Leesfragment 2: “Thorbecke en het Haagse nachtleven” uit Chris Hinze, een biografie

Chris_Hinze_piano-1956Deze week verschijnt de biografie over Chris Hinze en nu publiceren we een fragment uit Hoofdstuk 2 – Dwalen en leren (1947-1962). Erg bijzonder om te lezen hoe de jongeman met de ambitie om criminoloog te worden, het steeds verder schopt in muziekwereld.

Thorbecke en het Haagse nachtleven (1949)
Het nieuwe schooljaar was al ruim begonnen, toen hij zich voor de derde maal in tien jaar bij het Thorbecke lyceum aanmeldde. Door zijn naderende vaderschap en zijn ervaringen in Duitsland en Frankrijk was hij met zichzelf en de muziek op een dwaalspoor geraakt. Hoewel hij het nachtleven op zich spannend vond, stond het wel erg ver af van het milieu waarin hij was opgegroeid. Daarbij kwam het coverrepertoire zijn neus uit. Mede door gesprekken met zijn broer wilde hij een allerlaatste poging wagen om alsnog zijn hbs-diploma te gaan halen, om daarna misschien te gaan studeren. Hij dacht daarbij vooral aan criminologie.
In zijn gesprek met de directeur verzweeg hij wijselijk dat hij getrouwd was en normaal gesproken voor het einde van het schooljaar vader zou gaan worden. Maar ook zonder deze informatie vond de directeur zijn poging moedig, op zijn leeftijd, en liet hem opnieuw in de vijfde klas instromen.
Omdat de zwangerschap van Marga extra kosten met zich meebracht en Chris ook zijn moeder wilde blijven ondersteunen, moest hij op zoek naar inkomsten. Hij besloot een nieuwe band op te richten, het vijfkoppige ‘Dans- en ballroomorkest Chris Hinze’, waarmee hij een contract wist te regelen in L’Étoile, een stripteasetent in de Haagse Casuariestraat, waar hij ook nog in een pauzeorkestje speelde.
‘Artiesten begeleiden, heette dat. Dat varieerde van goochelaars en grappenmakers tot stripteasedanseressen. Die pauzenummers deed ik samen met een drummer, Johnny Engels senior. Behalve drummer was John ook een grote showman. En een geweldige vent. Ik heb erg veel van hem geleerd en ook vreselijk met hem gelachen. Noten lezen kon hij nauwelijks, wat niemand wist. Dat gaf wel eens problemen, want omdat hij geen idee had wanneer hij een accent moest slaan, riep hij zogenaamd geërgerd dat er niets van klopte en mikte de bladmuziek dan op de grond. Alle artiesten trapten erin. Met veel bravoure sloeg hij zich zowel letterlijk als figuurlijk door die situaties heen. De begeleiding van stripteases kreeg ik meestal op mijn bord. Wanneer de danseres goed was, kreeg ik een simpel pianostuk te spelen, maar dat lag anders als ze er niet veel van kon. Dan kon je er donder op zeggen dat ik een lastig stuk Chopin voor mijn kiezen kreeg.
Veel slaap heb ik in die periode niet gehad. Om vier of vijf uur thuis, om acht uur weer naar school, in de namiddag studeren, heel snel eten en dan om een uur of acht weer naar de binnenstad. Mijn moeder vond het allemaal oké. Als ik het maar naar mijn zin had, vond ze alles best. Niet dat ze wist in wat voor tenten ik daar speelde – ik zat in een ballroomorkest, dus dat zou allemaal wel keurig zijn. Ik liet het daar maar bij, want ze kwam toch niet langs, dacht ik. Tot ik haar op een avond opeens samen met mijn broer de nachtclub in zag komen, in een lange nette rok, klaar om te stijldansen. Ik zakte door de grond. Aanvankelijk was er nog weinig aan de hand, we speelden Weense walsen en ze zwierde met mijn broer de hele dansvloer over, maar het zou zo pauze worden en dan kwam de stripteaseact eraan. Ze stond erbij en keek ernaar, maar zei er later niets over. Dat was het geweldige van mijn moeder: nooit oordelen, altijd loyaal blijven. Als vriendinnen waarschuwden dat ik aan de drank zou gaan en in de goot terecht zou komen, zei ze: “Trínken? Mein Sohn doet dat niet…” En dan moesten ze niet blijven doorgaan, want dan zei ze simpelweg de vriendschap op. Zo’n vrouw was mijn moeder.’

Zodra hun eerste huwelijksjaar erop zat, vroeg hij volgens afspraak een echtscheiding aan. In diezelfde periode kreeg hij het verzoek zich bij de directeur van Thorbecke te melden. Tijdens het onderhoud kreeg hij te horen dat een leraar op de ramen van een nachtclub in de Casuariestraat een poster had zien hangen met daarop de aankondiging van een optreden van het ‘Dans- en ballroomorkest Chris Hinze’. Verdere naspeuring had vervolgens aan het licht gebracht dat de twintigjarige leerling ondertussen ook nog vader was geworden. Na ampel overleg besloot het schoolbestuur dat er op deze combinatie van gegevens maar één sanctie stond, en dat was Chris van school sturen. Hiermee ging er niet alleen definitief een streep door zijn middelbare schoolopleiding, maar ook door zijn plan om criminologie te gaan studeren. Het zou de muziek worden. Alsof het zo was voorbestemd, zou hij een paar weken later denken, toen hij in een platenzaak de lp Opus De Jazz van het Milt Jackson Quintet hoorde. Vooral van de fluitimprovisaties van Frank Wess in het nummer ‘Opus De Funk’ was hij ‘helemaal van de kaart. Wat een ongelooflijk opwindend instrument,’ dacht ik. ‘Hoewel ik meteen besefte dat de combinatie fluit en jazz in commerciële zin wat lastig lag, wist ik onmiddellijk dat dit het instrument was dat ik wilde leren spelen.’ Niet lang daarna begon hij zijn eerste moderne jazzbandje: The Chris Hinze Modern Jazz Quintet.

Limited edition: biografie + speciale LP

Vóórdat de biografie in de boekhandel ligt, versturen we aan snelle beslissers de eerste exemplaren van de biografie tezamen met een prachtige LP die Chris nog heeft kunnen vinden. De platen worden niet meer gemaakt en zijn stuk voor stuk een collectors item.

Lees hier over de presentatie van het boek op 15 oktober 2015
Lees hier meer over het boek + cd