Over ‘Een warme oostenwind’ van Barney Agerbeek in interview op MeanderMagazine, 29 september 2017:
Een felicitatie met deze nieuwe bundel is zeker op zijn plaats. Hij ziet er prachtig uit. Niet alleen de buitenkant met de kleur van amber, een woord dat ook in de gedichten soms oplicht; maar bovendien de illustraties die een hechte verbinding vormen met de gedichten waar ze bijstaan. (…) De regel ‘We praten zonder de woorden te wegen’ gaat over het vrijuit kunnen praten met elkaar, dus niet over poëzie, waar elk woord telt. Proza schrijven betekent voor mij hard werken en construeren, maar komt. Ik heb me daar inmiddels bij neergelegd. (…)
Lees hier het interview
Meer over ‘Een warme oostenwind’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Avier
Barney Agerbeek – Een warme oostenwind
Barney Agerbeek
Een warme oostenwind
Gedichten
Nederland, Indonesië, Polen
gebrocheerd met flappen,
72 blz., € 17,50 juli 2017
Presentatie september 2017
ISBN 978-90-6265-957-9
Drie landen staan centraal in het leven van Barney Agerbeek: Indonesië, waar hij is geboren, Nederland, waar hij woont, en Polen, waar hij zijn vrouw heeft leren kennen. Hij verbaast zich over de soms verrassende overeenkomsten tussen deze landen, en wordt getroffen door het andere en hoe dat verandert. Wat hij ontdekt en bepalend vindt, vormt – naast de passie voor kunst en literatuur – de inspiratie voor zijn geëngageerde gedichten in uiteenlopende genres. Belevenissen uit Oost-Europa en het Verre Oosten waaien tijdloos en grenzeloos aan, elk met een eigen karakter, warmte en beweging.
Barney Agerbeek (Surabaya, 1948) schreef monografieën over Floris Meydam en Nelson Carrilho. Hij leverde bijdragen aan verschillende literaire tijdschriften en verzamelbundels als Avier, Als een zwerfkei, Ode aan Oote en In een kring van menselijke warmte. In 2013 debuteerde hij bij Uitgeverij In de Knipscheer met de verhalenbundel Schaduw van Schijn, in 2014 gevolgd door de roman Njai Inem en in 2015 de dichtbundel rood en wit met blauw.
Over ‘Rood en wit met blauw’ schreef Duco van Weerlee: ‘Ik heb nog niet eerder met zoveel compassie over erotische verhoudingen in tijden van slavernij gelezen. In al zijn publicaties tref ik dezelfde intelligente verdraagzaamheid aan, zijn specialiteit.’ En Albert Hagenaars op De Schaal van Digther: ‘Een voorbeeld bij uitstek van wat culturele vermenging én verrijking vermag.”
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer
Barney Agerbeek – Njai Inem. Roman
BARNEY AGERBEEK
Njai Inem
Kroniek van een steen
Roman
Nederland – Indonesië
Genaaid gebrocheerd, 20 cm x 14,50 cm, met flappen
176 blz. € 19,50
ISBN 978-90-6265-864-0
oktober 2014
Door armoede gedreven besluit het Javaanse meisje Inem contractarbeider op een rubberplantage te worden. Zij wordt bij aankomst van haar dorpsgenoten gescheiden en door een mandoer naar het huis van de planter geleid.
‘Moet ik zijn njai worden, ibu?’ vraag ik met toegeknepen keel. ‘Kan ik niet zeggen dat ik op het land wil werken? Met mijn vrienden?’
Ibu glimlacht en schudt haar hoofd.
De Indisch-Nederlandse schrijver Rob Nieuwenhuys gaf in zijn boek Komen en blijven (1982) bekendheid aan het begrip ‘njai’: een inheemse vrouw die in Nederlands-Indië gedwongen werd samen te leven met een Europese man, haar ‘toean’. Zij was zijn persoonlijke verzorgster en uit hun relatie kwamen vaak kinderen voort. De njai kan daarom worden beschouwd als de oermoeder van vele Indische mensen.
Met gevoel voor verhoudingen in de koloniale wereld weet Barney Agerbeek in Njai Inem tot in detail de omstandigheden te treffen, waarin een willekeurige njai omstreeks 1930 op een Sumatraanse plantage moet hebben verkeerd. Agerbeek nodigt de lezer uit om door de ogen van twee zeer diverse personages het schrijnende bestaan te doorvoelen van een ‘contractkoelie’. Het verhaal van de njai is doordrenkt met de geest van Midden-Java en geeft een overtuigend beeld van de ontreddering en het isolement van Inem, een sterke maar door het lot geknevelde vrouw.
‘De auteur weet zich verrassend goed te verplaatsen in zijn personages. De benadering van de Hollandse planter en de njai is uitermate genuanceerd.’ – Willem G. Weststeijn
Barney Agerbeek (1948) werd geboren in Surabaya en vertrok in 1952 met zijn ouders naar Nederland. Tijdens zijn lange, internationale bankloopbaan woonde en werkte hij in de jaren negentig gedurende vierenhalf jaar in Indonesië. Na zijn pensionering maakte hij de oversteek van de financiële wereld naar het domein van de literatuur en de beeldende kunst.
Hij is auteur van twee dichtbundels, Opzij van mensen (2003) en Elke dag is zondag (2005), en monografieën over Floris Meydam en Nelson Carrilho. Ook leverde hij bijdragen aan literaire tijdschriften als Nynade, Indische Letteren, Extaze en Avier. In 2013 debuteerde hij bij Uitgeverij In de Knipscheer met de verhalenbundel Schaduw van schijn.
Meer over Barney Agerbeek