dan als een seksuele verwijzing. (…)
Meer over ‘Het geluid van denken’
Meer over Karel Wasch op deze site