‘Waren zij de trieste erfgenamen van het Nederlandse kolonialisme?”- John Jansen van Galen

BeaVianenMichaelSlory
Bij het overlijden van Michaël Slory en Bea Vianen in Argus (nr. 46), 22 januari 2019:
Kort na elkaar overleden twee iconen van de Surinaamse literatuur: dichter Michael Slory en schrijfster Bea Vianen, beiden 83 jaar oud, nazaten van de jaren zestig. Weerspiegelt zich in hun tragische levensloop de geschiedenis van hun geboorteland? John Jansen van Galen heeft hen gekend. (…) Slory bleef dichten, over het alledaagse leven in Suriname, over straatvuil en stakingen, over Nelson Mandela en Hillary Clinton, over kokospalmen en de onbereikbare schoonheid van de zwarte vrouw. (…) Gedichten als het poëtisch commentaar op de actualiteit van een ‘absolute dichter’, die zijn levensprogram samenvatte als ‘Ik zal zingen om de zon te laten opkomen’. Maar ook in de verzuchting, die de titel is van een documentaire over hem: ‘Als de droom over is….’. (…) Bea Vianen was in 1957 als 21-jarige onderwijzeres naar Nederland vertrokken. (…) Uit haar debuutroman ‘Sarnami hai’ blijkt wel hoe goed ze ook het verstikkende Hindoestaanse milieu kende. In ‘Strafhok’ heeft ze heel Suriname beschreven als een wemeling van volksgroepen waarbinnen men elkaar voortdurend controleert en beloert. De benauwenis slaat de lezer tegemoet. (…). Ze was in die tijd bevriend met Adriaan Morriën en Marte Röling, later geremigreerd en opnieuw uit Suriname gevlucht, altijd opgejaagd, rusteloos zwervend, cirkelend om het land heen, om er niet heen terug te hoeven keren en er uiteindelijk toch eindigend in een schamel hospitaal.
Lees hier het artikel
Meer over Bea Vianen op deze site
Meer over Michaël Slory op deze site

«Liefde voor het woord in verstild dichterschap.» – Wim Rutgers

Over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ van Michaël Slory in Ons Erfdeel, 18 oktober 2013: Persoonlijke ontdekkingen in de pracht van de Surinaamse natuur met zijn flora en fauna, een natuur die een nagenoeg religieuze connotatie krijgt en die op haar beurt uitmondt in een belijdenis van de liefde voor een vrouw, maar in essentie de liefde voor het leven zelf. Alles bevindt zich in één groots en samenhangend verband, waarin de dichter verblijd en verwonderd rondwaart. Zijn verbazing uit zich in talrijke vraagtekens en zijn blijdschap met haast even zovele uitroeptekens. … ). Zijn vroege poëzie was links strijdvaardig, nationalistisch met een mondiale insteek, en aanklacht tegen politiek en maatschappelijk onrecht. Maar die droom van een rechtvaardige(r) maatschappij wordt aan stukken geslagen met de militaire coup in Suriname die uitmondde in de gruwelijke decembermoorden op vooraanstaande burgers. Slory ruilde daarna de nationalistische revo-droom en de idee spreekbuis van de verdrukte gemeenschap te moeten zijn in voor een persoonlijke poëtica.

Lees hier verder

Meer over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’