«Bont boeket van eigenzinnige fictie en non-fictie. » – André Oyen

Extaze32Over ‘Extaze 32 – De onzichtbare schrijver’ op Lezers tippen lezers, 10 februari 2020:
In zijn bijzonder boeiende en voor een wetenschapper uiterst leesbare studie De literatuur draait door – “De schrijver in het mediatijdperk” onderzoekt Sander Bax hoe in de media bericht wordt over literatuur en dat als gevolg daarvan er een andere opvatting lijkt te komen over wat goede literatuur is. De schrijvers gaan mee in die verandering. In het gesprek over de literatuur is steeds meer nadruk komen te liggen op wat echt gebeurd is in het leven van een schrijver, constateert Bax. De literaire vorm is uit beeld verdwenen, de fictie staat onder druk. Het thema van het literaire tijdschrift ‘Extaze 32 -De onzichtbare schrijver’, is gebaseerd op Sander Bax’ studie. (…) Het liefst zag Chrétien Breukers dat de wurgende consensus over literatuur werd losgeschud door een nieuwe avant-garde van cultuurliefhebbers. Wie met een nieuw boek komt, moet niet alleen kunnen vertellen over de manier waarop hij zijn roman in elkaar heeft gezet, maar ook bereid zijn om zijn eigen levensverhaal in te zetten voor de verkoop van zijn boek. Buwalda sputtert in het interview nog wel wat tegen door te zeggen dat hij ‘doorleefde thema’s’ gebruikt: ‘Dat is gewoon handig, dan hoef ik niet alles te verzinnen. Daar zit niets therapeutisch bij, dat weet ik honderd procent zeker.’ Toch vertelt ook hij uitgebreid over zijn jeugd en zijn verhouding tot zijn vader. (…) ‘Extaze 32’ biedt ook nu weer aan de meeste veeleisende lezer een bont boeket van eigenzinnige fictie en non-fictie.
Lees hier het signalement
Meer over ‘Extaze 32’

Literair tijdschrift Extaze 32 ‘De onzichtbare schrijver’ [Jrg. 8, nr. 4]

Extaze32Extaze 32 – De onzichtbare schrijver
achtste jaargang nr. 4, december 2019 t/m februari 2020
redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.,
€ 15,00
presentatie 28 november 2019
ISBN 978-90-6265-789-6

Het thema van ‘Extaze 32 -De onzichtbare schrijver’, is gebaseerd op Sander Bax’ studie ‘De literatuur draait door’. Ook na het verschijnen van dat boek kreeg hij in de PR rond Ilja Leonard Pfeiffer’s ‘Grand Hotel Europa’ en Peter Buwalda’s ‘Otmars zonen’ bevestigingen van wat hij in zijn onderzoek had geconstateerd. Beide auteurs worden gepresenteerd als succesvol, in interviews wordt voortdurend gevraagd naar de band tussen hun werk en hun leven (ofwel: is het werk ‘authentiek’, is het ‘echt?) en in beide gevallen wordt het werk gerelateerd aan de buitentextuele (politieke) werkelijkheid waarnaar in de roman verwezen wordt. Net als Sander Bax in zijn essay ‘De regels van de literaire mediacultuur’ verduidelijkt Coen Peppelenbos in ‘Hier is mijn bloed’ diens waarnemingen (in Peppelenbos’ woorden: ‘veel van wat je in je leven hebt meegemaakt te gelde maken’ en ‘de autobiografische laag versterkt de authenticiteit) met voorbeelden: een interview van Wim Brands met L.H.. Wiener en een talkshowgesprek van Eva Jinek met Oscar van den Boogaard. Arie Storm stelt in ‘De noodzaak van eenzaamheid’ vast dat televisie een massamedium is en in haar vorm en inhoud niet bevattelijk voor subtiliteit, stilte en duisternis. Het medium tv is vreemd aan literatuur, ze zal altijd haar aandacht richten op schrijvers die meedoen aan het doorbreken van stilte en duisternis. Goede schrijvers en lezers zijn eenzame personen en vanuit hun diepste wezen slecht, asociaal en negatief. Elke poging om die eenzaamheid en dat gevoel voor het slechte te verminderen leidt af van wat literatuur is. Chrétien Breukers liet zich in zijn essay ‘In onwetendheid schuilt een wrede schoonheid’ inspireren door een, ook in dit nummer afgedrukte, column van Rosanne Hertzberger (NRC 12/7/19). In dat stuk vraagt Hertzberger zich af of boekhandels nog moeten blijven bestaan. Breukers ziet de logistiek van de boekhandel als een anachronisme en ‘de betere boekhandel’ als een tempel voor het ‘hoge en schone’. Het liefst zag Breukers dat de wurgende consensus over literatuur werd losgeschud door een nieuwe avant-garde van cultuurliefhebbers.

In dit nummer korte verhalen van Dorien Dijkhuis, Pieter Drift. Boudewijn van Houten. Arjen van Meijgaard, Christiaan Ronda, Inge Schollen. De gedichten zijn van Catharina van Daalen, Job Degenaar, Mattijs Deraedt, Philip Hoorne, Leen Korenhoff, Hanz Mirck, Bert Struyvé. Strip: Rob H. Bekker, Taconis Stolk. Het beeldend werk is van Andrei Roiter.

De presentatie van ‘Extaze 32’ vindt plaats op donderdag 28 november 2019. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 met gratis consumptie in de pauze (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl. Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).

Meer over presentatie Extaze 32
Lees ook het digitale supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’

«Goede kijk op het dagboek en zijn literaire waarde.» – André Oyen

VoorplatExtaze30Over ‘Extaze 30. Dagboek’ op Lezers tippen lezers, 28 juni 2019:
Dagboeken zijn autobiografisch geschriften , die verondersteld worden geen of weinig fictie te bevatten en de lezer toch kunnen boeien. Heel vaak bepalen de omstandigheden (oorlog, ziekte, bijzondere omstandigheden) de populariteit van het dagboek, als het gepubliceerd wordt. Alhoewel de dagboeken van Anne Frank – en zeker de eerste gedeelten daarvan – de indruk van spontaniteit geven, heeft nader onderzoek aangetoond dat de schrijfster ze wel degelijk bedoeld had voor naoorlogse publicatie. Zij was zich dus zeer bewust van een onzichtbare, ‘meekijkende’ lezer. Hetzelfde betrof de serie Geheim Dagboek van Hans Warren, die een apart hoofdstuk in de Nederlandse literatuur vormt aangezien het letterlijk een heel mensenleven omspant, geeft het niet alleen een goed beeld van de schrijver maar ook van de Nederlandse samenleving als geheel. Het literaire tijdschrift Extaze heeft in zijn dertigste editie het dagboek als rode draad. Zoals gewoonlijk biedt het tijdschrift een geraffineerde mix van essay, kortverhalen, gedichten en ook het beeld dit keer van Arpaïs Du Bois krijgt alle aandacht. (…) De essays zijn goed uitgebalanceerd en geven een vrij goede kijk op het dagboek en zijn literaire waarde. (…) Echt weer een Extaze om van te smullen!
Lees hier de recensie
Meer over Extaze 30

Literair tijdschrift Extaze 30 ‘Dagboek’ [Jrg. 8, nr. 2]

VoorplatExtaze30Extaze 30– Dagboek
achtste jaargang nr. 2, mei 2019
redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.,
€ 15,00
presentatie 16 mei 2019
ISBN 978-90-6265-766-7

Waarom worden dagboeken geschreven en wat kun je er nu precies in lezen? Deze vragen stelt Monica Soeting in haar essay ‘Dagboeken’. In ‘Ik is een ander’ beantwoordt Jaap Goedegebuure de dubbele vraag als volgt: mensen schrijven dagboeken om zichzelf te doorgronden, de maat te nemen, zichzelf vermanend toe te spreken. Of ze vullen het boek met aantekeningen die dienen als geheugensteuntje, die soms worden uitgewerkt tot iets essentieels. Monica Soeting zal het met Goedegebuure eens zijn, maar weet dat dit persoonlijk aspect pas laat in de geschiedenis van het dagboek tot uitdrukking is gekomen. Goedegebuure’s overtuiging dat een gepubliceerd dagboek pas de moeite waard is als het de lezer laat delen in de innerlijke verkenningen van de auteur krijgt bevestiging van het in 1957 uitgegeven dagboek van J. Slauerhoff. In ‘Flarden van een zelfportret’ haalt Hein Aalders de criticus Johan van der Woude aan, die in dat dagboek een dynamische verschijning herkent, scherpziend, dromerig, rancuneus en idealistisch.
Een beschrijving die aansluit bij het beeld dat Aalders van de schrijver schetst. Een citaat uit Harry Haarsma’s korte essay over beeldende dagboeken sluit onbedoeld aan op het essay van Clara Bolle: ‘Het dagboek is een donkere kamer, het licht wordt spaarzaam toegediend want licht vreet aan de waarheid’. Clara Bolle’s essay, dat verder reikt dan het genre van het dagboek, leidt langs poëtische wegen naar de moeilijkheid van het wijkende woord: de schrijver geeft woorden aan het bestaan, hij wil de essentie grijpen, maar op het moment dat hij het wil vastpakken is het verdwenen.

In dit nummer verder korte verhalen van Chrétien Breukers, Evelien Flink, Leonie Pas, Lydi Groenewegen, Pieter Drift en gedichten van Hanz Mirck, Jeanet Kingma, Job Degenaar, Mart van der Sterre, Mattijs Deraedt, Willem van Toorn en Steven Van Der Heyden. Het beeld is van Arpaïs Du Bois.

De presentatie van ‘Extaze 30’ vindt plaats op donderdag 16 mei 2019. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl. Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).
Meer over presentatie Extaze 30
Lees ook het digitale supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’

Jan Kostwinder: dichter 101 voor Rogi Wieg

VoorplatWiegKringOver ‘In de kring van menselijke warmte. Hommage aan Rogi Wieg’, 22 juni 2017:
In de hommagebundel voor Rogi Wieg ‘In de kring van menselijke warmte’ dragen 100 dichters uit het Nederlandse taalgebied een gedicht op aan Rogi Wieg. Te laat voor de hommagebundel attendeerde Albert Hagenaars de uitgeverij op het feit dat ook Jan Kostwinder (1960-2001) een gedicht schreef voor Rogi Wieg. Het zou in de jaren negentig gepubliceerd zijn in het literaire tijdschrift ‘Adem’ en werd in 2003 door samenstellers Hein Aalders en Chrétien Breukers opgenomen in Kostwinders verzamelde gedichten ‘Alles is er nog’.
Lees hier het gedicht
Meer over ‘In de kring van menselijke warmte. Hommage aan Rogi Wieg’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik ga, na al die jaren, álles van Van Leeuwen lezen.» – Chrétien Breukers

BoelivanLeeuwen8‘Van boek naar boek: Boeli van Leeuwen’ op Weblog van Chrétien Breukers, 3 mei 2017:
Ik herinner mij een gesprek met Jos Knipscheer. Eind jaren tachtig (van de vorige eeuw). Het ging over de romans van Tip Marugg en Boeli van Leeuwen. Volgens mij was Marugg net genomineerd voor een grote prijs. Dat vond Jos Knipscheer weliswaar terecht, maar toch beviel het hem niet dat Van Leeuwen niet genomineerd was. (…) Drie boeken las ik van Boeli van Leeuwen: Schilden van leem, De rots der struikeling en De eerste Adam. Jaren had ik niet aan hem, of aan zijn werk gedacht, tot gisteren. (…) Ik bekeek het slotstuk van de trilogie: De indiaan baarde een neger ( hier is een en ander terug te zien ) en haalde de boeken van Van Leeuwen tevoorschijn. Ik hoorde de stem van Knipscheer weer mopperen. (…) Gisteravond herlas ik Schilden van leem bijna helemaal. In één ademtocht, desgewenst. Ik ga, na al die jaren, alles van Van Leeuwen lezen. Het is zo ver. Lezen is iets vreemds: je springt van boek naar boek, zonder plan of systeem, en hoe je precies bij schrijvers terechtkomt, of om welke reden: het blijft een raadsel.
Lees hier het betreffende blog
Meer van Chrétien Breukers op deze site
Meer over Boeli van Leeuwen op deze site

«De positie van de jeugd in de moderne cultuur. Een interessant nummer.» – Gerard Oevering

VoorplatExtaze9Over Extaze 9 voor NBD Biblion, 01-05-2013:
Extaze is een literair tijdschrift dat het begrip ‘literair’ zeer ruim neemt. Naast poëzie, proza en literaire essays worden ook beschouwingen over beeldende kunst, muziek en film opgenomen. In dit 9e nummer (2014-1) staat in de essays de positie van de jeugd in de moderne cultuur centraal. Boomkens (cultuurfilosoof) vraagt zich af of de voortgaande vernieuwing van het neoliberale marktdenken sterker zal zijn dan de authenticiteit van de jeugd. Oosterling (filosoof) hoopt op een ‘mediale verlichting’ in de opvoeding van de jeugd tot burgerschap in deze wereld van de communicatiemedia. Bakker (mediadeskundige) onderzoekt in ‘De digitale generatie’ het verband tussen mediagebruik, geletterdheid en intellectuele achteruitgang en morele ontreddering. Verder bevat dit nummer verhalen en gedichten van Nederlandse en Vlaamse auteurs over de jeugd, proza van o.m. Breukers, Bruyneel, Gertrude Kunze en poëzie van Delphine Lecompte, Stelle Boelsma. De meesten hebben publicaties in boekvorm op hun naam staan. De sfeervolle illustraties zijn van Stefan Serneels. Een interessant nummer.»
Meer over ‘Extaze 9’
Meer over ‘Extaze’

«Wie kan dat als dichter in 23 regels oproepen?» – Chrétien Breukers

VoorplatAfgekaptDichtwerk75Over het gedicht ‘Een zeer zacht spijkerbed’ uit ‘Afgekapt Dichtwerk’ van Rogi Wieg op De Contrabas, 11 april 2014:
Het is mooi, en het is huiveringwekkend. Die man die door het leven is gegaan, om vervolgens… gedichten te gaan schrijven, iets wat hij altijd al heeft gedaan, kortom. En hoe kwam hij tot dat inzicht? Na een heilzame sessie, van zes dagen (lees de bijbel er op na), op de zich als een zeer zacht spijkerbed manifesterende Jezus. (…) Het heeft alles wat Wieg altijd al had, lichte pathetiek, nou ja, meer dan lichte pathetiek, een hang naar het religieuze of mystieke en het überpersoonlijke waar niet iedereen zomaar mee weg kan komen.
Lees hier het hele stuk
Meer over ‘Afgekapt Dichtwerk’
Meer over Rogi Wieg bij In de Knipscheer

«Een buitengewoon fraai verzorgd literair tijdschrift.» – André Oyen

VoorplatExtaze9Over ‘Extaze 9 Literair tijdschrift’ op iedereenleest.be, 7 april 2014:
Extaze wil niet alleen een podium voor proza en poëzie zijn, maar ook voor elke vorm van literaire non-fictie. Het begrip ‘onbegrensd’ kan ten slotte ook in ruimtelijke zin begrepen worden. (…) De afzonderlijke nummers van Extaze zijn niet strikt thematisch geordend, maar enige samenhang tussen de bijeengebrachte stukken is er wel. Het karakter van het nummer wordt versterkt door het werk van een beeldend kunstenaar. Literaire inhoud, beeldend werk en vormgeving zijn nauw met elkaar verbonden. De nieuwe Extaze nummer 9 staat helemaal in het teken van de Jeugd. Stefan Serneels zorgt voor knap illustratiewerk en ook daar duikt het thema ‘jeugd’ geregeld op. Extaze is een apart tijdschrift met Nederlandse en Vlaamse bijdrages voor een veeleisend Nederlands en Vlaams lezerspubliek. Naast het papieren blad stelt de redactie van Extaze een website samen met daarin informatie over het blad, een agenda, recensies, columns, poëzie, afbeeldingen en film- en geluidsfragmenten.
Lees hier de recensie of hier
Meer over ‘Extaze 9’

Extaze 9 [2014-1] Jeugd. Literair tijdschrift

VoorplatExtaze9Extaze 9
Jeugd
Genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.
15,00
februari 2014
ISBN 978-90-6265-850-3

Extaze 9 kent als thema ‘Jeugd’. Twee filosofen en een mediadeskundige reflecteren op de cultuur van onze dagen en de rol die de jeugd daarin speelt. Daarbij stelt elk zijn eigen vragen. Hoe bereiden wij ze voor op deze nieuwe wereld? Wat zijn hun idealen? Hoe strijdbaar zijn ze? Verruilen zij de oude media voor de nieuwe en kijken ze niet meer om naar de oude vormen van kennis- en informatieoverdracht?

Henk Oosterling formuleert zijn vragen in een essay getiteld Extatische pedagogiek? – De doorslaggevende rol van mediawijsheid en ecowijsheid in de educatie. Hoe bereiden we onze kinderen op deze wereld voor? Hoe leren we hen zich te verhouden tot de technologische extase waarin ze verzeild zullen raken of al verzeild zijn geraakt? Wat betekent de aloude pedagogische stelregel ‘grenzen stellen’ in een wereld die grenzeloos is geworden? Wat leren we onze screenagers over media? Een geheel aan de nieuwe mens aangepaste, extatische pedagogiek is onvermijdelijk. Oosterling theoretiseert niet slechts, hij vertelt ook over de praktijk van zijn project Rotterdam Vakmanstad/Skillcity.

René Boomkens stelt zijn vraag aan het eind van zijn essay Eeuwig jong – De jeugd van ‘absolute beginners’ tot marketingtool. De geschiedenis, waargenomen als strijd, als een heen-en-weer beweging tussen heftige conflicten en periodes van evenwicht, waarbij het vaak de jeugd is die het woord neemt en ‘een nieuw begin’ aankondigt, lijkt tot aan het eind van de twintigste eeuw tot rust te zijn gekomen bij een ideaal van jeugd en jeugdigheid, een alomvattende jeugdcultuur waar ook de jongeren deel van uitmaken en die schaamteloos commercieel wordt uitgebuit. De eeuwige jeugd van het neoliberale markmechanisme lijkt te impliceren dat we niet hoeven te verwachten dat de jeugd plotseling het woord zal nemen. Of wordt die verwachting gelogenstraft, zoals telkens weer in de geschiedenis het geval is geweest?

Piet Bakker stelt in De digitale generatie vast dat iedere ‘leeftijdscohort’ (een groep die in een bepaalde periode is geboren) een specifiek voorkeursmedium heeft. Wie regelmatig onder jongeren verkeert, weet dat ze verknocht zijn aan hun computerscherm. Zullen zij de oude media inruilen voor nieuwe en daarbij steeds minder vaak omkijken? Die kans bestaat, maar of dit een teken zou zijn van intellectuele achteruitgang is de vraag.

Voorts korte verhalen van Chrétien Breukers, Jonas Bruyneel, Luc Geeraert, Cor Gout, Ronnie Krepel, Gertrude Kunze en Fred Lanzing, gedichten van Estelle Boelsma, Delphine Lecompte en Wout Waanders en tekeningen van Stefan Serneels, waarbij het thema ‘jeugd’ geregeld opduikt.

De presentatie van dit nummer zal plaatsvinden in Pulchri, Lange Voorhout 15, Den Haag (Extaze in Pulchri 9), op donderdag 27 februari 2014, aanvang: 20.00 uur.
Meer over Extaze