Over ‘Krassen’ van Chawwa Wijnberg in PZC, 13 november 2015:
Maar het plezier is er niet minder om, bij haar valt dat vooral af te lezen uit een stroom nooit vertoonde woorden. De nieuwe Van Dale stond zo trots wit in mijn kast, maar lijkt door alle vondsten van de dichteres toch een beetje verschoten. In de drie delen zoek je vergeefs naar ‘gisterzinnetje’ of ‘maandagochtendhekel’, door Chawwa Wijnberg uit het niets tevoorschijn getoverd. Er is in ‘Maandag’, een gedicht over de verstoorde illusies van zondagskinderen, ook nog sprake van maandagwind en maandagregen, van maandagochtendscholen en maandaghuilen. Tot nu toe ontbraken ons de woorden, maar wat de dichteres bedoelt herkennen we met pijn en opluchting tegelijk: zij dus ook! Moeten we nu lachen of huilen om een dag van ongerief, ‘van opgevreten muizen/ van kattenkwijl en staartverlies’ en bovendien ‘van fiets gevallen/ spaken in wiel/ en schadebrief.’ (…) ‘Spreek vrede’ is haar oproep, wapens weg. Ze wijdt zelfs een heus sonnet, ‘Zulke tijden’, aan deze heerlijke illusie, een droom van vredige tijden: ‘we strelen de voeten/ we vertellen de kinderen/ het is nooit oorlog geweest.’ Haar manier om te vechten tegen het verschrikkelijke verleden en tegen de akelige actualiteit. En dan toch optimistisch blijven over de toekomst, dat is het grootste mirakel van deze poëzie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Krassen’
Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer