Bert Vuijsje – Keep Swinging: 33 Jazzmeesters van de 20ste eeuw

VoorplatKeepSwinging-75Bert Vuijsje
Keep Swinging: 33 Jazzmeesters van de 20ste eeuw

Muziekgeschiedenis
vormgeving Henk Tybosch
royaal formaat 15 x 22 cm
gebrocheerd in omslag met flappen
260 blz., incl. fotokatern, € 24,50
ISBN 978-94-93214-67-5 NUR 662
eerste uitgave april 2022

In ‘Keep Swinging: 33 Jazzmeesters van de 20ste eeuw’ portretteert muziekjournalist Bert Vuijsje 33 jazzmeesters van de 20ste eeuw, zijn jazzbijbel van de vorige eeuw. Aan bod komen: Louis Armstrong, Duke Ellington, Coleman Hawkins, Johnny Hodges, Lester Young, Ben Webster, Django Reinhardt, Roy Eldridge, Stan Kenton, Sun Ra, Billie Holiday, Ella Fitzgerald, Thelonious Monk, Buddy Rich, Charlie Parker, Clark Terry, Charles Mingus, Fats Navarro, Dexter Gordon, Wes Montgomery, Sarah Vaughan, Dinah Washington, Miles Davis, John Coltrane, Gerry Mulligan, Chet Baker, Sonny Rollins, Clifford Brown, Joe Zawinul, Quincy Jones, Joe Henderson, Lee Morgan, Wynton Marsalis. Het boek is rijk geïllustreerd met foto’s van William P. Gottlieb, een van de groten van de Amerikaanse jazzfotografie uit de jaren dertig, veertig en vijftig van de vorige eeuw.

Bert Vuijsje schrijft sinds 1962 professioneel over jazz. In 2005 ontving hij de Pierre Bayle-prijs voor muziekkritiek. De jury oordeelde: ‘Bert Vuijsje is een verteller pur sang. Op een persoonlijke en aanstekelijke manier schrijft hij over jazz. Zijn stijl is goed, zijn missiegevoel zonder weerga, zijn feitenkennis indrukwekkend en onovertroffen, en last but not least: Bert Vuijsje weet jazz in een context te plaatsen, zowel historisch als sociologisch. Zijn stijl is beknopt maar steeds explosief van passie. Hij schrijft jazz, zijn schrijven is jazz.’ Bert Vuijsje publiceerde eerder de interview-bundels De Nieuwe Jazz (1978) en Jazzportretten (1983), in 2004 gevolgd door Rita Reys: Lady Jazz. Bij Uitgeverij In de Knipscheer verscheen van zijn hand in 2017 Ado Broodboom trompet.

Vroege lof voor Keep Swinging: 33 Jazzmeesters van de 20ste eeuw
«Bert Vuijsje heeft een ongeëvenaarde staat van dienst als jazzjournalist en deze uiterst inzichtelijke portretten zijn een absolute aanrader voor kenners en nieuwkomers in dit genre. Dit boek is perfect getimed, want anno 2022 kun je dankzij internet alles waarover je leest meteen beluisteren. Jazz is nog nooit zo toegankelijk geweest.» – Benjamin Herman

«Ik voel mij meegenomen in een tijdcapsule, op een uitermate boeiende reis! Bert Vuijsje verstaat de kunst van het vertellen zodanig dat je de sferen ruikt, hoort en proeft: een zee van informatie met tegelijkertijd een empathisch en oprecht verdiepen in de hoofdpersonen. Respectvol doet hij ze recht, waar nodig nuancerend wat in de annalen onjuist staat opgetekend. Neem luisterpauzes met door hem genoemde opnamen en je weet hoe het in de Jazzhemel klinkt.» – Denise Jannah

«Je hebt jazzkenners en je hebt Bert Vuijsje. Genereus dat hij zijn ongehoorde kennis heeft opgeschreven in een boek dat je kunt lezen terwijl je platen draait.» – Peter Buwalda

Meer over Bert Vuijsje bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Matić’ poëzie zit vol referenties aan jazzmuziek.» – Erik van den Berg

Opmaak 1Over ‘Haarlem Nocture’ van Djordje Matić in Jazzbulletin, september 2016:
Doet jazz ertoe voor dichters van nu? Ongetwijfeld minder dan voor Hanlo en zijn generatiegenoten – maar zie Haarlem Nocturne, het Nederlandse poëziedebuut van de in Kroatië geboren zanger, vertaler en dichter Djordje Matić. Niet alleen verwijst de titel naar de bekende standard (met één a minder) uit 1938, Matić’ poëzie zit vol referenties aan jazzmuziek, die voor hem is verbonden met thema’s als ballingschap, nomadendom en uitsluiting. In 1991 ontvluchtte Matić zijn geboorteland en sinds 1993 woont en werkt hij in Nederland. ‘Een balling is een virtuoos / van dissonantie / een autist / een beschaamde gerechtigde / zonder vergunning’, schrijft hij in ‘Mensen zoals wij’, dat hij opdraagt aan Thelonious Monk. In andere gedichten waren de schimmen rond van Miles Davis, John Coltrane en George Coleman (‘Amsterdam after Dark’). Blue Bossa van Dexter Gordon, ‘barstend van kracht’, confronteert de dichter met het leven dat hij definitief achter zich liet: ‘Weemoed ineens / over een niet geleefd verleden / ineens.’
Lees hiert de recensie
Meer over ‘Haarlem nocturne’

«Niets meer of minder dan een getuigenis.» – Karel Wasch

Opmaak 1Over ‘Haarlem Nocture’ van Djordje Matić op Leestafel, mei 2016:
De gevolgen van ballingschap, het noodgedwongen verkeren in een vreemd land, niet het vaderland, zijn van alle tijden. In de Tweede Wereldoorlog raakten miljoenen ontheemd, nu zijn er de vluchtelingen die het Europese contingent noodgedwongen overspoelen, verdreven van huis en haard. Dat geeft een vreemde dissonantie, een hapering, een stilstaande tijd, een bevroren beweging. (…) En dat dit bijna geruisloos gelinkt kan worden aan jazz als muziekvorm is bijna logisch. (…) Het tweede gedeelte van de bundel heet Blauw, waarschijnlijk naar de compositie Blue (en Another Kind of Blue) van Miles Davis. (…) In het eerste deel van de bundel dat is getiteld Een ander geluid, staan gedichten zonder jazz, maar van eenzelfde ontheemdheid. (…) Deze bundel is niets meer of minder dan een getuigenis. Een getuigenis van de ontheemding, van de wanhoop en gelukkig ook van de hoop, waarbij de jazz mooi als trooster optreedt. (…) Sinds 1993 woont Djordje Matic in Nederland. Deze bundel is zijn poëziedebuut. Dat belooft veel goeds!
Lees hier de recensie
Meer over ‘Haarlem nocturne’

«Wonderschone verwoording van wat ontheemding met mensen doet.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘Haarlem nocturne’ van Djordje Matić op Literatuurplein, 4 januari 2016:
Zonder ook maar ergens larmoyant te worden maakt Matić ons deelgenoot van zijn gevoelens en ervaringen. Neem zijn gedicht Steeds minder waarin hij beschrijft hoe een documentaire over Rothko deels wordt gewist door het opnemen van een documentaire over Dubrovnik. Juist het moment van de grens tussen twee werelden en hoe hij dat opschrijft, bevalt mij zeer. (…) Matić schetst de lastige spagaat waarin de nieuwe Nederlander zich bevindt. Het is een daar en hier en nergens thuis. Of zoals hij zelf schrijft: Ik bezing andere steden/ omdat ik die van mij niet meer bezingen kan. (…) Zijn dichtbundel is een wonderschone verwoording van wat ontheemding met mensen doet, waar ze ook vandaan komen en wat de reden voor hun buitensluiten ook is. De regels en metaforen die Matić kiest zijn virtuoos als de artiesten naar wie hij luistert. Hun blues klinkt door in zijn taal en laat je genieten. Al doet het soms pijn.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Haarlem nocturne’

Hans Dulfer – Dulfer’s dumdum

HANS DULFER
Dulfer’s dumdum
Paperback, 140 blz.,
ISBN 90-6265-305-7
Eerste druk 1989
Uitverkocht

Niet alleen als saxofonist in hart en nieren, maar ook als zuigende chroniqueur is ras-querulant Hans Dulfer al sinds jaar en dag een niet weg te denken en onmisbare factor in het Nederlandse muziekwereldje van bezadigde bebop-jazz tot supersnelle speedmetal-popmuziek. Met onverminderde energie blijft hij in zijn artikelen en columns de blijkbaar onvermijdelijke misstanden aan de kaak stellen, en doet dat scherpzinnig en bovenal humoristisch. Hoe een elite-clubje arrivés de jazzsubsidies verdeelt, hoe de inertie van platenmaatschappijen en media nieuwe ontwikkelingen blokkeert, hoe de consumenten de nieuwste technische snufjes tegen wil en dank door de strot geduwd krijgen – stuk voor stuk items die Dulfer tot op het bot weet te ontleden zonder daarbij zijn eigen betrokkenheid uit de weg te gaan.

De beste van die columns, die sinds 1986 als Dulfer’s dumdum in Oor verschijnen, zijn nu onder dezelfde treffende titel gebundeld en aangevuld met enkele langere verhalen: over o.m. saxofonist Dexter Gordon (persoonlijke herinneringen naar aanleiding van de film Round Midnight), Charlie Parker en trompettist Chet Baker, maar ook over de gelijktijdig opkomende belangstelling voor jazzmuziek en honkbal na de oorlog en over de vervoersperikelen van muzikanten.
In 1980 verscheen Dulfer’s legendarische Jazz in China. Wie dit nieuwe boek leest kan niet anders vaststellen dat Hans Dulfer nog niets van zijn elan en trefzekerheid verloren heeft. Integendeel! Dulfer’s dumdum is in deze tijd van behoudende cultuurpolitiek en stagnerende ontwikkelingen een heilzaam boek dat minstens zoveel aandacht verdient als de spetterende en spraakmakende optredens waarmee hij als saxofonist de Nederlandse muziekscene voortdurend nieuwe leven inblaast.