Op woensdag 17 juni vindt om 20.00 uur in het statige 18de-eeuwse pand van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent door mede-uitgever Uitgeverij P de ‘Vlaamse’ presentatie plaats van Kromzang, de nieuwe dichtbundel van Stefaan van den Bremt, alsmede van Tuin van de liefde, Getijdenboek, Van den Bremts (nieuwe) vertaling van Emile Verhaerens trilogie Les Heures.
Kromzang, een reeks waarin stemmen van andere dichters meeklinken, sluit bijna naadloos aan op de in 2013 verschenen essaybundel De oude wereld moe. ‘Oude liedjes zingen krom’ schrijft Stefaan van den Bremt naar aanleiding van ‘La chanson des vieux amants’ van Jacques Brel. Niet zonder zelfkritiek wordt elders teruggeblikt op de weg die door de dichter is afgelegd. Maar het geheel is ook een pleidooi voor ‘de kunst van het kijken’ en zet zich af tegen ‘het wegkijken van andermans lijden’. In het lange slotgedicht ‘Cantus firmus’ krijgt de veldtocht tegen de katharen in Zuidwest-Frankrijk een wrange actualiteit. Stefaan van den Bremt (1941) debuteerde als dichter in 1968 (bekroond met de prijs voor het beste literaire debuut) en publiceerde tot nog toe meer dan twintig eigen poëzietitels en tal van vertalingen uit het Frans, Spaans en Duits. Voor zijn vertaling van de monumentale roman Ségou / De aarden wallen ontving hij de Koopalbeurs voor letterkunde 1988. In Mexico werd hij in 2007 gelauwerd met de Internationale Poëzieprijs van Zacatecas. Stefaan van den Bremt is sinds 2000 lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Locatie: Academiegebouw, KANTL, Koningstraat 18, B-9ooo Gent Folder kantl-conferenties 2015
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: De oude wereld moe
«Stefaan van den Bremt geeft ‘dode’ dichters nieuwe gedichten.» – Ezra de Haan
Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt op Literatuurplein, 11 juni 2015:
Sommige schrijvers ga je meer waarderen naarmate je meer van hen gelezen hebt. Stefaan van den Bremt is zo’n auteur. Hij werkt aan de vervolmaking van een oeuvre dat inmiddels imposant genoemd mag worden. Wie de sleutel op, een deel van, zijn werk zoekt moet De oude wereld moe (2013) gaan lezen. In deze kloeke essaybundel schrijft Van den Bremt o.a. over de dichters die hij vertaalde en daardoor van haver tot gort leerde kennen. (…) Interessant aan de werkwijze van deze veelkunner is de drie-eenheid van vertalen, essays schrijven en dichten. De liefde van Stefaan van den Bremt voor de auteurs die hij bewondert gaat ver, het dringt zelfs door tot in zijn eigen poëzie. De taal die hij zich eigen heeft weten te maken tijdens het maken van zijn vertalingen wordt hergebruikt, nu in eigen werk. (…) Van den Bremt weet je aan het lezen te zetten, hij maakt je attent op de auteurs die je lezen moet en helpt je daarbij. Hij is de perfecte docent die je nooit had. (…) Geïnspireerd door Verhaerens ‘chansons fous’ (gekkenliederen) schreef Van den Bremt het wonderbaarlijke Gekkenrouwlied. Juist in zo’n gedicht, dat een totaal andere taal vraagt dan de vaak aan Spaanstalige auteurs gewijde gedichten, komt de dichter/vertaler door de meesterproef. Hij wordt Emile Verhaeren in zijn laatste moment, met een dynamiek die bij hem past, maar die alleen Van den Bremt voor hem kon schrijven. (…) Eigenlijk vraagt ieder gedicht in Kromzang om nauwgezet lezen en herlezen. Wat op het eerste oog ‘kromzang’ lijkt, blijkt uiterst helder, zodra je je erin verdiept. Stefaan van den Bremt heeft in deze bundel ‘dode’ dichters nieuwe gedichten gegeven, echter zo eigen als hij maar kon.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer
Stefaan van den Bremt – Kromzang
Stefaan van den Bremt
Kromzang
Gedichten
Nederland / Vlaanderen
Co-uitgave met Uitgeverij P, Leuven
Genaaid gebrocheerd met flappen, 72 blz. € 17,50
2015
ISBN 978-90-6265-880-0
‘Oude liedjes zingen krom’ schrijft Stefaan van den Bremt naar aanleiding ‘La chanson des vieux amants’ van Jacques Brel. Niet zonder zelfkritiek wordt elders teruggeblikt op de weg die door de dichter is afgelegd. Kromzang, een reeks waarin stemmen van andere dichters meeklinken, sluit bijna naadloos aan op de in 2013 verschenen essaybundel De oude wereld moe. Maar het geheel is ook een pleidooi voor ‘de kunst van het kijken’ en zet zich af tegen ‘het wegkijken van andermans lijden’. In het lange slotgedicht ‘Cantus firmus’ krijgt de veldtocht tegen de Katharen in Zuidwest-Frankrijk een wrange actualiteit. Over het gedicht ‘De reisgenoot’ uit de vorige bundel Blauw slik (2013) schreef Benno Barnard: ‘Ik spreek uit een ervaring met poëzie van inmiddels veertig jaar wanneer ik u zeg dat dit een groot gedicht is.’ En Hugo Brems noteerde naar aanleiding van het gedicht ‘Hier’: ‘Het zijn opmerkelijke verzen, waarin de ik zich als in een mystieke ervaring leeg maakt, een en al ontvankelijkheid voor het blauw.’
Stefaan van den Bremt (1941) debuteerde als dichter in 1968 en publiceerde tot nog toe meer dan twintig eigen poëzietitels en tal van vertalingen uit het Frans, Spaans en Duits. Ongeveer tegelijk met Kromzang ziet Tuin van de liefde. Getijdenboek, Van den Bremts nieuwe vertaling van Verhaerens trilogie Les Heures, het licht.
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Gebiologeerd door de verscheurdheid tussen oud en nieuw.» – Bart Vonck
Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt in Poëziekrant (2015-1), 24 januari 2015:
Wie een inleiding wil in vele aspecten van de Frans-Belgische, de Spaanse, maar vooral de Latijns-Amerikaanse poëzie, vindt hier zijn gading. De essays stoelen bovendien op een grondige kennis van de geschiedenis van de poëzie en van de behandelde dichters en hun poëtica. (…) Een thematisch uitwaaierend boek dat vele jaren vertaalarbeid overspant en aan de hand van een vaak herhaald dilemma zowel ingaat op de teksten en hun auteurs zelf als op hun artistieke, maatschappelijke en filosofische context. Is trouw aan ‘zijn’ dichters niet het diepste engagement van de vertaler?
Meer over ‘De oude wereld moe’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Waardevolle visies op taal en dichten.» – Johan Bordewijk
Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt op Extaze.nl: 6 april 2014:
In ‘De oude wereld moe’ heeft Stefaan van den Bremt een aantal essays gebundeld over grote dichters uit het eind van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. (…) De essays zijn te lezen als gedegen besprekingen van de afzonderlijke dichters. Van den Bremt stuit op interessante overeenkomsten, zoals die tussen ‘Zone’ van Apollinaire en ‘Awater‘ van Nijhoff. Ook is het lonend dichters zelf aan het woord te laten [zoals] de opmerking van Maeterlinck over de waarde van taal: ‘De woorden zijn uitgevonden voor het dagelijks gebruik in het leven en die zeldzame keer dat een of andere vorstelijke ziel hen naar andere oorden leidt, zijn ze ongelukkig, ongerust en verwonderd als landlopers rond een troon.’
De lezer kan in het boek op zoek naar meer van dergelijke waardevolle visies op taal en dichten, ze zijn zeker te vinden. Maar Van de Bremt doet meer dan de schrijvers over hun werk aan het woord laten: hij illustreert de besprekingen met citaten. En dan blijkt dat hoeveel je ook kan filosoferen en essayeren over dichtkunst, hoeveel gedegen duidingen je ook kan schrijven, de echte waarde in het werk zelf besloten ligt. Als voorbeeld een tijdloos citaat van Pablo Neruda over de Spaanse burgeroorlog. Ieder essay is ontoereikend bij deze zinnen als vuistslagen:
‘maar uit elk gedood kind steekt een geweer met ogen,
uit elke misdaad schieten kogels
die vroeg of laat de plek nog vinden
van jullie hart.’
Lees hier de recensie:
Meer over ‘De oude wereld moe’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Zonder uitzondering indrukwekkende poëzie.» – Hans van der Heijde
Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt in Leeuwarder Courant, 7 februari 2014:
In ‘De oude wereld moe’ brengt Van den Bremt vijftien essays bij elkaar over dichters, die het besef gemeen hebben op een breuklijn tussen de oude wereld en moderniteit te staan. (…) Een zestiende essay gaat over het dilemma waar elke poëzievertaler mee worstelt: moet in de vertaling de vorm of de inhoud prevaleren? Aangezien in alle essays uitgebreid uit het werk van de behandelde dichter wordt geciteerd, kan de lezer zelf nagaan welke uitweg uit dat dilemma Van den Bremt geneigd is te kiezen. (…) Zoals gezegd, Van den Bremt voert veel van die, zonder uitzondering indrukwekkende poëzie op, in eigen vertaling. Waar in die dichtregels opgeroepen beelden voor ons, Europeanen van de oude en tegelijkertijd moderne wereld, moeilijk te begrijpen zijn, licht hij toe en verklaart.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De oude wereld moe’
«Niets minder dan een verzameling teksten van de afgelopen decennia.» – Maarten Steenmeijer
Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt voor NBD Biblion, 22 januari 2014:
Bundel opstellen over met name Spaanstalige dichters. (…) Naast bekende dichters als Federico García Lorca, Pablo Neruda en Octavio Paz becommentarieert dichter, essayist en poëzievertaler Van den Bremt ook minder bekende dichters als Jaime Sabines (Mexico), Marco Antonio Campos (idem) en Juan Manuel Roca (Colombia). Daarnaast zijn er essays over Maeterlinck, Apollinaire en Nijhoff. Sommige essays hebben een specifiek thema (zo concentreert het stuk over García Lorca zich op Granada), andere zijn inleidend van aard. Tot slot moet het essay over het vertalen van poëzie genoemd worden.
Meer over ‘De oude wereld moe’
Meer over Stefaan van den Bremt
«Stefaan van den Bremt koos voor vele monumenten.» – Ezra de Haan
In deze essaybundel houdt Van den Bremt zich bezig met de vernieuwers en voortzetters in de literatuur. Als goed vertaler heeft hij zich verdiept in het oeuvre van de dichters die hij vertaalde. Soms resulteerde dat in eigen gedichten waarvan de inhoud, taal of gedachte tot door hem vertaalde dichters te herleiden is. Juist doordat hij inzicht geeft in dichters als Nijhoff, Roca, Apollinaire, Paz of Neruda wordt hun werk nog interessanter. Blauw slik en De oude wereld moe vormt een twee-eenheid en daarom horen deze boeken ook naast elkaar in de boekenkast van iedere poëzieliefhebber te staan. Juist de combinatie zal keer op keer tot herlezen leiden. Waar de Colombiaanse dichter Juan Manuel Roca een monument voor Niemand schreef, koos Stefaan van den Bremt voor vele monumenten voor Iemand.
Lees hier de recensie
Meer over “De oude wereld moe’
Meer over Stefaan van den Bremt
Stefaan van den Bremt – De oude wereld moe. Essays
STEFAAN VAN DEN BREMT
De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur
Essays
Nederland
Genaaid gebrocheerd, 336 blz., € 24,50
ISBN 978-90-6265-844-2
2013
Wat hebben twee Franstalige Vlamingen, een Fransman van Poolse afkomst, een Nederlander, een Spanjaard, een Chileen, een Colombiaan, een Argentijn, een handvol Cubanen en een andere handvol Mexicanen met elkaar gemeen? Een antwoord op deze vraag ligt al vervat in de titel van dit boek. Al deze auteurs beleven hun tijd als een breekpunt met ‘de oude wereld’.
In De oude wereld moe bundelt Stefaan van den Bremt 16 essays, waarin als een rode draad het thema oud en nieuw loopt. Waar voor Emile Verhaeren en Martinus Nijhoff de trein nog als drager van de moderniteit kan optreden, krijgt Maurice Maeterlincks oceaanstomer te midden van het weiland al iets uitermate verontrustends en is de ten hemel varende Jezus Christus voor Guillaume Apollinaire de eerste vliegenier. Reizen is nu eens het moderne genot bij uitstek, dan weer beladen met de doem van ontworteling en ballingschap.
De ‘oude wereld’ hoeft niet altijd Europa te zijn, al wil het geval hier wel dat veruit de meeste auteurs die in dit boek aan bod komen, afkomstig zijn uit de ‘Nieuwe Wereld’. Niet alleen maar toch vooral wanneer het gaat om Latijns-Amerika en zijn vaak mislukte pogingen om op de trein van de moderniteit te springen, moeten we vaststellen dat wat voor nieuw wordt gehouden soms afgedragen ideologisch goed uit het oude continent of de nu eens verafgode, dan weer vermaledijde Verenigde Staten is.
Niet alle auteurs van wie in dit boek sprake is, zijn overigens onverdeelde voorstanders van wat Octavio Paz de ‘traditie van het breken’ heeft genoemd; dichters als Ramón López Velarde, Nicolás Guillén en Federico García Lorca zijn, naast vernieuwers, ook voortzetters van een aloude traditie die naar gelang van geografische en etnische omstandigheden sterk verschilt.
Andere auteurs in deze bundel onder meer: José Lezama Lima, Pablo Neruda, Jaime Sabines, Juan Gelman, Marco Antonio Campos, Juan Manuel Roca.