Over ‘Vlucht uit Montaillou’ van Ton van Reen in Brabant Literair, 1 oktober 2019:
Van Reen is met ‘Vlucht uit Montaillou’ terug als verteller van een modern sprookje vol maatschappijkritiek, maar vooral op topsnelheid. Hij mengt heden en verleden, fantasie en kritiek tot schitterend vuurwerk. (…) Montaillou, een forse knipoog naar het succesverhaal van historicus Emanuel le Roy Ladurie over het middeleeuwse ketterdorp in de Pyreneeën, is hoezeer het ook een kritiek vormt op de tijdgeest een volstrekt verzonnen, vrijwel surrealistisch verhaal. Een schrijver, luisterend naar de naam van de existentialist, jazztrompettist en protestzanger Boris Vian, staat op uit de dood en schrijft een nieuwe roman die zich vervolgens ook in de werkelijkheid blijkt te voltrekken. Een spel met literaire theorie, de realiteit van het Frankrijk van Macron en van ‘la France profonde’ van de Pyreneeën, de literaire en artistieke kliekjes van vroeger en nu, en een restje Rijk Rooms Leven, dat is de caleidoscoop die Van Reen de lezer voorzet. En geschreven alsof hij de lezers van een klassiek krantenfeuilleton uit de tijd van Zola of Couperus moet vasthouden: je kunt en wilt niet stoppen voor de paar honderd pagina’s uit zijn. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Vlucht uit Montaillou’
Meer over Ton van Reen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Couperus
«Monkhorst is een kundig schrijver, zijn dialogen zijn ijzersterk.» – Willeke van der Vlist
Over ‘De blijmoedige leugenaar’ van Theo Monkhorst op Leestafel, 28 mei 2016:
Het boek beschrijft de rivaliserende krachtmeting tussen de twee mannen, die vanaf het begin door elkaar gebiologeerd zijn, ondanks, of misschien wel juist doordat, ze elkaars tegenpolen zijn. Lux pretendeert alléén maar de waarheid te spreken, ook al kun je ook bij zijn waarachtigheid vraagtekens plaatsen. Wat hij ziet schildert hij meedogenloos en zonder concessies, voor hem dé manier waarop hij ontdekken kan wie iemand werkelijk is. (…) Tiddo’s carrière is vooral gestoeld op zijn vaardigheid in het politieke spel, waarbij leugens, bedrog en manipulatie zijn tweede natuur zijn geworden. Hij is hier zo behendig in geworden dat zijn persoonlijkheid in twee delen op te splitsen is; de aardige man voor privégebruik en de gewiekste politieke leugenaar die meedogenloos alles en iedereen gebruikt om aan de macht te komen en te blijven.
Als er een nieuw cultuurpaleis gebouwd moet worden en Tiddo daarvan het publieke gezicht wordt terwijl Lux de tegenstanders representeert, komt het, mede doordat er privé ook de nodige rivaliteit tussen de heren is, tot een climax.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De blijmoedige leugenaar’
Theo Monkhorst – De blijmoedige leugenaar
Theo Monkhorst
De blijmoedige leugenaar
Roman
Paperback met flappen,
262 blz., € 18,50
ISBN 978-90-6265-914-2
Eerste druk april 2016
In ‘De blijmoedige leugenaar’, beschrijft Theo Monkhorst de confrontatie tussen een populaire bewust liegende wethouder en een wereldberoemde narcistische kunstschilder die nooit liegt. Een strijd tussen populisme en idealisme. De wethouder overleeft het niet en beschrijft in de hemel zijn geschiedenis. In een ironische stijl schrijft de auteur prachtige dialogen over waarheid en onwaarheid, over liefde en ontrouw, over vileine politieke opzetjes en meedogenloze politici, uitlopend in een menselijk drama. Tot het einde blijft de vraag wie de moord pleegde onbeantwoord: het volk of de elite?
Het verhaal speelt zich af in Den Haag, waar een heftige publieke discussie ontbrandt over de bouw van een kostbaar cultuurpaleis. ‘De blijmoedige leugenaar’ is een klassieke literaire satire ingebed in een zeer herkenbare actuele politieke wereld, waarin bestaande en fictieve personen elkaar kruisen. De wethouder wordt vermoord en schrijft in de hemel zijn herinneringen aan deze tumultueuze periode, terwijl de minnares van zowel de wethouder als de kunstenaar haar kant van de geschiedenis beschrijft. Een hemel waarin hij ook gesprekken over liegen voert met Couperus.
De Haagse schrijver Theo Monkhorst publiceerde vier romans, vier bundels poëzie en twee toneelstukken. Zijn werk verscheen in literaire tijdschriften zoals Hollands Maandblad, De Poëziekrant (Gent), Meander Magazine en tijdens de Poëziedagen in Watou (België). Hij was columnist van de Haagse Courant.
Over ‘Vuil bloed’ schreef Anne Versloot in Vrij Nederland: ‘Monkhorst weet je nieuwsgierig te houden door zijn schrijver de regie over zijn personage te laten verliezen.’
Over ‘De Paradox van Tinguely’ schreef Thijs Kramer in Den Haag Centraal: ‘Stoort een surrealistisch verhaal met een hoog wensdroomgehalte u niet, koop dan dit boek. U zult er veel aan hebben.’
Cabaretier en schrijver Vincent Bijlo zei over ‘Blinde perfectie’: ‘Dit boek inspireert mij om weer te gaan schrijven.’
«Aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo.» – Petra Teunissen-Nijsse
Over ‘De dubieuzen’ van Alfred Birney in Arabesken nr. 40, 1 november 2012:
Birneys inleiding over de begrippen ‘Indo’, ‘Indisch’, ‘Hollander’ en ‘koloniale literatuur’ legt duidelijk de pijnpunten bloot. Er is veel verwarring over deze begrippen, door tekortschietend historisch besef of door politiekcorrecte angst voor racisme. Birney stelt uiteindelijk voor om de term ‘Indisch’ als een cultureel begrip op te vatten en de term ‘Indo’ als een etnisch begrip. (…) In zijn omvangrijke essay laat Birney zien dat de Indo-schrijvers het multiculturele leven in Nederlands-Indië anders beschrijven dan Couperus en Multatuli. Hij geeft enkele aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo en zijn ‘dubieuze’ status. Ook trekt hij interessante parallellen tussen ‘liplappen’ en ‘sinjo’s’, en jonge halfbloeden in onze huidige samenleving.
Lees hier de recensie
Meer over De dubieuzen
«***** De stijl van Birney is weldadig polemisch, recht voor z’n raap.» – Aart van Zoest
Over ‘De dubieuzen’ van Alfred Birney in Vrij Nederland, 25 augustus 2012:
Birney onderneemt een kruistocht tegen de bestaande canon van de Indië-literatuur. De indoschrijvers Dé-Lilah, Victor Ido, J.E. Jasper hebben werk geleverd dat in menig opzicht meer te bieden heeft dan dat van de geconsacreerden Multatuli, Couperus en Daum. Dat beweert Birney niet alleen, hij laat het ook duidelijk zien.
Lees hier de recensie
Alfred Birney – De dubieuzen. Essays
ALFRED BIRNEY
De dubieuzen. Essays
Nederland
Ingenaaid met flappen, 224 blz., € 19,50
2012
ISBN 978-90-6265-695-0
Nadat Alfred Birney in 1998 zijn veelbesproken bloemlezing Oost-Indische inkt; 400 jaar Indië in de Nederlandse letteren had gepubliceerd, dook de schrijver nog dieper in de boeken. Dat resulteerde in Yournael van Cyberney (2001), waarin hij onder meer de maakbaarheid van de literaire canon onder de loep neemt. Nu brengt hij in De dubieuzen (2012) enkele opzienbarende boeken van vergeten schrijvers onder de aandacht. Het multiculturele leven in het voormalige Nederlands-Indië wordt daarin heel anders beschreven dan in boeken van beroemde schrijvers als Couperus en Multatuli. In dit diepgravend maar levendig geschreven essay over onze koloniale literatuur worden opvallende en verrassende parallellen met ons huidige anti-multiculturele klimaat getrokken, waarin racisme, vreemdelingenhaat en religieuze uitingen tegenstellingen uitlokken en leiden tot fel debat.
Alfred Birney neemt sinds 1987 met zijn gevarieerde oeuvre een unieke plaats in tussen de schrijvers van Nederlandse en Indische literatuur. Veelvuldig terugkerende thema’s in zijn literaire werk zijn vervreemding van familie, voortdurend raadselen in verband hiermee oplossen en het onvermogen tot identificatie met moederland of vaderland. Hij heeft een dozijn boektitels op zijn naam staan en publiceerde daarnaast honderden columns, verhalen en artikelen in uiteenlopende bladen en bundels.
Over zijn dubbelroman Indische gezichten schreef Trouw: ‘Birneys relaas schittert als een eenzame heldere ster aan de hemel van de Indische letterkunde.’
Meer over Alfred Birney
«‘Te leven op duizend plaatsen’ is het lezen zeker waard.» – Joost van der Vleuten
Over ‘Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901 – 1940’ van Rob Groenewegen op Literair Nederland, 26 januari 2012:
Groenewegen doet alle moeite doet om de wereld van de schrijver tot leven te wekken. Hij geeft een beeld van Rotterdam in de eerste decennia van de twintigste eeuw, dat zich schoksgewijs ontwikkelde tot wereldhaven. Hij beschrijft het culturele leven: het was de tijd van de filmliga, de charleston en de grammofoonplatenfeestjes, de tijd ook van nieuwe zakelijkheid, vitalisme en futurisme. Groenewegen schetst de gecompliceerde veelvormigheid van de Nederlandse literatuur uit die tijd, met allerlei avant-gardebewegingen die over elkaar heen tuimelen. En hij doet een verdienstelijke poging de waardering van Otten en vele anderen voor het fascisme en andere autoritair-populistische stromingen te begrijpen in de context van hun tijd. (…) Rob Groenewegen heeft het allemaal grondig uitgezocht, opgeschreven en met gulle hand van illustraties voorzien.
Lees hier de recensie
Meer over deze biografie