Clyde Lo A Njoe leest gedichten op de radio

Clyde Lo A NjoeUit ‘Mijn lief mijn leed’ op Amsterdam FM Radio, 25 mei 2015:
Beeldend kunstenaar Clyde R. Lo A Njoe in gesprek met Peter de Rijk leest tijdens het interview twee gedichten uit zijn nieuwste bundel Mijn lief mijn leed: ‘Wat voor altijd bleef’ en ‘Socrates’. ‘Literat-uur’ is het boekenuur van het programma Kunst & Cultuur op Amsterdam FM-Radio dat op maandagen live vanuit de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam) wordt uitgezonden tussen 16.00 en 17.00 uur.
Luister hier naar de uitzending
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’

Clyde Lo A Njoe en Ezra de Haan treden 5 juni op bij Brigant in Arnhem

Lo A Njoe schilderijNe me quitte pas, Clyde R. Lo A Njoe
Terug naar de Baloren, vrijdag 5 juni in Eetcafé Brigant, vanaf 20.00 uur:
Samen met Peter Boel verzorgen Clyde Lo A Njoe en E. (Ezra) de Haan onder de titel ‘Terug naar de Baloren’ een programma met eigen verhalen en gedichten. Clyde Lo A Njoe (Amsterdammer met Arubaans-Surinaamse roots), beeldend kunstenaar, schrijver en dichter, is bekend van de bundels Dansen-Baliamentu, Doodverf (met o.a. Simon Vinkenoog) en Echolood. Onlangs bracht hij zijn nieuwe dichtbundel Mijn Lief Mijn Leed uit. Deze bundel bevat nostalgische en exotische liefdesgedichten. De Antilliaanse duivelskunstenaar zal een keuze uit deze gedichten voordragen in een experimentele performance, waarbij poëzie wordt gecombineerd met gloedvolle muziek van alle tijden. Peter Boel speelt als Arnhemmer een thuiswedstrijd. Hij is o.a. schrijver van ultrakorte verhalen. De ultrakorte verhalen van Boel kenmerken zich door ruwe sfeertekeningen, verrassende inzichten en bizarre wendingen. E. de Haan is schrijver, dichter, uitgeverijredacteur en interviewer bij literaire radioprogramma’s. Hij publiceerde de novelle Vonk, de roman Kermis in de hel, de dichtbundels Ik belde mijn muze en Scheren zonder spiegel en recentelijk de ‘Surinaamse’ reisroman Zoeken naar Slory.

Locatie: Apeldoornsestraat 4A, Arnhem (achter bioscoop Rembrandt). Tel. 026-8482982 www.brigant.nl Het eetcafé gaat om 19.00 open. Voor het optreden zal Ramses Vergouwen, de kok van het eetcafé, een keur aan kleine gerechten uit zijn vega-keuken presenteren. Deze hapjes zijn inbegrepen bij de entreeprijs van 4 euro.
Meer over E. de Haan bij Uitgeverij in de Knipscheer
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij in de Knipscheer

Gedicht van Karin Lachmising in Engelse vertaling verschenen

k85bloc-poetrysMi gron’ van Karin Lachmising in ArtsEtc, een internetperiodiek uit Barbados, mei 2015:
In het meinummer, een special gewijd aan de dichter Edward Kamau Brathwaite ter gelegenheid van diens 85ste verjaardag, is het gedicht ‘Mi gron’ van Karin Lachmising uit haar debuutbundel Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt geplaatst in een Engelse vertaling van Scott Rollins. Zij bevindt zich daarmee in het gezelschap van o.a. Derek Walcott, die het gedicht ‘Names: for Edward Brathwaite’ bijdroeg.
Lees hier het gedicht in Engelse vertaling en hier de andere bijdragen aan dit nummer
Meer over ‘Nergens groeit een boom’

Boekpresentatie in Haarlem op zondag 17 mei 2015

PosterA4LetterijExtramei2015_Opmaak 1.qxd
Op zondagmiddag 17 mei 2015 presenteert Uitgeverij In de Knipscheer drie nieuwe boekuitgaven:
Jonker, de nieuwe roman van Els Launspach
Rood en wit met blauw, dichtbundel van Barney Agerbeek
Mijn lief mijn leed, dichtbundel van Clyde R. Lo A Njoe

Aan deze presentatie verlenen medewerking Peter de Rijk, redacteur en radiomaker (interviews), Gracia Khouw, vormgeefster en beeldend kunstenaar, Blauwe Maandag, singer-songwritersduo. Tussendoor en na afloop uur napraat met Indische lekkernijen. U bent van harte uitgenodigd deze presentatie bij te wonen. Meld uw komst aan op indeknipscheer@planet.nl opdat u op de gastenlijst geplaatst kunt worden.

Locatie: Pletterij, Lange Herenvest 122, 2011 BX Haarlem. Aanvang: 14.30 uur precies. Zaal open: 14.00 uur.
Meer over ‘Jonker’
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’

Gedicht van Giselle Ecury in ‘Soldaat van Oranje the musical’ op Aruba

Vanuit Aruba bereikte ons het volgende bericht over onze auteur Giselle Ecury:
Het productieteam van ‘Soldaat van Oranje the musical’ heeft op 1 mei 2015 in de eenmalige voorstelling voor Aruba – in het kader van 200 jaar Koninkrijk – gebruik gemaakt van haar gedicht ‘We vergeten het niet’. Zij schreef dit gedicht t.b.v. een 4 mei herdenking van haar oom, verzetsheld Boy Ecury, in het Kabinet van Gevolmachtigd Minister Edwin Abath te Den Haag in 2012. Het gedicht, dat hieronder volgt, werd niet eerder gepubliceerd.

WE VERGETEN HET NIET

we vergeten het niet
je moed en heldendaden
je verdriet
zodra je wist: Ik word verraden
we vergeten het niet
je drang dóór te gaan,
het plichtsbesef
student nog en toch:
één Arubaan voor ons allen – wat een lef

we vergeten het niet
de vrijheid
waarin we dankzij jou mogen leven
daar heb jij je voor gegeven,
vastberaden, expliciet

we vergeten het niet
de eenheid
met de mensen van ons koninkrijk
je kon toen niet weten en wensen
hoe je ons allen
ook nu jaar na jaar bindt

nee. we vergeten het niet
maak alsjeblieft
dat ieder van ons jou altijd weer vindt
in zo’n diepe verbondenheid met elkaar
één voor allen, allen voor één

Boy Ecury
we vergeten het niet
we vergeten jou niet

[copyright © 2012 giselle ecury]
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer

Muziek van geciteerde liedteksten in ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde Lo A Njoe te beluisteren met QR-code op boekomslag.

Mijn liefDe in Mijn lief mijn leed verzamelde gedichten, waarin vaak de woorden lief en leed weerklinken als een refrein, bevatten alle citaten uit liedteksten, van Otis Redding tot L’amour de moy, van Jacques Brel tot Fly me to the moon, van Hildegard Knef tot Hey Joe, van het Arubaanse volkslied tot een volksliedje uit Suriname.
De muziek, waaruit de geciteerde fragmenten van de liedteksten zijn gekozen, en die Clyde Lo A Njoe inspireerde tot de 24 gedichten in Mijn lief mijn leed, is via de TAG (QR-code) op het boekomslag met smartphone of tablet te beluisteren. Het menu van de app (gemaakt door In de Knipscheer-auteur Glenn Pennock), met chronologisch alle geciteerde nummers in beeld en geluid, kunt u ook op uw pc hier aanklikken.
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde R. Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

Clyde R. Lo A Njoe – Mijn lief mijn leed

Opmaak 1Clyde R. Lo A Njoe
Mijn lief mijn leed

Gedichten
Nederland / Aruba
Paperback, 56 blz., € 15,00
2015
ISBN 978-90-6265-877-0

Clyde Roël Lo A Njoe (in 1948 op Aruba geboren uit Surinaamse ouders) debuteert in 1982 als dichter met de bundel Dansen / Baliamentu, twee jaar later gevolgd door gedichten in Doodverf. Zijn derde poëziepublicatie Echolood dateert van 1989. Ondanks dit bescheiden oeuvre wordt Clyde R. Lo A Njoe als dichter alom gewaardeerd in het Nederlandse taalgebied, m.n. in Vlaanderen, Suriname en de Nederlandse Antillen. Sindsdien verwerft hij wereldwijde bekendheid als beeldend kunstenaar, o.a. als medeontwerper en schilder van het Orakelkunstuurwerk van Holland-Nagasaki Village in Nagasaki, Japan én van het monument van de nieuwe basiliek van de Virgen de Guadalupe (met het contemporaine Aztekencalendarium) in Mexico City. Toch is hij al die jaren ook blijven dichten. Zoals het in Dansen / Baliamentu gaat om dans (de meeste gedichten hebben een dans in de titel: tarantella, salsa, bolero), zo is in Mijn lief mijn leed muziek een rode draad. De in de bundel verzamelde gedichten, waarin vaak de woorden lief en leed weerklinken als een refrein, bevatten alle citaten uit liedteksten, van Otis Redding tot L’amour de moy, van Jacques Brel tot Fly me to the moon, van Hildegard Knef tot Hey Joe, van het Arubaanse volkslied tot een volksliedje uit Suriname.
Zo worden in deze gedichten alledaagse, voor het grote publiek zeer herkenbare liedjes uit een mondiaal spectrum fragmentarisch geïntegreerd: passages als de directe inspiratiebron, maar des te vaker als het associatieve referentiekader voor deze 24 gedichten.
De met een smartphone te lezen QR-code op het omslag verwijst naar een menu met chronologisch alle geciteerde nummers in beeld en geluid.
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen?» – Ivan Sacharov

VoorplatTemepelsWoestijnen75Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen op MeanderMagazine, 10 april 2015:
Wat wordt bedreigd met uitsterven als (de natuur van) de taal gaandeweg verandert? Sommige formuleringen, opvattingen wellicht. Een lezer mag zich gelukkig prijzen als hij – ontdekkingsreiziger op papier nog altijd – per ongeluk een bedreigde soort tegenkomt. (…) Ik vind dit [‘Moeder van mijn moeder’] een mooi gedicht: met die perkamenten handen die als lichte vleugels op de ogen aan een engel doen denken. Het leven gespot op het moment van de dood, die als schuw wordt voorgesteld: alsof deze hooghartige aristocratische dame hém over de streep moet trekken! Zij was gewend om het voor het zeggen te hebben tijdens haar leven en nu, bij haar dood, is dat niet anders: zij sterft zoals zij geleefd heeft. Dáárom grijpen dood en leven dus in elkaar als ringen: ze passen bij elkaar. En zelfs het gedicht blijkt een ring: het grijpen in de laatste strofe doet weer denken aan de handen uit het begin. Een apart gedicht ook: door de ouderwetse taal die wordt gehanteerd. Wat een goede vondst lijkt van de dichter want vorm (gedicht) en inhoud (vrouwenziel) sluiten zo beter op elkaar aan (inderdaad: alwéér als ringen). Maar dit is niet bedoeld als ouderwetse taal. Dit werd geschreven omstreeks 1947, toen dit taalgebruik nog heel gewoon was. De tijd knaagt blijkbaar niet aan alle dingen; werkt soms zelfs in hun voordeel. (…) Afgezien van de cosmetica (hoofdletters, interpunctie en samengestelde woorden als juichendhelle) is het nog niet zo uit te leggen waarom dit gedicht [‘Luchtgevechten boven een krankzinnigengesticht’] als een bedreigde (dicht)soort kan worden beschouwd. Is het met die ‘scheefgeslagen ziel die God hun uit de hemel zond’ nog teveel gedrenkt in een op christelijke leest geschoeide cultuur? Misschien. (…) [Deze gedichten van Boeli van Leeuwen] getuigen in elk geval van lef. Want wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen? Durft dat te schrijven: met die juichendhelle kreet, die op het laatst meer hel dan juichend moet zijn geweest. De lezer moge het zelf ontdekken (…) want wie zou het oordeel over dit werk alleen aan een paar stoffige heren willen overlaten?
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tempels in woestijnen’

«Zeer mooie gedichten van Olga Orman.» – André Oyen

VoorplatDoorwaaiwoning72Over ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ van Olga Orman op Ansiel en Iedereenleest.be, 5 april 2015:
Na haar studie (in Nederland) was Olga Orman (Aruba) jarenlang als leerkracht werkzaam op Curaçao. Vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw begon zij haar gevoelens en gedachten in de vorm van gedichten tot uiting te brengen. De gedichten die in deze tweetalige bloemlezing zijn verzameld onder de titel ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ zijn voornamelijk geschreven in Nederland en voor een deel in Aruba en Curaçao. Fred de Haas vertaalde de zeer mooie gedichten van Olga Orman en schreef ook een ook een zeer verhelderend voorwoord waarin leven en werk van deze bijzondere auteur in het juiste perspectief wordt geplaatst.
Lees hier de recensie of hier
Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het leven verlengen van deze schrijver moet mogelijk zijn.» – Klaas de Groot

geniale anarchieOver het gedicht van Gerrit Achterberg dat Lily van Leeuwen koos ter nagedachtenis aan haar vader op Caraïbisch Uitzicht, 4 april 2015:
In de maanden na het overlijden op 28 november 2007 verschijnen er in diverse Curaçaose kranten in memoriamgedichten (…) op Caraïbisch Uitzicht te lezen in de reeks ‘gedichten voor Boeli van Leeuwen’.
Op 28 januari 2008 verschijnt er in de Amigoe nog een gedicht in deze sfeer. Dochter Lily van Leeuwen koos van Gerrit Achterberg het volgende gedicht ter nagedachtenis aan haar vader: ‘Wie ik nu nog zal worden…’ De lezer van dit ‘ingezonden’ gedicht kan zich afvragen waarop deze keuze is gebaseerd. Voor een antwoord op die vraag is misschien dat wat Van Leeuwen schreef een mogelijke mijn om in te hakken.
Wat dan opvalt, is dat het gedicht eindigt zoals het begint, namelijk met een zeer beleefde dood: ‘gaat u mee, mijnheer’. Dit doet sterk denken aan de derde strofe van het gedicht ‘Moeder van mijn moeder’ uit de bundel Tempels in woestijnen. (…). Ook de opening van het gedicht wordt herhaald: ‘Wie ik nu nog worden zal is eender’. De ik bedoelt misschien dat de dood hem niet zal veranderen. Maar ook klinkt een adagium van Van Leeuwen door, namelijk ik ben die ik ben. Een echo van deze gedachte valt te lezen in de laatste regel van de derde strofe: ‘opdat ik des te meer / mijzelve wezen zoude’. Deze strofe begint met de ik als geheimhouder van het leven ‘in eigen beheer’. (…) In het prachtige verhaal ‘The rest is silence’, verschenen in Geniale anarchie, wordt de mens zelf een geheim genoemd en een universum.
Lees hier het hele artikel
Lees hier ‘Kleine chaos’ van Tommy Wieringa
Lees hier Klaas de Groot over gedicht Shrinivási voor Boeli van Leeuwen
Lees hier Klaas de Groot over gedicht Hans Vaders voor Boeli van Leeuwen
Lees hier Klaas de Groot over gedicht Walter Palm voor Boeli van Leeuwen
Lees hier Klaas de Groot over gedichten Helen Lashley en Coco Rais voor Boeli van Leeuwen