Over ‘Extaze 12’ op Avondlog, 19 januari 2015:
‘Het gat-in-de-muur-zusje’ heet het eerste verhaal in Extaze. Het nieuwe nummer van het ‘Haagse’ literaire blad heeft als thema ‘Buitenstaanders’. Den Haag, stad van buitenstaanders. Ik woon er al heel lang niet, maar Hagenaar ben je voor het leven. De gat-in-de-muur-mens, waarmee Cor Gout het nummer opent, priemt een gat in de muur waardoor hij in de belendende kamer kan kijken zonder zelf gezien te worden. Hij haalt Colin Wilson aan: ‘De zaak die de outsider aanspant tegen de maatschappij is overduidelijk. Alle mannen en vrouwen hebben gevaarlijke, ondefinieerbare impulsen, maar verbergen die onder een schone schijn, houden zichzelf en anderen voor de gek.’ Tot slot vertelt Gout hoe zijn in de jaren ’70 overleden ‘existentialistische’ zusje – altijd in het zwart gekleed, veel mascara – zich over straat en in cafés bewoog. Op afstand en tegelijk vurig hopend gezien te worden. Door Jan Cremer misschien.
Lees hier het betreffende log
Meer over inhoud Extaze 12
Meer over Extaze
Tag: De outsider
Literair tijdschrift Extaze 12 ‘De outsider’ [Jrg. 3, nr. 4]
Extaze 12 – De outsider
derde jaargang nr. 4
Genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 112 blz.
€ 15,00
januari 2015
ISBN 978-90-6265-873-2
‘Extaze 12’, dat op 15 januari 2015 zal worden gepresenteerd in Sociëteit De Vereeniging in Den Haag, heeft als thema: de outsider. Niet alleen in de essays, die hieronder kort worden samengevat, ook in de verhalen en gedichten wordt de buitenstaander in verschillende gedaanten zichtbaar gemaakt. Zo kruipt Theo van der Wacht in de huid van de eigenzinnige schrijver-journalist Willem Walraven sr., die voor een carrière in Nederlands Indië had gekozen, dienst nam als beroepsmilitair, maar al gauw ontdekte dat hij meer geschikt was als pennenvoerder. Als een der weinige ‘Hollanders’ begreep hij de Indische ziel, uitte zich kritisch over het koloniaal bestuur en voorzag de ophanden zijnde ‘koloniale tragedie’.
In een voor hem zeldzaam prozastuk keert Wim Brands terug naar de momenten in zijn leven waarop hij zich een insider dan wel een outsider voelde. Mischa van den Brandhof beschreef dierbare herinneringen aan de boekhandel die haar opa in 1947 in Leiden oprichtte. Dichter Rob H. Bekker staat op de dansvloer en vraagt zich af wat ‘die anderen’ hier doen. Aan het eind van het gedicht gaat eindelijk van ze houden bekent hij: ‘Voor de wereld ben ik ongeschikt. / Vergeef het de anderen / geef ze wat je over hebt.’
Wie kon in zijn tijd ‘de outsider’ beter personifiëren dan fotograaf, tekenaar en dichter Gerard Fieret (1924-2009)? Jan Wychers beschrijft in zijn essay Gerard Fieret, een ietwat wil talent de amusante en hinderlijke trekken van de mens Fieret en de zonderlinge en geniale kanten van zijn werk. ‘Hij mag dan gek zijn geweest,’ laat Wychers een kenner zeggen, ‘maar zijn werk staat.’
Marc Van den Bossche plooit zijn essay Outside of society–Over anesthetisch leren kijken rond de in Gent werkzame fotograaf Lieven Nollet, op wiens werk het begrip ‘anesthetiek’ (de thematisering van het verlies, de belemmering of onmogelijkheid van sensibiliteit) volledig van toepassing is. Nollet fotografeert geïnterneerden in een psychiatrische instelling, niet vanuit zijn standpunt als fotograaf, maar vanuit de dialoog. In het wit en vooral zwart van de foto’s geeft hij hun de identiteit terug die ze in de rechtsgang en tijdens hun opsluiting zijn kwijtgeraakt.
In zijn essay Gouddelvers van de eenzaamheid ontdoet Jan-Hendrik Bakker de kluizenaar van zijn stigma van de eenzame gek. Je kunt hen zien, schrijft Bakker, als excentrieke individuen die buiten het economisch systeem zoeken naar spirituele schatten. Het ‘goud’ kun je opvatten als de glans, de zingeving van het leven. Door middel van taal oefenen ze invloed op ons uit en herkennen we in hun uitingen een krachtig politiek signaal. Hun afzondering is ook een protestuiting.
In zijn betoog ‘Homo digitalis mobilis’ geeft René de Ryck redenen aan waarom groepen mensen afhaken bij de voortdurend veranderende wereld van informatie, cybernetica en technologie, en op zoek gaan naar zogenaamde coldspots. Resulteert dit ‘tot hier en niet verder’ in een nieuwe klassenstrijd van ‘knows’ en ‘know nots’? Ontstaat er een wereld van insiders en outsiders?
De korte verhalen in dit nummer zijn van: Gert-Jan van den Bemd, Mischa van den Brandhof, Wim Brands, Bram Esser, Ronnie Krepel, Theo Monkhorst, Rob Verschuren en Theo van der Wacht. De gedichten zijn van: Rob H. Bekker, Peter WJ Brouwer, Aly Freije, Ruud Jaspers, Herman Rohaert en Tanya van der Wacht. Het beeldend werk is van de grand old man van de Nederlandse fotografie en beeldende kunst, Jurjen de Haan.
Meer over Extaze
Meer over Extaze in De Vereeniging