Over ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’ van Pim Wiersinga voor NBD/Biblion, 8 december 2014:
Veel Chinaromans kent de Nederlandse literatuur niet, maar naast Slauerhoff, Christine D’haen en Allard Schröder, schreef ook Pim Wiersinga, in zijn debuut ‘Honingvogels’, al over China. Nu keert hij er terug met een historische roman die als verrassend uitgangspunt ‘De droom van de rode kamer’ heeft: de grote 18de-eeuwse romanklassieker van Cao Xueqin. De auteur voert een keizerlijke tolk op, Vrouwe Cao, die ooit de minnares van de schrijver was en model zou hebben gestaan voor de heldin van de Droom. Hij weet goed dat zulke verbanden tussen ware personen en romanpersonages Chinese lezers tot op heden bezighouden, en ook de manier waarop hij het boek verbindt met maatschappij en politiek is beslist Chinees te noemen. Westerser, en vrijer, is hij in de interculturele dimensie die hij toevoegt: van de botsing met het Britse rijk tot een liefdesintrige met de Nederlandse VOC-er Titsingh, inclusief een onverbloemde hartenkreet over het belang van vertalingen! Veel misschien, maar de schrijver is soeverein in zijn stijl, de knap aangehouden gedragen toon van deze ‘18de-eeuwse’ briefroman.
Meer over ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’
Meer over Pim Wiersinga