«Rogi Wieg blijkt sterker dan hij zelf dacht.» – Janita Monna

VoorplatAfgekaptDichtwerk75Over ‘Afgekapt dichtwerk’ van Rogi Wieg in Trouw, 17 mei 2014:
Rogi Wieg (1962) is in de Nederlandse poëzie een wonderlijk buitenbeentje. Hij schrijft met een soms ongemakkelijk makende openheid, over dat doodsverlangen evengoed als over z’n dochtertje, dat hij niet mag zien. (…) Toch wekken de gedichten ook een gevoel van mededogen op. Bijvoorbeeld in de gedichten over en voor zijn dochter Hannah, die lucht krijgen door een jongensachtig gevoel voor humor. Dat buit hij optimaal uit in een koffiehuis-scène. Terwijl de andere koffiedrinkers wachten op ‘de concrete Messias’, houdt de dichter zich bezig met het zoeken naar priemgetallen. Hij vertrekt met een droog ‘Mensen tot morgen’, en zinspeelt in de laatste regels (met een knipoog naar de Bijbel en wie weet ook naar Arnold Schwarzenegger) op zijn eigen leven en werk. ‘En ik vertrok, levend en wel, met een nog / geldige tramkaart in mijn jaszak. // O ja, ik kom terug.’
Lees hier de recensie
Meer over ‘Afgekapt dichtwerk’
Meer over Rogi Wieg