Over ‘De vloeivelden in’ van Aly Freije op Extaze, 25 mei 2018:
‘De vloeivelden’ in begint met een geboorte. Niet die van het hoofdpersonage Anna, die in 1944 ter wereld komt en opgroeit op de boerderij van haar ouders in Veendiep, Oost-Groningen, maar van een kalfje. (…)
We staan met de laarzen vastgezogen in de Groningse klei, we zien het leven, stug en zwaar, voor ons opdoemen, we snuiven de geuren op. En wanneer Anna’s vader de droge vervening van de veenlaag wegsteekt en Anna dieper in de bodem graaft, zien we kleuren waar we die niet verwachten. (…) Dit deel I toont ons Anna als natuur, in haar natuurlijke leven, haar leven thuis en in de directe omgeving daarvan. (…) Deel II brengt ons en Anna in beweging. Letterlijk met neef Derk op de benzinetank van zijn motor. (…) Nu de wereld groter en inzichtelijker is geworden, beweegt Anna zich ook naar de volwassenheid, waarbij hoort het accepteren van tegenslag en leed en daarmee om kunnen gaan. Haar vader die na een ernstige ziekte was ‘vertrokken’, een eufemisme voor ‘overleden’. (…) In de beweging ligt ook het ontluiken van sexuele gevoelens besloten, vooralsnog verward en verontrustend. Die beweging is niet lineair maar circulair en wordt aangestuurd door Anna’s tocht naar het jeugdinternaat, waar Rob haar in zijn kamer naar muziek laat luisteren. (…) Helen komt later. In deel III (…).
Lees hier de recensie
Meer over ‘De vloeivelden in’
Meer over Aly Freije bij Uitgeverij In de Knipscheer