«In Nederland hebben ze er bovendien een gewaardeerd schrijver bij.» – Hendrik Vanhee

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz op Written in Music (België), 19 maart 2025:

In de Vlaamse Radio 1 Vox Top 30 is momenteel bijna als vreemd eendje in de bijt Als de avond valt binnengetuimeld. (…)  Een ontroerend liefdesliedje dan ook van de Nederlander Ernst Jansz en hij zingt het breekbare kleinood pakkend in een wondermooi duet met zijn dochter Luna. De tekst bevat zinnen die nog door zijn vader zijn geschreven in een brief vanuit een Indisch concentratiekamp en gestuurd naar zijn moeder. Ernst Jansz is, inderdaad, de oprichter, toetsenist en zanger van het legendarische Doe Maar. (…) Daarnaast was Jansz ook vele jaren begeleider, bandleider en producer bij Boudewijn de Groot en daarnaast was hij zeer nauw betrokken bij de tournees en albums van de betreurde Bram Vermeulen. Minder geweten is waarschijnlijk dat hij sinds 2000 ook solo is gegaan en hij aldus bij regelmaat én succesvol, ingetogen, intimistische Nederlandstalige liedjes maakt. Hij bracht daarbij onder meer een geprezen album vol Bob Dylan-songs uit in het Nederlands. Maar al een aantal platen lang verkent hij nu vooral zijn Indische roots en ze hebben er daardoor in Nederland bovendien een gewaardeerd schrijver bij. Bij die Indiërreeks past dit album Een Liefdeslied. Want eigenlijk is het tegelijk de soundtrack bij het gelijknamig boek dat eind 2024 al verscheen en waarin hij nu uitweidt over de bijzondere liefdesgeschiedenis van zijn ouders net vóór het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Hij een Indische student, zij een arm meisje uit Amsterdam, die samen in het verzet gingen en door internering in een concentratiekamp gescheiden werden. Lang verhaal kort, ze vonden elkaar na de oorlog terug en bleven sindsdien altijd onafscheidelijk en liefdevol samen. Het aandoenlijke op muzieknoten gezette verhaal van Ernst Jansz past intussen des te meer in het nu, een bewuste aanklacht als het is tegen alle oorlogen. (…) Maar vrijwel de hele muziekpers moet blijkbaar zo goed als glad aan dit album zijn voorbijgegaan. Terwijl Als de avond valt inmiddels al als vierde single van het album getrokken werd en eerder waren daar ook al het grandioze Er is een lied geschreven, het swingende Die ene die en Nu jij dan bent geboren. (…)

Lees hier de hele recensie
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

Eh

Franc Knipscheer bij de presentatie van ‘Eh’ van Onno Schilstra, 3 juni 2022:

Beste mensen,

Bij een boekpresentatie hoor je als uitgever ook een woordje te doen. Ik ga dat wat gezegd is over het boek door redacteur Cor Gout en auteur Onno Schilstra niet nog eens dunnetjes over doen. Ik zou het kunnen hebben over de lage verkoopbaarheid in de boekhandel van de genres poëzie en essay. Ik zou eindeloos mooie zinnen kunnen citeren. Kunstgeschiedenis is de moeder van het hedendaagse vakantievieren. Ik zou kunnen opmerken dat wanneer je als auteur je manuscript begint en eindigt met Bob Dylan – wat zeker opmerkelijk is als die auteur 20 jaar later geboren is – dat dát bij deze uitgeverij de kansen op uitgave zeker verhoogt. Maar toen Onno Schilstra een paar maanden geleden op de uitgeverij live kwam kennismaken (corona verhinderde dat eerder) feliciteerde ik hem meteen met: “ik vind ‘Eh’ een geniale titel”. Wie verzint nu zo een boektitel? Onno Schilstra dus. Hij maakt de drie puntjes, die onderbreking of afbreking van een zin, of in zijn geval de afscheiding tussen tekstdelen, tot een woord. Die drie puntjes, het beletselteken, kunnen een pauze aangeven om na te denken, een tekstwending inluiden om een conclusie te trekken, een emotie overbrengen door een pauze te forceren, zelfs zinnen weglaten om ruimte te maken voor een gedachte. Wát een titel. Drie puntjes zijn geen woord. En een boektitel bestaat nu eenmaal uit een woord of meerdere woorden. ‘Eh’ bestaat wél uit letters, is een geschreven tekst, is een woord dat nu op een boek staat. Voordat u denkt: dat boek zal vergeven zijn van de Eh’s, nee, je komt dat beletselwoord ‘Eh’ maar op één pagina in het boek tegen. Immers, in een geschreven tekst maak je gebruik van puntjes als je onderbreking of afbreking zichtbaar wilt maken. Onno Schilstra gebruikt ook nog alle typografische gereedschappen als witregels, cursieven, hoofdletters, verschillende corpsgrootten om de afscheidingen visueel te versterken. Maar hoe fragmentarisch de tekst van Schilstra ook bij doorbladeren oogt, voor de lezer die wil lezen gebeurt er iets wonderlijks: de puntjes breken niet af, ze onderbreken niet, ze scheiden niet, ze doen het tegenovergestelde, ze verbinden. Ze verbinden gedachten en gevoelens, hart en ziel, geloof en hoop, bewust en onbewust, herinnering en vertekening, associatie en hallucinatie. Ze koppelen citaten aan constateringen, betovering aan verwondering daarover, ze beletten niet maar openen werelden. Een betere titel dan ‘Eh’ ís er niet voor dit boek. En dit is het compliment dat ik Onno Schilstra wil maken: als je ‘Eh’ genuttigd hebt, word je voller naarmate de vertering vordert.

Onno, dank je wel en proficiat.

Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Onno Schilstra bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik voelde me voor het eerst weer thuis. Hier. In Neerkant.»

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in interview met Frank van Dijl in Argus, nr. 190, 15 januari 2025:

“Schrijven is een eenzame bezigheid. Ik was gewend in bandjes te spelen en met elkaar lol te trappen  (…) . Maar ik heb het altijd heel fijn gevonden om te schrijven. En ik schrijf nog steeds. Mijn laatste boek is net uit en daar ben ik ook weer erg gelukkig mee. Dat ik dat mag en kan doen.”  Maar een boek alleen is voor jou te weinig: er moeten ook liedjes bij. “Eigenlijk is het omgekeerd. Ik schreef liedjes en ik wist hoe betrekkelijk een plaatje is, op een gegeven moment is het weg. Maar een boek zet je in de boekenkast en dat blijft eeuwig bestaan. (…) In het laatste boek, ‘Een liefdeslied’, heb ik de scènes op muziek gezet, eigenlijk voor het eerst.” (…) “Mijn vader was in 1933 al naar Nederland gekomen. Hij was achttien jaar, een paar maanden na zijn aankomst richtte hij een vereniging op voor de indo-jeugd in Nederland met als doel: een toekomst in Indonesië. Daar horen wij thuis, daar liggen onze wortels, we zijn een kind van Indonesia. (…) Dat was zijn overtuiging. Politiek heeft hij daar enorm zijn best voor gedaan en dat is dus mislukt. Dat aspect is nooit naar voren gekomen. (…) Met dit boek hinkte ik op twee gedachten: ik wilde de liefdesgeschiedenis van mijn ouders beschrijven, maar ik wilde ook graag de politieke rol van mijn vader belichten.”

Lees hier het interview/verhaal
Lees hier het interview dat Frank van Dijl 50 jaar eerder op dezelfde plek hield
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Rob H Bekker luistert dieper dan ooit.» – Jeroen Wielaert

Over ‘Onvoltooide muziek’ van Rob H. Bekkers op Nieuws030, 20 december 2024:

(…) Het is een grondig egodocument, waarin Bekker diep gaat over Lou Reed, Captain Beefheart en Thomas’ Pere Ubu en als heuse U-PoProfessor ook zijn herinneringen ophaalt aan Hedda Gabler. (…) Ze was het personage uit het toneelstuk van Hendrik Ibsen: een destructieve, hautaine vrouw, gevangen in een ongelukkig huwelijk. Haar emoties werden bijna een eeuw later herkend door een stel Utrechtse muzikanten. Als groep namen ze haar naam aan. Hun muziek werd omschreven als rocknoir. Een van de fans van het eerste uur was zoeker, dichter en muzikant Rob Bekker. (…) Punk diende zich aan, Johnny Rotten en de Sex Pistols voorop. Lang haar werd omhoog geplakt tot hanenkammen. (…) Rob noteerde in zijn dagboek: ‘Ik had gedacht wel erg uit de toon te vallen tussen punks maar niets was meer onwaar. In Nederland, althans in Utrecht, is punk nog lang geen begrip en buiten twee uitslovers die zich voor de gelegenheid kaal hadden laten scheren, zag iedereen er vrij normaal uit.’  (…)  Zondags namen ze songs op,  (…) van ZGNGeluk. Bekker kreeg een in akkoorden gestemde elektrische gitaar in handen en harkte erop los ‘als een tuinman met verlangen naar vorstverlet’. Het was al met al geen wonder dat het niet verder ging met de studie: (…) ‘laat kwam hij er achter dat die studie hem al lang had opgegeven.’ (…) Het zijn onderdelen die het boek tot een treffend egodocument verheffen. (…) Hij ging zichzelf taalarbeider noemen, Utrecht werd voor hem voortaan Woonplaats, hij was (…) altijd taalkunstenaar en muzikant in ZatIkMaarInHoogCatharijne (ZIMIHC), naar eigen schrijven 40 jaar de meest onbekende band van Nederland. (…) Ze zetten poëzie om in muziek, treden veelvuldig op met poëtische muziekacts. Daar horen ook vertalingen bij van de songs van Lou Reed. En de spastische bewegingen die Rob maakt naar zijn grote voorbeeld: David Thomas [Pere Ubu]. (…) Rob Bekker: ‘David Thomas loopt al 45 jaar mee in de soundtrack van mijn leven.’ (…) Andermaal begint Bekkers hier aan nauwgezette ontledingen van de muziek en de tekst, de recensies voorbij. (…) Er komt nog veel moois over Lou Reed, Captain Beefheart en Guided by Voices. Muziek die je zonder te luisteren leest en zonder te kijken dieper ziet, pagina na pagina anders dan een standaard popboek. Daarom moet dit een onvoltooide recensie blijven. Er is meer, meer, allemaal muziek waar je onderdeel van bent.

Lees hier het artikel
Meer over ‘Onvoltooide muziek’ 
Meer over Rob H. Bekker bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Jeroen Wielaert op deze site

«Armoede, oorlog en heimwee: het leven van Ernst Jansz’ ouders ging niet over rozen, maar de liefde overwon alles.» – Dieter van den Bergh

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Brabants Dagblad, 15 november 2024:

(…) Al in 1981 was de zanger en muzikant uit Neerkant – 76 inmiddels – bezig met de afkomst van zijn vader en zijn Indische wortels. Een geschiedenis die ook zijn weerslag kreeg in een door Peter van Dongen fraai geïllustreerde autobiografische boekenreeks met cd; in 1985 beginnend met De Overkant en bijna veertig jaar later (vooralsnog) eindigend in Een liefdeslied, waarin Jansz inzoomt op de (liefdes)geschiedenis van zijn ouders. Een ‘documentaire roman’ op basis van onder meer foto’s en brieven. Vader Rudi neemt in 1933, achttien jaar oud en geheel alleen, de boot naar Amsterdam om in het verre Nederland te gaan studeren. Rond kerst 1937 valt in een danstent op het Rembrandtplein zijn oog op een mooi Amsterdams meisje, Jopie Becht, die opgroeit in een straatarm gezin. Als kind krijgt Rudi er van zijn moeder flink van langs met de karwats, een zweep met leren riemen. Toch droomt ook hij – net als Ernst in Rumah saya – een leven lang over Indië, en verlangt hij naar een terugkeer. Na een paar jaar in Nederland lijkt het erop dat hij spoedig zijn geliefde moederland zal terugzien, met Jopie in zijn kielzog. Maar dan breekt hier de oorlog uit en moet Rudi na zijn dienstplicht het leger in. Later belandt hij in het verzet. Eerst in de illegale pers, daarna helpt hij Joden onderduiken. Ernst’ vader maakt zich hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Voor hem betekent vrijheid voor Nederland ook vrijheid voor Indonesië. Ook Jopie doet illegaal werk. Beiden worden opgepakt, moeder komt snel vrij, vader belandt in een dodencel. Hij wordt overgeplaatst naar het beruchte kamp Amersfoort. Rudi overleeft, maar maakt verschrikkelijke dingen mee. Vanuit Amsterdam fietst zijn radeloze geliefde er een keer heen. (…) Met zestien nieuwe liedjes componeerde Ernst Jansz een soundtrack bij het boek. Liedjes waarin de echo’s doorklinken van artiesten als The Beatles, Bram Vermeulen, Bob Dylan en natuurlijk Doe Maar, en die net zo goed over deze tijd gaan, zo licht Jansz toe. ‘Liedjes over de liefde om mensen te verbinden in wederom een turbulente tijd vol toenemende polarisatie.’

Lees hier het artikel  of hier
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het zijn songs die in hun vertellende stijl doen denken aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan.» – Kester Freriks

Over de theatervoorstelling ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Theaterkrant, 2 oktober 2024:

De sfeer van de muziekvoorstelling Een liefdeslied van Ernst Jansz (1948) en zijn vaste musici, gitarist Guus Paat en Richard Wallenburg op bas, is verfijnd, intiem, betoverend en oosters. (…) Enkele decennia lang ontwikkelt hij zich als een vertellende zanger, een Indo-troubadour (als dat woord zou bestaan) die zijn autobiografie in verhalen en liedjes ten gehore brengt. (…) Rudi (Jansz’ vader) groeit op en mag van zijn ouders in Nederland gaan studeren. Hij komt na eenzame omzwervingen in Amsterdam terecht, waar hij in een dansgelegenheid op het Rembrandtplein een meisje ontmoet, Jopie, zijn latere vrouw. Hij vraagt haar de Weense wals met hem te dansen; zij is zijn ‘walsdame’. (…) We volgen het turbulente liefdesleven van het tweetal. Dat speelt zich af tegen grote historische gebeurtenissen, zoals de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd waarvoor Rudi zich inzette en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting van Nederland. Rudi en Jopie gaan in het verzet; Rudi wordt in het kamp Amersfoort gevangengezet, hij wordt gestraft en mishandeld, maar weet de oorlog te overleven. Vlak na de oorlog wordt Jopie verliefd op een Indonesische prins, met wie ze een dochter krijgt, die de schoonheid heeft van een prinses. (…) De liedjes kleuren de verhalen, de verhalen inspireren tot de liedjes. Zijn manier van vertellen is associatief, zoekend naar woorden, zijn stem is aangenaam hees en op lichte manier rauw, doorleefd. (…) Het zijn songs die in hun vertellende stijl doen denken aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan. (…) Een liefdeslied is veel meer dan een in liedvorm gegoten levensherinneringen, dramatische verwikkelingen en liefdesgetuigenissen. Het is vooral een muzikale ode aan de voorgeschiedenis van Jansz. Zichzelf en zijn eigen leven houdt hij zorgvuldig buiten de voorstelling, dat heeft hij al bezongen in Molenbeekstraat. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij kan schrijven, associatief en met ironie en humor.» – Adri Altink

VoorplatSchilstraEh-75KaderOver ‘Eh’ van Onno Schilstra op Literair Nederland, 4 november 2022:
Onno Schilstra (geboren in 1961 in Zierikzee) is beeldend kunstenaar en maakt muziek. En met Eh is hij nu ook schrijver. Hij ontleende de titel aan de manier van spreken van zijn vriend en kent er ook de betekenis aan toe die hij daaraan gaf: het aanspreken van de verbeelding van de lezer. Grafisch gebeurt dat in het boek door het vele gebruik van wit en de presentatie in een exact bepaald jasje: er zijn drie (!) soorten teksten die strikt van elkaar gescheiden zijn. Ze wisselen elkaar in strakke regelmaat af. Eerst is er een mini-essay waarbinnen de alinea’s zijn gescheiden door, jawel, drie puntjes, dan een korte, cursief gezette, tekst die vaak aforistisch is, en als derde een historische gebeurtenis of een persoonlijke herinnering die bij de auteur opkomt naar aanleiding van het besproken thema. Die trits herhaalt zich in Eh telkens weer, waarbij de pagina’s met essayistische teksten zijn genummerd, maar de andere twee niet. Zo volgt de vormgeving van het boek de inhoud en is het op zichzelf een voorbeeld van beeldende kunst. (…) Schilstra schrijft sterk associatief (…) en mijmert over opvattingen over moderne kunst, ‘hoge’ kunst en volkskunst, enzovoort. Die uiteenlopende paden kruisen elkaar in dat ‘eh’ van de titel: ze zijn bedoeld om de lezer verder te laten fantaseren op het punt waar hij ophoudt. (…) Schilstra laat zien dat hij wel kan schrijven. (…) Het interessants zijn de keren dat Schilstra losgaat over moderne kunst en de ultrarijken der aarde die de prijs daarvan opdrijven door kunstobjecten te verhandelen waar niemand de zin van snapt. In die teksten zit ironie en humor. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Extazereeks Essays

«‘Eh’ is een heerlijke bundel die regelmatig uitnodigt om een essay te lezen.» – André Oyen

VoorplatSchilstraEh-75KaderOver ‘Eh’ van Onno Schilstra op Ansiel, 4 november 2022:
Onno Schilstra (1961) is schrijver, muzikant, beeldhouwer, graficus en tekenaar. Na een studie kunstgeschiedenis in Leiden volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij werkte als criticus, columnist en vormgever. ‘Eh’ is de eerste essay-uitgave in de Extazereeks. De Extazereeks-essays is een voortzetting van de Extazereeks voor korte verhalen en romans die sinds 2016 onder redactie van het literair tijdschrift Extaze door uitgeverij In de Knipscheer werd uitgegeven. In ‘Eh’ onderzoekt Onno Schilstra het belang van kunst. Een tentoonstelling van Bijbelse zandsculpturen in Elburg is het vertrekpunt voor het boek en geeft een mooi overzicht van kunstwerken die de auteur in zijn leven zag, een volksopera in Ransdorp en de Biënnale van Venetië. De auteur vraagt zich af waartoe kunst in staat is in het licht van morele en fysieke afbreuk. Ook het geboortehuis van Elvis Presley, de katholieke kunstgeschiedschrijving, het protestantisme in Staphorst en de protestsongs van Bob Dylan worden door de auteur kritisch maar ook onderhoudend besproken. ‘Eh’ is een heerlijke bundel die regelmatig uitnodigt om een essay te lezen.
Bron
Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Extazereeks Essays

Onno Schilstra – Eh. Essay

VoorplatSchilstraEh-75KaderOnno Schilstra
Eh

Extazereeks-essays
omslagafbeelding Wim Hardeman
redactie Cor Gout
vormgeving Els Kort
gebrocheerd in omslag met flappen,
224 blz., € 22,00
ISBN 978-94-93214-71-2
eerste uitgave mei 2022

In Eh zoekt Onno Schilstra antwoorden op de vraag wat kunst vermag. Een tentoonstelling van Bijbelse zandsculpturen in Elburg is het vertrekpunt voor een dwaaltocht door zijn geheugen die voert van een volksopera in Ransdorp naar de Biënnale van Venetië, van Bunschoten-Spakenburg naar het geboortehuis van Elvis Presley, van patjepejerstijl naar katholieke kunstgeschiedschrijving en van protestantisme in Staphorst naar de protestsongs van Bob Dylan. Wat heeft de kunst nog te bieden in een wereld waarin de morele en fysieke dijken het begeven? Is er een uitweg?

“Zodra mijn vriend een paar woorden heeft uitgesproken, onderbreekt hij zichzelf met een ‘eh’ en begint een nieuwe zin. Van hem hoorde ik voor het eerst over het ‘beletselteken’. Dat is de officiële benaming voor drie puntjes in een geschreven tekst. Hij legde me uit dat elke keer wanneer je eh zegt, je eigenlijk de auditieve versie van het beletselteken gebruikt. Zijn zelfinterrupties, eh, het is eigenlijk, eh, de luisteraar moet ruimte, eh, het is een manier om de eigen verbeelding, eh. In de leegte van de ‘eh’ van de spreker begint de volheid van de creatieve verbeelding van de luisteraar, aldus mijn vriend, die het prima vindt om vaak ‘eh’ te zeggen.”

Onno Schilstra (1961, Zierikzee) is beeldend kunstenaar, muzikant en schrijver. Na een studie kunstgeschiedenis in Leiden volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij werkte als criticus, columnist en vormgever. Voerde zes jaar lang operaties uit om een gebeeldenstormde kerk opnieuw te vullen met beeld. Speelde in bandjes. Bedacht manieren om stereoscopische tekeningen te maken. Werd docent kunsttheorie. Tekent sinds 2006 samen met zijn vrouw Wim Hardeman aan een klein Wandermuseum, genaamd Panopticum Berlin.

‘Eh’ van Onno Schilstra is de eerste essay-uitgave in de Extazereeks. De Extazereeks-essays is een voortzetting van de Extazereeks voor korte verhalen en romans die sinds 2016 onder redactie van het literair tijdschrift Extaze door uitgeverij In de Knipscheer werd uitgegeven. De redactie en de uitgever bieden talentvolle essayisten de kans hun werk in een zelfstandige uitgave te presenteren. De essay-reeks wordt bezorgd door Cor Gout (redactie) en Els Kort (vormgeving).

Meer over Onno Schilstra bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Sfeervolle foto’s in mooi verzorgd boek.» – André Oyen

VoorplatCCCINC3-75Over ‘CCC Inc.’ van Molly Mackenzie op Ansiel, 15 april 2018:
(…) CCC Inc. bestond actief tot ongeveer 1974. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de groep zijn deze hoogtijdagen van weleer vastgelegd in CCC Inc. met sfeervolle foto’s (nu voor het eerst ook in kleur) van Molly Mackenzie, die de band veelvuldig fotografeerde tussen 1967 en 1974. Behalve popband was CCC Inc. ook een commune. De van oorsprong Amsterdamse band vestigde zich in Neerkant in Brabant op de grens met Limburg. (…) In Molly Mackenzie’s CCC Inc. kan de lezer bladzijde na bladzijde terugduiken in de hoogtijdagen van het Nederlandse hippiedom, en kun je er meteen wat aardige muziek bij horen. Want bij dit mooie verzorgde boek zit ook nog een cd met uniek muziekmateriaal.
Lees hier en hier de recensie
Meer over CCC Inc.