«Het zijn telkens zéér mooie gedichten.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde R. Lo A Njoe op Iedereenleest.be, 12 juni 2015:
Het zijn telkens zéér mooie gedichten waar flarden van bekende liederen in verweven zitten. Een prachtig voorbeeld hiervan is Een tijdloos lied waarin zinnen van La vie en rose van Edith Piaff in terug te vinden zijn. (…) Een juweeltje dat de kunst en het heimwee der jaren verzameld heeft. Uit ‘Ode aan de dode dichter’:

Die meedogenloze plaag sloop in je lijf als een dief
en jij liet ons verzen na – soms geheel uit het gareel –
met ook wel een bezinning op de dingen om ons heen.
Ne me quitte pas, ‘laat me niet alleen’,
wordt nooit meer door jou voor het voetlicht gebracht.

Lees hier en hier de vermelding
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

Presentatie van ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt in Gent

VoorplatKromzang75Op woensdag 17 juni vindt om 20.00 uur in het statige 18de-eeuwse pand van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent door mede-uitgever Uitgeverij P de ‘Vlaamse’ presentatie plaats van Kromzang, de nieuwe dichtbundel van Stefaan van den Bremt, alsmede van Tuin van de liefde, Getijdenboek, Van den Bremts (nieuwe) vertaling van Emile Verhaerens trilogie Les Heures.
Kromzang, een reeks waarin stemmen van andere dichters meeklinken, sluit bijna naadloos aan op de in 2013 verschenen essaybundel De oude wereld moe. ‘Oude liedjes zingen krom’ schrijft Stefaan van den Bremt naar aanleiding van ‘La chanson des vieux amants’ van Jacques Brel. Niet zonder zelfkritiek wordt elders teruggeblikt op de weg die door de dichter is afgelegd. Maar het geheel is ook een pleidooi voor ‘de kunst van het kijken’ en zet zich af tegen ‘het wegkijken van andermans lijden’. In het lange slotgedicht ‘Cantus firmus’ krijgt de veldtocht tegen de katharen in Zuidwest-Frankrijk een wrange actualiteit. Stefaan van den Bremt (1941) debuteerde als dichter in 1968 (bekroond met de prijs voor het beste literaire debuut) en publiceerde tot nog toe meer dan twintig eigen poëzietitels en tal van vertalingen uit het Frans, Spaans en Duits. Voor zijn vertaling van de monumentale roman Ségou / De aarden wallen ontving hij de Koopalbeurs voor letterkunde 1988. In Mexico werd hij in 2007 gelauwerd met de Internationale Poëzieprijs van Zacatecas. Stefaan van den Bremt is sinds 2000 lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Locatie: Academiegebouw, KANTL, Koningstraat 18, B-9ooo Gent Folder kantl-conferenties 2015
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Els Launspach geeft lezing over Shakespeare

Els LaunspachFoto75Schrijfster Els Launspach (van haar verscheen in mei 2015 haar tweede roman Jonker) studeerde theaterwetenschap en geeft al twintig jaar les over Shakespeare en de Griekse tragedie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam. Op zondagochtend 21 juni 2015 om 10.30 uur verzorgt zij in De Kapel in Bloemendaal een lezing onder de titel ‘De verborgen Shakespeare’. Wat weten we van Shakespeares overtuigingen? Welke ideeën draagt hij uit in zijn toneelstukken, en vertegenwoordigde hij daarmee de tijdgeest, of juist niet? De titel van de lezing is niet alleen een verwijzing naar het boek van Peter Liefhebber, ook een constatering. Alles wat wij over het oeuvre denken is immers een kwestie van interpretatie, iedere stroming of beweging kan er bevestiging in vinden. Een goede toneelschrijver verbergt zich trouwens letterlijk; hij stelt zich verdekt op in dialoog en in interactie tussen de personages. En toch valt over de religieuze aspecten van Shakespeare het een en ander te zeggen. Hierbij worden tevens dramaturgische en historische achtergronden belicht.
Locatie: De Kapel, Potgieterweg 4, 2061 CT Bloemendaal
Meer over Els Launspach bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stefaan van den Bremt geeft ‘dode’ dichters nieuwe gedichten.» – Ezra de Haan

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt op Literatuurplein, 11 juni 2015:
Sommige schrijvers ga je meer waarderen naarmate je meer van hen gelezen hebt. Stefaan van den Bremt is zo’n auteur. Hij werkt aan de vervolmaking van een oeuvre dat inmiddels imposant genoemd mag worden. Wie de sleutel op, een deel van, zijn werk zoekt moet De oude wereld moe (2013) gaan lezen. In deze kloeke essaybundel schrijft Van den Bremt o.a. over de dichters die hij vertaalde en daardoor van haver tot gort leerde kennen. (…) Interessant aan de werkwijze van deze veelkunner is de drie-eenheid van vertalen, essays schrijven en dichten. De liefde van Stefaan van den Bremt voor de auteurs die hij bewondert gaat ver, het dringt zelfs door tot in zijn eigen poëzie. De taal die hij zich eigen heeft weten te maken tijdens het maken van zijn vertalingen wordt hergebruikt, nu in eigen werk. (…) Van den Bremt weet je aan het lezen te zetten, hij maakt je attent op de auteurs die je lezen moet en helpt je daarbij. Hij is de perfecte docent die je nooit had. (…) Geïnspireerd door Verhaerens ‘chansons fous’ (gekkenliederen) schreef Van den Bremt het wonderbaarlijke Gekkenrouwlied. Juist in zo’n gedicht, dat een totaal andere taal vraagt dan de vaak aan Spaanstalige auteurs gewijde gedichten, komt de dichter/vertaler door de meesterproef. Hij wordt Emile Verhaeren in zijn laatste moment, met een dynamiek die bij hem past, maar die alleen Van den Bremt voor hem kon schrijven. (…) Eigenlijk vraagt ieder gedicht in Kromzang om nauwgezet lezen en herlezen. Wat op het eerste oog ‘kromzang’ lijkt, blijkt uiterst helder, zodra je je erin verdiept. Stefaan van den Bremt heeft in deze bundel ‘dode’ dichters nieuwe gedichten gegeven, echter zo eigen als hij maar kon.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Presentatie Kellendonknummer van Extaze

ExtazeinDV14Klik op afbeelding voor vergroting
Vormgeving Els Kort

Nummer 14 van het literair tijdschrift Extaze wordt op donderdag 2 juli 2015 gepresenteerd in Sociëteit De Vereeniging in Den Haag. Het programma bestaat uit voordrachten door Jaap Goedegebuure en Tomas Lieske, film door Lisette Erdtsieck, muziek door Eimi Witmar (zang), Klaas Trapman (piano) en Trespassers W met Ronnie Krepel (gitaar). Gerrit Vennema leest gedichten. De presentatie is in handen van Cor Gout, de techniek wordt verzorgd door Harold Verra.
Locatie: Sociëteit de Vereeniging, Kazernestraat 38b, Den Haag. De zaal is open vanaf 19.45 uur (de deuren sluiten om 20.10 uur). Het programma begint om 20.15 uur en loopt door tot 22.00 uur. Entree € 10,00 inclusief pauzedrankje. Reserveren redactie@extaze.nl

Meer over Extaze 14

Roemers Drieling: tentoonstelling in Centrum voor Beeldende Kunst Amsterdam

astrid-h-roemer-copyrigth-nicolaas-porterFoto: Nicolaas Porter

Feestelijke opening van Astrid H. Roemer’s romantrilogie verbeeld door 9 kunstenaars, donderdag 18 juni 2015, 17.00 uur:
Onder de titel ‘Roemers Drieling’ organiseert Stichting Cimaké Foundation een tentoonstelling in samenwerking met het Centrum voor Beeldende Kunst Amsterdam Oost. Aan de tentoonstelling werken mee: . Marlene Dumas, Esiri Erheriene , Farhad Foroutanian, Fabrice Hünd, Iris Kensmil, Christian Nyampeta, Urok Shirhan, Wendela de Vries, Marga Weimans. Roemer gaf met haar romans Gewaagd leven, Lijken op liefde en Was Getekend een literaire verbeelding van een tribunaal dat nooit heeft plaats gevonden: de berechting van de daders van de Decembermoorden. Aan de 9 kunstenaars om rond dit imaginair proces, zoals Roemer dat heeft opgeroepen, hun heel eigen visuele verbeelding te tonen. Cindy Kerseborn zoekt als documentairemaker naar aansprekende visuele elementen en probeert daarmee een brug te slaan tussen literatuur, kunst en haar eigen stiel, in documentaire film, waarin het beeldmateriaal van bovengenoemde kunstenaars van pas zal komen. Gerda Havertong draagt gezongen poëzie voor van Astrid H. Roemer uit haar bundel NoordzeeBlues onder begeleiding van percussioniste Hellen J. Gill. De tentoonstelling zal geopend worden door Astrid H. Roemer. ‘Roemers Drieling’ is een onderdeel van het project ‘Hommage aan Astrid H. Roemer’ dat op 7 december 2015 resulteert in ‘De wereld heeft gezicht verloren’, de derde aflevering in een gefilmd drieluik van regisseur Cindy Kerseborn over Caraïbisch-Nederlandse schrijvers die literair en politiek van betekenis zijn voor hun land van herkomst en hun land van aankomst, Nederland. De vorige projecten waren gewijd aan Edgar Cairo en Frank Martinus Arion.
Locatie: Oranje-Vrijstaatkade 71, 1093 KS Amsterdam
Meer over ‘Roemers Drieling’
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer

Literair tijdschrift Extaze 14 ‘Kellendonk’ [Jrg. 4, nr. 2]

VoorplatExtaze14-300Extaze 14 – Kellendonk
vierde jaargang nr. 2
Genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.
€ 15,00
juli 2015
ISBN 978-90-6265-884-8

Het Kellendonknummer van het literair tijdschrift Extaze wordt op donderdag 2 juli 2015 gepresenteerd in Sociëteit De Vereeniging in Den Haag. Gastredacteur van Extaze 14 is Jaap Goedegebuure. Het nummer bevat 10 essayistische bijdragen. A.H.J. Dautzenberg begeeft zich naar de ondergrens van Frans Kellendonk’s oeuvre. Peter J. van Dijk was aanwezig bij Kellendonk’s lezing Ons wilde Westen in Harlingen (18 oktober 1986). Jaap Goedegebuure belicht het tegendraadse engagement van Kellendonk. Arnon Grunberg herlas de novelle De waarheid en mevrouw Kazinczy. Rick Honings beziet Kellendonk de polemist en de ongelovige gelovige. Oek de Jong hield een toespraak bij de presentatie van Frans Kellendonk, de brieven in het Bethaniënklooster in Amsterdam (13 mei 2015). Tomas Lieske legt het niet-realistische karakter van Kellendonk’s romans bloot. Rob Schouten plaatst Kellendonk in de traditie van Balzac, Toergenjev en James. Reinold Vugs haalt herinneringen op aan Kellendonk’s gastschrijverschap aan de Rijksuniversiteit van Leiden, najaar 1987. Niña Weijers: ‘[…] ineens herinnerde ik mij die wonderbaarlijke roman over kunst, religie, geld, hypocrisie… en intuïtief wist ik dat het zou lonen bij hem te rade te gaan.’ Joost Zwagerman spiegelt Niña Weijers’ debuutroman De consequenties aan Kellendonk’s Letter en geest. Verder zijn in dit nummer drie facsimile’s van brieven van Frans Kellendonk afgedrukt en zijn gedichten opgenomen van John Donne (vertaald door Theo van der Wacht), Hanz Mirck en Gerrit Vennema. Het beeld in dit nummer is van Rens Krikhaar.
Meer over Extaze
Meer over Extaze in De Vereeniging

Afscheidsgedichten Rogi Wieg

Rogi Wieg 1992[ Foto: tijdens een interview met Theo van Gogh, november 1992 ]

Rogi Wieg (Delft, 21 augustus 1962) balanceerde decennialang op de rand van het bestaan en deed verslag van zijn verlangen naar zelfdood in dichtbundels en romans. Al die tijd heeft Rogi Wieg zijn strijd tegen de pijnen met vallen en opstaan en met de moed der wanhoop gestreden, maar onlangs besloot hij dat hij niet meer verder kan. ‘Ik deugde nergens voor en heb toen hopelijk een paar mooie dingen gemaakt die mijn signatuur tonen. Als ik ergens voor had gedeugd, zouden ze niet gemaakt zijn.’ Zelfs nu het einde onafwendbaar wordt, en de lichamelijke pijnen de geestelijke langzamerhand inhalen, kan Rogi Wieg het dichten niet laten. Vanaf 15 april 2015 stuurt hij met tussenpozen zijn uitgever zijn laatste gedicht(en). Het is beider wens deze afscheidsgedichten met zijn lezers te delen door ze te publiceren op het digitale platform van het literair tijdschrift Extaze. Op het moment van plaatsing van dit bericht telt de reeks 5 gedichten.
Lees hier de laatste gedichten van Rogi Wieg
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven.» – Wim Rutgers

Opmaak 1Over ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde R. Lo A Njoe in Antilliaans Dagblad, 4 juni 2015:
Poëzie is in zijn voordracht klank en beeld op papier (…) De vernieuwing in ‘Mijn lief mijn leed’ zit in de verwerking van bekende liederen van diverse componisten en zangers waarvan betekenisvolle fragmenten de thematische kracht van de gedichten versterken. Deze opgenomen songs vormen zo een essentieel onderdeel van het gedicht. De dichter maakt de balans van zijn leven op in zijn poëzie, terwijl hij tegelijkertijd in en door zijn dichtwerk leeft: dichten is leven, leven is dichten. (…) Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven aan dit openingsgedicht dat op een eerste blik nogal eenvoudig aandoet. De dichter gebruikt op het eerste oog eenvoudige woorden, maar een nauwkeuriger blik toont de zorgvuldige compositie met stijlverschijnselen als antithese, synesthesie en chiasme bijvoorbeeld. Het parlandokarakter wordt gestructureerd door alliteraties en het gebruik van een gevarieerd rijm met afwisseling van binnenrijm en een eindrijm dat verspringt en omarmt. (…) Clyde Lo A Njoe eigent zich in deze bundel de wereldliteratuur ofte wel de wereld van de literatuur toe en maakt die tot verkenning van zijn eigen creativiteit, waardoor hij het mondiale karakter van wat literatuur voor hem is in het in lokale context gegronde persoonlijke integreert. (…) In de gedichten resoneren leven en dichten als onlosmakelijk met elkaar verbonden, lichtvoetig verwoord maar ernstig. (…) Een bundel om te lezen en te luisteren, een bundel om te hebben!
Zie hier de recensie in Antilliaans Dagblad
Lees hier de recensie in word
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Agerbeek en Launspach met Lo A Njoe.» – Klaas de Groot

agerbeek-launspach-Lo
Over ‘Rood en wit met blauw’, ‘Jonker’ en ‘Mijn lief mijn leed’ op Caraïbisch Uitzicht, juni 2015:

(…) In het oorspronkelijk manuscript van de roman Njai Inem (2014) van Barney Agerbeek stond ook een reeks gedichten. Die gedichten zijn nu als een aparte bundel Rood en wit met blauw uitgegeven. (…) Met zijn roman plaatste Agerbeek zich al duidelijk binnen de groep ‘Indische’ auteurs. De dichtbundel doet dat eens te meer. Het eerste deel ‘Rood en wit’ is het Indische deel en ‘Blauw’ het Nederlandse. (…) De gedichten van Agerbeek moeten, zoals hijzelf opmerkte, gelezen worden als de neerslag van een nomadisch levensgevoel, en het besef in twee werelden te leven.

Via het voormalige Nederlands-Indië komen we bij de tweede auteur van de middag: Els Launspach. Jonker gaat ook over een verzwegen geschiedenis, een familieconflict dat te maken heeft met de zogenaamde ‘politionele acties’ in het zich bevrijdende Indonesië. (…) De vraag naar schuld en in hoeverre die schuldeloos zou kunnen zijn speelt in haar werk een rol. (…) In de roman Jonker heeft zij het ook over de morele en emotionele kortzichtigheid van Nederlandse politici in de jaren veertig. Ze las een fragment voor over een roeitocht van hoofdpersoon Jonker Duivendal waarin ontspanning en spanning vlak naast elkaar kwamen te liggen in een mooi ritme.

(…) Clyde Lo A Njoe, beeldend kunstenaar met internationale reputatie introduceerde zijn vierde poëziepublicatie, zijn tweede bij In de Knipscheer. (…) De gedichten van Mijn lief mijn leed pasten deze middag mooi tussen die van Agerbeek en het proza van Launspach in. Lo A Njoe vertelt ook in deze gedichten, de titel zegt het al: het gaat om liefde en leed. (…) Het gaat de dichter om het substantieel zijn en het zich blootgeven in zijn werk. (…) Tenslotte las Lo A Njoe vier gedichten voor en dat is altijd een belevenis. Het is een ritmisch en melodieus avontuur, die voordracht. (…)

Lees hier hier het hele verslag van de presentatie op 17 mei 2015
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over ‘Jonker’
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’