Carlos A. Aguilera – Speech van de dode moeder. Theater

VoorplatSpeech-75Carlos A. Aguilera
Speech van de dode moeder

theater
Cuba
inleiding en vertaling Nanne Timmer
gebrocheerd in omslag met flappen, 72 blz.,
€ 15,00
eerste uitgave 2019
ISBN 978-90-6265-776-6

Een Russische kat, een provincie en een moeder. Dat zijn de ingrediënten van de theatermonoloog Speech van de dode moeder, van Carlos A. Aguilera (1970). Schrijvers als Tadeusz Kantor, Bertolt Brecht en Heiner Müller klinken door in het stuk van deze Cubaanse schrijver. Waanzin en politiek-filosofische beschouwingen lopen vloeiend in elkaar over. In een spel van ritmiek en herhaling tegenover alledaags taalgebruik met absurde elementen onderga je als lezer de tirade van een moeder die tekeergaat tegen een zoon en een vader, een stel dooie dienders zonder eigen wil, uitgebeeld door twee levenloze poppen. In die tirade zit echter wel een logica – een paranoïde logica, en als je die gaat begrijpen, is het al te laat. Dan ben je verstrikt geraakt in de waan van moeder. Voor je het weet kan je geen kat meer zien zonder te denken dat je een Russische spion in huis hebt gehaald.

‘Een vrouw die een rekening te vereffenen heeft met haar familie, met de staat en met zichzelf. Een vrouw die niet te stoppen is, die geen blad voor de mond neemt. Ze ziet maar één oplossing: rigoureus de strijd aangaan met alles en iedereen. Een monoloog vol tragiek en beschouwingen over de moderne maatschappij. Vol spot, ironie en waanzin, te lezen als een parodie op de rioolpers.’ – Nanne Timmer, UD Latijns-Amerikaanse Literatuur, Universiteit Leiden.

‘Een uitzichtloze situatie, waar zelfs de beelden van Orwell nog als levendig en kleurrijk tegen afsteken.’ – Ralf Junke, Leipziger Zeitung

Carlos A. Aguilera (Havana, 1970) werd in Cuba en daarbuiten bekend door zijn poëzie en performances. Hij publiceerde in alle literaire genres: verhalen, novelle, roman, poëzie, essays en theater. Speech van de dode moeder (2012) werd eerder in het Duits vertaald en opgevoerd in Düsseldorf door het theatergezelschap Pigs’ Appeal. De bekende Mexicaanse criticus Christopher Domínguez Michael noemde zijn roman El imperio Oblómov (2014) in Letras Libres ‘een van de grote Latijns-Amerikaanse romans van de eenentwintigste eeuw’.

Meer over Cuba op deze site

«Omgetoverd van Vlaming tot Zeeuw.» – Mario Molegraaf

VoorplatBlauwSlik-75Over Stefaan van den Bremt en ‘Blauw silk’ in PZC (Provinciaal Zeeuwse Courant), 17 en 21 augustus 2017:
Stefaan van den Bremt, de Vlaamse dichter die sinds 2011 te Koudekerke woont, maakte verre reizen, maar zijn verhalen komen toch vooral van dichtbij. Om te beginnen uit de plaats waar hij in 1941 werd geboren, Aalst, gelegen tussen Gent en Brussel, vlakbij stroomt de Schelde. Heel lang woonde hij in Vorst, onderdeel van Brussel, zelfs publiceerde hij een bundel ‘Lente in Vorst’. En vervolgens dus Zeeland, ‘land van aankomst’ noemde hij het in een recent gedicht. (…) Zeer Zeeuwse zinnen maar zonder plaatsnaam erbij, altijd jammer voor wie naar literaire locaties zoekt. De plaatsnamen ontbreken ook in ‘Postscriptum’ uit ‘Blauw slik’ (2013): ‘Een boek van stuifwater en schuim’. (…) Het veelzeggendst blijft ‘Land van aankomst’, geflankeerd door ‘Land van herkomst’. (…) Waar hoort hij het meeste thuis? Laten we in ieder geval instemmen met dichter en bespreker Piet Gerbrandy die in 1998 een mooi stuk over Van den Bremt besloot met de oproep: ‘Poëzielezers aller Nederlanden, verenigt u en sluit deze Vlaming in uw hart!’
Lees hier de bijdragen van Mario Molegraaf over Stefaan van den Bremt
Meer over ‘Blauw slik’
Meer over Stefaan van den Bremt op deze site

«Heerlijk Extazenummer met een diversiteit aan literaire delicatessen.» – André Oyen

VoorplatExtaze21-72Over ‘Extaze 21 – Literatuur die het podium betreedt’ op Ansiel, 9 mei 2017:
Literatuur komt niet alleen tot ons in geschrifte. We horen literatuur op uiteenlopende podia: waar revues of musicals worden uitgevoerd, waar muziektheater te zien en te horen is, waar cabaretiers en podiumdichters hun zegje doen, waar zangers teksten zingen die bedoeld zijn om er goed naar te luisteren. En in dit nummer van Extaze, editie 21 al, wordt daar volop aandacht aan besteed.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Extaze 21’

«Lof voor de fraaie inhoud.» – Karel Wasch

VoorplatExtaze21-72Over ‘Extaze 21’, jrg. 6 nr. 1, op Leestafel, 17 april 2017:
Onder de bezielende leiding van Cor Gout en Els Kort stelt de redactie iedere keer een mooi nummer samen. (…) Dit maal is er in dit nummer aandacht voor literatuur op podia. (…) Verrassend is het acteren van Fred Florusse in dit nummer. Florusse stoft de komiek Johan Buziau (1877-1958) af. Van Buziau zijn een paar geluidsopnamen gemaakt en doordat ik die vroeger beluisterde, dacht ik dat hij meer een clown dan een tekstdichter was. Florusse maakt inzichtelijk dat hij die kant ook bezat. Gust Gils (1924-2002) trad in 1966 op tijdens de manifestatie Poëzie in Carré georganiseerd door de inmiddels ook al weer overleden Simon Vinkenoog. Gils was een podiumdier en schudde de lakens op met een vers dat ‘Dankzegging voor de bols’ heette. (…) Didi van Paris schrijft een mooi artikel over deze vergeten dichter, waar toch veel podiumdichters schatplichtig aan zijn. En Wim Michiel laat zien dat Bertolt Brecht zijn teksten al vroeg wilde laten klinken op podia en dat het dus niet zo raar is, dat hij zich later toelegde op teksten voor ‘Die Dreigroschenoper’. (…) Mooie gedichten in deze aflevering van o.a. Hanz Mirck en Dorien Dijkhuis. En ook de verhalen van Chris Ceustermans en Heidi Koren mogen er zijn.
Lees hier uitgebreider
Meer over ‘Extaze 21’

«Hij weet zijn eigen stem tot klinken te brengen: cerebraal en lyrisch tegelijk.» – Johan Reijmerink

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang‘ van Stefaan van den Bremt op MeanderMagazine, 14 juli 2015:
Stefaan van den Bremt toont zich in zijn nieuwste bundel Kromzang een belezen dichter die niet geheimzinnig doet over de bronnen die hem inspireren, of dat nu een lied van Bertolt Brecht of een tekst van Octavio Paz is. Zijn oriëntatie reikt over verschillende taalgebieden en literaturen heen. (…) Hij weet zijn persoonlijke herinneringen en lees- en kijkervaringen in wetenschap, kunst en natuur op een heldere wijze onder de woorden te krijgen. Van den Bremt is een dichter die met zo min mogelijk woorden probeert de ongrijpbaarheid van een niet te beredeneren herinneren en weten te vangen. (…) In de derde afdeling ‘Oude liedjes zingen krom’ passeren soms pijnlijke jeugdherinneringen die zich niet laten uitwissen. De liedjes van Van den Bremt liegen er niet om. Ze getuigen van verlies, verdriet, hang naar een genegenheid met mensen die hij toentertijd niet kon omvatten en begrijpen. Nu hij verder op zijn levensweg gevorderd is, kan hij net als Kierkegaard de gebeurtenissen achterwaarts begrijpen. (…) Zijn intentie om structuur te geven aan zijn bundels ontneemt hem niet de kans om open te staan voor wat hem toevalt. De traditie houdt hij sterk in ere. Desondanks weet hij zijn eigen stem tot klinken te brengen: cerebraal en lyrisch tegelijk. Zijn taal is helder van zegging met soms verrassende beelden. Ik vond het een leerzame en aangename kennismaking met deze rijke poëzie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van de Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer