«‘Te leven op duizend plaatsen’ is het lezen zeker waard.» – Joost van der Vleuten

Over ‘Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901 – 1940’ van Rob Groenewegen op Literair Nederland, 26 januari 2012:
Groenewegen doet alle moeite doet om de wereld van de schrijver tot leven te wekken. Hij geeft een beeld van Rotterdam in de eerste decennia van de twintigste eeuw, dat zich schoksgewijs ontwikkelde tot wereldhaven. Hij beschrijft het culturele leven: het was de tijd van de filmliga, de charleston en de grammofoonplatenfeestjes, de tijd ook van nieuwe zakelijkheid, vitalisme en futurisme. Groenewegen schetst de gecompliceerde veelvormigheid van de Nederlandse literatuur uit die tijd, met allerlei avant-gardebewegingen die over elkaar heen tuimelen. En hij doet een verdienstelijke poging de waardering van Otten en vele anderen voor het fascisme en andere autoritair-populistische stromingen te begrijpen in de context van hun tijd. (…) Rob Groenewegen heeft het allemaal grondig uitgezocht, opgeschreven en met gulle hand van illustraties voorzien.

Lees hier de recensie

Meer over deze biografie

‘Groenewegen slaagt wonderwel.’ ‘Mooie biografie zet aan tot het ontdekken van Ottens literaire werk.’

Historisch Nieuwsblad over ‘Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940’ (nummer 01, jaargang 2012):
Iets te dikke, maar mooie biografie van de jong gestorven Rotterdamse schrijver en wetenschapper Jo Otten, die in 1928 promoveerde op een interessant proefschrift over het Italiaanse fascisme. Groenewegen geeft een levendig beeld van het literaire leven in het Interbellum, waarin Otten contact had met essayist Menno ter Braak. Beiden stierven in de meidagen van 1940: Ter Braak door zelfmoord, Otten door een bombardement. Waar Ter Braak een plek in de literatuurgeschiedenis verwierf, raakte Otten in de vergetelheid. Groenewegen doet een poging hem daaraan te ontrukken en slaagt wonderwel. Hij schetst het beeld van een overgevoelige en eenzame jongen, die zijn heil zocht, en vond, in boeken. Lezing van dit proefschrift, waarvan deze uitgave een handelseditie is, zet aan tot het ontdekken van Ottens literaire werk.

Bart Temme tipt Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940 van Rob Groenewegen

Tzum.info presenteert de must reads van 2011! (zaterdag 31 december 2011)

Een biografie die nauwelijks aandacht heeft gekregen van recensenten. En dat is jammer. Het komt ongetwijfeld doordat biograaf Rob Groenewegen het leven beschrijft van een vergeten schrijver: Jo Otten. Otten heeft geen zogenaamde ‘klassiekers’ op zijn naam staan, wordt in geen enkele literaire canon genoemd, heeft nooit een literaire prijs gewonnen. Het enige werk dat van hem nog leverbaar is, is: Bed en wereld (een herdruk bij Uitgeverij In de Knipscheer). Toch schreef hij voor zijn tijd modernistische verhalen. Groenewegen beschrijft nauwkeurig het leven van de schrijver. Fijn is ook dat Groenewegen zeer uitgebreid én adequaat over Forum schrijft – Otten had namelijk contact met Menno ter Braak en publiceerde zijn werken in een tijd dat de mannen van Forum het literaire landschap overheersten. Het is een zeer toegankelijke biografie geworden. Groenewegen is nu bezig met een biografie over Victor E. van Vriesland – The Leading Man van de Nederlandse literatuur. Het is nog onduidelijk of hij een subsidiebeurs krijgt van het Nederlands Letterenfonds. Met deze biografie over Jo Otten heeft Groenewegen aangetoond dat hij over de kwaliteiten beschikt om over Van Vriesland te schrijven. Zie

Literatuurplein.nl over de biografie over Jo Otten door Rob Groenewegen

«Soms is het mogelijk om een boek van 814 pagina’s samen te vatten in een foto. De foto van Jo Otten die de omslag van zijn biografie siert heeft die kwaliteit. We zien een jongeman met strak achterovergekamd haar. In zijn ogen zit iets angstigs, de rechte neus toont wilskracht. Zijn sensuele mond, en vooral de neerhangende hoeken daarvan, verraden de twee kanten die hij had: levenslust en frustratie. Otten heeft zo vaak verongelijkt gekeken dat zijn gezicht ernaar is gaan staan. Het mag duidelijk zijn dat de negenendertig jaar die hij leefde niet van een leien dakje zijn gegaan. Rob Groenewegen brengt dit leven in kaart. Het is een prestatie die bewonderenswaardig is. Van de wereld die Otten kende is weinig overgebleven. Toch wist Rob Groenewegen genoeg boven water te halen. Hierdoor komt niet alleen Jo Otten maar ook literair Nederland ten tijde van het interbellum tot leven.»

Lees verder

Rob Groenewegen – Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten

Rob Groenewegen
Te leven op duizend plaatsen
Jo Otten 1901-1940. Biografie

Genaaid gebonden, met stofomslag en leeslint
832 blz., geïllustreerd ca. € 45,00
ISBN 978-90-6265-665-3
Te verschijnen: september 2011

De Rotterdamse schrijver Jo Otten zocht tijdens het interbellum naar erkenning, maar moest vanuit de kantlijn van de literatuur machteloos toezien hoe zijn medestrevers, onder wie de essayist en criticus Menno ter Braak, de dienst uitmaakten. Dit boek schetst Ottens ontwikkelingsgang. Het is het tragische verhaal van een hypersensitieve intellectueel die zichzelf isoleerde van zijn tijdgenoten door zijn emoties te etaleren en zich in woord en gebaar te verzetten tegen de wetmatigheden die hem hinderden in zijn geestelijke bewegingsvrijheid.

Het gevoel en de verbeelding, het verstand en de werkelijkheid: het zijn de belangrijkste thema’s in dit boek. In het zicht van een nieuwe wereldoorlog trachtte Otten een geschikte balans te vinden tussen deze ongelijksoortige grootheden, waarbij hij zich liet leiden door angst. Van dit proces deed hij onder meer verslag in zijn caleidoscopische novelle Bed en wereld (1932) en het theoretische supplement, het modernistische essay Mobiliteit en revolutie (1932), dat als bijlage in dit boek is opgenomen.

Literatuur, architectuur, studentenleven, film, politiek en filosofie komen samen in deze biografie, waarin tevens een beeld wordt geschetst van het literaire leven van Rotterdam tijdens het interbellum. Als uniek document is aan dit boek een causerie toegevoegd van de Rotterdamse journalist-schrijver Ben Stroman (1902-1985), die in 1940 zijn licht liet schijnen over de ‘letterkundige schimmels en kasplanten’ van de Maasstad.

«Jo Otten was een romanticus uit Rotterdam. Het lijkt een contradictio in terminis, maar die karakterisering geeft precies de sfeer van de man en zijn tijd weer: dynamisch, controversieel. Otten was een eenzaat, een rusteloze reiziger, een gekweld mens. Verlegen en stoutmoedig, ambitieus en arrogant, talentvol en maar half geslaagd als schrijver, een persoonlijkheid waar je niet makkelijk de vinger achter krijgt. Juist doordat er over hem weinig of geen voorgekookte kennis bestaat, lezen we zijn biografie met de onbevangenheid die garant staat voor verrassingen. Het interbellum, dat we zo goed kennen via de mannen van Forum en al wat er over hen is geschreven, krijgt diepte in de uitstekende biografie van Jo Otten door Rob Groenewegen.» – Nelleke Noordervliet

Wim Verbei – Boom’s Blues + cd

WIM VERBEI
Boom’s Blues. Muziek, journalistiek en vriendschap in oorlogstijd
Biografie. Nederland
Genaaid gebonden, rijk geïllustreerd, groot formaat, 288 blz.
ISBN 978-90-6265-667-7 50 € 34,50
Eerste uitgave 2011. Uitverkocht; zie tweede oplage

Eind jaren zestig van de vorige eeuw verscheen bij een Londense uitgeverij een reeks van dertien Blues Paperbacks onder hoofdredactie van Paul Oliver. Op diens bureau belandde na omzwervingen het manuscript Laughing to Keep from Crying, in 1943 door de Amsterdammer Frank (Frans) Boom op 23-jarige leeftijd geschreven en daarmee de allereerste studie over blues ter wereld. Op de achterflap van de laatste drie delen van Blues Paperbacks in 1971 en 1972 werd de uitgave aangekondigd. Het boek zou evenwel niet verschijnen en het manuscript raakte (opnieuw) spoorloos.

De Nederlandse blueskenner, -promotor en -publicist Wim Verbei (Holland Blues Festivals, Blues-Teach-In, Mr. Blues, Hitweek, Jazzwereld, Muziek-krant Oor) ging in oktober 1996 op zoek naar het verloren gewaande manuscript en naar het verhaal achter de auteur. Het manuscript, oorspronkelijk met de titel The Blues. Satirical Songs of the North American Negro, vond hij al na een paar maanden terug. Maar om erachter te komen wie Frans Boom was (in 1953 overleden in Indonesië) kostte hem meer dan 10 jaar.

Boom’s Blues is een opmerkelijke biografie geworden en vertelt hoe en wanneer Nederland kennis maakte met Afrikaans-Amerikaanse bluesmuziek. En over de even dramatische als bijzondere vriendschap tussen Frans Boom en de jazzcriticus en musicoloog Will Gilbert die in de oorlog voor de Kultuurkamer bleek te werken en aan de wieg stond van het door de Duitsers uitgevaardigde Jazzverbod.

Boom’s Blues wordt genaaid gebonden uitgegeven op het vierkante formaat waarop ook o.a. de boeken over CCC Inc. Een band en Doe Maar. Lijf aan lijf verschenen. Het boek eindigt met de volledige Nederlandse tekst van De Blues. Satirische Liederen van de Noord-Amerikaanse Neger van J. Frank G. Boom, is rijk geïllustreerd met historische foto’s en documenten en bevat een cd met 24 bluesnummers die Frans Boom in zijn collectie had en/of verwerkte in zijn manuscript.

Ernst Jansz – Molenbeekstraat. Boek en CD

ERNST JANSZ
Molenbeekstraat. Een liefdeslied – Boek en CD

Nederland – Nederlands Indië, Biografische roman, 1948-1970
Omslagtekening Peter van Dongen
Ingenaaid met flappen, 272 blz., met Liedteksten en incl. 16 fotopagina’s € 28,50
ISBN 978-90-6265-579-3
Derde herziene en uitgebreide druk 2007

Molenbeekstraat is een prachtig dubbelportret in woord en muziek, een dubbelbiografie van twee generaties, waarin Ernst Jansz na De Overkant huiswaarts keert.

De Amsterdamse Molenbeekstraat, Ernst Jansz werd er geboren en woonde er tot zijn 21ste, is de plek waar de hoofdstukken in dit boek, die dezelfde titels dragen als de 14 nummers op de bijgevoegde CD, zich afspelen of hun oorsprong vinden. Want behalve over leven en liefdes van de verteller, Ernst, gaat Molenbeekstraat ook over de andere bewoners van ‘dit huis boven de grote portiek’, met name over het lief en leed van zijn moeder Jopie en zijn Indische vader Rudi. Beide verhalen zijn een ontroerend, en soms tragisch, liefdeslied.

Jansz ziet zijn eigen jeugd tot in detail terug als hij het huis leegruimt bij het vertrek van zijn moeder naar een verzorgingstehuis. Van kleuterschool tot universiteit in de woelige jaren zestig, van geluk en verdriet, van samen op pad met zijn vader tot diens dood toen hijzelf nog maar een jongen van zeventien was, van vroege vriendinnetjes tot een allereerste liefde, die hij zich in datzelfde jaar laat ontglippen, van dwalend van feest naar feest tot liftend naar het buitenland, van luisteren naar Blonde on Blonde en De Stones tot het eerste eigen bandje met zijn vrienden Huib en Joost.
Maar ook het leven van zijn ouders trekt aan hem voorbij als hij de laatste dozen opent met tal van brieven, foto’s en spulletjes. Hun ontwapende verliefdheid eind jaren dertig, zo op de proef gesteld door de oorlog die hen in het verzet dwingt, het trauma dat Rudi daar later steeds zichtbaarder aan overhoudt, Rudi’s eenzame strijd voor een vrij Indonesië, hun huwelijk van 1940 tot Rudi’s dood in 1965, dat evenwel korte tijd ontbonden was.

«Zijn eerste liefde, de jaren zestig, zijn Indische vader en diens vroege dood worden liefdevol beschreven en bezongen.» – NBD/Biblion

«Hij geeft het verleden vleugels.» – Het Parool
Zie voor CD ook www.V2music.nl