Harman Nielsen – Esther

HARMAN NIELSEN
Esther

Nederland / Roman
Paperback, 200 blz., 15,75
ISBN 90-6265-521-1
Eerste druk 2001

Esther Kan gaat het niet om de toppen, het gaat om het klimmen. In haar zoektocht naar het paradijs dat acher de bergen lijkt te liggen, ontmoet ze gelijkgezinden, groepen klimmers die het eerder om de hoogte gaat. Het zijn vluchtige ontmoetingen die echter niet gespeend gaan van intense ervaringen en grote intimiteit, zeker met de vrouwelijke klimmers. Esther zoekt naar meer dan dat en vindt het inde grootsheid en eenzaamheid van de natuur; haar droom is een traverse van twaalf kilometer, klimmen over een wand waar geen einde aan komt, zonder dat je hoger moet of terug moet naar het dal.
Ze ontmoet Horst Brandl, een berggids en merkt dat ze net als voorheen door de bergen, nu door hem wordt aangetrokken. De gastvrijheid die ze bij hem en zijn oom Bonatti ondervindt maakt dat ze meer dan ooit naar de ijle hoogten van het hooggebergte terug wil, maar nu met Horst.
In het beeld dat, gelijk op met de vertelling, van haar uit graniet gehakt wordt door de beeldhouwster Hanna Kan, komen steeds duidelijker Esthers contouren naar voren, zoals ook haar leven in de vertelling steeds meer details krijgt. Maar gaandeweg ontdekt de lezer dat de avontuurlijke, erotische bergbeklimster het verzinsel is van de wat saaie en stille beeldhouwster, dat Esther de vrouw is die Hanna eigenlijk had willen zijn, een gebeeldhouwd zelfportret van haar alter ego.

De pers over Esther
«Onder de handen van beeldhouwster Hanna Kan ontstaat Esther, haar ‘andere’ of ‘nieuwe’ ik, die uit een blok graniet tevoorschijn komt. Eigenlijk is Esther het liefst alleen, althans in het begin van het boek. Hanna geeft Esther het nodige van haar karakter en achtergronden mee. Een passie die ze samen delen is de bergsport. Esthers eigenzinnigheid komt het best tot zijn recht in de bergen. Daar is ze in haar element, al valt het haar moeilijk haar beweegredenen te peilen. De hardheid van steen, de kou, het gevaar, een leven teruggebracht tot de essentie, tot het minimum, dat alles wordt op suggestieve wijze verwoord. Toch komt de lezer niet dichter bij de figuur van Esther of Hanna. Ze blijven raadselachtig, sfinxen. Esther moet het vooral hebben van de sfeervol vertelde klimtaferelen.» – Leeuwarder Courant