Bij een van de sleutelgedichten in ‘Bloedkrans’ werd een video gemaakt.

Videofilm ‘Palawija’, waarin Albert Hagenaars zijn gedicht ‘De derde oogst’ leest in een vertaling van John Irons. Siti Wahyuningsih leest het gedicht in de Indonesische vertaling van Agung Soemitro. Het gedicht werd oorspronkelijke gepubliceerd in de bundel ‘Bloedkrans’ (In de Knipscheer, 2012).

Bekijk hier de video

Meer over ‘Bloedkrans’

«Albert Hagenaars maakt in Bloedkrans haast op een natuurlijke wijze het vertrouwde vreemd en het vreemde vertrouwd.» – Richard Foqué

Over ‘Bloedkrans’ van Albert Hagenaars op De VVL-Boekhouding, 25-09-2012:
Begenadigd schrijver als Albert Hagenaars is, weet hij als geen ander de taal te bespelen. Geen kunst en poëtisch vliegwerk hier maar een afgewogen beeldspraak, rijk aan ritme en klanken. Geen barokke overdaad van gestapelde bijvoeglijke naamwoorden maar dwars door de ziel snijdende zinnen, die blijven branden.

Lees hier de hele recensie

«De vergelijking met de dichter Slauerhoff dient zich aan.» – Els van Geene

Over ‘Bloedkrans’ van Albert Hagenaars voor NBD Biblion, 25 juni 2012:
Wie deze dichter (1955) wil volgen moet veelvuldig met hem meereizen: naar binnen toe vanwege zijn familiegeschiedenis, maar vooral ook naar buiten toe, terwijl hij trekt door de steden van de wereld. De wonden die de kolonisatie heeft geslagen, de veelal uitgeroeide oorspronkelijke bewoners van Zuid-Amerika leiden tot diepgaande beschouwingen.

Lees hier de recensie

Meer over deze bundel

«Het woordloze talig maken.» – Joop Leibbrand

Over ‘Bloedkrans’ van Albert Hagenaars op MeanderMagazine, 19 juni 2012:
In ‘Bloedkrans’ profileert Albert Hagenaars zich nadrukkelijk als een reiziger, en wel in dubbel opzicht. Enerzijds is hij de levensreiziger die verslag doet van het eigen leven, beginnend bij de geboorte en eindigend bij het bereiken van wat als zijn bestemming kan worden beschouwd. Anderzijds is hij de wereldreiziger, die inmiddels een vast adres in Indonesië heeft en door de beide Amerika’s, het Midden-Oosten en Azië trekt. Over ‘Bloedkrans’ is veel goeds te melden. Er is een dichter aan het woord die iets te zeggen heeft en dat met overtuiging doet. De grote gevarieerdheid aan onderwerpen en locaties maakt dat je je geen moment verveelt.

Lees hier de recensie

Meer over Albert Hagenaars

«Ingenieus is ook hoe hij het gedicht laat lopen door klankrijm, eindrijm en binnenrijm te gebruiken. Eigenlijk valt het niet eens op dat hij het doet, hoogstens dat het soepel leest. Albert Hagenaars heeft met Bloedkrans een zeer doordachte bundel geschreven.» – Ezra de Haan

Over ‘Bloedkrans’ van Albert Hagenaars op Literatuurplein.nl, 19-05-2012:
Pas nadat je de bundel gelezen hebt, weet je dat bloed of de kleur daarvan bijzonder vaak voorkomt. Je begrijpt dan pas dat krans voor cirkel staat, of zoals de Duitsers dat zo mooi zeggen een ‘Werdegang’. Niet voor niets begint de bundel met de geboorte en eindigt het laatste gedicht met de dood. Daar tussenin maken we een leven mee. Misschien kun je deze gedichtenbundel daarom ook het best vergelijken met een rij fotoboeken zoals iedereen die vroeger in de kast had staan. Die begonnen met de babyfoto’s, de kiekjes van grootouders en ouders en vervolgens kwamen dan de vakantieherinneringen. Hagenaars beschrijft zijn leven en dat van hen die hij liefhad en heeft in gedichten. Die gedichten zijn enorm gecomprimeerd geschreven. Ze beschrijven jarenlang verblijf of stapels ervaringen. En toch staat er geen woord teveel.
Lees

Boekdoop van Bloedkrans (Albert Hagenaars) in De Moor.

Op zaterdag 19 mei wordt in Bergen op Zoom de nieuwe, extra omvangrijke poëziebundel ‘Bloedkrans’ van Albert Hagenaars gepresenteerd. De bundel is gebaseerd op o.a. zijn jeugdjaren en diverse reizen, met name in Indonesië.
Behalve de overhandiging van het 1ste exemplaar door de uitgever aan Albert Hagenaars, interviewt Peter de Rijk de auteur, zijn er gastoptredens van Bert Bevers en Peter van der Graaf, en leest Albert Hagenaars gedichten uit ‘Bloedkrans’. De presentatie is in handen van Magda van der Ster.

De locatie is de bovenzaal van Grand Bar De Moor, Grote Markt 29 te Bergen op Zoom.
Het programma begint om 17:00 uur (zaal open 16:30) wordt rond 18:30 afgesloten. De entree is gratis. Reserveren gewenst a.hagenaars@kpnplanet.nl

Liefhebbers die niet in de gelegenheid zijn naar de presentatie te komen maar het boek toch graag willen ontvangen, al dan niet gesigneerd en/of voorzien van een speciale opdracht, kunnen deze wens kenbaar maken middels een mail aan Albert Hagenaars.
Meer over deze bundel
Lees hier de eerste recensie

«Het is taal gestookt uit taal.» – Chrétien Breukers

Over het gedicht ‘Witte donderdag 1955’ uit ‘Bloedkrans’ van Albert Hagenaars op De Contrabas, 19 april 2012:
Het gedicht is rijk aan rijmklanken en alliteratie. De dichter van ‘Witte Donderdag 1955’ heeft zijn pen eens flink in de taal gedoopt en zet het doek in brede streken op. Tegelijkertijd onderbreekt hij het ritme voortdurend, zodat je nergens de kans krijgt in die klankrijkdom te gaan zwelgen. Het is een gedicht van zang en syncopen. Het staat strak in de maat en loopt soms toch even uit de pas. Ik vind dat prettig en het getuigt, denk ik, van vakmanschap. (…) Het is een overvol gedicht, een gedicht dat bij iedere lezing aan kracht wint.

Lees

Albert Hagenaars – Bloedkrans. Gedichten

ALBERT HAGENAARS
Bloedkrans. Gedichten

Nederland
Ingenaaid 96 blz., € 17,50
2012
ISBN 978-90-6265-675-2

In het verhoopte midden van zijn leven gekomen, wilde Albert Hagenaars zich rekenschap geven van zowel zijn ervaringen als zijn poëtische ontwikkeling. In Bloedkrans brengt hij opnieuw liefde, lust en dood samen in een weefsel van herinneringen, ontmoetingen met andere culturen en religieuze verwijzingen.

De sfeerbeelden van een katholiek doordrenkte jeugd en die van reizen naar o.a. de Verenigde Staten, Mexico en Peru, het Midden-Oosten en Aziatische landen als China, Vietnam en Indo-nesië gaan echter al gauw over van persoonlijke avonturen naar algemene geschiedenis en van be-schrijvingen naar een eerbetoon aan de verbeelding.

Nog nadrukkelijker dan in zijn vorige bundel Tropendrift richt Albert Hagenaars zich op de thematiek van vruchtbaarheid (zie titel). De drang tot overleven vormt voor elke cultuur in sterke mate de basis van het geloof.

Ook de krachtige beeldspraak en de rijke klankovereenkomst, die een voortdurend beroep doen op een actieve inbreng van de lezer, maken deze teksten onmiddellijk kenbaar als gedichten van Albert Hagenaars. Ondanks hun heldere vorm doen de 80 gedichten zich gelden in de onbestemde ruimte van een poëtisch domein dat niet wil verklaren maar evoceren.

Albert Hagenaars is dichter en romanschrijver. Een deel van zijn poëtisch werk is niet alleen te lezen, maar ook (op muziek gezet) te horen op cd en te zien op dvd, zowel in het Nederlands als in vertaling.

«Formules die de wereld willen verklaren, geven geen verklaring voor het leed. Sterk in deze poëzie is dat Hagenaars geregeld de fictieve gedaante benadrukt van de opgevoerde personages.» –Y. Né in BN/De Stem (over Tropendrift, 2003)

Albert Hagenaars – Tropendrift

ALBERT HAGENAARS
Tropendrift

Nederland / Poëzie
In het Engels vertaald door John Irons
Pap., 128 blz., 15,00
ISBN 90-6265-538-6
Eerste druk 2003

Kijk hier naar de poëzievideo van het gedicht ‘Singapore: Bugis Street’

Evenals zijn romans en vorige poëziebundels staat Tropendrift in het teken van reizen, interculturele relaties en bovenal de liefde, en wel de liefde in al haar aspecten. De bundel is het verslag van een poëtische reis door enkele landen in Zuidoost-Azië telt zeven cycli die alle gebonden zijn aan een locatie: Thailand, Maleisië & Singapore, Sumatra, Java, Bali, Singapore & Maleisië, Thailand.

Het centrale thema is het besef dat oorlog niet ophoudt bij het sluiten van vrede, dat voor verwerking van leed inzicht nodig is. Verwezen wordt naar de Tweede Wereldoorlog (o.a. de internering van Hollandse en Indische Nederlanders in Japanse kampen en de inzet van Nederlandse krijgsgevangenen aan de beruchte Birma Spoorlijn), de Politionele Acties, de coup van Soeharto in 1965 en de Vietnam-oorlog.

De compositie van respectievelijk 3-6-9-12-9-6-3 gedichten berust op de structuur van de Borobudur. Deze bekende Boeddhistische tempel, een boek met in steen uitgehouwen reliëfs ter lering en vermaak, staat in het midden van Java, dat op zich weer het geografisch centrale en belangrijkste eiland van de Indonesische archipel vormt. Indonesië wordt in de compositie van de bundel als het ware omarmd door de plaatsen die onderweg aangedaan worden door de hoofdpersonen, een ik met meereizende familie.

Van Albert Hagenaars (Bergen op Zoom, 1955) verscheen werk in Duitse, Engelse en Franse vertalingen. De Engelse vertaling Tropical Drift is van John Irons, die onder andere ook Bernlef, Claus en Komrij vertaalde.
zie ook het blogspot over Tropendrift

De pers over Tropendrift
‘Stilistisch vertoont Albert Hagenaars een opvallende voorkeur voor het kwatrijn. Zijn beeldspraak getuigt van een sterk poëische trefkracht.’ – Poëziekrant.

‘Waar Hagenaars ook over schrijft, of het nu gaat over het leven in grote Europese steden of over de vervreemding van het eigen verleden, telkens onthult zich een onvermoeibaar streven naar (her)formulering van de dichterlijke plaatsbepaling. En laat ik het onomwonden zeggen: Albert Hagenaars weet waar hij het over heeft, kent de wetten van het vers en laat zich niet verleiden tot klakkeloze opname in de oneigenlijke verzuiling van onze dichtersbent.’ – Vrij Nederland.

‘Het verwerken van sterk symbolisch geladen motieven en de ongewone, koele, soms zelfs sinistere beeldspraak verlenen de toon van deze poëzie iets obsessioneels en vaak iets intrigerends.’ – Prisma Lectuurvoorziening.

‘Taalstructuren die hun spanning ontlenen aan een geheimzinnige, moeilijk ontleedbare uitstraling. Taalbouwsels waarin als het ware het artistieke temperament van de dichter rechtstreeks werd neergeslagen. Dit neerslaan en uitstralen levert dan een poëzie op die niet in proza kan worden omschreven, maar wel sterk is en fascineert. Raadselachtig, verre van makkelijk, markant en mooi.’ – Brabantia.

‘IJle taalschetsen die intrigeren door hun opzettelijk tekort. De vorm is ook voor Hagenaars niet een vanzelfsprekend iets, maar een ding van buiten waarbij weerstand noodzakelijk is.’ – Haarlems Dagblad.

«De dichter onderneemt in diverse gedaanten zijn tocht door Zuid-Azië. Hij verplaatst zich in ouders en kinderen, soldaten en geliefden. Ook schrijft hij over de speciale band tussen moeders en zonen en die tussen vaders en dochters en het dwangmatige aspect daarvan. In de relatie van de ik met zijn oosterse geliefde is er sprake van een synthese. Het gaat dus om verplaatsingen in de meest ruime zin. Hij reist door de geografische ruimte. De tijd omvat behalve de duur van de reis ook het verleden, tijd vóór zijn geboorte. Daarbij verplaatst hij zich in mensen die hij leert kennen of hoort en leest in verhalen. Albert Hagenaars past dit toe op een niet-expliciete manier die intrigeert. Hij houdt het geheim in deze zeer consistente cyclus gevangen.
De levens van ouders hebben hun directe neerslag op die van de kinderen. En wij allen zijn indirect verbonden met de vele, vele mensen, die door de grote gebeurtenissen in de geschiedenis werden en worden getroffen. Steeds worden ook verhalen uit die geschiedenis herschreven, vervalst of verzwegen. Formules die de wereld willen verklaren, geven geen verklaring voor het leed. Sterk in deze poëzie is dat Hagenaars geregeld de fictieve gedaante benadrukt van de opgevoerde personages. Gelijk de ik een literair personage is. Zij zijn de uitkomsten van feiten, voorstellingen en vervalsingen. Dat maakte hen nog tragischer. Het ware kan niet worden achterhaald.» – Yvonne Né in BN/De Stem

«Zo blijkt de reis een tocht naar binnen. Naar het eigen leven, naar de eigen relaties, naar eigen emoties, inzichten, herinneringen en eerlijkheid. En daarmee is het niet altijd even goed gesteld. Verraad, onbespreekbare familiegeheimen, ontucht en landverhuizers op een zondige weg naar een volgende toekomst, dat zijn de betekenissen en associaties die deze goed geconstrueerde regels projecteren tegen het achterdoek van een exotisch en woelig verleden. Oorlog en geweld zijn de themas waar het in deze bundel om draait. De Jappenkampen, de Birmaspoorlijn, ook de oorlog in Vietnam en de coup van Suharto, maar al deze voorbeelden uit de menselijke geschiedenis worden niet uitsluitend aangehaald om te bewijzen hoe slecht het met de vooruitgang is gesteld. Ze bewijzen dat vrede geen zaken van staten is maar van mensen die tot inzicht zijn gekomen. Die geleden hebben en dat grote en het kleine persoonlijke leed verwerkt hebben.
Hagenaars wil met deze knappe gedichten ook internationaal erkenning afdwingen. Daarom is de bundel tweetalig, links steeds de fraaie Engelse vertaling door John Irons, rechts daaropvolgend het oorspronkelijke Nederlands.» – Camiel Hamans in Brabant Cultureel

«De bundel Tropendrift vormt de neerslag van een bedevaart door Zuid-Oost Azië en de Gordel van Smaragd. De tocht staat symbool voor de menselijke speurtocht naar harmonie. In de Borobudur, het boeddhistische heiligdom op het Indonesische eiland Java, vond Hagenaars een blauwdruk voor de structuur van Tropendrift. Bij de Borobudur passeer je al die reliëfs, vergelijkbaar met onze reliëfs, die op de computer staan. Maar op het hoogste punt, bij de bovenste stoepa, vind je niets, dat wil zeggen: geen godheid die aanbeden wordt. Tenslotte draait het om je eigen inzicht.» – Nick J. Swart in Brabants Dagblad

«In deze tweetalige dichtbundel (Nederlands en Engels) beantwoorden de tropen allang niet meer aan jongensachtige dromen van palmen, tempels en aapjes. Glas, staal en razend verkeer contrasteren met loerende ogen in het struikgewas, oosterse trots verzet zich tegen westerse hoogmoed. Vooral in het huidige Indonesië speelt het verleden van lang verzwegen familiegeheimen mee. Vaak wordt dat gesymboliseerd in de figuur van de vader: angstwekkend geniformeerd of met lieve kampogen. Op de Borobudur kan de wijsheid van de Boeddha de realiteit van afval en stank nauwelijks verhullen. Wat sterk overkomt, is de sfeer van dreiging en angst. Een verrassende bundel.» – Els van Geene voor Biblion (Nederlandse Bibliotheek Dienst)

«Bij Albert Hagenaars is het trouwens sowieso onduidelijk of hij het wel over zijn huidige zelf heeft, want hij torst immers meerdere zielen in de borst, getuige in mijn hoofd, waar de mannen die ik ben denken te slapen (uit De tempel van de poëzie I). Intrigerend is de vervlechting van heden en verleden, een procédé dat Hagenaars geregeld pakkend toepast. Albert Hagenaars staat ook garant voor beklijvende beelden als: Het meer te diep voor de zon. Jij voor mij en Ik was een jonge man en bevocht het niet en Toen ik vroeg naar vroeger en Het lemmet trilt na in de stam. Jij in mij en vooral het onvergetelijke het kwaad dat over de rand van de doopvont komt. De bundel is zo hecht gecomponeerd dat de gedichten amper op zich gelezen kunnen worden. Dat geeft het geheel een verhalend karakter. Je zou deze bundel kunnen lezen als een poëtisch reisverslag.» – Bert Bevers in Stroom (nr. 12, maart 2004)

Albert Hagenaars – Butijn. Het boze oog

ALBERT HAGENAARS
Butijn. Het boze oog

Nederlands Roman
Paperback, 320 blz., 15,75
ISBN 90-6265-366-9
Eerste druk 1992

Butijn. Het boze oog is het verhaal van twee tot elkaar veroordeelde mannen, die dezelfde vlucht naar Indonesië nemen. De een is Ben Butijn, een zestigjarige, in Batavia geboren Hollandse oorlogsfotograaf. Op medisch advies gaat hij terug naar zijn geboorteland om voor het eerste de confrontatie aan te gaan met zijn in Japanse kampen doorgebrachte jeugdjaren en met de Bersiap, de vaak in terreur ontaarde vrijheidsstijd van met name de Pemoeda’s.
De ander is Danny de Wit, een eenzelvige Indische jongen uit Den Haag, die zijn vader op diens sterfbed heeft moeten beloven één keer het land van zijn tweede achtergrond te bezoeken. Danny houdt een dagboek bij, maar door zijn groeiende fascinatie voor de fotograaf begint hij ook aan een roman over Butijn.
Butijn. Het boze oog kan gelezen worden als een geromantiseerd historisch document, als een reisverslag en als een psychologische thriller, maarwil tevens een inhaalmanoeuvre zijn in een schandalig lang verwaarloosd en verzwegen stuk contemporaine geschiedenis én een hommage aan elke oorlogsverslaggever waar ook ter wereld.
Butijn. Het boze oog is een knap geschreven, intelligent gecomponeerde, van meet af aan meeslepende roman, waar mee Albert Hagenaars zich manifesteert als een auteur van blijvende betekenis.