«Deze bundel moet men lezen en herlezen, een meesterlijk werkstuk.» – Richard Foqué

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt in De Auteur, 22 maart 2016:
Het lezen (…) wordt ruimschoots beloond door de krachtige verzen van een lyrische schoonheid en onthutsende beeldspraak. (…)Uit elk vers straalt de maitrise van een gerijpt dichter, een doorleefde kennis van de teksten, die aanleiding zijn en context vormen, maar die in elk gedicht getranscendeerd worden, waardoor een nieuw origineel werkstuk ontstaat. Van den Bremt hanteert geen gratuite stijlfiguren. Alles is afgemeten, weldoordacht met respect voor de refererende tekst. Zo ontstaat een eigen poëtica, een eigen idioom, die doorheen de bundel consequent wordt aangehouden. Het lange slotgedicht ‘Cantus firmus’ is de aangrijpende bekroning van het intertekstuele dichten van Van den Bremt. (…) Hier wordt opnieuw het engagement en afkeer voor onrecht van de dichter vertaald in een meeslepend en aangrijpend gedicht. Deze bundel moet men lezen en herlezen, een meesterlijk werkstuk.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een vernieuwde proeve van zijn gerijpt dichterschap.» – Jooris van Hulle

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang‘ van Stefaan van den Bremt in Kunsttijdschrift Vlaanderen, 5 maart 2016:
Een aantal gedichten uit de bundel ‘Kromzang’ beweegt zich tussen licht en donker, tussen vergeten en herinnerd worden. Dit is zeker het geval wanneer Stefaan van den Bremt zijn literaire voorbeelden memoreert: Bertold Brecht, Apollinaire, Emile Verhaeren, Maurice Materlinck en door hem vertaalde Latijns-Amerikaanse dichters als José Luis Sierra en Octavio Paz. In ‘Cantus firmus’, het slotdeel van zijn bundel dat geënt is op het kunstlied ‘L’homme armé’ dat geschreven werd in de kringen van Karel de Stoute en dat opriep tot een nieuwe kruistocht, roept Van den Bremt met subtiele verschuivingen de wreedheden op van Simon de Montfort tegenover de Katharen. (…) Intrigerend in ‘Kromzang’ is de cyclus ‘De meester en de menigte’ waarin de dichter op zoek gaat naar wat kunstenaars van weleer bezighield. Zo is er de sterke reeks van tien kwatrijnen waarin wordt gefocust op het licht in het werk van de Vlaamse Primitieven.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Mooi uitgevoerde keuze uit de gedichten over wijn.»

wijngedichtenOver ‘Met jou open ik oude nachten. De mooiste wijngedichten uit de wereldliteratuur’ van René Smeets voor NBD/Biblion, 12 februari 2015:
Mooi uitgevoerde keuze uit de gedichten over wijn, uit oude en uit nieuwe tijden en uit vele hoeken van onze aarde. Wijn kende men al in de oudheid. Er zijn door de eeuwen heen vele gedichten over geschreven en de samensteller heeft, daarbij bijgestaan door vele vertalers en raadgevers, een mooie keuze gemaakt. Hij heeft die ondergebracht in een dozijn op de diverse thema’s gerichte rubrieken, op zo’n manier dat je de wijn bijna proeft of je naar de fles doet grijpen. Het is een reis door de tijd of door de eeuwen. De antieken hielden zich er mee bezig, Omar Khayyám wijdde er kwatrijnen aan, Villon bleek een kenner, de Chinezen wisten er van mee te praten, maar ook Rimbaud, Apollinaire en Baudelaire. De samensteller ontdekte dat er meer Duitsers dan Fransen over de wijn hebben gedicht, ook dat onze taalgenoten er zich uitvoerig mee bezig hielden, tot op de dag van vandaag. Tussen alle grootheden vindt men ook nieuwe namen, zoals die van Hilde Keteleer. Een bloemlezing voor de liefhebbers.
Meer over ‘Met jou open ik oude nachten’
Meer over ‘Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten’

«Waardevolle visies op taal en dichten.» – Johan Bordewijk

Opmaak 1Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt op Extaze.nl: 6 april 2014:
In ‘De oude wereld moe’ heeft Stefaan van den Bremt een aantal essays gebundeld over grote dichters uit het eind van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. (…) De essays zijn te lezen als gedegen besprekingen van de afzonderlijke dichters. Van den Bremt stuit op interessante overeenkomsten, zoals die tussen ‘Zone’ van Apollinaire en ‘Awater‘ van Nijhoff. Ook is het lonend dichters zelf aan het woord te laten [zoals] de opmerking van Maeterlinck over de waarde van taal: ‘De woorden zijn uitgevonden voor het dagelijks gebruik in het leven en die zeldzame keer dat een of andere vorstelijke ziel hen naar andere oorden leidt, zijn ze ongelukkig, ongerust en verwonderd als landlopers rond een troon.’
De lezer kan in het boek op zoek naar meer van dergelijke waardevolle visies op taal en dichten, ze zijn zeker te vinden. Maar Van de Bremt doet meer dan de schrijvers over hun werk aan het woord laten: hij illustreert de besprekingen met citaten. En dan blijkt dat hoeveel je ook kan filosoferen en essayeren over dichtkunst, hoeveel gedegen duidingen je ook kan schrijven, de echte waarde in het werk zelf besloten ligt. Als voorbeeld een tijdloos citaat van Pablo Neruda over de Spaanse burgeroorlog. Ieder essay is ontoereikend bij deze zinnen als vuistslagen:

‘maar uit elk gedood kind steekt een geweer met ogen,
uit elke misdaad schieten kogels
die vroeg of laat de plek nog vinden
van jullie hart.’

Lees hier de recensie:

Meer over ‘De oude wereld moe’

Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Niets minder dan een verzameling teksten van de afgelopen decennia.» – Maarten Steenmeijer

Opmaak 1Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt voor NBD Biblion, 22 januari 2014:
Bundel opstellen over met name Spaanstalige dichters. (…) Naast bekende dichters als Federico García Lorca, Pablo Neruda en Octavio Paz becommentarieert dichter, essayist en poëzievertaler Van den Bremt ook minder bekende dichters als Jaime Sabines (Mexico), Marco Antonio Campos (idem) en Juan Manuel Roca (Colombia). Daarnaast zijn er essays over Maeterlinck, Apollinaire en Nijhoff. Sommige essays hebben een specifiek thema (zo concentreert het stuk over García Lorca zich op Granada), andere zijn inleidend van aard. Tot slot moet het essay over het vertalen van poëzie genoemd worden.

Meer over ‘De oude wereld moe’

Meer over Stefaan van den Bremt

«Ik zeg u dat dit een groot gedicht is.» – Benno Barnard

VoorplatBlauwSlikOver ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt in Middelburg, 18 oktober 2013:
Voorwerpen zijn in het geval van een dichter woorden, beelden, symbolen. En je zou deze nieuwe bundel, Blauw slik, kunnen vergelijken met een vitrine, waarin die begrippen staan uitgestald. (…) Ook de poëzie behoort tot de vertellingen die het verleden altijd aan de toekomst heeft doorgegeven. Niet toevallig wemelt deze bundel van Stefaan van de verwijzingen naar andere poëzie; tussen de regels door fluisteren de stemmen van Hölderlin, Apollinaire, Celan, Nijhoff…

Lees hier de introductie ‘De reisgenoot’

Meer over ‘Blauw slik’

Meer over Stefaan van den Bremt

«Stefaan van den Bremt koos voor vele monumenten.» – Ezra de Haan

Opmaak 1In deze essaybundel houdt Van den Bremt zich bezig met de vernieuwers en voortzetters in de literatuur. Als goed vertaler heeft hij zich verdiept in het oeuvre van de dichters die hij vertaalde. Soms resulteerde dat in eigen gedichten waarvan de inhoud, taal of gedachte tot door hem vertaalde dichters te herleiden is. Juist doordat hij inzicht geeft in dichters als Nijhoff, Roca, Apollinaire, Paz of Neruda wordt hun werk nog interessanter. Blauw slik en De oude wereld moe vormt een twee-eenheid en daarom horen deze boeken ook naast elkaar in de boekenkast van iedere poëzieliefhebber te staan. Juist de combinatie zal keer op keer tot herlezen leiden. Waar de Colombiaanse dichter Juan Manuel Roca een monument voor Niemand schreef, koos Stefaan van den Bremt voor vele monumenten voor Iemand.

Lees hier de recensie

Meer over “De oude wereld moe’

Meer over Stefaan van den Bremt

«Een prikkelende leeservaring, op zijn minst.» – Joop Leibbrand

Over ‘Koprot’ van Harry Vaandrager op MeanderMagazine, 30 april 2013:
In innerlijke monologen vertellen de teksten zichzelf in een aanhoudende stream of consciousness; staccato, hijgerig, met veel beknopte constructies. Het is een bijna eruptieve manier van schrijven, waarbij er in de stijl – en dat is duidelijk opzettelijk zo bedoeld – voortdurend iets wringt. Steeds is er wel een woord dat binnen de context van het taalveld detoneert. (…) Het leven is één grote stroom naar het einde en nog ver daar voorbij.

Lees hier de recensie

Meer over Koprot