«Verhalenbundel in de modernistische traditie van Beckett.» – Graa Boomsma

Over ‘Koprot’ van Harry Vaandrager voor NBD/Biblion, 3 juli 2013:
In het hoofd gaat iets mis (ook seksueel), zodat de taal ontspoort, de communicatie verstoord raakt en de omgang verloedert, met alle misverstanden van dien. Het gaat om moeizame familierelaties die worden geteisterd door verstoorde gevoelens rond eros en thanatos. Elk personage, Marc of Karl of wie dan ook, heeft een strop om zijn stembanden, die elk vruchtbaar contact in de weg zit.

Lees hier de recensie

Meer over Koprot

«Vaandrager heeft (…) een meesterwerkje in zich wonen. Zijn levens- en taalgevoel deugen. Zo ook zijn literaire smaak.» – Tim Donker

Over ‘Koprot’ van Harry Vaandrager op DeRecensent, 1 juli 2013: Zijn derde-maar-eigenlijk-vierde boek is getiteld Koprot. Er wordt gezegd dat het een verhalenbundel is maar het leest als een roman. (…) Ook zegt het dat openingsverhaal Het zwart (in mijn beleving dus gewoon het eerste hoofdstuk) “mogelijk” te lezen is als een vervolg op Aan Barrels maar heel Koprot is als u het mij vraagt (u vraagt het mij niet) een Aan Barrels II. (…) Walter Serner is al zeventig jaar dood. Die gaat niet meer die verpletterende roman kunnen schrijven die Harry Vaandrager zomaar wel eens schrijven kon.

Lees hier de recensie

Meer over Koprot en Harry Vaandrager

«Een postapocalyptische wereld tot in ieder detail beschreven.» – Peter de Rijk

Over ‘Het Lichte Duister’ van Harman Nielsen in Straatjournaal, 1 juli 2013:
Het Verscholen Volk verhaalt over een volk waarvan slechts een klein deel, het zwakste, weet te ontsnappen aan slavernij. Dankzij vergeten gaven weet het op een leeggeplunderde aarde te overleven. Wanneer de waarnemers, achtergelaten door de buitenaardse wezens, via bakens willen doorgeven dat er een nieuwe oogst mensen beschikbaar is, besluiten de overlevenden in te grijpen. Het Verscholen Volk heet de nu zes delen tellende cyclus. Ze zijn los van elkaar te lezen maar vormen samen een postapocalyptische wereld die tot in ieder detail wordt beschreven. Vaak wordt de auteur geprezen om zijn taalbeheersing en spanningsopbouw. En dat is geen wonder, Harman Nielsen schreef menig literaire roman voordat hij aan zijn spannende, maar ook weemoedige fantasy-reeks durfde te beginnen. (…) Het Lichte Duister is het zesde en een na laatste boek van de reeks waaraan Nielsen in 2003 begon. Harman Nielsen wist in tien jaar een hele wereld tot leven te brengen en met ieder deel groeide het aantal lezers. Wees gewaarschuwd! Wie zich aan deze reeks waagt kan er zeker van zijn dat hij de waan van de dag even uit het oog verliest.

Lees hier de recensie

Meer over Het Lichte Duister

Interview over het werk van Elis Juliana met Fred de Haas

ElisJulianaschildeirjDe Avonden (VPRO, Radio 6), maandag 1 juli 2013 tussen 22.00 uur en 23.00 uur (Nederlandse tijd):
Ook op Curaçao hebben ze ‘De grote drie’. Vorige week, op 23 juni 2013, overleed een van hen, de dichter Elis Juliana (1927-2013). Hij dichtte over het slavernijverleden en op liefdevolle wijze over de grillen van zijn eigen volk. Hij deed dat in het Papiaments, de taal waarop eeuwenlang was neergekeken. Niet rijm, maar ritme is belangrijk in Juliana’s poëzie, wat vertaling in het Nederlands niet makkelijk maakt. Fred de Haas is behalve vertaler ook muzikant en misschien wel daardoor lukte het hem om werk op goede manier te vertalen. Emmie Kollau sprak met hem over het leven en werk van Elis Juliana.

Luister hier naar het interview

Meer over Elis Juliana

Mooie woorden (4) over Devah van Jacques Thönissen

De pers over ‘Devah’:

«Deze roman is een zoektocht van de hoofdpersoon door Oost-Europese landen naar de zigeunerin Devah, een mysterieus persoon. In eerste instantie is Devah simpelweg de aangenomen dochter van Leo, de vader van hoofdpersoon van het boek. Toen Louise, de vrouw van Leo, Devah niet in huis tolereerde, is zij opgevoed door Leo’s boezemvriend Herr Müber die in Wenen woont. Naarmate het boek vordert wordt gesuggereerd dat Devah en de hoofdpersoon elkaar al kennen uit een eerder leven. Hij was toen een tempelier-monnik die Gregorio heette en Deva een zigeunermeisje dat Egipta heette. Ook lijkt Sirene, een vrouw die vanaf de kindjaren van de hoofdpersoon aan hem verschijnt in zijn dromen, steeds meer samen te vloeien met Devah. De auteur voert ons door een spannende speurtocht met verrassende wendingen. Een spannend boek dus.» – Walter Palm voor NBD/Biblion

«Wat onmiddellijk opvalt aan deze bijzonder knap geschreven roman, is de heldere, no nonsens stijl. In de roman gaat het niet om de landen en de beschrijvingen van die landen, maar om de mensen en hun verhoudingen. Langzaam wordt duidelijk dat er een relatie tussen Devah en de hoofdpersoon bestaat die zowel horizontaal als verticaal de tijd doorklieft. Ik zou me kunnen voorstellen dat een Europees-Nederlandse recensent deze roman direct zou vergelijken met het werk van de grote Zuid-Amerikaanse magisch realistische auteurs, ware het niet dat het Zuid-Amerikaanse continent in Devah niet aangedaan wordt. Maar Thönissen overstijgt een dergelijke vergelijking. Hij heeft het magisch realisme van de twintigste eeuw in een nieuw jasje gestoken. Sterker nog, hij heeft een nieuw soort magie uitgevonden. Voor zover Harry Mulisch dat nog niet gedaan had in ‘De ontdekking van de hemel’. » – Eric C. de Brabander in Amigoe

«Veel van de handelingen van de hoofdpersoon, die net de kunstacademie heeft afgerond, worden gestuurd door Sirene, een vrouw die alleen in zijn dromen bestaat. Hij vindt op een rommelmarkt een door zijn vader gemaakt meisjesportret, koopt het en brengt het naar hem terug. Als deze de tekening ziet, zakt hij ineen en kan alleen nog maar ‘Lviv… Lviv…’ en ‘Devah… Devah…’ uitbrengen voor hij sterft. Die laatste woorden zetten de zoon aan tot een lange zoektocht naar Devah – het meisje op het portret – die hem onder meer in Oekraïne en Indonesië brengt. (…) Thönissen slaagt er in zijn roman in om droom en werkelijkheid geloofwaardig bijeen te brengen. Toch blijft het een duidelijk magisch-realistisch boek. Net als de boeken van Zuid-Amerikaanse schrijvers als Gabriel Garcia Marquez en Paulo Coelho, die hij bewondert.» – Adri Gorissen in Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

«Jacques Thönissen richtte zich met zijn schrijven aanvankelijk op Aruba en enkele sociaal-economische problemen van dit eiland, maar heeft zich in de loop van zijn schrijverschap veel meer gericht op persoonlijke algemeen menselijke problemen ten opzichte van de totale wereld waarin we leven: de thematisering van ‘a sense of belonging’. (…) Ook in Devah is er sprake van een geheimzinnige speurtocht naar een persoonlijk verleden en een geheimzinnige familiegeschiedenis. Die zoektocht neemt de lezer mee naar relatief recente politieke problemen in Oost-Europa, maar voert ook – via een uitvoerig ingelast verhaal van een oude herder – terug tot de historische kruistochten. Het belangrijkste is dat de hoofdpersoon niet van opgeven weet en doorgaat tot de oplossing er uiteindelijk is, waarbij hij voortdurend gebruik weet te maken van zijn kunstzinnig tekentalent.» – Wim Rutgers in Antilliaans Dagblad

«Denk alleen maar aan Spaanstalige schrijvers als Gabriel García Márquez en Isabel Allende, beiden belangrijke vertegenwoordigers van het magisch realisme. Net als zijn illustere voorgangers is ook Thönissen een meesterverteller. Hij laat op overtuigende wijze zien dat er meer is tussen hemel en aarde en dat de dingen niet gebeuren zonder reden. Ook heeft hij zijn verhaal omgeven met een prettig uitgebalanceerde raadselachtigheid en ontvouwt het verhaal zich op precies het juiste tempo. Thönissen neemt de lezer mee in een wondere wereld zonder te haasten of te verwachten van de lezer dat deze het bovennatuurlijke als waar aanneemt.» – Rosalien Koster op Literairnederland.nl

«Elis Juliana heeft zoveel moois nagelaten. » – Fred de Haas

ElisJulianaFdHkleinElis Juliana enkele dagen voor het eredoctoraat op 18 juni 2013. © Foto: Henna M. Mulders)

Over Elis Juliana in Ñapa/Amigoe, 29 juni 2013:
Wat Elis Juliana zo bijzonder maakt en wat hem onderscheidt van andere dichters is het onweerlegbare feit dat hij in zijn werk niet zozeer met zichzelf bezig is als wel met de Ander. (…) In 2003 schreef hij: ‘wat nog maar een paar eeuwen geleden is gebeurd en wat ik, zelf afkomstig uit Afrika, nooit zal kunnen vergeten en wat tot op de dag van vandaag mijn bloed vergiftigt, is de vernedering die Europese piraten – men leze: ook de Hollanders – de gekochte, gestolen of gevangen slaven hebben doen ondergaan door hen met een letter te brandmerken met gloeiend ijzer op de kust van Fort Elmina’. Elis Juliana was een bewust levend mens. En hij was niet haatdragend. Hij was niet uit op een mentale afrekening met de oude kolonisator die zich nauwelijks bewust was van wat er zich in het verleden had afgespeeld.

Lees hier het artikel

Meer over Elis Juliana bij In de Knipscheer

«Kees Ruys is een geboren biograaf.» – Jill Stolk

Over ‘Alles is voor even- het bewogen schrijversleven van Aya Zikken’ van Kees Ruys in Den Haag Centraal, 28 juni 2013:
Wie zeven verhuisdozen met notitieboeken, agenda’s, dagboeken, foto’s, geluidscassettes, eerste drukken, recensies, posters en brieven naar zijn werkplek meeneemt en het dan nog op een werk van zevenhonderdvijftig bladzijden weet te houden, verstaat zijn vak. In ‘Alles is voor even’ bezondigt Ruys zich niet aan onmatigheid.

Lees hier de recensie

Meer over Kees Ruys’ biografie over Aya Zikken

Verzoening met het slavernijverleden


Over ‘Slaaf en meester / Katibu di Shon’ van Carel de Haseth op Nieuwsuur, 27 juni 2013:
Nieuwsuur spreekt zowel mezzosopraan Tania Kross als auteur De Haseth over de totstandkoming van dit bijzondere project. De opera gaat op 1 juli in première in Amsterdam. Het is een van de evenementen die zijn georganiseerd rond de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Op 1 juli 1863, 150 jaar geleden, schafte Nederland de slavernij in de koloniën. Zo’n 35.000 slaven in Suriname en zo’n 12.000 op de Antillen verkregen, aangekondigd door kanonschoten vanaf Fort Zeelandia in Paramaribo, hun vrijheid. De slavenhouders ontvingen een compensatie voor elke vrijgestelde slaaf. Die moesten nog wel tien jaar op de plantages blijven werken, maar dan tegen een kleine vergoeding.

VoorplatSlaaf75

Lees hier de aankondiging van het onderwerp op de site van Nieuwsuur

Meer over Slaaf en Meester en de opera Katibu di Shon

«En ‘OOR’ noemt De Bintangs de meest ondergewaardeerde band van Nederland.» – Ria Warmerdam

Over ‘Rhythm & Rhyme’ van Frank Kraaijeveld voor NBD/Biblion, 27 juni 2013: Deze Nederlandse blues- en rockband is al actief sinds de jaren zestig van de vorige eeuw. Ze scoorden zelfs hits, waarvan ‘Travelling in the U.S.A.’ regelmatig terug te vinden is in de Top 2000. OOR noemt het de meest ondergewaardeerde band van Nederland. Frontman Frank Kraaijeveld is er van het begin af bij en verantwoordelijk voor 91 songteksten die hij vanaf 1978 schreef. In dit boek zijn die allemaal opgenomen, mooi opgemaakt, met wat achtergrondinformatie en geïllustreerd met sfeerfoto’s in zwart-wit. Op de bijgevoegde cd Oertrax maar liefst 21 nummers, uit de periode 1979 -1986. De laatste vijf nummers van de cd zijn nieuw.

Lees hier de recensie

Meer over Rhythm & Rhyme

«Proficiat voor de mooie uitgave van een waardevol debuut.» – Ina Stabergh

Over ‘Omwille van het bloed’ van Suzanne Binnemans, 26 juni 2013:
Sinds de publicatie van haar ‘De woorden van Elisabeth’ heb ik al haar romans gelezen. Mijn belangstelling voor haar poëziedebuut was dus groot. Twee keer heb ik de gedichten gelezen. Ik las ze als één lang gedicht met meermaals herlezen van gedicht 4 en 5, zo ook ging het met de laatste zes gedichten. Mooi, ontroerend en heftig voor het kind dat wacht om te mogen verder fietsen in de volwassene, die de woorden heeft gevonden voor het schrijven van dit unieke levensgedicht met tranen achter de tanden. Proficiat voor de mooie uitgave van een waardevol debuut.


Meer over ‘Omwille van het bloed’ en Suzanne Binnemans