«‘Red mij niet’ moest zijn pen uit omdat het ’vanbinnen zo duwde’.» – Mitzie Meijerhof

Opmaak 1Interview met Meine Fernhout over ‘Red mij niet’ in Haarlems Dagblad, 1 oktober 2022:
Wat moet de wereld met mensen die niet op de wereld willen zijn? Auteur Meine Fernhout gaat in roman ‘Red mij niet’ terug naar het moment dat hij zijn broer moest identificeren. (…) In die identificatie zit voor de schrijver de kern. “Daar moest ik iets mee, en dat werd ’Red mij niet’. Dat heeft dus moeten wachten tot nu.” (…) Fernhout ging altijd spaarzaam om met vertellen over de geschiedenis van zijn broer. “Ik heb het slechts bij enkelen ter sprake gebracht. Sinds ik mijn verbeelding erop losgelaten heb, is het makkelijker geworden er over te praten. Zie ik het scherper. Zonder de verzinsels die in het verhaal staan, is het alsof ik die ‘echte’ werkelijkheid beter kan plaatsen.’’ (…) De geschiedenis van iemand die zo aan het leven heeft geleden, gebruiken voor een deels verzonnen verhaal? Dat mag, het moest vond de schrijver. “Het bleek alleen vertelbaar te kunnen worden met de invoering van een alter ego, dat mij door de crash van een Turks vliegtuig in 2009 vlak bij de A9, zomaar in de schoot werd geworpen.” (…) Het beeld van dat vliegtuig veranderde voor Fernhout in een scene voor zijn boek. “Toen ik er voor de zoveelste keer langs reed, zag ik daar ineens een man lopen in een regenjas, een beetje besmeurd, moeilijk lopend. Een man die uit een neergestort vliegtuig komt, in een taxi stapt, de hele boel achter zich laat en overleeft op eigen kracht.’’ Precies het omgekeerde van wat de broer van Fernhout wilde. “Hij wilde de boel ten einde laten lopen, ook op eigen kracht.”
Lees hier het interview/artikel
Meer over ‘Red mij niet’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het verhaal wilde eruit.»

Opmaak 1Peter Hovestand interviewt Meine Fernhout n.a.v. ‘Red mij niet’ in Schakels Magazine, jrg. 59, nr.3, september 2022:
“Het verhaal wilde eruit. Voordat ik ‘De blinde kamer’ voltooide, heb ik al geschreven over mijn broers leven. Meer uitgevers zagen er met wat aanpassingen een heel goed zelfhulpboek in. Dat was helemaal niet mijn bedoeling en ik heb het laten liggen. Ik kreeg weer een duw in de rug door de crash van dat Turkse vliegtuig bij Schiphol. Veel automobilisten zagen dat vliegtuig wekenlang naast de snelweg liggen. Ik reed daar ook voor de zoveelste keer langs en ik zag ineens in gedachten daar een man lopen in een regenjas, een beetje besmeurd, moeilijk lopend. Die man werd al snel voor mij heel echt; een man die uit een neergestort vliegtuig komt, die de hele boel achter zich laat en overleeft op eigen kracht. Dat is het omgekeerde van wat mijn broer wilde, die wilde de boel ten einde laten lopen, maar ook op eigen kracht. Die tegenstelling ging mij in de loop van de tijd steeds meer bezighouden. Zonder dat ik er erg bewust mee bezig was vond ik door die ene man bij dat vliegtuig de vorm om mijn eigen verhaal te kunnen vertellen. Hoe zoiets werkt, ik weet het niet.”
Lees hier het artikel
Meer over ‘Red mij niet’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een indrukwekkend, meeslepend relaas.» – Ed Bausch

Opmaak 1Over ‘Red mij niet’ van Meine Fernhout in Bergens Nieuwsblad, 13 juni 2022:
(…) “Mijn leven lang ben ik spaarzaam omgegaan met wat er gebeurde met mijn twaalf jaar jongere broer. Nu ik het zo heb opgeschreven, geromantiseerd, is het beter te plaatsen, is het als het ware van werkelijkheid naar fictie gegaan. (…) Ik moest als jongeman het lichaam van mijn broer identificeren, dat was aan komen drijven tussen de pieren van IJmuiden. Hij had het een keer gezegd, tegen mij als kleine jongen: ‘Je moet niet verbaasd zijn als ik er op een dag niet ben.’ (…) Woede, verbazing, onbegrip, verwondering. Al die jaren heb ik dat allemaal om beurten bij me gedragen in een voortdurende carrousel van gevoelens over de gebeurtenissen van toen. Door mezelf als een verzonnen persoon in de situatie met de andere verzonnen persoon in het boek te plaatsen ben ik het gaan begrijpen.’ (…) Meine Fernhout werd, nog in HBS-tijd, gitarist in de roemruchte Bintangs. Hij studeerde sociale wetenschappen, werd journalist, docent, hoofd educatie bij het Frans Hals Museum en uiteindelijk directeur van de Academie voor Beeldende Vorming, nu de Breitner Academie. (…)
Lees hier het interview
Meer over ‘Red mij niet’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer

Meine Fernhout – De blinde kamer. Roman

Opmaak 1Meine Fernhout
De blinde kamer

roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
334 blz., € 19,50
eerste druk november 2015
tweede druk 2022
ISBN 978-90-6265-881-7

‘Wie het licht stil zet, haalt de adem uit het leven.’

Meine Fernhout vraagt zich in zijn debuutroman De blinde kamer af hoe dat zit: materie en geest. Rick Alting von Geusau doet niet veel anders sinds hij als puber in ‘de blinde kamer’ kennismaakte met de boekenkast van zijn grootvader. Zijn obsessie betreft de relatie tussen goddelijk licht en natuurlijk licht. In de bizarre geschiedenis die deze vierenveertigjarige neurotische filosoof in afwachting van zijn proces beschrijft, maken we kennis met de villa in Bergen aan Zee waar hij opgroeide. In deze omgeving heeft het licht de goede intensiteit gehad om zijn illusies te voeden. Tijdens een bijbaantje als taxichauffeur vervoert Rick geleerden van luchthaven naar congres. Hij krijgt zicht op de grote vragen van vandaag. De overmoed van de materialisten die alles tot stof willen reduceren irriteert hem mateloos. In Parijs bezoekt hij de inspirerende colleges van Lacan, een hippe psychiater die een heel ander geluid horen laat.

Terug in Amsterdam ontspoort een taxirit met een Belgisch psychiater volledig. Dan overlijdt zijn moeder. Juist in deze periode vol frustraties wordt een congres gewijd aan het experiment van het ‘stil gezette licht’. Het Teylers Museum, waar hij werkt, lijkt de ideale plek voor de afsluiting daarvan. Rick pleit tijdens zijn speech voor een natuurkunde die zichzelf zo oprekt dat er plaats komt voor zoiets als de geest. Vervolgens neemt hij ontslag en reist naar het Noorden. Onderweg leest hij in de krant dat hij wordt gezocht. De vrouwelijke natuurkundige die het lukte om ‘het licht stil te zetten’ blijkt in het Spaarne, de rivier waaraan het museum ligt, verdronken te zijn. Ricks toespraak en contacten met haar leiden tot zijn verdenking. Hij belandt in een cel van de Koepel, het Huis van Bewaring te Haarlem.

‘Hoe ons lichaam zich verhoudt tot dat wat denkt, praat, schrijft, is een buitengewoon twijfelachtig geheel. Wat praat en doet, zoekt zijn manifestatie langs de wetten van de stof en de wetten van de straling. Een eeuw geleden is er voor de relatie tussen beide een formule gevonden. Dat heet wetenschap; het wordt op grote schaal toegepast en niemand begrijpt er echt iets van.’

Meine Fernhout (Velsen, 1946) maakte zijn school niet af en werd gitarist in de Bintangs. Hij studeerde daarna sociale wetenschappen met filosofie als bijvak in Amsterdam en Utrecht alsmede museologie in Leiden. Hij was vervolgens werkzaam als kunstcriticus, maker van tentoonstellingen in het Frans Halsmuseum in Haarlem, docent in het kunstonderwijs en ten slotte als directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. Hij woont afwisselend in Frankrijk en Nederland.

Meer over ‘De blinde kamer’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer

Meine Fernhout – Red mij niet. Roman

Opmaak 1Meine Fernhout
Red mij niet

roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
192 blz., € 18,50
ISBN 978-94-93214-63-7
eerste uitgave mei 2022

Red mij niet is een verhaal over rouw, over autonomie en over het belang van familierelaties. Hugo den Hertog, krantenjournalist, is verstrikt geraakt in zijn werk en in zijn leven. Terwijl hij nog rouwt om de dood van zijn vrouw, vraagt een reportage over de ontwikkelingen rond Schiphol om afronding. Dan stort een Turks toestel neer op de akker van zijn buurman. Uit het gehavende vliegtuig vindt een man zijn weg naar buiten, via de achtertuin van de journalist zoekt hij zijn weg, stapt tussen alle ambulances in een taxi en rijdt weg. De aanblik van deze man brengt bij Hugo een schok teweeg, een herinnering aan zijn oudere broer Joost die lang geleden uit zijn leven verdween. Is hij inderdaad in IJmuiden van de pier gesprongen? Als Tijmen, de man die uit het vliegtuig kwam, reageert op een artikel van Hugo, ontstaat er een vriendschap. Tijmen wordt de katalysator in de zoektocht naar het geheim van Joost. Ook hij worstelt met zijn eigen verleden en Hugo ontdekt dat hij op onduidelijke wijze betrokken is bij de schimmige praktijken die de havenstad IJmuiden altijd heeft gekend. Een confrontatie met de verlatenheid die in de haven hangt, helpt Hugo tot inzicht te komen over de mogelijke achtergronden van het leven van zijn oudere broer. Op een dag vaart Hugo mee op het zeilschip van Tijmen. Zij passeren de plek tussen de pieren waar Joost jaren geleden verdwenen is. Uiteindelijk komt er een antwoord over de verloren broer.

Meine Fernhout (1946, Velsen) werd in zijn jeugd indringend geconfronteerd met een twaalf jaar oudere broer die niet kon, niet wilde leven. In Red mij niet heeft de auteur de manier waarop hij dit als kind en jongvolwassene heeft ondergaan, geobjectiveerd in een verhaal. Zo is gaandeweg de prikkel tot het schrijven van dit verhaal omzwachteld door de kennismaking van de verteller met een man die op eigenzinnige wijze een vliegtuigcrash verwerkt. Ook hij wil niet gered worden. De pijn van een diepe oude wond lost op door de ontmoeting met ‘de man die naar zijn werk ging’.

Zijn leven heeft mij van jongs af aan bezig gehouden. Eerst als raadsel, later heeft het mij kwaad gemaakt en uiteindelijk heb ik stappen genomen, waarvan ik mij heb afgevraagd of ik dat had mogen doen. Toen hij eenmaal vermist was, verdween hij zo goed als uit mijn hoofd. Maar niet voorbij de horizon. Want jaren later flikkert er een vliegtuig neer, daar kom jij uit en nu is hij er weer. Waarom hem niet geholpen?

Meine Fernhout was ooit gitarist tijdens de eerste roemruchte jaren van de Bintangs. Hij studeerde sociale wetenschappen en werkte in musea en in het kunstonderwijs, de laatste jaren als faculteitsdirecteur bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, de huidige Breitner Academie. Van Meine Fernhout verscheen in 2015 de roman De blinde kamer, en in 2018 De stem van het vuur, bij Uitgeverij In de knipscheer. Red mij niet is gebaseerd op zijn eigen geschiedenis.

Over De blinde kamer schreef NBD / Biblion: ‘De roman is een boek van het dualisme: wetenschap tegenover mystiek, materialisme versus geborgenheid’. En André Oyen op Ansiel: ‘Een doorwrochte ideeën-roman’. Over De stem van het vuur schreef Peter de Rijk: ‘Een vorm van faction die je in Nederland zelden tegenkomt’.

Meer over ‘De blinde kamer’
Meer over ‘De stem van het vuur’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Oscar Bentons laatste leven.» – Dieter van den Bergh

OscarBentonOver ‘Oscar Benton – I’m Back’ van Mees en Roel van Dalen in VPRO Gids nr. 8, 20 februari 2021:
(…) Een broze man met dunne grijze haren stiefelt achter een rollator door een verpleeghuis. Hij bestelt een vruchtensapje. Even later haakt hij in bij zijn hoogbejaarde huisgenoten en deint mee op ‘Het kleine café aan de haven’. Weinig verraadt hier dat we te maken hebben met een voormalig podiumbeest, iemand die ooit begeleid werd door bodyguards de bühne opkwam. (…) Eind jaren zestig, begin jaren zeventig maakt hij furore met zijn Oscar Benton Blues Band, die belangrijke (Chicago-)bluesplaten aflevert en waar bluesband Barrelhouse uit voortkomt. Hij krijgt een plek in de Dutch Blues Hall of Fame, maast mensen als Harry Muskee, Rob Hoeke en Eelco Gelling. De Haarlemmer is gezegend met een schuurpapieren stem die zich ergens tussen die van Tom Waits, Van Morrison en Joe Cocker bevindt. Begin jaren tachtig scoort hij een merkwaardige wereldhit – hier over het hoofd gezien. (…) In 2006 valt hij na overmatig drankgebruik thuis van de trap. Hij komt terecht op de punt van een tafel, die zich dwars door zijn schedel boort. Met zwaar hersenletsel ontwaakt hij uit een coma en na het ziekenhuis belandt hij in verzorgingstehuis Velserduin in IJmuiden, waar hij anoniem en hulpbehoevend zijn dagen slijt. Gelukkig voor hem zijn daar nog zijn ex-vrouw, een vriendin en de broers Guus en Johnny Laporte, gitaristen met wie Benton jarenlang speelde, die zich opwerpen als mantelzorgers. (…)
2Doc: Oscar Benton – I’m Back, dinsdag 23 februari 2021, NPO 2, 22.40-0.05 uur
Lees hier verder
Meer over ‘De zeven levens van Oscar Benton’
Meer over Peter Bruyn bij Uitgeverij In de Knipscheer

Meine Fernhout – De stem van het vuur. Roman

Opmaak 1Meine Fernhout
De stem van het vuur

roman
Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
214 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-500-7
eerste druk oktober 2018

In De stem van het vuur laat de hoofdpersoon Derk K. de op hem verliefde Aartje, student aan de kunstacademie, kennismaken met een beroemd schilderij. Hij geeft daarbij een geheel eigen interpretatie. De titel is een op het eerste gezicht aandoenlijke vraag: wie is er bang voor rood, geel en blauw? Het immense doek is bewonderd en verguisd. De restauratie na een grondige vernieling, veroorzaakte grote opwinding. De magie van het intens rode vlak zou volgens kenners zijn verdwenen. Het schilderij is niet meer hetzelfde. Dan wordt Derk ernstig ziek. Als Aartje is vertrokken, ondergaat hij een hersenoperatie. Zijn klachten verdwijnen zo goed als, maar bijeffecten veranderen zijn gedrag. Is híj nog wel dezelfde? Beïnvloed door ‘Wie is er bang…..’ maakt Aartje nieuw werk, waarin zij haar eigen oplossing vindt. Uit dat werk spreekt een verbond dat ze beiden laat ontsnappen aan hun beperkingen. Hun geschonden liefde wordt opgetild. Zo stelt het verhaal de vraag naar betekenis van herstel.

Meine Fernhout (Velsen, 1946) was in de jaren zestig slaggitarist in de Bintangs, hij studeerde af in de sociale wetenschappen op een kunst-sociologisch onderwerp, werkte vervolgens in de museumwereld en werd directeur van een kunstacademie. In 2015 verscheen zijn debuutroman ‘De blinde kamer’.

NBD / Biblion over ‘De blinde kamer’: «De roman is een boek van het dualisme: wetenschap tegenover mystiek; rationalisme versus romantiek; materie versus geest; materialisme versus geborgenheid. De roman, met daarin veel kennis over licht-natuurkundigen, bevat heftige wetenschapskritiek. Een ideeënroman die zeker de moeite loont.»

Arti Kraaijeveld † 1 mei 2018

ArtiKraaijeveld2Begin september 2010 kreeg ik een mailtje van Frank Kraaijeveld, dat de Bintangs in 2011 50 jaar zouden bestaan, dat hij een uitgever zocht om ter gelegenheid daarvan een boek te maken. En omdat hij mijn in 1997 overleden broer Jos Knipscheer had gekend dacht hij dat In de Knipscheer wel eens geïnteresseerd zou kunnen zijn.
Mijn broer Jos en ik begonnen in 1976 een literaire uitgeverij. Eind 1978 o.a. versterkt met mijn partner in leven en werk Anja Brandse. Jos was eind jaren zestig en in de jaren zeventig popjournalist en schreef vanaf de oprichting met regelmaat voor Muziekkrant Oor. En ook ik schreef in 1976, 1977 een paar stukken voor Oor. Maar als je een boekenuitgeverij begint, kun je andere zaken en hobby’s wel vergeten. Dus dat was het einde van ons beider werk voor o.a. Oor. Maar goed, Jos schreef o.a. dus ook over de Bintangs en later nog over Circus Kraaijeveld. Jos was net als Frank Kraaijeveld een grote fan van de Indiaanse muzikant Link Wray en ook onder de indruk van diens producer Steve Verocca met wie later de Bintangs in 1975 ‘Genuine Bull’ zouden opnemen. Volgens Frank is Jos daarvoor zelfs mee geweest naar de Rockfield Studios in Wales.
Grappig genoeg ben ik dan weer een paar keer thuis op bezoek geweest bij mijn leeftijdgenoot Arti Kraaijeveld. Dat moet begin jaren ’70 geweest zijn. Mijn toenmalige vrouw Loes werkte in die jaren met Arti’s vrouw in een Bruna boekhandel in Amsterdam. Ik vond dat natuurlijk wel spannend, want Loes kwam uit deze contreien (Kennemerland en de IJmond), en we waren in onze verkeringstijd vanaf 1966 in deze regio met enige regelmaat naar lokaal gevierde bandjes gaan kijken zoals Rob Hoeke en ook de Bintangs, want op mijn netvlies staat nog het beeld geëtst van Arti met lang haar in een lange jas die zijn onnavolgbare soli met zijn rug naar het publiek toe speelde.
Dat boek is er gekomen: ‘Bintangs Fifty Fifty’ en twee jaar later nog een tweede Bintangsboek: ‘Rhythm & Rhyme’. Maar Arti zat al decennialang in Spanje en heb ik nooit meer gezien.

franc knipscheer

Nog een keer Travelling in the USA (2016)
Meer over Frank Kraaijeveld en Bintangs bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Roman van het dualisme die zeker de moeite loont. » – Jos Radstake

Opmaak 1Over ‘De blinde kamer’ van Meine Fernhout voor Biblion, 20 januari 2016:
In deze roman van Meine Fernhout (1946, ooit gitarist bij de Bintangs, museoloog, filosoof en kunstdocent) vertelt de hoofdpersoon vanuit de Koepelgevangenis zijn verhaal. Rick Alting von Geusau wordt ervan verdacht een innig bevriend natuurkundige, een vrouw die erin geslaagd zou zijn het licht stil te zetten, te hebben vermoord. Vanuit de gevangenis vertelt hij over wat hem in zijn leven is overkomen. Een bepalende jeugd – zonder vader, maar met een bijzondere moeder – in Bergen aan Zee, in een apart huis met een blinde kamer (de bibliotheekkamer van zijn grootvader, waarin hij alle kennis, vooral filosofisch en natuurkundig, tot zich nam) belicht hij. Over zijn studie, bijbaan als taxichauffeur en baan in het Teylers Museum wordt geschreven en over zijn pogingen het licht te begrijpen. De roman is een boek van het dualisme: wetenschap tegenover mystiek; rationalisme versus romantiek; materie versus geest; materialisme versus geborgenheid. De roman, met daarin veel kennis over licht-natuurkundigen, bevat heftige wetenschapskritiek. Een zware ideeënroman die zeker de moeite loont.
Meer over ‘De blinde kamer’

Maandag 7 december Meine Fernhout op Amsterdam FM-Radio

Opmaak 1Interview van 16.30 tot 17.00 uur met Meine Fernhout over het romandebuut van deze oud-Bintangsgitarist en voormalig directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. ‘De blinde kamer’ is een terugblik op het leven van de hoofdpersoon Rick, geschreven in een cel van het Huis van Bewaring . Hij wordt verdacht van de verdrinking van de vrouwelijk natuurkundige die erin is geslaagd “het licht stil te zetten”. Haar lichaam werd gevonden in het Spaarne, recht tegenover het Haarlemse Teylersmuseum waar Rick werkte en waar hij in een toespraak, bedoeld ter ere van het licht-experiment, zijn gevoelens kenbaar maakt. Hij heeft zich vanaf het begin afgevraagd of zij niet te ver was gegaan. “Wie het licht stilzet, haalt de adem uit het leven”. Het boekenuur van het programma Kunst & Cultuur op Amsterdam FM-Radio, wordt live vanuit de Openbare Bibliotheek Amsterdam uitgezonden en kan (op de 4de etage van de OBA, op loopafstand van Centraal Station) door belangstellend publiek worden bijgewoond.
Luister hier naar de uitzending
Meer over ‘De blinde kamer’