«Beter wordt het in de Nederlandstalige poëzie niet.» – Chrétien Breukers

Rogi Wieg 2011Foto: Harry van Kesteren, 21 september 2011
Over Rogi Wieg op literair weblog Tzum, 19 juli 2015:
Na het bericht van zijn dood blader ik door zijn laatste bundels, Khazarenbloed en Afgekapt Dichtwerk, allebei uitgegeven door In de Knipscheer. Deze twee zwanenzangen werden begin dit jaar nog gevolgd door ‘De Abys-gedichten’, een cyclus van vijf gedichten in de catalogus De kleine schepper, verschenen als publicatie bij een tentoonstelling van Wiegs schilderijen in Arti et Amicitiae van 30 januari tot 1 februari 2015 (niet echt lang, dus) en door ‘De laatste gedichten’ die op de website van Extaze verschenen. (…) Ik merk dat ik geen ‘grip’ op dit werk krijg, niet zo kort na zijn overlijden, en waarschijnlijk zal het me nooit helemaal lukken om grip op Wiegs gedichten te krijgen. Ik hou er wel van, en ik vind ze erg goed. Toch glippen ze, elke keer als ik er iets over probeer te zeggen, door mijn vingers heen, weg, alsof ze zich zelf voor één lezer niet vast kunnen leggen. Daarom vind ik ze soms, als ik zin heb om onredelijk te zijn, niet goed, heel kort maar, bijna als daad van verzet. Maar zijn twee Knipscheerbundels en die tien laatste gedichten zijn op zichzelf al een monument; beter wordt het in de Nederlandstalige poëzie niet, al is ‘beter’ niet het goede woord, omdat je altijd wel wat te miepen kunt hebben over gedichten of regels van Wieg. Oprechter, authentieker, interessanter… hoe je het ook wil noemen, maar toch, beter gaat het niet worden. Wieg stookte een uniek poëtisch oeuvre uit een troebele bron. Iets anders zat er, voor hem, in alle vormeloosheid, niet op.
Lees hier het artikel
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer