Lezing over 100 jaar Nederland als buurland van Venezuela.

Op woensdag 29 januari 2025 geeft de Curaçaose auteur Eric de Brabander in Theater de Vaillant een lezing onder auspiciën van de Dutch Caribbean Book Club over de politieke geschiedenis van Venezuela gedurende de afgelopen 100 jaar, de invloed daarvan op de relatie met Curaçao en op de Venezolaanse en Curaçaose literatuur, vanaf Juan Vicente Gomez (zie de roman ‘Urbina’) tot Maduro. Het grootste buurland van het Koninkrijk der Nederlanden is Venezuela en niet Duitsland zoals door de meeste Nederlanders gedacht wordt. In de tijd van Simon Bolivar was het land , Gran Colombia, veel groter, totdat het zich opsplitste in Venezuela, Colombia en Equador. Vanaf die opsplitsing is het land onophoudelijk het toneel geweest van staatsgrepen, dictatoriale episodes, afgewisseld met democratische, getekend door nepotisme en corruptie. Op dit moment, met de dictator Nicolas Maduro aan de macht, is het niet veel anders. Het programma vermeldt ook een optreden van pianist Alexander Kraft van Ermel. Uitgeverij In de Knipscheer is aanwezig met een boekentafel met werk van o.a. Eric de Brabander. Na afloop kan werk van Eric de Brabander aangeschaft worden en signeert Eric de Brabander zijn boeken. Locatie Theater de Vaillant, Hobbemastraat 120, 2526 JS Den Haag. Inloop vanaf 19.00 uur, aanvang 19.30 uur. Kaarten en vooraf aanmelden via Eventbrite .

Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Venezuela in de boeken van Uitgeverij in de Knipscheer

‘Het hiernamaals van Doña Lisa’ van Eric de Brabander vertaald in het Engels

Originally published in Dutch in 2009 as ‘Het hiernamaals van Doña Lisa’, The Life Everlasting of Doña Lisa (2024) is a hard-boiled, minimalist, postmodern novel about the perennial problems of postcolonialism. This is a tale of a failed attempt to escape Trinta di Mei, the postcolonial revolt of May 30, 1969, on the Dutch Caribbean island of Curaçao. Edgar Raven, nicknamed Boyo, the central character, makes the fateful decision to abandon Curaçao temporarily during these chaotic events. He leaves behind the burned_out husk of his home and dental practice with nothing more than some cash in his pocket and a few essentials, bringing with him his two closest friends, Kai, a fisherman, and JonJon, a retired marine engineer now paralyzed and condemned to a wheelchair. Together they travel to Venezuela for a “little vacation” and to buy a new fishing boat. This choice unleashes an avalanche of consequences, described in a narrative style that seems like a digressive festival of ideas and philosophies, intellectual duets and arias, stitched together with the clipped and brutal realism of the narration. But the plot leaves  Boyo in the company of Sophoclean tragic figures, as close to oblivion as one can come without giving in to it entirely.

A major new contribution to ‘Founding Fictions of the Dutch Caribbean’, and a landmark translation, ‘The Life Everlasting of Doña Lisa’ will appeal to readers interested in the history of the Caribbean, lovers of postmodernist literature, and those teaching courses on Caribbean and postcolonial literature.

“This publication’s aim is to continue offering foundational Dutch Caribbean texts to English-speaking audiences. In the past, the editors have reinvigorated readings of Cola Debrot’s ‘My Black Sister’, Boeli van Leeuwen’s ‘A Stranger on Earth’, Carel de Haseth’s ‘Slave and Master’, and Diana Lebacs’ ‘The Longest Month’. In translating Eric de Brabander’s ‘The Life Everlasting of Doña Lisa’ to English for the first time, Olga Rojer and Joseph Aimone shed light on a pivotal decolonial moment in Curaçaoan history: the 1969 Trinta di Mei uprising. The work is a valuable addition to course syllabi and individual research.”

—Dr. Daniel Arbino, Jay I. Kislak Chair and Curator, University of Miami Libraries

Curaçaoan author and essayist Eric de Brabander has written seven novels and two short story collections in Dutch. De Brabander has received international recognition for his books. ‘The Life Everlasting of Doña Lisa’ is his debut novel. Olga E. Rojer, PhD, is associate professor emerita of German and Dutch Caribbean Studies at American University in Washington DC. ‘The Life Everlasting of Doña Lisa’ is her fourth translated volume in the Founding Fictions of the Dutch Caribbean series published by Peter Lang. Joseph O. Aimone, PhD, collaborated with Olga E. Rojer on the Founding Fictions of the Dutch Caribbean series, including this volume.

Meer over ‘Het hiernamaals van Doña Lisa’ en Eric de Brabander
Meer over Founding Fictions of the Dutch Caribbean
Meer over Founding Fictions of the Dutch Caribbean op deze site

«De stem van Boeli.» – Fred de Haas

Gedicht van Fred de Haas op Facebook, 17 november 2024:

Noot van de dichter:
De Curaçaose schrijver Boeli van Leeuwen (1922-2007) eindigt zijn korte verhaal ‘SPAANSE WATER’ met de volgende zin: ‘Want het leven is een groot en vreselijk mysterie’. Uit: ‘Wie denk je dat ik ben?’, In de Knipscheer, 2022

De stem van Boeli

Het leven is een vreselijk mysterie
en de sleutel is allang vergaan
als opgelost in het bestaan.

De sporen uit een ver verleden
dwingen ons tot voortbestaan;
het lachen is ons nauw vergaan.

De ene grijpt naar de Korán,
de andere naar de Bijbel
en wij stappen allen uit

bij ‘Halte Filistijnen’.

Bron
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zijn taal kon lachen, huilen, schreeuwen, spotten, schelden, schertsen, álles.» – Fred de Haas

Over Pierre Lauffer door Fred de Haas op Literatuurgeschiedenis.org, 13 november 2024:

(…) Pierre Lauffer (Curaçao, 22 augustus 1920 – Curaçao, 14 juni 1981) had onderwijs van uitstekend niveau genoten van de fraters. Pierre Lauffer en zijn vrienden leerden goed Nederlands spreken en schrijven. Pierre schreef gedichten in het Nederlands die hij aanvankelijk weggooide, maar later publiceerde in het tijdschrift De Stoep dat in de Tweede Wereldoorlog was opgericht door de kunstzinnige arts Chris Engels. Maar het tij zou binnen afzienbare tijd keren ten gunste van het Papiaments, al bleef er daarnaast een bloeiende Nederlandse literatuur  bestaan met schrijvers als  Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Cola Debrot. Pierre Lauffer en zijn vrienden  Jules de Palmen René de Rooy, die als pseudoniem voor hun groep de beginletters van hun naam kozen (Julio Perrenal), vonden dat er in de jaren 1940 alle reden was om een tegenwicht te bieden aan de overheersende Zuid-Amerikaanse, Amerikaanse en Nederlandse liedcultuur. Het was tijd om originele teksten te schrijven in het Papiaments en originele melodieën te creëren op Antilliaanse ritmes. Tegen het heersende klimaat in maakten ze een aantal leuke liedjes, waarvan de versregels rijmden. Pierre Lauffer was, overigens, geen voorstander van rijm. Hij was er zich (onbewust) van bewust dat het Papiaments zich niet zo goed leende voor rijm. Het hoorde niet bij de taal. Het Papiaments moest het hebben van melodie en ritme, de twee onmiskenbare steunpilaren van het Creoolse gedicht en lied! Hun creaties raakten echter in de vergetelheid totdat ze werden herontdekt in de jaren 1970. Ze werden vastgelegd in notenschrift door de Curaçaose musicus Julian Coco (1924-2013). (…) Lauffer ging door met het maken van gedichten in het Papiaments en Luis Daal, de grote verdediger van het Papiaments, stimuleerde hem om hiermee door te gaan. (…) Alles en iedereen op Curaçao inspireert de dichter: de dronkaard, die zijn vrijheid bezingt en wiens illusies gestalte krijgen als de rum hem in zijn borst brandt en de ongevoelige voorbijganger, die niet naar de boodschap van de zee wil luisteren… Alle emoties liggen voor ons vertolkt in de klanken van een taal die door Lauffer met een meesterhand werd gekneed. Zijn taal kon lachen, huilen, schreeuwen, spotten, schelden, schertsen, álles. (…)

Lees hier het artikel ‘Pierre Lauffer: Schrijver, dichter, minnaar van het Papiaments’
Meer over Pierre Lauffer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas bij Uitgeverij In de Knipscheer

Oda Blinder – Curaçao bij nacht. Gedichten

Oda Blinder
Curaçao bij nacht
gedichten
bezorgd door Klaas de Groot
Curaçao / Nederland
gebonden met stofomslag, 82 blz.,
€ 24,50
ISBN 978-94-93368-12-5
NUR 306
eerste druk 2024

Als ineens een bijzondere stem opklinkt, kan de toehoorder niets anders doen dan de oren spitsen. Dat gebeurde dan ook toen Henry Habibe een paar jaar geleden een audio cassette met poëzie afspeelde om de stem te laten horen van Maria Yolanda Corsen (Curaçao 10 november 1918 – 30 juli 1969). Of was het de stem van Oda Blinder? Onder dat pseudoniem publiceerde Corsen immers haar gedichten. Meer dan dertig gedichten las ze voor. Het luisteren was en is een groot genoegen, omdat het voorlezen grotendeels op een natuurlijke manier gebeurt, een declameertoon ontbreekt. Op een typoscript, bij de cassette gevoegd, staat dat de opnames in 1968 van een spoel op cassette zijn gezet. Dat gebeurde dus nog voor haar overlijden. Inmiddels is het gelukt om het geluid te digitaliseren en zo de gedichten eigentijds te laten horen. De stem leeft nog steeds, en de gedichten klinken. Een jaar voor haar dood kwam haar debuutbundel uit (1968): ‘brieven van een curaçaose blinde’ en andere gedichten. In 1973 publiceerde ze de bundel Incognito. In 1981 verscheen Verzamelde stilte, een uitgebreide keuze uit haar werk. De 35 voorgelezen gedichten uit de tijd van haar debuutbundel verschijnen hierbij voor het eerst in druk onder de titel Curaçao bij nacht.

Haar gedichten zag Blinder als simpel, en tegelijkertijd wist ze heel goed waartoe zij dichtte, zoals blijkt uit ‘Een handvol leegten’. Haar gedichten waren ook de neerslag van een strijd. Dat poëtische gevecht zorgde ervoor dat zij als eerste vrouw een belangrijke stem werd binnen de Nederlandstalige Curaçaose literatuur.

Een handvol leegten

geronnen moed
heb ik gevochten,
gezocht een
doelwit voor mijn
stollend bloed;
ik nam in trotse
wanhoop mee
een handvol leegten
als trofee.

Frank Martinus Arion: «‘Voor sommige dichters is elk gedicht dat zij schrijven, een hoogtepunt in hun leven; een hoogtepunt of een dieptepunt; in elk geval zijn de gevoelens, in hun poëzie tot expressie gebracht, óf zwart óf wit; (…). Deze dichters zingen of schreien; ze zijn een bron van lachende vreugde of ze dalen diep in de putten van verdriet. (…); de woorden krijgen óf de kracht van hamerslagen óf zij worden juichende tonen. Tot dit type dichters behoort naar mijn gevoel ook de Antilliaanse dichteres Oda Blinder.»

Curaçao bij nacht, nog aangevuld met het geïllustreerde prozagedicht ‘Wazig landschap’ en enkele in vertaling verschenen gedichten), is samengesteld en bezorgd door Klaas de Groot. Klaas de Groot (Leiden 1942) was in de jaren 80 van de vorige eeuw leraar Nederlands op Curaçao en Aruba. Hij publiceerde bij Uitgeverij In de Knipscheer de bloemlezingen Vaar naar de vuurtoren en Grenzenloos  en bezorgde voor deze uitgeverij samen met Aart G. Broek poëzie-uitgaven van Aletta Beaujon en Boeli van Leeuwen. Ook stelde hij  Because en andere gedichten van Carla van Leeuwen samen. Daarnaast schrijft hij regelmatig over met name Caraïbische literatuur in tijdschriften en op Caraïbisch Uitzicht.

Meer over Oda Blinder op deze site
Meer over Klaas de Groot bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Frank Martinus Arion op deze site
Meer over Henry Habibe op deze site

«Een pionier stopt als pionieren niet meer nodig is.» – Elodie Heloise

foto: Bram Petraeus
‘Een uitgeverij die haar tijd ver vooruit was’ door Wouter Geerts in NRC, 9 augustus 2024:

Op 26 maart 2026, precies vijftig jaar na haar oprichting, houdt de Haarlemse uitgeverij In de Knipscheer op te bestaan. Dat maakte Franc Knipscheer (77), oprichter van de uitgeverij al in 2022 bekend. Nu, twee jaar later, worden de laatste boeken uitgegeven. De ‘kleurrijkste uitgever van Nederland voor avontuurlijke lezers’ pionierde met de introductie van niet-westerse literatuur in Nederland. Daarnaast gaf zij een podium aan veel debuterende Nederlandstalige schrijvers. (…) In de Knipscheer, opgericht als zelfstandige literaire uitgeverij, introduceerde de term ‘multiculturele literatuur’ in Nederland. Eind jaren tachtig verhuisde de uitgeverij van Haarlem naar Amsterdam. Nadat Jos Knipscheer zich wegens gezondheidsproblemen in 1993 terugtrok uit de uitgeverij en vier jaar later overleed, keerde Franc terug naar Haarlem om daar, samen met partner Anja en redacteur Peter de Rijk, de uitgeverij voort te zetten. Met die terugkeer liet In de Knipscheer de vertaalde literatuur los en begon zij zich steeds meer te richten op Nederlandse schrijvers afkomstig uit Suriname, Indonesië en de Antillen. (…) In de Knipscheer speelde vanaf haar oprichting een belangrijke rol in het verbinden van de literaire werelden van de Nederlandstalige gebieden. Volgens schrijfster Elodie Heloise, die in 2024 met ‘Blauwe Tomaten’ een plek verdiende op de longlist van de Libris Literatuurprijs, stonden diversiteit en inclusiviteit centraal bij de uitgeverij. (…) Ook volgens Peter Nijssen, hoofdredacteur van de Arbeiderspers, is In de Knipscheer een pionier geweest. „Je ziet dat vrijwel elke grote uitgever de afgelopen jaren in hun voetsporen is getreden”, zegt hij. Van Kempen gaat nog iets verder: „De uitgeverij heeft jarenlang de weg geplaveid voor buitenlandse schrijvers. Hun literatuur is inmiddels wijdverspreid over allerlei andere uitgeverijen.” (…) Met het verdwijnen van de uitgeverij neemt de onzekerheid voor schrijvers van niet-westerse literatuur toe, denkt Heloise. (…) Belangrijker vindt de schrijfster dat de overzeese literatuur inmiddels een gerespecteerde plek heeft gekregen in de Nederlandse literatuur. In die zin heeft ze vrede met de sluiting van In de Knipscheer: „Een pionier stopt als pionieren niet meer nodig is.”

Lees hier of hier het artikel van Wouter Geerts

«Dit is slecht nieuws voor Caribische schrijvers.» – Eva Breukink

Over Uitgeverij In de Knipscheer op Caribisch Netwerk, 19 februari 2024:

(…) Uitgever Franc Knipscheer maakt begin 2022 bekend dat ‘de uitgeverij op haar vijftigste verjaardag, 24 maart 2026’ zal stoppen. (…) Al sinds de jaren zeventig heeft de uitgeverij een speciaal fonds voor Nederlandse literatuur uit Indonesië, de Nederlandse Antillen en Suriname. Overleden auteurs, zoals Boeli van Leeuwen, blijven in leven met heruitgaven of publicaties van nooit eerder verschenen werk. “Het zijn pioniers”, vindt Elodie Heloise. “Ze hebben vijftig jaar geknokt voor diversiteit en nu daar eindelijk ruimte voor is, stopt de uitgeverij.” (…)  Uitgeverij In de Knipscheer heeft succes met de eerste roman van de Curaçaose schrijfster Elodie Heloise. ‘Blauwe tomaten’ verscheen in 2023 op de markt en staat dit jaar op de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2024. (…) De ‘schrijvende Curaçaose tandarts’ Eric de Brabander debuteert in 2008 met zijn roman ‘Het hiernamaals van Doña Lisa’. “In de Knipscheer heeft heel veel auteurs uit het Caribisch gebied op de markt gezet.” De Brabander heeft inmiddels een hele reeks boeken op zijn naam staan. Vorig jaar verscheen ‘Urbina’. Hij is zijn uitgever van het eerste uur altijd trouw gebleven. (…)

Meer over Uitgeverij In de Knipscheer
Zie ook
Meer over Elodie Heloise bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Urbina’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer

De voorjaarscolleges van prof. dr Michiel van Kempen over de literatuur van Suriname, de Nederlands-Caraïbische eilanden en Indië

De colleges Caraïbische letteren worden vanaf 9 februari tot en met 24 mei 2024 gegeven telkens op een  vrijdag van 15.00 tot 18.00 uur in zaal 4.40 van het P.C. Hoofthuis, Spuistraat 138  in Amsterdam. Voor volgers van Uitgeverij In de Knipscheer zijn enkele colleges van bijzonder belang: op vrijdag  16 februari 2024 over Medardo de Marchena – Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao (in aanwezigheid van bezorger dr Aart G. Broek);  op vrijdag 15 maart 2024 over Boeli van Leeuwen – Wie denk je dat ik ben? (gastcollege door redacteur Klaas de Groot); op vrijdag 19 april 2024 over  Edgar Cairo – Kollektieve schuld (gastcollege door Thalia Ostendorf MA). Wie graag de reeks of enkele colleges bijwoont kan zich per mail aanmelden: M.H.G.vanKempen@uva.nl . Het vooraf gelezen hebben van de te behandelen tekst is voorwaarde om het college te kunnen bijwonen. Auteurs aan wie de overige colleges worden gewijd zijn: Roline Redmond, Cola Debrot, J. van de Walle, Frank Martinus Arion, Ellen Ombre, Anil Ramdas, F. Springer en Chris Polanen m.m.v. onder anderen dr Karin Amatmoekrim, Mineke de Vries, dr Gábor Pusztai, prof.dr  Bert Paasman,

Klik hier voor het college-overzicht
Meer over Medardo de Marchena op deze site
Meer over Boeli van Leeuwen op deze site
Meer over Edgar Cairo op deze site

«Heling kan beginnen, lijkt Heloise te zeggen. Dat klinkt therapeutisch, maar ze maakt er een soort oerkracht van, in beweging met de wind, de zon en de zee van Curaçao.» – Martijn Nicolaas

Over ‘Blauwe tomaten’ van Elodie Heloise op Tzum, 13 februari 2024:

(…) Elodie Heloise past met haar geëngageerde romandebuut goed in deze nieuwe generatie Caribische auteurs. En met een proloog die herinnert aan Tip Maruggs klassieker ‘De morgen loeit weer aan’, plaatst ze zich ook mooi in de traditie. (…) ‘Blauwe tomaten’ schetst geen vrolijk beeld van Curaçao. Een grote rol in het verhaal speelt een opvanghuis voor zwervers en alcoholverslaafde mannen, ‘alle hopeloos losgeslagen en dolende zielen’ die in Willemstad rondhangen en last veroorzaken. (…) Dominique is journalist en ook zij bracht haar vroege jeugd door op het eiland maar remigreerde naar Nederland met haar moeder toen ze acht jaar was. Een vlucht was dat: haar vader mishandelde haar moeder. Nooit spraken ze daarover. Het eiland van haar jeugd begint echter herinneringen los te breken waar Dominique steeds moeilijker weerstand aan kan bieden. (…) Ondanks dat Dominique duidelijk het centrale personage is, bouwt Heloise haar verhaal op vanuit meerdere perspectieven. (…) Waar in het begin van de roman de personages nog sterk in zichzelf gekeerd zijn, kent de loop van het verhaal een patroon van steeds meer openheid en eerlijkheid. Waar mensen hun relaties verdiepen, door open te zijn naar elkaar en hun gedeelde verleden, kan heling beginnen, lijkt Heloise te zeggen. Dat klinkt therapeutisch, maar Heloise maakt er een soort oerkracht van, in beweging met de wind, de zon en de zee van Curaçao. (…) ‘Blauwe tomaten’ is een warm-menselijke roman die gezicht geeft aan de ketting van misbruik waar Curaçaose families in gevangen kunnen zitten. Het beeld van de blauwe tomaten als de afdruk van huiselijk geweld die slechts langzaam vervaagt, is tegelijkertijd wrang en hoopvol. Want wat vervaagt, zal uiteindelijk verdwijnen.

Lees a href=”https://www.tzum.info/2024/02/recensie-elodie-heloise-blauwe-tomaten/”>hier de recensie ‘De afdruk van huiselijk geweld’
Meer over ‘Blauwe tomaten’
Meer over Elodie Heloise bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik had het voorrecht om drie Curaçaose schrijvers persoonlijk te kennen, namelijk Pierre Lauffer, Chal Corsen en Boeli van Leeuwen.» – Walter Palm

Over ‘De vele gezichten van mijn pen’ door Walter Palm in Antilliaans Dagblad, 8 januari 2024:

(…) Inmiddels is mijn manuscript gepubliceerd met als titel ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…) De titel verwijst naar de vele gezichten van mijn schrijverschap: dichter, verhalenschrijver, essayist en recensent. Dit boek bevat gedichten, verhalen, essays en recensies plus literaire memoires. Laat ik daarmee beginnen. Ik had het voorrecht om drie Curaçaose schrijvers persoonlijk te kennen, namelijk Pierre Lauffer, Chal Corsen en Boeli van Leeuwen. (…) Mijn gedichten besprak ik ook met Boeli van Leeuwen. We spraken op een heel bijzondere plek af namelijk het kantoor van het Bestuurscollege van Curaçao. Boeli van Leeuwen was in de jaren zeventig een hoge ambtenaar bij het Bestuurscollege van Curaçao en ik had in zijn werkkamer stapels ambtelijke stukken verwacht die lagen te wachten op zijn machtige paraaf, maar niets van dat alles. Er lag een vuistdik boek van de katholieke theoloog Schillebeeckx op zijn bureau. Hij ging uitvoerig in op de theologische opvattingen van deze Nijmeegse theoloog, en ik stelde de theologische opvattingen van mijn moeder daar tegenover. Volgens mijn moeder had God zijn of haar enige zoon naar de mensen gestuurd om ze te leren hoe ze moesten leven, maar in plaats daarvan hebben de mensen de zoon gekruisigd. Volgens mijn moeder wou God toen niets meer weten van de mensheid. Een totaal afwezige God. Ik ben maar niet ingegaan op de theologische opvatting van mijn vader want die was een aanhanger van de Aristotelische Thomas van Aquino. (…) Was Chal Corsen onder de indruk van de beeldenrijkdom van mijn gedichten, Boeli was gecharmeerd van de muzikaliteit van mijn gedichten, wat hij niet vreemd vond want ik kom uit een muziekfamilie. Boeli van Leeuwen kwam weer ter sprake bij de toneelbewerking door John Leerdam van Boeli’s bestseller ‘Geniale Anarchie’. Dit boek gaat over de ervaring van Boeli met Curaçaose politici. Op verzoek van de regisseur heb ik voor deze toneelbewerking het gedicht Demagogen geschreven dat ook opgenomen is in ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…)

Lees hier en hier
Meer over deze Inleiding bij Dutch Caribbean Bookclub
Meer over ‘De vele gezichten van mijn pen’
Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer