«Lobo heeft een prettige manier van vertellen.» – Ko van Geemert

VoorplatDrijfzand1KleinOver ‘Bouwen op drijfzand’ van Ronny Lobo in Parbode, jaargang 8 nr. 94, februari 2014:
De succesvolle Curaçaose architect Kenzo Schmidt ontwerpt gelijktijdig een huis op Curaçao voor een Hollands echtpaar uit Mexico en voor een nog ongetrouwd stel op Bonaire. Schmidt raakt betrokken bij het leven van deze mensen, een betrokkenheid die hem niet in de kouwe kleren gaat zitten. (…) Lobo heeft een prettige manier van vertellen, het verhaal gaat over invoelbare relationele problemen en op zichzelf is het interessant om eens een roman te lezen die zich in de wereld afspeelt van het bouwen en inrichten van huizen. Collega-schrijver Eric de Brabander sprak in zijn recensie van het boek (in het Antilliaans Dagblad, 14 september 2013) over een sympathiek debuut. Dat is naar mijn oordeel een juiste typering.

Meer over ‘Bouwen op drijfzand’

«Een architect bouwt niet, hij verwezenlijkt dromen.» – Otti Thomas

VoorplatDrijfzand1KleinOver ‘Bouwen op drijfzand’ van Ronny Lobo in Ñapa / Amigoe, 18 januari 2014:
Het verhaal heeft veel vaart, want het is grotendeels opgebouwd uit de contacten die Kenzo als vertellende ik-persoon heeft met zijn opdrachtgevers. De keuze voor een ik-persoon werkt vooral goed als Lobo zijn hoofdpersoon zijn liefde voor de architectuur en de natuur laat delen. (…) Waar deze fragmenten het hoofdpersonage tot leven wekken, zijn het de dialogen die de andere personages tot mensen van vlees en bloed maken, aangevuld met de gedachten en gevoelens die Kenzo vervolgens met de lezer deelt. Het kost de lezer weinig moeite om zich in te beelden hoe beide huizen langzaam realiteit worden.

Lees hier en hier de recensie in Antilliaans Dagblad

Meer over Bouwen op drijfzand

«De taal is eenvoudig en hij weet beeldend te schrijven.» – Jerry Dewnarain

VoorplatDrijfzand1KleinOver ‘Bouwen op drijfzand’ van Ronny Lobo in De Ware Tijd Literair, zaterdag 21 december 2013:
Al op de eerste bladzijde geeft de schrijver veel informatie prijs. Zo zijn er drie personages: de hoofdpersoon Karin, haar echtgenoot Roy en de architect Kenzo. Ook wordt meegedeeld dat Karin ooit binnenhuisarchitectuur heeft gestudeerd. De informatie is belangrijk voor de lezer, wekt de nieuwsgierigheid om door te lezen. Lobo slaagt hierin, want het boek leest makkelijk weg. De taal is eenvoudig en hij weet beeldend te schrijven. Met dit boek licht de schrijver-architect een tipje van de sluier op uit het leven van een geslaagde architect. Bovendien is het de schrijver gelukt om in de psyche van de mens (de personages) te kruipen en hun zwakheden bloot te leggen, vooral dat roem en rijkdom geenszins gelukkig maken.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Bouwen op drijfzand’

«Voor het schrijven verkoos Boeli van Leeuwen het Nederlands.» – Aart G. Broek

Boeli van Leeuwen - ets - Bert Kienjet 9.5 x 15 cm - 2010. resized dpiEts Bert Kienjet

Aart G. Broek bij overhandiging nalatenschap aan Letterkundig Museum, 15 december 2013:
‘Met een enkele lezer ben ik niet tevreden,’ liet Boeli van Leeuwen mij eens weten in een gesprek en hij vervolgde: ‘Hoe meer mensen mij lezen hoe liever het mij is.’ (…) ‘Papiamentu is mijn moedertaal. Wij spraken thuis altijd Papiamentu, ook toen ik van 1936 tot in 1946 met mijn moeder in Nederland woonde. In het Papiamentu SCHRÍJVEN is echter een heel andere zaak!’ Voor het schrijven verkoos Van Leeuwen het Nederlands.

Lees hier
de toespraak van Aart G. Broek

Lees hier het verslag op Caraïbisch Uitzicht

«Van Leeuwen is één van de beste schrijvers die het koninkrijk heeft voortgebracht.» – Sheila Sitalsing

BoeliPortretHermanvanBergen75dpiOver o.a. Boeli van Leeuwen in column ‘Rijksgenoten’, de Volkskrant 20 november 2013:
‘Het koninkrijk bestaat niet’, kopte de Volkskrant dit weekend boven een artikel over wederzijdse wrevel en desinteresse. (…) Stuitend gebrek aan belangstelling in elkaar. Zo veroorzaakte de moord op Helmin Wiels – vergelijkbaar met die op Pim Fortuyn – aan de Noordzeezijde van Willem-Alexanders rijk amper een rimpeling. Mediacategorie aardbeving in Italië zonder Nederlandse slachtoffers. (…) Binnenkort belegt de Volkskrant een debat onder de zorgelijke titel ‘Kan het koninkrijk nog 200 jaar zo doorgaan?’
O jawel hoor, zou Boeli van Leeuwen opgewekt zeggen als hij nog zou leven. Van Leeuwen is één van de beste schrijvers die het koninkrijk heeft voortgebracht, en aan de Noordzeezijde schandalig onbekend. (…) Eigenlijk, schreef Van Leeuwen, zijn de ex-Antillen sinds 1634, ‘toen Johan van Walbeeck met merkbare tegenzin op Curaçao aan wal stapte, onafgebroken bezig ten onder te gaan’. Dat zullen ze vrolijk blijven doen, in rijksverband. Een kwarteeuw geleden voorspelde Van Leeuwen het al: ‘Je kunt die roteilanden eenvoudigweg niet meer kwijt. Wij hebben de onafhankelijkheid gezien op Haïti, wij krijgen dagelijks onafhankelijke hoeren uit Santo Domingo, die daar van de honger creperen, dank u zeer.’

Lees hier de hele column

Meer over Boeli van Leeuwen

«Een dubbele opdracht en een driehoeksrelatie.» – Wim Rutgers

VoorplatDrijfzand1KleinOver ‘Bouwen op drijfzand’ van Ronny Lobo in Antilliaans Dagblad, 12 oktober 2013:
Van dit gegeven heeft Lobo een interessante roman gemaakt die vlot verteld naar een versnelling in het tempo gaat en met een steeds ingewikkelder wordende intrige uiteindelijk een climax vindt. (…) Nadat ik het verhaal een tweede keer las ontdekte ik hoe de verteller deze motieven weet te verstrengelen en – belangrijker – langzaam weet op te bouwen naar een climax waarbij de personen elkaar naderen en dan opnieuw een spanningsboog te construeren waarin de complicaties daarbij steeds onvermijdelijker worden. Ik zag bij de tweede lezing hoe knap het verhaal is opgebouwd en hoe belangrijke elementen daarin worden voorbereid en uitgebouwd. (…) Een ode aan het cultureel en artistiek verantwoorde bouwen: de architect en de professionele architectuur.

Lees hier de recensie of in Antilliaans Dagblad

Meer over ‘Bouwen op drijfzand’

«Een uitermate sympathiek en geslaagd debuut.» – Eric de Brabander

VoorplatDrijfzand1KleinOver ‘Bouwen op drijfzand’ van Ronny Lobo in Antilliaans Dagblad, 14 september 2013:
Ronny Lobo studeerde bouwkunde in Nederland en keerde terug naar Curaçao, waar hij architect werd met een speciaal oog voor klimatologische omstandigheden. De ingrediënten die nodig zijn voor de onvermijdelijke botsingen tussen architect en opdrachtgevers worden in ‘Bouwen op drijfzand’ subtiel ingevoerd door de auteur, die net als Kenzo behalve bouwkundige ook een bevlogen en kunstzinnig architect is. (…) Lobo weet zijn roman met verrassende wendingen te doorweven en deze af te wisselen met wat filosofische beschouwingen over tropische architectuur, over de relatie tussen bouwkunst en natuur, en over de noodzaak respectvol met deze natuur om te gaan.

Lees hier de recensie

Meer over Ronny Lobo

Nederlandse presentatie van ‘Bouwen op drijfzand’ op YouTube

VoorplatDrijfzand1KleinVideo van Ivar Hiwat en Frank Sardjoe met fragmenten uit de Antilliaanse boekpresentatie op 8 september 2013 in Podium Mozaïek rond de nieuwe boeken van Joseph Hart en Ronny Lobo uit Curaçao, Jacques Thönissen uit Aruba en Giselle Ecury, muzikaal omlijst door Izaline Calister.

Kijk

Meer over Bouwen op drijfzand

Elis Juliana † 23 juni 2013

Fotocompilatie bij lied ‘Hé Patu/Waggeleend’ door Dick Drayer (van Persbureau Curaçao), 26 juni 2013:
Elis Juliana heeft het gedicht geschreven voor zijn dochter Mayra en – via haar – voor alle kinderen van Curaçao, Aruba en Bonaire. Met zijn andere ritmische gedichten is ‘Hé Patu’ toch wel de merknaam van Elis Juliana geworden, hoewel het natuurlijk niet kenmerkend is voor de inhoud van zijn totale oeuvre. De muziek van ‘Hé Patu’ is van Padú del Caribe (Padú Lampe). De uitvoerende zangers en instrumentalisten zijn Mayra en Fred de Haas (zang, harp, gitaar).

Lees hier de oorspronkelijke tekst in het Papiaments en de de vertaling van Fred de Haas

Meer over Elis Juliana en Hé Patu/Waggeleend bij Uitgeverij In de Knipscheer

Simia Literario – Wie ik ben ? Ta ken mi ta

SIMIA LITERARIO (red. Fred de Haas)
Wie ik ben / Ta ken mi ta

Nieuwe Antilliaanse gedichten en
verhalen uit Nederland.
Antillen / Nederland

Ingenaaid, 72 blz. € 15,00
september 2011

ISBN 978-90-6265-680-6

Met bijdragen van: Hilli Arduin, Frida Doma-cassé, Giselle Ecury, Eugènie Herlaar, Alida Kock, Joan Leslie, T. Martinus, Olga Orman, Collin Schorea, Lambertha Souman, Richard de Veer, Wendela de Vries en Natalie Wanga.

De Antilliaanse schrijversgroep Simia Literario onderneemt in Wie ik ben / Ta ken mi ta een indringende zoektocht naar identiteit. De 13 gebloemleesde auteurs zetten hiermee een tocht voort die zowel in het Caribisch gebied als in de Antilliaanse ‘diaspora’ in Nederland al vele decennia geleden is begonnen en nog steeds niet ten einde is, niet in de laatste plaats omdat de naweeën van de koloniale en postkoloniale tijd nog altijd voelbaar zijn.
Vanwege het feit dat zij in Nederland leven en niettemin een verbondenheid voelen met het vaderland overzee overschrijden zij in hun werk op natuurlijke wijze de diffuse scheidslijnen van de culturen die zij in zich meedragen.
Hun situatie verschilt in hoge mate van Antilliaanse dichters die altijd ‘thuis’ zijn gebleven, in hun Caribisch vaderland. Dichters als Pierre Lauffer en Elis Juliana hebben immers niet de cultuurschok hoeven ondergaan van migranten, die zich op ‘vreemde’ bodem met een andere cultuur hebben moeten verzoenen en, tot op zekere hoogte, identificeren.

Wie ik ben / Ta ken mi ta draagt alle kenmerken van een complexe, Creoolse creatie. Het steeds van kleur en sfeer wisselende existentiële landschap wordt ontsloten door wegen die, dankzij de zeer toegankelijke en uitnodigende literaire bijdragen, de met zorg gemaakte vertalingen/bewerkingen uit het Papiaments, de inleidende tekst en de verklarende noten, de lezer mee zullen nemen op een verrassende verkenningstocht van de Antilliaanse migrantenziel.