«De jazz duikt steeds weer op in zijn teksten.» – Erik van den Berg

Opmaak 1Over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’ van Rogi Wieg in Jazzbulletin, december 2015:
Ofschoon muziek geen hoofdthema in zijn werk is, duikt de jazz steeds weer op in zijn teksten en schilderijen. (…) ‘Transition’, een verwijzing naar de gelijknamige, in 1970 postuum verschenen Coltrane-lp, is terug te vinden in ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’, de enkele maanden na Rogi Wiegs dood verschenen bloemlezing uit zeventien van zijn bundels, samengesteld door Peter de Rijk. (…) Het voorlaatste gedicht in de bijna vierhonderd pagina’s tellende keuze is het kort voor zijn dood geschreven I Want To Talk About You, vernoemd naar een van Coltranes favoriete ballads. Het opent met een aanroep: ‘God, geef mij nog een laatste/ gedicht. In Uw metaforen beveel/ ik mijn lichaam en geest’.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Royale bloemlezing uit het werk van Rogi Wieg laat zien dat hij een natuurtalent was.» – Arjan Peters

Opmaak 1Over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’ van Rogi Wieg in De Volkskrant, 10 oktober 2015:
Ontwrichte sonnetten, daar leken veel van de verzen op in de bundel Toverdraad van dagverdrijf waarmee Wieg in 1986 officieel debuteerde. In de jaren daarvoor had hij bij kleine uitgeverijen een paar bundels uitgebracht waarin hij ook al treurde om het verlies van zijn jeugd – let wel, toentertijd zelf nog een jongeling van 19, 20 zijnde. ‘Ben niet meer een metertje leven,/ zacht slapend voor de kachel,’ dichtte hij in Tijd is als een nekschot (1982): ‘Ergens liggen nog kleine pyjama’s/ geurend naar ouderwets waspoeder./ En speelgoedbootjes voor in bad,/ potjes met chemische stoffen van later,/ ondeugende boekjes, gele postzegels,/ tranen, hechtingen, vader, moeder,/ dag en nacht.’ De achteloze voltreffer van ‘hechtingen’, dat zowel kan wijzen op afleesbare kwetsuren als op bindingen met dierbaren, laat zien dat Wieg een groot natuurtalent was. (…) Na een groot aantal jaren van malaise en verzen die kreunden onder de woorden dood, zelfmoord, isoleer en bajes publiceerde Wieg de laatste jaren enkele opzienbarende bundels, Khazarenbloed (2012), Afgekapt dichtwerk (2014) en een paar sterke losse verzen in de catalogus met beeldend werk De kleine schepper en in het tijdschrift Extaze (beide 2015). De gedichten liepen weer soepel, waren soms bij alle pijn ronduit humoristisch, en er stonden duurzame regels tussen: ‘We hebben, als we niet te vroeg/ sterven, allemaal de jeugd van ons/ leven’, ‘Ik haal de lijnen leeg met natte, doorgehuilde was’, en ‘Vandaag weer een eerste vers. Ik/ ben in leven als pijn waaruit/ de vlammen slaan op een veld/ dat brandt en de nachthemel bijlicht’, een slotstrofe uit mei van dit jaar.
Lees hier meer uit de recensie in De Volkskrant
Meer over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Rogi Wieg – Even zuiver als de ongeschreven brief. Bloemlezing

Opmaak 1Rogi Wieg – Even zuiver als de ongeschreven brief
Bloemlezing uit het poëtisch oeuvre van Rogi Wieg
samengesteld en ingeleid door Peter de Rijk
Nederland
Paperback met flappen, 388 blz.,
met frontispiece van Abys Kovács en Rogi Wieg in 4-kleuren, € 24,50
ISBN 978-90-6265-902-9
Presentatie 19 september 2015

Robert Gabor Charles (Rogi) Wieg (1962- 2015) ontving voor zijn dichtbundel Toverdraad van dagverdrijf in 1987 de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs. Uit de 16 dichtbundels die hij schreef werd op zijn verzoek door Peter de Rijk een bloemlezing samengesteld. Ook de gedichten die in zijn ‘persoonlijke kroniek’ Liefde is een zwaar beroep (1987), de catalogus De kleine schepper en de laatste gedichten die in het literair tijdschrift Extaze stonden, kwamen in aanmerking voor deze voor Rogi Wieg definitieve bloemlezing.

In Even zuiver als de ongeschreven brief is gekozen voor een chronologische aanpak. De bloemlezing beoogt immers ook het leven van de dichter in beeld te brengen, zoals hij het zag en in zijn eigen woorden. Wieg zei ooit: ‘Ik heb altijd veel over mijzelf uit moeten leggen.’ Deze bloemlezing vertelt ook dat verhaal, tot in ieder pijnlijk detail, al gaat het in beginsel om de mooiste en beste gedichten die Rogi Wieg schreef.
Meer over ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

In Memoriam Rogi Wieg

Rogi en Abysfoto: Stephan Raaijmakers

Begraafplaats Buitenveldert, 21 juli 2015:

“Beste aanwezigen,
Allen van harte gecondoleerd met het verlies van Rogi Wieg, 52 jaar oud. Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar die dag in februari 1997, toen mijn broer Jos Knipscheer overleed, ook 52 jaar, ook decennialang noodgedwongen volgepropt met medicatie, in zijn geval om zijn nieren aan de gang te houden, die uiteindelijk zijn hoofd inwendig deed uiteenspatten. Rogi met heel lang de doodswens, Jos met heel lang de levenswens.

Rogi kende de uitgeverij al vanaf de begintijd. In 1978 , 1979, 1980 en 1981 gaf de uitgeverij verschillende Hongaarse dichters en schrijvers in Nederlandse vertaling uit. Rogi, als zoon van Hongaarse ouders, wist dat, volgde dat. Rogi kende ook het eerste literaire tijdschrift van de uitgeverij, Mandala, waarvan het eerste nummer in voorjaar 1975 verscheen. Hij vroeg aan Jos Knipscheer of hij in Mandala gedichten kon publiceren, nét op het moment dat, na vier uitgerekte jaargangen, het allerlaatste nummer van Mandala in 1981 al was afgesloten. De paden van In de Knipscheer en Rogi Wieg kruisten elkaar sindsdien vaker, al was het alleen maar omdat In de Knipscheer vanaf eind jaren tachtig voor langere tijd de uitgeverij was van enkele van zijn dichtersvrienden zoals Frank Starik en Pieter Boskma.

Uitgeverij In de Knipscheer heeft Rogi in overtreffende trap mogen meemaken vanaf april 2011. Het was een overdachte keuze die Rogi maakte in een e-mail aan de uitgeverij: ‘Ik heb genoeg van Amsterdam met zijn uitgevers. Jullie uitgeverij is klein maar goed en bevalt me wel. Ik wil graag bij jullie uitgeven.’ Hij wilde kennelijk de luwte in. In de Knipscheer heeft nooit echt deel uitgemaakt van wat ‘hét literaire wereldje’ heet, toen niet, nu niet. Twee weken later, nadat we zijn gedichten-in-portefeuille hadden gelezen, zaten we in Haarlem gevijfen aan de tafel: Rogi, Abys, Peter de Rijk, mijn partner Anja en ik, en werd de herstart beklonken. En geen van ons heeft die betreurd. In die paar jaren maakten we diverse crises van Rogi mee. Ik herinner me de keer dat hij me vroeg naar Amsterdam te komen om afscheid te nemen. Ik zag de wanhoop in zijn ogen. Ik kreeg handgeschreven notitieboekjes mee, die ik later, toen het weer wat beter ging, heb teruggegeven. Ik kwam die avond aangeslagen terug in Haarlem. Bij een volgende afspraak bij hem thuis, alweer een paar jaar later, reisde ik met lood in de schoenen af, maar keerde met een glimlach terug, want Rogi bleef, toch, met de pijn op het gezicht, inmiddels ook van lichamelijk lijden, een gemakkelijk en vermakelijk verteller.

De wederzijdse loyaliteit was vanzelfsprekend en totaal. Het was ‘lieve vrede, verre liefde’ om een dichtregel van lang geleden van Huub Oosterhuis te citeren. De uitgeverij heeft het genoegen gehad in die jaren Rogi uitsluitend mee te maken als een hoffelijk een beminnelijk man. In goede en in slechte tijden. Dat zal, dat moet een reden hebben: de liefde. En is liefde niet ook een oefening in beheersen? Twee mensen, Rogi en Abys, die verliefd op elkaar worden — voor het eerst bijna twintig jaar geleden — elkaar enkele keren jarenlang uit het oog verliezen door de loop van het leven, maar elkaar toch weer vinden en dan vasthouden ondanks de pijnlijke mechanismen van aantrekken en afstoten die een relatie met een man met dwangneurose, met paniekaanvallen en met depressies onvermijdelijk kenmerken. Veel gedichten heeft Rogi aan zijn Abys opgedragen, zoals het tweede deel in de bundel Khazarenbloed, de bundel Afgekapt dichtwerk en de gedichten die in overtijd werden geschreven en opgenomen werden in de catalogus De kleine schepper.

Ik eindig, uiteraard, met een gedicht. Want de begrafenis van Rogi Wieg kan niet anders zijn dan ook een viering van de poëzie. Het is een gedicht van Rogi voor Abys uit Afgekapt dichtwerk. Het heet ‘Iets anders’. Rogi schreef het twee jaar geleden.

Hier is het verhaal uit,
het was geen oefening
in doodmaken, maar
iets anders. Ik wacht op
haar, eet dan iets met haar
en slaap, later in de nacht,
met haar. Ze leest op bed, in
de woonkamer doe ik Taak.

Zij wacht daar op mij, is bij mij,
zoals haar en mijn uitgestrekte
God op ons wacht en bij ons is,
hoog en laag. Ik schrijf vandaag

al 32 jaar mijn verzen. Dat is
64% van tijd die ik tot aan deze
avond toe besta. Zij weet hiervan,
kent procenten, volgemaakt getal.

En ik heb geen verbrijzeld, gekapt,
of afgebroken werk gemaakt.
Niet over haar, of onze God.
En ook niet over al dat andere.

Rogi, bedankt dat je bij ons was en blijft.
Abys, fijn dat je bij ons bent en blijft.”

franc knipscheer

Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Beter wordt het in de Nederlandstalige poëzie niet.» – Chrétien Breukers

Rogi Wieg 2011Foto: Harry van Kesteren, 21 september 2011
Over Rogi Wieg op literair weblog Tzum, 19 juli 2015:
Na het bericht van zijn dood blader ik door zijn laatste bundels, Khazarenbloed en Afgekapt Dichtwerk, allebei uitgegeven door In de Knipscheer. Deze twee zwanenzangen werden begin dit jaar nog gevolgd door ‘De Abys-gedichten’, een cyclus van vijf gedichten in de catalogus De kleine schepper, verschenen als publicatie bij een tentoonstelling van Wiegs schilderijen in Arti et Amicitiae van 30 januari tot 1 februari 2015 (niet echt lang, dus) en door ‘De laatste gedichten’ die op de website van Extaze verschenen. (…) Ik merk dat ik geen ‘grip’ op dit werk krijg, niet zo kort na zijn overlijden, en waarschijnlijk zal het me nooit helemaal lukken om grip op Wiegs gedichten te krijgen. Ik hou er wel van, en ik vind ze erg goed. Toch glippen ze, elke keer als ik er iets over probeer te zeggen, door mijn vingers heen, weg, alsof ze zich zelf voor één lezer niet vast kunnen leggen. Daarom vind ik ze soms, als ik zin heb om onredelijk te zijn, niet goed, heel kort maar, bijna als daad van verzet. Maar zijn twee Knipscheerbundels en die tien laatste gedichten zijn op zichzelf al een monument; beter wordt het in de Nederlandstalige poëzie niet, al is ‘beter’ niet het goede woord, omdat je altijd wel wat te miepen kunt hebben over gedichten of regels van Wieg. Oprechter, authentieker, interessanter… hoe je het ook wil noemen, maar toch, beter gaat het niet worden. Wieg stookte een uniek poëtisch oeuvre uit een troebele bron. Iets anders zat er, voor hem, in alle vormeloosheid, niet op.
Lees hier het artikel
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Joost Zwagerman antwoordt op Afscheidsgedichten Rogi Wieg

Rogi2Joost Zwagerman beantwoordde 20 juni 2015 een e-mail van een aantal medevrienden van Rogi Wieg, waaruit ik vrij citeer: ‘Zijn aangekondigde dood is intens droevig, maar misschien past het om, afgaand op de ene procent hoop tot overleven die Rogi zelf nog heeft, alles in te zetten op die ene procent, en hem ervan te doordringen dat wij ons richten op die ene procent. (…) Als op dit moment niet alles is verloren, heeft het zin om bij voortduring van alles te zeggen tegen en te schrijven aan Rogi. ( … ) Iedereen die Rogi Wieg kent, weet dat hij als man van de vorm, gevoelig is voor tekenen van leven die niet in mailvorm maar in andere vormen zijn gegoten: een (korte) tekst, een gedicht. Ik weet: het boek-voor-Rogi (De kleine schepper) is er reeds, maar dat hoeft niet te betekenen dat we met dat boek alles over en vooral tegen hem hebben gezegd.’ Joost Zwagerman leverde een bijdrage aan het liber amicorum annex catalogus De kleine schepper bij de gelijknamige tentoonstelling in Arti et Amicitiae (2015). Een uitgebreidere versie van deze bijdrage werd gepubliceerd in Het Parool op 29 januari 2015. Het gedicht ‘God, de zijne’ – het ‘antwoordgedicht’ van Joost Zwagerman voor Rogi Wieg – is gepubliceerd op het digitale supplement van het literaire kwartaaltijdschrift Extaze.
Lees hier het gedicht van Joost Zwagerman op ‘Extaze’
Lees hier de Afscheidsgedichten van Rogi Wieg
Lees hier Zwagermans artikel in ‘Het Parool’
Meer over ‘De kleine schepper’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het voelt verdomd goed als je een paar mooie dingen in je leven hebt gemaakt.» – Rogi Wieg

Rogi Wieg PletterijDankwoord van Rogi Wieg bij de opening van ‘De kleine schepper’ uitgesproken door zijn vrouw Abys Kovacs, 30 januari 2015:
Ik ben thuis en denk aan jullie. Ik mis het om geen deel te kunnen nemen aan dit leven. Het is heel vreemd dat de dood langzamerhand zo dicht bij mij is gekomen. Ik wil opstaan, herrijzen. Ik wil schilderen en tekenen, muziek maken, gedichten schrijven. Maar het gaat niet meer. (…) Ik zal vrede moeten sluiten met er niet meer te zijn. Daar moet ik nog wat aan werken, geloof ik. Zeker is dat ik zonder mijn vrouw Abys Kovacs al lang niet meer had geleefd. Zij heeft mij kracht gegeven om door te gaan. En soms heb ik het gevoel dat ik alleen maar voor haar besta. Ik heb de indruk dat ik met mijn kunstwerken mensen echt heb kunnen raken. (…) Het voelt verdomd goed als je een paar mooie dingen in je leven hebt gemaakt.
Lees hier het ‘Laatste stuk van Rogi Wieg’
Kijk hier naar gefilmde impressie van ‘De kleine schepper’ in Arti et Amicitiae
Meer over ‘De kleine schepper’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Dichter-schrijver Rogi Wieg neemt afscheid van zijn lezers.» – Arjan Peters

Rogi-Abysfoto: Stephan Raaijmakers
Over ‘Rogi Wieg: De kleine schepper’ expositie in Arti et Amicitae, in de Volkskrant, 24 januari 2015:
‘Toen ik doorkreeg dat ik geen grote tennisser zou worden, ben ik gestopt. Klassiek piano heb ik gespeeld, jazzpianist geprobeerd, blues is mijn grote liefde, is ook niet gelukt. Je kunt zeggen dat ik rond mijn twintigste ben gaan schrijven omdat ik nergens anders voor deugde. Ineens was het er.’ (…) ‘Je kunt me uitbehandeld noemen. Ik ben een oude man van 52. Moe, morfinist geworden en doodziek. Mijn hele lichaam schokt van binnen. Het lijkt wel science-fiction.’ Ondraaglijk lijden, hebben de artsen die hem in de gaten houden bevestigd. (…) Afscheid van het schrijven heeft hij al genomen. De voorbode daarvan was af te lezen aan het gedicht ‘Good times’ in Afgekapt dichtwerk, met de slotregels: Lang geleden dat ik zo was,/ dat ik opstond, koffie zette en me boog over het heelal.(…) Het gekke is: de gedachte dat het leven niet lang meer duurt, is rustgevend. Het is snel gegaan, het leven. Veel sneller dan ik dacht. Het hele concept van leven en dood deugt niet. Het is zo idioot dat je verdwijnt. Ik deugde nergens voor en heb toen hopelijk een paar mooie dingen gemaakt die mijn signatuur tonen. Als ik ergens voor had gedeugd, zouden ze niet gemaakt zijn.
Lees hier het interview
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

De kleine schepper: beeldend werk van Rogi Wieg in Arti et Amicitiae

PlaatjeUitnodigingBij Arti et Amicitiae, Rokin 112 in Amsterdam, zijn in het weekend van vrijdag 30 januari, zaterdag 31 januari en zondag 1 februari 2015 voor het eerst een kleine veertig tekeningen en schilderijtjes te zien van Rogi Wieg.
Hij is beroemd als dichter maar zijn beeldend werk is nog volslagen onbekend. Dit werk is bijzonder sprekend, soms duister en soms humoristisch, maar altijd geladen met betekenis. Zijn vrienden vinden dat deze bijzondere kant van zijn talent het verdient ook nog eens in de aandacht te staan. Ter gelegenheid van de tweedaagse tentoonstelling verschijnt de catalogus ‘De kleine schepper’, die belangeloos is samengesteld door Maria Barnas, Wim Brands, Herman Keppy, Abys Kovacs, Ester Naomi Perquin, Stephan Raaijmakers, Felix Salut, F. Starik, Menno Wigman, Esther Wils, Joost Zwagerman en Noek Zwaan. Het Amsterdams Fonds voor de kunst nam de drukkosten voor zijn rekening. De catalogus zal vanaf eind januari à € 10 te koop zijn bij Uitgeverij West, Athenaeum Boekhandel en tijdens het tentoonstellingsweekend bij Arti et Amicitiae. De opbrengst komt ten goede aan Rogi Wieg en zijn vrouw Abys Kovacs. De tentoonstelling is vrij toegankelijk voor leden en niet-leden van Arti et Amicitiae. De opening is op vrijdag 30 januari om 17.00 uur.
Kijk hier naar gefilmde impressie van ‘De kleine schepper’ in Arti et Amicitiae
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer