«Niet alleen deze roman is gebouwd met een cirkelstructuur maar ook zijn hele oeuvre tot nu toe.» – Wim Rutgers

VoorplatVergankelijkheid75Over ‘De vergankelijkheid der dingen’ van Eric de Brabander op De Leesclub van Alles, 5 april 2019:
(…) Hoe lees je de eind vorig jaar verschenen vijfde roman van Eric de Brabander, ‘De vergankelijkheid der dingen’: als een eenvoudig verhaal over een beroemde ontwerper en fabrikant die aan het begin van de twintigste eeuw een polshorloge ontwerpt dat vervolgens een wonderlijke tocht door tijd en ruimte maakt, door de hele vorige eeuw heen van 1918 tot 2016, en van Zwitserland via Nederland, Colombia naar Curaçao? Of ontlenen we ons leesplezier aan de ‘verborgen’ diepere lagen van het verhaal? (…) Is leesplezier van leesbegrip afhankelijk? (…) De zwerftocht van het horloge is een metafoor voor de zwerftocht die de lezer onderneemt op zijn leesavontuur door tijd en plaats. Het horloge biedt de bezitters ervan bepaald niet altijd geluk. Het horloge wordt cadeau gedaan bij de pensionering van Gaspard, een medewerker bij de Franse Peugeotfabriek, het komt vervolgens terecht bij diens zoon Julien, bij zijn kleindochter Helène, vervolgens bij een horlogemaker, bij Johannes die veilinghuizen afstruint, bij witwasser en drugshandelaar Hans van Amerongen en zijn vrouw Mireille die op Curaçao slachtoffer worden van een atrako omdat een grote drugsdeal via de Rotterdamse haven is mislukt, de twee jonge schlemielen Juny en Gerold die voor de drugsdealer Kabès Rodriguez werken, die op zijn beurt slachtoffer wordt van de grote Colombiaanse drugsbaron Alejandro Morales Peña, dan bij een schoonmaakster op vliegveld Hato die het gevonden horloge verkoopt en vervolgens politie-inspecteur Berti Camelia die het van zijn broer op zijn verjaardag cadeau krijgt, om tenslotte te eindigen bij Gunnar Fischer, de achterachterkleinzoon van de ontwerper. De twaalf hoofdstuktitels verwijzen naar al deze personen. Dan zijn we als lezers honderd jaar verder en hebben we vanuit Zwitserland een tocht gemaakt naar Nederland, Curaçao, Colombia en opnieuw naar Curaçao, waarna het horloge tenslotte weer in Zwitserse handen komt. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘De vergankelijkheid der dingen’
Meer over Eric de Brabander op deze site

«Geraffineerd.» – André Oyen

coverE19voorDEF.inddOver ‘Extaze 19 – Vrouw en Literatuur’ op Ansiel, 29 december 2016:
(…) ‘Extaze’ is er op een geraffineerde maar niet te drammige manier in geslaagd om belangrijke vrouwelijke literatoren in de schijnwerpers te plaatsen. (…) Marlene de Vries geeft een pittige schets van Betje Wolff en Aagje Deken. (…) Elisabeth Leijnse beperkt zich hier tot Cécile de Jong van Beek en Donk, die de ‘encyclopedische’ tendensroman ‘Hilda van Suylenburg’ schreef waarin alle aspecten van de vrouwenkwestie werden belicht. (…) Jacques Sicking confronteert ons met het wel aparte werk van Carry van Bruggen, schrijversnaam van Caroline Lea de Haan, zuster van Jacob Israël de Haan. (…) Joke Linders heeft de dankbare taak om grootheid Annie M.G. Schmidt, die spot met van bovenaf opgelegde regels en opvattingen, te doorlichten. (…) Michiel van Kempen duidt op de hang naar vrijheid van de Surinaamse Bea Vianen (…) zij beschrijft Suriname lyrisch, maar is uiterst kritisch over de sfeer van benauwenis.
Lees hier en hier de recensie
Meer over Extaze 19

Literair tijdschrift Extaze 19 ‘Vrouw en Literatuur’ [Jrg. 5, nr. 3]

coverE19voorDEF.inddExtaze 19 – Vrouw en Literatuur
vijfde jaargang nr. 3
Gebrocheerd, geïllustreerd, 112 blz.
€ 15,00
Presentatie 6 oktober 2016
ISBN 978-90-6265-940-1

De rode draad in dit nummer van literair tijdschrift Extaze: vrouwen in de Nederlandstalige literatuur die de gemoederen van hun lezers in beroering hebben gebracht en in verschillende opzichten baanbrekend zijn geweest. Uit negen eeuwen literatuurgeschiedenis koos de redactie in acht essays:

Hadewijch, de dertiende-eeuwse schrijfster en mystica, die de balans zoekt tussen ketterij en christelijke verering (Charlotte D’Eer);

Anna Maria van Schurman (1607–1678), vrouw van de wetenschap en de letteren, die in woord geschrifte haar onvrede uit over stad (Utrecht), kerk en universiteit (Pieta van Beek);

Betje Wolff (1738–1804) en Aagje Deken(1741–1804), die strijden tegen intolerantie en dogma’s van gereformeerd Nederland (Marleen de Vries);

Johanna Grobbelaar, de Zuid-Afrikaanse (begin negentiende eeuw), die wil meehelpen aan de opbouw van haar land (Annemarié van Niekerk, Pieta van Beek);

Cécile de Jong van Beek en Donk (1866–1944), die een ‘encyclopedische’ tendensroman schrijft waarin alle aspecten van de vrouwenkwestie moeten worden belicht (Elisabeth Leijnse);

Carry van Bruggen (1881–1932), die zich verzet tegen groepsgedrag en groepsdenken (Jacques Sicking);

Annie M.G. Schmidt (1911–1995)) die spot met van bovenaf opgelegde regels en opvattingen (Joke Linders);

Bea Vianen (1935), die in haar poëzie smacht naar vrijheid, waarbij het Surinaamse een niet weg te denken element vormt (Michiel van Kempen).

Korte verhalen van Marc Colsen, Elke De Klerk, Heidi Koren, Trudy van Rooij-van Mil, John Toxopeus, Ilona Verhoeven, Jan Zwaaneveld. In Archief gedichten van Lorine Niedecker (1903–1970) vertaald door Jeroen van den Heuvel en een selectie uit de dagboeken en brieven van Aya Zikken (1919–2013), gekozen en ingeleid door Kees Ruys. Gedichten van Jos Versteegen. Het beeld in dit nummer is van
Wendela de Vries.

De presentatie van Extaze 19 zal plaatsvinden op donderdag 6 oktober 2016 in de Houtrustkerk in Den Haag (hoek Houtrustweg/Beeklaan).
Lees ook nieuwe verhalen, gedichten (o.a. van Astrid H. Roemer), interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze
Meer over Extaze

«De slavernij heeft Janny de Heer altijd beziggehouden.» – Marja Berk

Over ‘Gentleman in slavernij’ van Janny de Heer in Ñapa Literatuur (Amigoe), zaterdag 8 februari 2014:
De schrijfstijl van Janny de Heer is prettig, direct en helder. (…) Janny de Heer is van mening dat het verhaal van de slavernij een gezamenlijke geschiedenis is. “Het was een maatschappij waarin blank en zwart samen opgroeiden. Zowel blanke als zwarte kinderen die tijdens de slavernij werden geboren, wisten niet beter. Dat is enerzijds uiteraard triest, aan de andere kant wel de realiteit waar je je ogen niet voor dient te sluiten.” Eigenlijk heeft die slavernij De Heer altijd beziggehouden. “Ik heb zelf vier jaar op Curaçao gewoond en raakte steeds meer geïnteresseerd in die periode. Zo ontstond ‘Landskinderen van Curaçao’. (…) Ik ben veel in Suriname geweest en heb een diepe liefde voor dat land ontwikkeld. (…) ‘Gentleman in slavernij’ is voor een deel fictie, maar gebaseerd op het leven van Johann Dieterich Horst. Ik heb heel veel research gedaan, ben er jaren mee bezig geweest maar ben tevreden met het eindresultaat.”

Lees hier het interview

Meer over Janny de Heer