Ewald Vanvugt – Brief aan een nieuwe werkloze. Essay

90-6265-072-4EWALD VANVUGT
Brief aan een nieuwe werkloze

Nederland, essay
Paperback, 136 blz., uitverkocht
ISBN 90-6265-072-4
Eerste druk 1983

Honderdduizenden mensen zijn werkloos gemaakt, zij zijn van de ene dag op de andere uit hun positie gemikt. Zo komt het dat niet alleen bejaarden, invaliden en zieken, maar honderdduizenden gezonde mensen de hele dag en elke dag zijn verplicht te niksen. Zij mogen lanterfanten en klaplopen, en baliekluiven en slabakken, suffen, klunzen, stilzitten, pierewaaien en duimendraaien – en voor de rest moeten ze maar zien wat ze doen.
Misschien vind jij het niet eens zo’n grote rotstreek dat naar willekeur met je wordt omgesprongen. Misschien ben je uit gewoonte al bereid je aan de nieuwe omstandigheden aan te passen, en voel je je vooral zo beroerd omdat je graag een wat belangrijker bijdrage aan de samenleving zou willen leveren dan twee keer per week een volle vuilniszak.
Nu ook jou je werk is afgenomen en ook jij tot een lichamelijke en maatschappelijke kneus dreigt te worden gemaakt, moet ik met alle hartstocht die in me is je vertellen, dat de opvatting van arbeid als de zin van het leven misschien niet eens de halve waarheid, maar juist een vuile leugen is. De ontmaskering van die leugen is de bedoeling van dze brief.

De Ervaren Lanterfanter aan Zijn Broer die Werkloos is geworden:
‘Jij schijnt je goed de pleuris te zijn geschrokken nu je zonder werk zit. Ik heb gehoord dat je de dag na je ontslag ziek in bed bent gebleven en nu ’s avonds zelfs je borrel laat staan. Nu wil ik de vrijheid nemen je een riem onder het hart te steken…’