Annel de Noré – Vers vlees oud bloed. Verhalen

Annel de Noré
Vers vlees oud bloed
Verhalen.
Nederland-Suriname
Gebrocheerd met flappen, 188 blz.
€ 18,50 mei 2017
ISBN 978-90-6265-656-1
Presentatie september 2017

Annel de Noré levert met haar verhalenbundel Vers vlees oud bloed het bewijs van een groeiend literair meesterschap. Haar vertelkunst staat met de ene voet in de Latijns-Amerikaanse, met de andere voet in de Europese traditie. Uiterst precies etst zij de lotgevallen van haar verhaalfiguren in het hoofd van de lezer.
De verhalen in Vers vlees oud bloed roepen vragen op. Kan iemand terugkeren naar wat voorbij is? Is ware liefde mogelijk? Waar blijft de vrijheid van het individu in een complexe samenleving? Wat is vriendschap? De lezer mag zelf het antwoord vinden.

Pas toen Johan buiten stond en de man weer binnen was, dacht hij aan het dubbeltje en de centen. Wild graaide hij in zijn zakken. Weg! Hij keerde ze binnenstebuiten. Niks! Kwijt. Verloren, het dubbeltje voor de bus en zijn eigen stuiver. Hij wist niet hoeveel geld hij van een vijfje terug moest van de chauffeur. En hij had vergeten te vragen aan mama aan welke kant van de weg hij voor de terugweg moest staan. Maar het allerallerergste: hij had de boodschap niet goed gedaan!

Of het nu gaat om een sprookje, horror of science fiction Annel de Noré ontstijgt het etiket ‘schrijver tussen twee culturen’. De lezer krijgt de indruk dat er een andere werkelijkheid schuilt achter bijvoorbeeld een misdaadverhaal, een satire. In haar meer realistische verhalen – ze vormen de meerderheid in deze bundel – herkent de lezer soms Suriname, soms Nederland, soms blijft de plek ondefinieerbaar. Waar ze ook spelen Annel de Noré’s personages proberen te overleven, nemen gedwongen door de omstandigheden beslissingen. Dat confronteert hen met de grote thema’s: macht, liefde, verlangen en dood.

Annel de Noré behoort tot de nieuwe generatie vrouwelijke schrijvers uit Suriname. Eerder publiceerde zij bij Uitgeverij In de Knipscheer de romans De bruine zeemeermin en Stem uit duizenden en de verhalenbundel Het kind met de grijze ogen.

Meer over Annel de Noré bij Uitgeverij In de Knipscheer

Netty Simons wint met gedicht tweede prijs

465px-AnneldeNorePoëzie- en voordrachtsprijs Het Gebroken Hart in Teylers Museum Haarlem, 4 juli 2004:
Onder haar eigen naam Netty Simons is de Surinaamse schrijfster Annel de Noré (‘De bruine zeemeermin’ en ‘Het kind met de grijze ogen’) tweede geworden op de poëzie- en voordrachtsprijs Het Gebroken Hart. De finale vond zondag 4 juli plaats op De Dag van het Gebroken Hart in het befaamde Teylers Museum in Haarlem rondom de tentoonstelling ‘Het hart, een teken van leven’. Uit de meer dan honderd inzendingen uit Nederland, België, Zuid-Afrika en Suriname nomineerde de jury twintig dichters voor tien eervolle vermeldingen plus oorkonde. Onder de tien prijswinnaars bevonden zich onder meer de bekende dichteres Carla Bogaards en schrijfster Inge Bak, die dit voorjaar bij Uitgeverij In de Knipscheer debuteerde met de roman ‘Zon in het haar’. De prijzen werden overhandigd door de Haarlemse stadsdichter en juryvoorzitter George Moormann. De eerste prijs ging naar dichteres Sylvia Hubers, van wie in oktober een tweede bundel uitkomt bij de Amsterdamse uitgeverij Fagel. Netty Simons, die nog niét eerder poëzie publiceerde, werd verrassend tweede.

Gebroken: een oeroud stenen hart

Wekker, computer, afwasmachien,
douche, haardroger, wasmachien,
sleutel in slot, pinpas in automaat,

roltrap op,
trein in.
Fluit!

Rust…

Omlijst door driedimensionaal dagduister
reist in vlakke, onthullende, flitsvlagen
een ijl, vreemdbekend spiegelbeeld mee…

en ‘t gisternacht doorgeseind noodsignaal
wreekt de gigabeet links onder het borstbeen
die eerst in, nu door de wind wordt geslagen.

Gevangen in technologie, digitaal en staal
breekt verweerd, oeroud, ‘t hart van steen
alsnóg en weigert – uiterst banaal – dienst.

Meer over Annel de Noré bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Omdat mijn hoofd in de wolken is zie ik soms te weinig.» – Annel de Noré

465px-AnneldeNoreAnnel de Noré in gesprek met Marieke Visser over schrijven in De Ware Tijd Literair, 21 augustus 2004:
Ze was even terug in Suriname, Netty Simons, tegenwoordig ook bekend als Annel de Noré auteur van de roman ‘De bruine zeemeermin’ (2000) en van de verhalenbundel ‘Het kind met de grijze ogen’ (2004).

“Als ik een goed verhaal wil schrijven, dan moet ik een begin en een einde hebben, en zo’n beetje weten hoe het verhaal loopt. Dan ga ik schrijven en gebeurt er van alles. Je hebt personages waarover je nadenkt, en je ziet iemand op straat die er heel aardig uitziet en dan opeens heel naar uitvalt, onverwacht. Dat gebruik je dan. Bij ‘De bruine zeemeermin’ hebben heel wat mensen zich in mijn personages herkend: onterecht, want het boek gaat niet over bestaande personen. Het moet zelfs niet echt zijn, want het blijft een spel. Schrijvers liegen de waarheid. Als je een leugen vertelt kan het nooit over de realiteit gaan.”

“Het leven is een spel. Een boek is een spel dat geschreven is over een spel: dubbelop een spel dus.” Gevraagd naar het plezier dat het spelen van het spel haar brengt, begint de schrijfster te stralen. “Ongelofelijk! Het ís heerlijk! Je bent als schrijver in een bevoordeelde positie. Je moet ‘t niet te vaak doen, maar je kan je eigen frustraties kwijt in je verhalen. Je kan iemand van repliek dienen.”

Een andere reden waarom zij zo geniet van haar schrijverschap is dat ze al schrijvend de wereld om haar heen lijkt te verklaren. “Ik ben een idealistische realist. Ik loop met mijn hoofd in de wolken, maar sta met mijn voeten op de grond. Omdat mijn hoofd in de wolken is zie ik soms te weinig. Ik verwacht altijd redelijkheid, terwijl die er niet is, niet bestaat. In mijn verhaal ‘De vloek’ probeer ik aan te geven waarom mensen dingen doen. Mensen zijn gewoon niet redelijk. Ik probeer situaties te creëren in mijn verhalen waar beweegredenen, motieven duidelijk worden. Op jezelf heb je niet goed zicht. Vandaar mijn lievelingsspreekwoord: advocaat voor jezelf, rechter voor de ander.”

Voelt zij zich méér schrijfster nu ze gepubliceerd heeft? “Mijn grootste droom is in vervulling gegaan. Ik dacht dat ik nooit iets zou durven laten lezen aan een ander. Dat heb ik nu wel gedaan en dat voelt goed.” Simons heeft haar hele leven geschreven, zolang als ze zich kan herinneren. Zelfs bij de sommetjes schrijf je een verhaal, zei een onderwijzer op de lagere school tegen de kleine Netty. “Ik heb dat nooit zo gezien. Het schrijverschap, en in het bijzonder het publiceren, is – behalve natuurlijk mijn kinderen – het beste dat me overkomen is.”
Meer over Annel de Noré bij Uitgeverij In de Knipscheer

Annel de Noré – Het kind met de grijze ogen

Annel de Noré Het kind met de grijze ogen
Suriname. Verhalen
Paperback, 220 blz., € 15,00
ISBN 90-6265-563-7
Eerste druk 2004

Het kind met de grijze ogen bevat twee korte en zes lange verhalen. Annel de Noré smelt de taal samen met welhaast redeloze gebeurtenissen geladen met passie, wreedheid en magie in een Latijns-Amerikaanse sfeer. Alle personages kampen met intermenselijke relaties door wederzijds onbegrip en wantrouwen. Ze worden uiteengerukt door het verlangen naar aandacht, liefde en door de grillen van het lot.

Met een intense drang haar personages transparant te maken verhaalt zij over het alledaagse dat omslaat in een drama (Made in heaven, De deur, De fluit) of gaandweg een fictieve werkelijkheid wordt (Stella Ursina, De vloek).

De verhalen spelen zich af in een auto op het platteland, in een jong gezin, in een koloniaal verleden (Het kind met de grijze ogen) of in een spookachtige jungle waarin dingen gebeuren die doen denken aan historische feiten (De zwarte wolk).
Het kind met de grijze ogen is het tweede boek van Annel de Noré Haar debuutroman De Bruine Zeemeermin (2000), in de literaire kritiek het beste Caribisch debuut sinds Bea Vianen en Astrid Roemer genoemd, bleek het beginpunt van een nieuwe generatie schrijfsters, die betrokken is bij het wel en wee van de Surinamer en het Suriname van nu.

Het titelverhaal is een allegorie over het kolonialisme: hoe uit de verkrachting van een indiaanse door de blanke kolonisatoren nieuw, hoopvol leven komt, al schreeuwt het volk om wraak. Liefde en wreedheid die tegen elkaar aanschuren: daar draait het in bijna alle acht verhalen om. In het eerste verhaal neemt een shagrijnige vrouw een zwangere liftster mee, die de minnares van haar eigen man blijkt te zijn; de liftster bekoopt het met de dood. In het tweede neemt een jongen in een pleeggezin wraak voor de mishandeling van zijn moeder. ‘De fluit’ is geschreven vanuit een kinderperspectief, waardoor de pedofiele neigingen van ‘Oom Ed’ schrijnend uitkomen. Alle verhalen gaan – net als de succesvolle debuutroman ‘De bruine zeemeermin’ van deze Surinaamse auteur – over dromen, gefrustreerde verwachtingen. Het schrijnt soms hoe de auteur doordringend pijnlijke relaties weet neer te zetten. Dit boek weet zich door de stilistische kwaliteiten moeiteloos te nestelen tussen de beste verhalenbundels die het Caribisch gebied ooit voortbracht. – Biblion, Michiel van Kempen

Literatuur op zijn best.

Veelal geldt, na een opvallend debuut, een tweede publicatie als een soort van lakmoesproef. Een proef die Annel de Noré voor mijn gevoel, op wat kleinigheden na, glansrijk weet te doorstaan. De verhalenbundel Het kind met de grijze ogen laat in literair opzicht een grote verscheidenheid zien: realistisch, anekdotisch aandoend, verhalen die elementen van een parabel of mythe hebben, en tenslotte een verhaal met magisch-realistische kenmerken. Met deze staalkaart van haar kunnen laat Annel de Noré zien wie ze is: een schrijfster die de moeite van het lezen meer dan waard is.
‘Made in heaven’ laat een vrouw zien, die een buitensporige bewondering voor haar man heeft. Een zwangere, Braziliaanse, aan wie ze een lift geeft naar het ziekenhuis, blijkt uitgerekend van haar (en ik heb het over de hoofdpersoon van het verhaal) man in verwachting te zijn. De hoofdpersoon raakt totaal gedesillusioneerd en ‘gedesoriënteerd’ met alle gevolgen van dien.
In ‘Stella Ursina’, waarin Stella Ursina een metafoor is van het onafhankelijk geworden Suriname, laat Annel de Noré op indringende wijze de literatuur de lezer in Nederland en Suriname een spiegel voorhouden. Middels de literatuur geeft zij aan vertrouwen te hebben in de nieuwe generatie, en daarmee impliciet ook in het land.
In ‘De zwarte wolk’ trekt een groep van onderofficieren de jungle in om het land te zuiveren en het bestuur over te nemen. Met de eenheid en de zuivere bedoelingen van de groep is het echter gauw gedaan. Wantrouwen, machtswellust en hebzucht gaan de boventoon voeren. De revolutie eet zijn eigen kinderen op. Het verhaal heeft wat weg van een sleutelverhaal waarin we bestaande personen kunnen herkennen. De ik-figuur tracht tenslotte te ontkomen, maar hij geraakt op pijnlijke wijze tot een eenheid met de bomen in het oerwoud. ‘Vingers breken af. Krakend scheuren mijn lendenen uiteen. Mijn binnenste staat in brand. Ik schreeuw het uit. Schreeuw, Schreeuw, Schreeuw.’ Het einde van het verhaal vertoont aldus trekjes van het magisch-realisme, hetgeen sporadisch voorkomt in de Surinaamse literatuur.
Samenvattend, indrukwekkende verhalen, die de lezer aan het denken zetten over intermenselijke relaties, over historische en actuele politieke en maatschappelijke zaken. Literatuur op zijn best. – geciteerd uit ‘Een schitterende, maar enigszins schrijnende staalkaart!’
– Joost Minnaard in Leydraden, juni 2004

“De schrijfster verrast nu opnieuw met haar korte verhalen. Ze hebben alle als kenmerk dat ze geladen zijn met menselijke dramatiek waarbij de personages worstelen met de grillen van het (nood)lot. De Noré toont in haar schrijven ook een grote betrokkenheid met het hedendaagse Suriname.
In meerdere verhalen slaat een alledaags gebeuren op een gegeven moment om in een tragedie. ‘De deur’ is daar een mooi voorbeeld van. Het einde doet denken aan een Roald Dahl-achtig verhaal. In het ongezegde schuilt het drama. Meer nog dan in ‘De deur’ wordt in het verhaal ‘De fluit’ een kinderperspectief gehanteerd. Het is het mooiste verhaal dat ik ooit heb gelezen over een seksueel getinte relatie tussen een volwassene en een kind.
Het gewone kan bij De Noré op een sluipende manier iets magisch krijgen, zoals ze in ‘De vloek op een haast hallucinerende manier laat zien. Ook in het andere lange verhaal, ‘Stella Ursina’, speelt de auteur met een fictieve werkelijkheid. De Noré laat vooral in dit verhaal zien dat ze een vorser is op psychologisch en emotioneel gebied.
Een ware uitsmijter is het slotverhaal ‘De zwarte wolk’. Dit toont op een belangwekkende manier dat de literatuur kan gaan waar de historici nooit zullen komen.
Annel de Noré heeft met deze collectie verhalen op een overtuigende manier een plek veroverd in de hedendaagse Surinaamse literatuur.”
– Chandra van Binnendijk in De Ware Tijd (29 mei 2004)

De slechtste mens heeft nog iets goeds
Caribische schrijvers denken niet zwart-wit

Hoe schrijvers in het Nederlandstalig Caribisch gebied tegen hun omgeving aankijken, weten we eigenlijk niet, omdat hun werk nauwelijks tot Nederland doordringt. Er is hier wel een uitgebreide migrantenliteratuur, maar daaruit komen we vooral te weten wat de migrant in Nederland ervaart. Twee nieuwe boeken uit het Caribisch gebied zelf (‘Het kind met de grijze ogen’ en ‘De Engelenbron’) laten zien dat schrijvers dáár (Annel de Noré en Erich Zielinski) heel andere oriëntatiepunten hebben.
De Surinaamse Annel de Noré bewijst met de bundel ‘Het kind met de grijze ogen’ dat haar mooie debuutroman ‘De bruine zeemeermin’ van vier jaar geleden geen toevalstreffer was. Haar verhalen kennen één opvallende constante: geen van de personages is wat hij lijkt te zijn. Slachtoffers worden daders en keiharde zakenlui veranderen in romantische kunstenaars. Mensen kennen hun ware aard niet, suggereert De Noré want die begeeft zich tussen tegenpolen: “Er is zoveel goeds in de slechtste van ons en zoveel slechts in de beste van ons, dat geen van ons iets kan zeggen over één van ons.”
Een verklaring voor dit antipolisch gedrag is te vinden in het titelverhaal ‘Het kind met de grijze ogen’. Daarin wordt verteld over de Indiaanse, mythologische figuur Amanna, symbool voor het leven dat telkens in een andere vorm doorgaat. Toen de Europeanen Zuid-Amerika veroverden, kreeg Amanna een kind van een conquistador en dat heeft ze bij hen achtergelaten. “Dit weeskind met onzuiver dubbel bloed werd alleen gelaten bij en tussen zijn bloedeigen vijanden. Maar hij was de eerste van een nieuw volk. Hij zat vol leven.” Zo maakt De Noré duidelijk dat die mysterieuze spanning tussen tegengestelde polen Surinamers een vitale levenskracht verleent. Die mengvorm van mythe en alledaagse realiteit tekent ook het verhaal ‘De zwarte wolk’. Het speelt zich af tijdens de militaire dictatuur van Bouterse en begint bij een uit de hand gelopen arbeidsconflict, waarbij de sergeanten de macht grijpen. Al gauw krijgt het verhaal een mythologische dimensie. Dat de armoede niet verdwijnt, zou door de bosgeesten komen, die als zwarte wolken de hoofden van hebzuchtige types binnensdringen. Pas tijdens een expeditie die bedoeld is om deze geesten uit te schakelen beseft Boss, de expeditieleider, dat het kwaad uit de expeditieleden zelf voortkomt.
[…]
Kennelijk leeft bij deze twee Caribische schrijvers het besef dat goed en kwaad met elkaar zijn verbonden. Ze omarmen hun werkelijkheid, al zien ze de fouten van hun landgenoten ook. Ze wijzen niet met een beschuldigende vinger naar Nederland: die werkelijkheid speelt in hun verhalen geen rol.
– Jos de Roo in Trouw

Annel de Noré – De bruine zeemeermin

ANNEL DE NORÉ
De Bruine Zeemeermin

Suriname Roman
Paperback, 256 blz., 15,75
ISBN 90-6265-480-0
Eerste druk 2000
Tweede druk 2001

De Bruine Zeemeermin is de debuutroman van de in Suriname geboren Annel de Noré (Paramaribo, 1950). Ze won er in Caracas de eerste prijs mee in een literaire prijsvraag voor ingezetenen van het Caribisch gebied.

De Bruine Zeemeermin is een wervelende Caribische roman over een Surinaamse familie. De hoofdstukken, telkens vanuit een ander perspectief geschreven, vertellen allemaal een onderdeel van het ietwat weemoedige levensverhaal van een aantal vrouwen wier geschiedenissen nauw met elkaar verstrengeld zijn. Ieder van hen krijgt op eigen wijze te maken met de traditionele ongeschrevenwetten van het ‘systeem’ van seksuele ontrouw en van buitenvrouwen in de Caribische samenleving. De centrale figuur is Ingrid, een vrouw die gevangen zit in een relatie met een man die haar soms mishandelt. Marjorie, haar dochter, lijdt daar als kind zeer onder en sluit zich ter bescherming emotioneel af. Als ze ontdekt dat haar moeder een geheime liefde had komt er een keerpunt in haar leven.

Voor de vrouw in de roman betekent liefde vooral opoffering. Geen van de vrouwen in het verhaal heeft alles wat ze wil: allemaal moeten ze keuzes maken die hun leven bepalen. Ik wil niet zozeer de keuzes uitleggen, maar wel laten zien dat we niet alles kunnen begrijpen. Soms begrijp je op een bepaald moment van je leven opeens wat de ander destijds heeft bewogen en soms zal je het nooit begrijpen. En: Ik heb geen enkel vooroordeel: niet op het gebied van ras, seksuele geaardheid, godsdienst of wat dan ook. Het is eerder omgekeerd. Ik wil de lezer een spiegel voorhouden, juist laten zien hoeveel vooroordelen er bestaan. Ik beschrijf wat ik zie en wat ik hoor om me heen. – Annel de Noré in De Ware Tijd

De pers over De Bruine Zeemeermin
«Uit het niets debuteert de Surinaamse Annel de Noré (50) met de prachtig uitgebalanceerde roman De Bruine Zeemeermin. Het verhaal lijkt eenvoudig: het beschrijft de geschiedenis van de familie Baas gedurende een eeuw. Maar al in de proloog blijkt hoe gecompliceerd die geschiedenis eigenlijk is. De oermoeder van de familie, Peetje, heeft zelf geen kinderen, maar neemt sinds 1895 alle vierendertig kinderen in haar huis op, die haar drie broers in het wilde weg hadden verwekt.» – Jos de Roo in Trouw

«Annel de Noré heeft met De Bruine Zeemeermin een psychologisch familieportret neergezet dat vergeleken kan worden met de familieromans van andere Caraïbische schrijfsters die de laatste jaren tot de populaire en veelgelezen auteurs zijn gaan behoren. Haar werk past in deze traditie en kan zich met het niveau van deze auteurs zonder meer meten. Een prachtig debuut! – Wim Rutgers in Amigoe

«Een verhaal van overspel, echtscheiding, vreugde en opgroeien in een Surinaamse familie. Maar hoe beschreven! De stijl is schitterend. Kinderen en volwassenen worden op hetzelfde psychologische plan gebracht. Geen zwart-wit tekening, maar een `moeras van tegenstrijdige emoties’. Aangrijpend en overtuigend. Het beste Caraïbische debuut sinds Bea Vianen en Astrid Roemer.» – Michiel van Kempen voor Biblion