Over ‘OOGST’ in Podium Mozaïek door Cees Luckhardt in Antilliaans Dagblad, 30 november 2022:
Delno ‘Denchi’ Tromp was vanuit Bonaire met strohoed speciaal door het storm- en regenachtige weer naar Amsterdam gekomen om de boekpresentatie bij te wonen met op de achtergrond zijn kunstwerken. Die zijn gebaseerd op de grottekeningen van de oorspronkelijke rechthebbende bewoners van de Benedenwindse Eilanden. Het drietalige boek ‘Marka Indjan – Indigenous Markings – Inheemse sporen’ met zijn kunstwerken, bevat grafische bewerkingen van 39 indiaanse rotstekeningen die aangetroffen zijn op Bonaire. Het boek zal niet te koop zijn maar gratis worden verstrekt aan scholieren op Bonaire. Uitgeverij In de Knipscheer liet onlangs de felkleurige kunst op grootscherm voorbijkomen, samen met de oogst aan Caribische boektitels. Eindelijk konden na twee jaar corona de boeken die vanaf 2020 zijn uitgebracht over Suriname en de Antilliaanse (ei)landen Aruba, Bonaire en Curaçao in een gevarieerd programma worden gepresenteerd. Verschillende auteurs waren ook persoonlijk aanwezig om hun publicatie toe te lichten, nieuwsgierigheid op te wekken door verwarring te stichten en een tipje van de sluier op te lichten. (…)
Lees hier of hier het verslag
Meer over ‘OOGST’
Meer over ‘Marka Indjan’
Tag: benedenwindse eilanden
«Giselle Ecury is in dit opzicht illustratief.» – Eric Mijts en Wim Rutgers
Over o.a. ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in ‘De diaspora van de identiteit’ in Ons Erfdeel, augustus 2014:
Er is in deze eeuw weer een groep auteurs ontstaan die op de ABC-eilanden en in Nederland werk van kwaliteit afleveren in het Nederlands: een nieuwe generatie Nederlands-Caribische auteurs. (…) In het werk van Giselle Ecury lezen we de dominante want steeds terugkerende thema’s als gemengde afkomst, interculturele relaties, het raadsel van de oorsprong en de zoektocht naar identiteit. We zien de steeds terugkerende dubbele setting in Nederland en het Caribisch gebied. Het perspectief ligt bij de uit dat gebied afkomstige personages. Ze vertellen hun levensverhaal in een taal die tegen het Papiaments aanleunt door het gebruik van met de eilanden gebonden specifieke woorden. Uit de thematiek vloeit een dubbelstructuur voort, waarbij verleden en heden elkaar raken en verzoend moeten worden. (…) ‘De rode appel’ (2013), is inhoudelijk opgebouwd als een tweeluik met de dubbelgeschiedenis van de twee hoofdpersonen Elisabeth en Nicki, die beiden het product zijn van een interculturele relatie, waarmee ze in het reine moeten zien te komen. Verleden en heden blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden door een dubbele terugblik: die van Elisabeth op haar au-pairtijd als jong meisje in Zuid-Frankrijk, waarnaartoe ze na dertig jaar terugreist om opheldering te krijgen over wat er toentertijd precies gebeurd is, en vervolgens van haar vriend Nicki, die haar zijn levensverhaal over zijn Curaçaose jeugd toevertrouwt, waarna ze dat opschrijft. (…) Voorlopig [zal deze groep] hun kracht nog zoeken in eigen kring om via die positie een brug te slaan, ook al worden deze auteurs nog (te) weinig opgemerkt of hooguit weggezet in het minderhedencircuit.
Lees hier het artikel
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Arubaans-Nederlandse schrijver laat zich inspireren door de Arubaanse vertelcultuur.» – drs. H.H. Puite
Over ‘Onder de watapana’ van Jacques Thönissen voor NBD/Biblion, 05-12-2013:
De moderne Arubaanse gemeenschap is verdeeld over Nederland en het eiland zelf, en zo komen ook de thema’s uit beide landen. De veertien verhalen in deze bundel geven het gewone leven van de bewoners van Aruba duidelijk weer.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Onder de watapana’
«Voor wie zich wil voorbereiden op een verblijf in Aruba en die wil weten hoe het leven daar is.» – Brede Kristensen
Over ‘Onder de Watapana’ van Jacques Thönissen in ‘Amigoe/Ñapa’, 5 oktober 2013:
Vanuit literair standpunt bekeken is 2013 mondiaal een superjaar. Althans in kwalitatief opzicht. Dat geldt ook voor het Caribische gebied en de Benedenwindse eilanden. De verhalen geven een beeld van Aruba en de Arubanen. Thönissen schrijft gemakkelijk en onderhoudend. Het boek eindigt met een grappig nanzi-verhaal, het beste in de bundel.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Onder de watapana’