Guy Vaes – Eindeloze zondag in oktober

Guy Vaes
Eindeloze zondag in oktober
Oorspronkelijke titel Octobre long dimanche
België
Vertaling Edith Klapwijk
Gebrocheerd in omslag met flappen 368 blz.
ISBN 90-6265-255-7
Eerste uitgave oktober 1988
i.s.m. Dedalus

De weg die Laurent Carteras aflegt, is ogenschijnlijk die van het verval. Hij raakt op drift, verliest achtereenvolgens zijn werk, zijn vrienden, de verschillende vrouwen die hij op zijn pad is tegengekomen – om uiteindelijk in de armen van een dienstmeisje te belanden, als tuinier van het landgoed waarvan hij de erfgenaam had moeten zijn. Zijn medewerking in dit proces van verlies heeft veel weg van een ascese, een mystieke ervaring van totale ontzegging, de aanvaarding niemand meer te zijn in afwachting van zijn opgaan in het niets.

Eindeloze zomer in oktober beschrijft de terugkeer van een jongeman Laurent Carteras in een omgeving waar hij zijn kinderjaren heeft doorgebracht. Niemand herkent hem echter. Aanvankelijk vecht hij tegen dit identiteitsverlies; hij tracht een nieuw leven te midden van onbekenden te beginnen, maar faalt in deze pogingen: niemand kan hem zijn persoonlijkheid teruggeven, niemand bindt zich aan hem, zodat hij in zijn isolement blijft opgesloten. Ten slotte neemt hij de identiteit aan die anderen hem opdringen.

«Soms denkt men aan De vreemdeling van Camus, maar Guy Vaes voert zijn persoonlijke zoektocht veel verder door. Zijn stijl is precies, nauwgezet, als een scalpel waarmee hij het bewustzijn ontleedt. Het decor – waarin men de nevels, de pleinen en de zeelucht van Antwerpen terugvindt – geeft aan deze roman van de vervreemding een hallucinerende werkelijkheid mee.» – Le Figaro Littéraire

Eindeloze zomer in oktober, door Guy Vaes op twintigjarige leeftijd geschreven, verschijnt (pas) in 1956 bij de Parijse uitgever Plon, in 1979 bij Editions Jacques Antoine in Brussel en anno 1988 voor het eerst in Nederlandse vertaling.

Guy Vaes (Antwerpen, 1927) werkt als journalist en fotograaf en heeft vijf boeken en tal van reisverhalen en essays gepubliceerd. Hij is een vooraanstaand vertegenwoordiger van het magisch realisme, welk genre – alvorens de jaren zeventig wereldwijd faam te verwerven dank zij de grote literatuur van Latijns-Amerika – tot ontwikkeling kwam in met name de Franstalige Belgische literatuur.

«Bij het corrigeren van de proeven van een van mijn romans, waarin ook sprake is van dubbelgangers, moest ik uw boek erop naslaan… Urenlang was ik Laurent Carteras en ik ontdekte in u een van de ware meesters.» – Julio Cortázar aan Guy Vaes in 1963

Stefaan van den Bremt – Mijn verbeelding is jouw slaaf niet. Essays

Stefaan van den Bremt
Mijn verbeelding is jouw slaaf niet
Over Latijns-Amerikaanse literatuur
België
Paperback, 190 blz.,
ISBN 90-6265-113-5
Eerste uitgave september 1982

«Hoe zouden we geen angst hebben? We moeten onszelf nog uitvinden! We hebben onszelf alleen nog maar uitgevonden in de literatuur.
Ten overstaan van een Latijns-Amerikaanse elite die de Franse grondwet kopieert of Angelsaksische modellen, maak ik me sterk dat onze literatuur die Latijns-Amerika van binnenuit portretteert, in zijn grootheid, zijn ellende en eigenheid, het eerste rijpe discours is over Latijns-Amerika. Onze literatuur heeft een grote voorsprong op het filosofische of politieke discours.» – Alfredo Bryce Echenique in een televisie-interview met Guy Posson.

De jaren zeventig waren een ongekende bloeiperiode voor de Latijns-Amerikaanse literatuur. Critici, uitgevers en het publiek in Europa en Noord-Amerika toonden de hoogste waardering voor het werk van de romanciers, vertellers en dichters uit het subcontinent – een eer die nog nooit eerder in die mate aan auteurs uit Derde-Wereldlanden ten deel is gevallen.
In de essaybundel Mijn verbeelding is jouw slaaf niet brengt de Vlaamse dichter/vertaler Stefan van den Bremt kritieken, interviews en literaire reisverslagen bijeen, die hij in de loop der jaren aan de Latijns-Amerikaanse literatuur heeft gewijd. Op zeer omzichtige en subtiele manier ontleedt hij het werk van vele groten der Spaanstalige letteren, probeert hij achter hun drijfveren, hun engagement en hun maatschappelijke rol en positie te komen. De resulterende observaties over het schrijverschap van Neruda, Márquez, Carpentier, Cortázar, Cardenal, Llosa e.a. kunnen zonder meer gerkend tot hoogtepunten in de hedendaagse Nederlandstalige literaire kritiek.
Meer over Stefaan van den Bremt