«Met ‘Tirami sù’ bewijst Ronny Lobo dat hij gegroeid is als schrijver.» – Jerry Dewnarain

Opmaak 1Over ‘Tirami sù’ van Ronny Lobo in De Ware Tijd Literair, 7-8 mei 2016:
‘Tirami sù’ gaat kortgezegd over een spannende zoektocht van twee tieners naar hun afkomst, een bekend thema in de Caribische literatuur. Bovendien kaart Lobo ook een ander thema aan, namelijk ‘adoptie’. Binnen de Caribische Nederlandstalige literatuur is Lobo een van de weinige schrijvers die het thema ‘adoptie’ bespreekt. (…) ‘Tirami sù’ is een moderne versie van Cola Debrots boek ‘Mijn zuster de negerin’, dat in 1935 uitkwam. De toepassing van internet, het gebruik van mobiele telefoons, sms’jes en laptops maken het verhaal heel modern voor de jonge lezers. Het is ongetwijfeld een boek dat de jeugd, vooral de Caribische jeugd, zal boeien vanwege de herkenbaarheid van het thema – zoektocht naar afkomst of identiteit (queeste). De schrijver bouwt bovendien de spanning van de plot ‘steen-voor-steen’ op om tot de ontknoping te komen. Met de ruimte (waar het verhaal zich afspeelt: Nederland-Aruba-Curaçao-Bonaire; de connectie tussen moederland Nederland en zijn eilanden) en zijn beeldend taalgebruik, overigens een sterk wapen van de schrijver Lobo, metselt hij zijn bouwsel tot een boeiend verhaal.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tirami sù’
Meer over Ronny Lobo bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Genoeg literair spel voor een speurlezer.»

VoorplatLichtkamer75Over ‘De lichtkamer’ van Henriettte de Mezquita in Antilliaans Dagblad, 16 januari 2016:
Taal leeft, letterkunde ook. Vroeger leerde je op de recensentenopleiding dat in ‘echte literatuur’ alles betekenis moest hebben, dat er geen woord teveel in een literair werk mocht staan, zoals je vroeger door de etiquette wist dat je geen bruine schoenen onder een donkerblauw pak mocht aantrekken, tegenwoordig (…) is dat juist wel mode. Mode in de literatuur verandert ook, nu mogen er zinnen in een roman staan die voor het volgen van het verhaal overbodig schijnen, zinnen waarin het spel van letters, woorden belangrijker is, alsof het muzieknoten zijn die stemming oproepen, maar geen ‘betekenis’ zouden hebben, dan het logisch, of erger nog psychologisch, kunnen volgen van de personages in de handeling, zeg maar een traditie – om het lokaal te houden van een Debrot of om het internationaal te maken van een Bolaño – hoe dan ook De Mezquita is op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de Spaanstalige wereldliteratuur, kortom zinnen die, ehm, een vleug aan het palet toevoegen, als ingrediënten in een gerecht. (…) Speuren naar de ware identiteit van De Mezquita levert niet veel op. (…) Er staat in het boek ook een epiloog geschreven door de kinderen van Henriette de Mezquita en, alsof dat niet genoeg literair spel is voor een speurlezer, na het nawoord staat er nog een ‘tijdsbeeld’ in over ‘de schrijfster’ die in 1930 (sec) geboren zou zijn. (…) Het mysterie rond de auteur (of auteurs) wordt groter als blijkt dat de reguliere recensenten voor het ‘Antilliaans Dagblad’ bedankten voor de eer, omdat ze te dicht bij het ontstaan van het boek zijn geweest om er een onbevooroordeeld leesverslag over te kunnen schrijven. Vandaar dat ‘een onzer verslaggevers’ dit doet.
Lees hier het artikel in ‘Antilliaans Dagblad’
Meer over ‘De Lichtkamer’

« Zinderende roman. Onze literatuur is nog lang niet afgelopen na Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Frank Martinus Arion.» – Eric de Brabander

VoorplatSchutkleur_Opmaak 1.qxdOver ‘Schutkleur’ van Bernadette Heiligers in Antilliaans Dagblad, woensdag 11 november 2015:
Het boek eindigt met de onthulling van een verrassend (voor wie ‘Mijn zuster de negerin’ niet gelezen heeft) familiegeheim, waarmee de vele pijnlijkheden en frustraties verklaard worden. Bernadette Heiligers is een metaforenkoningin. Ik heb het niet zo op het te pas en te onpas gebruiken van metaforen. (…) Maar Bernadette Heiligers vergeef ik al haar metaforen. (…) Het is Nederlands van grote klasse. (…) Bernadette Heiligers beschrijft op een gevoelige manier in prachtig proza de verborgen pijnlijkheden die zo kenmerkend zijn voor de Curaçaose gemeenschap.
Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Schutkleur’
Meer over Bernadette Heiligers bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Verrassend boek, knappe constructie.» – Walter Palm

Opmaak 1Over ‘Tirami sù’ van Ronny Lobo in Antilliaans Dagblad, 5 november 2015, en op Caraïbisch Uitzicht, 6 november 2015:
De vraag naar de biologische vader is een terugkerend thema in Antilliaanse romans. In Tirami sù van Ronny Lobo staat opnieuw dit thema centraal. Even lijkt het erop dat Tirami sù de kant uitgaat van Mijn zuster de negerin van Cola Debrot, maar in tegenstelling tot Mijn zuster de negerin, dat druipt van zwaarmoedigheid, blijft de toon in Tirami sù licht en luchtig als een Curaçaose wals. Drama’s over vaderschap worden weggewuifd onder het genot van een tiramisù. (…) Tirami sù is te beschouwen als een vervolg op de roman Bouwen op drijfzand dat van dezelfde auteur is verschenen in 2013. Hoofdpersoon in Bouwen op drijfzand is de architect Kenzo Schmidt. (…) Een belangrijk verschil tussen Tirami sù en Bouwen op drijfzand is dat in Tirami sù Elroy en Silvana de hoofdpersonen zijn en niet Kenzo. Dat heeft ook als consequentie dat er geen architectonische uitweidingen plaatsvinden zoals in Bouwen op drijfzand. Architectuur komt in Tirami sù wel op een andere manier tot uitdrukking namelijk in de knappe constructie van deze roman.
Lees hier en hier de recensie + hier
Meer over ‘Tirami sù’
Meer over ‘Bouwen op drijfzand’

«Genieten van de ‘rode draad’ én de rijkdom aan details.» – Wim Rutgers

VoorplatSupermarktKlein72Over de drie romans van Eric de Brabander in Kristòf, 22 december 2014:
‘De supermarkt van Vieira’ vertelt het historische verhaal van de kaping van het luxueuze Portugese passagiersschip Santa Maria door een aantal Portugese dissidenten die daarmee publieke aandacht vragen vóór en protesteren tégen de dictatuur van de Spaanse dictator Franco en de Portugese dictator Salazar. Hoofdpersoon João leeft met een persoonlijke schuld door het ‘per ongeluk’ doden van een Angolese dwangarbeider en met de woede dat zijn vader door het fascistische bewind is vermoord. Hij sluit zich bij de kaping aan om een dubbele rekening uit het verleden te vereffenen. Zo lees ik deze roman als een verhaal van schuld en boete oftewel misdaad en wraak. Maar in zekere zin is er ook sprake van schuldeloze schuld als in een klassiek drama, want terwijl João zijn schuld delgt en zich wreekt, maakt hij zich opnieuw schuldig ten opzichte van zijn eigen gezin dat hij voor de rest van zijn leven in de steek laat.
Lees hier het artikel
Meer over ‘De supermarkt van Vieira’
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij in de Knipscheer

«Giselle Ecury is in dit opzicht illustratief.» – Eric Mijts en Wim Rutgers

VoorplatRodeAppel75dpiKleinOver o.a. ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in ‘De diaspora van de identiteit’ in Ons Erfdeel, augustus 2014:
Er is in deze eeuw weer een groep auteurs ontstaan die op de ABC-eilanden en in Nederland werk van kwaliteit afleveren in het Nederlands: een nieuwe generatie Nederlands-Caribische auteurs. (…) In het werk van Giselle Ecury lezen we de dominante want steeds terugkerende thema’s als gemengde afkomst, interculturele relaties, het raadsel van de oorsprong en de zoektocht naar identiteit. We zien de steeds terugkerende dubbele setting in Nederland en het Caribisch gebied. Het perspectief ligt bij de uit dat gebied afkomstige personages. Ze vertellen hun levensverhaal in een taal die tegen het Papiaments aanleunt door het gebruik van met de eilanden gebonden specifieke woorden. Uit de thematiek vloeit een dubbelstructuur voort, waarbij verleden en heden elkaar raken en verzoend moeten worden. (…) ‘De rode appel’ (2013), is inhoudelijk opgebouwd als een tweeluik met de dubbelgeschiedenis van de twee hoofdpersonen Elisabeth en Nicki, die beiden het product zijn van een interculturele relatie, waarmee ze in het reine moeten zien te komen. Verleden en heden blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden door een dubbele terugblik: die van Elisabeth op haar au-pairtijd als jong meisje in Zuid-Frankrijk, waarnaartoe ze na dertig jaar terugreist om opheldering te krijgen over wat er toentertijd precies gebeurd is, en vervolgens van haar vriend Nicki, die haar zijn levensverhaal over zijn Curaçaose jeugd toevertrouwt, waarna ze dat opschrijft. (…) Voorlopig [zal deze groep] hun kracht nog zoeken in eigen kring om via die positie een brug te slaan, ook al worden deze auteurs nog (te) weinig opgemerkt of hooguit weggezet in het minderhedencircuit.
Lees hier het artikel
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer

Klaas de Groot praat over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen

VoorplatTemepelsWoestijnen75Peter de Rijk in gesprek met Klaas de Groot op Amsterdam FM Radio, 20 oktober 2014:
Ruim 65 jaar na de eerste druk van Tempels in woestijnen, het eerste boek en enige dichtbundel uit 1947 van de Curaçaose schrijver Boeli van Leeuwen (1922-2007), is deze lange tijd onvindbaar gebleven bundel deze maand opnieuw uitgebracht. Neerlandicus Klaas de Groot, die de auteur in zijn Arubaanse en Curaçaose periode vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw vele malen ontmoette, en betrokken raakte bij het veiligstellen van zijn literaire nalatenschap, praat over Boeli van Leeuwen en zijn werk en met name Tempels in woestijnen in het boekenuur van het programma Kunst & Cultuur op Amsterdam FM-Radio dat op maandagen live vanuit de Openbare Bibliotheek Amsterdam wordt uitgezonden tussen 16.00 en 17.00 uur.
Luister hier naar de uitzending
U kunt door het verschuiven van de tijdbalk ‘springen’ in de uitzending: na 9 minuten komen even Aletta Beaujon en de bloemlezing ‘Vaar naar de vuurtoren’ ter sprake, daarna gaat het over Boeli van Leeuwen en vanaf circa 23 minuten specifiek over ‘Tempels in woestijnen’.
Meer over ‘Tempels in woestijnen’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer

René Smeets – Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten

VoorplatBierboek75RENÉ SMEETS
Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten
De lekkerste biergedichten uit de wereldliteratuur

België – Nederland
Fotografie Philippe Debeerst
Co-uitgave met Uitgeverij P
Genaaid gebonden, groot formaat, met tientallen foto’s in kleur,
266 blz., € 29,50
ISBN 978-90-6265-866-4
oktober 2014

Deze ode aan het bier brengt je in een roes die je niet uit kan slapen. Ze schenkt een resem aan gedichten voor je uit, die de lof zingen van het gerstenat over de eeuwen heen. De bundel brengt bierpoëzie uit zowel België als Nederland, maar ook vanuit ver daarbuiten. Van Brederode, Jacob Cats en Goethe, via Emiel Verhaeren, Stefaan van den Bremt, Cola Debrot, Lennart Nijgh, Freek de Jonge en Lévi Weemoedt tot Arthur Rimbaud, Charles Baudelaire, Charles Bukowski en Robert Graves. Aan variatie geen gebrek: een verscheidenheid aan stijlen, werken van de groten der poëzie en van liefhebbers, alsook oorspronkelijk Nederlandse stukken en vertalingen maken deze verzameling uniek in het landschap van de bierliteratuur. Studentenliederen konden niet ontbreken op de kaart – wie anders dan de student aanbidt zo vurig de schoonheid van het bier?! Een aanrader voor iedereen die op zoek is naar wat leven in de brouwerij!

Philippe Debeerst (1958) laat zich al meer dan 20 jaar inspireren door de fotografie en de zoektocht naar het evenwicht tussen licht en schaduw. Zijn aanvankelijke interesse in industriële fotografie heeft hij al geruime tijd ingeruild voor het vastleggen van kunstcollecties
en architectuur.

René Smeets (1956) is sinds 1999 actief als literair vertaler. Bij Uitgeverij P verschenen vertalingen van H. M. Enzensberger (Kiosk, 1999; Lichter dan lucht, 2001) en R. Depestre (Haïti in al mijn dromen, 2002; Afscheidspsalm aan de rock-’n-roll. Elvis Presley 1935-1977, 2004) alsmede een bloemlezing van wijngedichten (Met jou open ik oude nachten. De mooiste wijngedichten uit de wereldliteratuur, 2004).

Meer over René Smeets

«Voor het schrijven verkoos Boeli van Leeuwen het Nederlands.» – Aart G. Broek

Boeli van Leeuwen - ets - Bert Kienjet 9.5 x 15 cm - 2010. resized dpiEts Bert Kienjet

Aart G. Broek bij overhandiging nalatenschap aan Letterkundig Museum, 15 december 2013:
‘Met een enkele lezer ben ik niet tevreden,’ liet Boeli van Leeuwen mij eens weten in een gesprek en hij vervolgde: ‘Hoe meer mensen mij lezen hoe liever het mij is.’ (…) ‘Papiamentu is mijn moedertaal. Wij spraken thuis altijd Papiamentu, ook toen ik van 1936 tot in 1946 met mijn moeder in Nederland woonde. In het Papiamentu SCHRÍJVEN is echter een heel andere zaak!’ Voor het schrijven verkoos Van Leeuwen het Nederlands.

Lees hier
de toespraak van Aart G. Broek

Lees hier het verslag op Caraïbisch Uitzicht

Elis Juliana (85) op Curaçao overleden

Op zondagochtend 23 juni 2013 is de Curaçaose dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en archeoloog Elis Juliana op 85-jarige leeftijd overleden.

Ik herinner me een krantenfoto uit de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw die me rond 1980 onder ogen kwam toen de uitgeverij net betrokken raakte bij het werk van Boeli van Leeuwen en daarmee bij de Nederlandstalige Antilliaanse literatuur. Op de foto behalve Boeli van Leeuwen, W.F. Hermans en Cola Debrot ook een zwarte man. Het onderschrift maakte duidelijk dat het om Elis Juliana ging. De foto fascineerde mij omdat hij zo zichtbaar maakte dat er naast de geschreven Nederlandstalige Antilliaanse literatuur ook een literatuur bestond in de taal van het volk, het Papiaments, die aan mij voorbijging. In oktober 2007 was ik voor het eerst vanwege Boeli van Leeuwen enkele dagen op Curaçao. Een van die dagen was ik te gast bij Richard en Rinia Doest. Richard Doest bood aan me langs enkele schrijvers van mijn keuze te rijden die ik niet eerder ontmoet had. Elis Juliana wilde ons na zijn siësta thuis ontvangen. Ik was zeer onder de indruk. Sinds dat moment was ik heilig van plan ‘ooit’ iets van Elis Juliana uit te geven. Een paar jaar later hoorde ik van Fred de Haas dat hij een keuze uit Juliana’s gedichten had vertaald. Die bundel kwam in 2011 uit: ‘Hé Patu/Waggeleend’ en was in september dat jaar het middelpunt van ons Antilliaans boekenprogramma ‘Curaçao! Curaçao!’ in het Amsterdamse Podium Mozaïek. (Franc Knipscheer)

Meer over Elis Juliana bij In de Knipscheer