Op zondagochtend 23 juni 2013 is de Curaçaose dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en archeoloog Elis Juliana op 85-jarige leeftijd overleden.
Ik herinner me een krantenfoto uit de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw die me rond 1980 onder ogen kwam toen de uitgeverij net betrokken raakte bij het werk van Boeli van Leeuwen en daarmee bij de Nederlandstalige Antilliaanse literatuur. Op de foto behalve Boeli van Leeuwen, W.F. Hermans en Cola Debrot ook een zwarte man. Het onderschrift maakte duidelijk dat het om Elis Juliana ging. De foto fascineerde mij omdat hij zo zichtbaar maakte dat er naast de geschreven Nederlandstalige Antilliaanse literatuur ook een literatuur bestond in de taal van het volk, het Papiaments, die aan mij voorbijging. In oktober 2007 was ik voor het eerst vanwege Boeli van Leeuwen enkele dagen op Curaçao. Een van die dagen was ik te gast bij Richard en Rinia Doest. Richard Doest bood aan me langs enkele schrijvers van mijn keuze te rijden die ik niet eerder ontmoet had. Elis Juliana wilde ons na zijn siësta thuis ontvangen. Ik was zeer onder de indruk. Sinds dat moment was ik heilig van plan ‘ooit’ iets van Elis Juliana uit te geven. Een paar jaar later hoorde ik van Fred de Haas dat hij een keuze uit Juliana’s gedichten had vertaald. Die bundel kwam in 2011 uit: ‘Hé Patu/Waggeleend’ en was in september dat jaar het middelpunt van ons Antilliaans boekenprogramma ‘Curaçao! Curaçao!’ in het Amsterdamse Podium Mozaïek. (Franc Knipscheer)
Meer over Elis Juliana bij In de Knipscheer