Over ‘Als de aloë sluimert’ van Quito Nicolaas in Antilliaans Dagblad, 6 juni 2016:
(…) Quito Nicolaas refereert in het gedicht ‘Golven’ naar zijn jeugd op Aruba, de aankomst in Nederland en de Caribische gewoonte om de navelstreng na de geboorte van een kind te begraven. Daarmee is het een heel persoonlijk gedicht dat menig Antilliaan zal aanspreken. Tegelijkertijd is dit een gedicht dat mij nu, en het gedicht werd in 1995 geschreven, sterk doet denken aan al die vluchtelingen die per boot naar het westen zijn gevlucht. (…) Daarmee reikt dit gedicht van Nicolaas verder dan zijn eigen verhaal. Hij heeft het daarvan losgezongen en tot een gedicht voor velen gemaakt. Regelmatig stelt Nicolaas iets aan de kaak of wordt zijn mening, ook als die in mooie poëzie is verpakt, aan de lezer duidelijk gemaakt. Zijn gedicht ‘Afro-Arubaan’ windt er ook geen doekjes om. Het gaat hem in dit gedicht om de migrant en de discriminatie die hij op Aruba ervaart. (…) Het gedicht ‘Afro-Arubaan’ is bijtend van toon en je merkt dat de dichter bij het schrijven ervan woedend maar ook moedeloos was.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Als de aloë sluimert’