Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman voor Indies tijdschrift, 23 december 2019:
In 1955 hield schrijver, politicus, duizendpoot Albert Helman een journaal bij tijdens zijn reis naar de binnenlanden van Suriname. Hij was meegevraagd door een vriend die het gebied in kaart ging brengen, ten behoeve van een groots project van hydroloog Van Blommestein, een professor uit Bandung. (…) Helman kon niet wachten om opnieuw onbekend terrein op te gaan. Hij werd op zijn wenken bediend: niet alleen trok het gezelschap van onderzoekers (…) tot voorbij het eind van de kaart, de witte plekken op, Helman werd door de omstandigheden tijdens de expeditie ook de blinde vlekken van zijn eigen persoonlijkheid in gedreven. (…) Hoe moeilijk hij het ook heeft gehad om zijn reisgezelschap bij te houden tijdens de veeleisende tocht, Helman slaagt er moeiteloos in de verrukking van het verblijf in het binnenland over te brengen. (…) Op een bepaald moment walgt Helman zelfs van de herinnering aan de stad en de wetenschap dat hij terug moet, hoewel zijn dierbare vrouw daar zit. Zijn journaal is een klassiek, ongekuist reisverslag, en dan extra gekruid met Helmans aantrekkelijke en eigenzinnige stijl en zijn prikkelende observaties. (…)
Lees hier de recensie ‘Naar de binnenlanden van Suriname’
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: expeditie
«Boeiende reis in prettig leesbaar verslag: een van Helmans beste werken.» – Jan Joosse
Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman voor NBD/Biblion, 12 september 2019:
In 1955 werd Albert Helman (ps. van Lou Lichtveld, 1903-1996) door zijn vriend Bob gevraagd om mee te gaan op een tocht door het toen nog vrijwel onbekende oosten van Suriname. Omdat wegen ontbraken, moest de weg zuidwaarts over de rivieren gevonden worden. Deze zaten vol watervallen en stroomversnellingen die meestal alleen overwonnen konden worden door de bagage te voet daarlangs te dragen. Het werd een boeiende reis waarin de reizigers vaak doornat werden, maar waarbij Helman voortdurend bewonderend naar de handige bosnegers keek, die met grote vaardigheid de boten rond obstakels wisten te manoeuvreren. Omdat hij als stedeling lichamelijk op achterstand stond kreeg hij met fysiek ongemak te doen, dat echter na behandeling door een oudere indiaan langzaam minderde. Het is een prettig leesbaar verslag geworden dat bijna dag voor dag beschrijft waar de reizigers mee te maken kregen. Daarnaast geeft het in zelfbespiegelingen goed weer hoe het de auteur te moede was. Hoewel dit algemeen beschouwd wordt als een van Helmans beste werken, duurde het tot 1980 voor het gepubliceerd werd.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Conclusie: een buitengewoon boeiend boek.» – Ko van Geemert
Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman in Parbode nr. 161, september 2019:
Lou Lichtveld (1903-1996), de later onder het pseudoniem Albert Helman beroemd geworden Surinaamse schrijver, werd in 1955, hij was net de 50 gepasseerd, door de vijftien jaar jongere en buitengewoon ambitieuze ingenieur Bob Zonneveld gevraagd mee te gaan om het binnenland te verkennen. Doel van deze expeditie was te onderzoeken of de vorming van een kunstmatig stuwmeer mogelijk zou zijn, in verband met het opwekken van elektriciteit. (…) De Afobakadam en het meer – aanvankelijk Van Blommesteinmeer en nu Brokopondostuwmeer genoemd – werden in de jaren zestig werkelijkheid. (…) Helman houdt een dagboek bij waaruit blijkt dat de reis, die enkele weken zou gaan duren, hem zwaar valt. (…) De ontberingen brengen hem tot zelfinzicht: ‘Ik ben een ander mens geworden, in wie het laatste restje bijgeloof in al de fraaiigheden van westerse beschaving, van geleerdheid of techniek, van sociale en economische functies zoals me die van jongs af aan zijn aangepraat, volledig vernietigd zijn.’ (…) ‘Dat is het,’ schrijft Helman aan het einde van zijn dagboek, ‘We moeten nog ontdekken wat er bestaat aan het eind van de kaart. Nu alles achter de rug is, zie ik pas de zin van deze reis, die zo vaag begon: een grens te overschrijden, mijzelf te confronteren met het ongewisse van een nog niet getraceerde, onbeschreven wereld.’ Conclusie: een buitengewoon boeiend boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Suriname. En in Helman uiteraard.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Scherp waarnemer in spannend verslag.» – John Jansen van Galen
Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman uitgeleid door Michiel van Kempen in Argus (57, jrg. 3), 25 juni 2019:
(…) ‘Renaissancemens’ wilde Lou Lichtveld, alias Albert Helman, zijn, van alle markten thuis: als musicus, componist, taalkenner, schrijver, politicus, activist in de Spaanse Burgeroorlog, minister, diplomaat. (…) Hij heeft weinig om handen als hem in 1955 gevraagd wordt mee te gaan op een expeditie naar de witte plekken achter ‘het einde van de kaart’. (…) Helman schrijft een spannend verslag van de tocht, waarbij met kunst- en vliegwerk de talloze woeste soela’s of stroomversnellingen gepasseerd moesten worden die telkens opnieuw opdoemen. Hij is een scherp waarnemer van de Indianen en bosnegers (mocht je toen nog zeggen) die langs de rivieren leven, van hun voorkomen, hun gedrag en hun gewoonten. (…) Op de terugweg belijdt hij reeds zijn afkeer van ‘het steeds gedoe’ dat hem weer te wachten staat: “Inwendig ben ik weer een ‘wilde’ geworden, zoals ik oorspronkelijk als nog niet ‘opgevoed’, nog ongeconditioneerd klein kind moet zijn geweest.” (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Een boek dat eeuwig jong blijft!» – André Oyen
Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman op Lezers tippen lezers, 16 juni 2019:
(…) Als auteur debuteerde Albert Helman in 1926 met ‘Zuid-Zuid-West’, een roman over Suriname en de verwaarlozing en uitbuiting ervan door de Nederlandse kolonisator, gevolgd door een vergelijkbaar boek qua thema, ‘De Stille Plantage’. Vele andere romans, essays en gedichten zouden volgen. Ook hield hij zich bezig met film. Zo schreef hij o.a. de muziek voor ‘Regen’ (1929) van Joris Ivens. In 1932 (…) vocht Helman aan republikeinse zijde mee in de Spaanse Burgeroorlog. Voor de kranten NRC en de Groene Amsterdammer schreef hij verslagen over de overlevingsstrijd (…) tegen de fascisten van generaal Francisco Franco. (…) In 1939 keerde hij terug in Nederland. (…) Helman dook aan het begin van de oorlog onder omdat hij zo bekend was als antifascist dat hij niet langer in het openbaar kon verschijnen. Actief in het verzet vervalste hij persoonsbewijzen, publiceerde verzetsverzen en protesteerde bij rijkscommissaris Seyss-Inquart tegen de oprichting van de zogenaamde Kultuurkamer waar kunstenaars lid van moesten worden. (…) Het reisjournaal ‘Het eind van de kaart’ schreef hij in 1955. Het zou een boek blijken dat eeuwig jong blijft!
Lees hier de aankondiging
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over ‘Verdwenen wereld’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Na lezing van dit dagboek stel ik opnieuw vast: Albert Helman is een uitzonderlijke schrijver.» – Brede Kristensen
Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman in Ñapa [Amigoe], 18 mei 2019:
In 1955 nodigt een vriend in Suriname Albert Helman uit mee op excursie te gaan naar de bovenloop van de Marowijne rivier. (…) Gebruik makend van de natuurlijke wegen van Suriname, de immense rivieren, varen ze de Surinaamse binnenlanden in. Hij besluit een dagboek bij te houden om de dagelijkse ervaringen te verwerken. Pas 25 jaar later zal het dagboek, getiteld ‘Het eind van de kaart’ verschijnen. Veel aandacht kreeg het niet. Deze weken liet uitgeverij ‘In de Knipscheer’ het opnieuw verschijnen en schreef Michiel van Kempen een krachtig nawoord bij de heruitgave. (…) Wie een vakantie in Suriname overweegt, zou ik zo’n reis per boot het bos in, zeker aanraden. Het maakt je tot een ander mens omdat je het universum daar anders beleeft. Niet alleen ter voorbereiding van zo’n reis is dit dagboek van Helman waardevol, het is sowieso een gedenkwaardig document. Het kan gelezen worden als een introductie in de onbekende natuur die in wezen overal is. Het kan gelezen worden als een ontdekkingsreis, een odyssee, vol onverwachte belevenissen (…) Na lezing van dit dagboek stel ik opnieuw vast: Albert Helman is een uitzonderlijke schrijver, een uitzonderlijk mens, die ons altijd weer aan het denken zet.
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Helman werpt het westerse cynisme van zich af.» – Margot Poll
Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman in NRC Handelsblad, 17 mei 2019:
Het opnieuw uitgegeven ‘Het eind van de kaart’ van de Nederlands-Surinaamse schrijver Albert Helman (pseudoniem van Lou Lichtveld, 1903-1996) is een dagboek uit 1955 over een avontuurlijke tocht van bijna zes weken door de binnenlanden van Suriname. Het verscheen pas in 1980 voor het eerst in de Privé-domein-reeks van De Arbeiderspers. Het is een verslag van een expeditie om ook ‘voorbij het eind van de kaart’ de mogelijkheden te onderzoeken voor een kunstmatig stuwmeer. Naast deze ontdekkingstocht waar hij als ‘gast’ mee mocht gaan, is het een zoektocht naar de psyche van Helman; hij werpt het westerse cynisme van zich af, schikt zich naar zijn expeditie-genoten en beweegt zich als de inheemse volkeren in het ruige oerwoud – ook buiten de kaart. Hij kan het weer waarderen gewoon ‘naar bos en mos’ te ruiken zoals zijn moeder dat vroeger noemde. Met uitgebreid nawoord van prof. dr. Michiel van Kempen, die in 2016 ook de biografie van onderwijzer, schrijver en politicus Helman schreef.
Lees hier het signalement
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Glenn Pennock – De weg van de kat
GLENN PENNOCK
De weg van de kat
Roman
Nederlands-Indië / Nederland
Paperback, 264 blz.
1986
ISBN 978-90-6265-220-4
Uitverkocht
De weg van de kat, de debuutroman van Glenn Pennock, lijkt in eerste instantie een spannende historische roman. Aan het begin van de twintigste eeuw trekt de hoofdpersoon, Allard, mee met een expeditie van het Nederlandse leger door een nog niet in kaart gebracht, onbekend gebied van Sumatra. Deze reis heeft werkelijk plaatsgevonden en is onder andere in dagboeken opgetekend, waarvan de auteur gebruik heeft kunnen maken. Tijdens de zware tocht wordt de groep door inlanders gevangengenomen, Met behulp van zijn vriend Dekker weet Allard echter te ontsnappen. Na veelomzwervingen komt Allard terecht op een paradijselijk eiland. Hij trouwt een inheemse vrouw en beleeft gelukkige tijden. Maar nadat hij is aangewezen als de nieuwe drager van de Heilige Kris begint een nieuwe reis. Haast ongemerkt is de roman – aanvankelijk klassiek van stijl – overgegaan in een magische, symbolische vertelling, eigentijds van toon. ‘De weg van de kat’, zo wordt in oosterse filosofieën ook wel de lange en moeilijke ascese van lichaam en geest na de dood genoemd. De weg leidt door een wereld waar een andere tijdrekening en logica geldt.
Glenn Pennock werd in 1953 in Den Haag geboren, maar bracht de eerste zes jaar van zijn leven in Djakarta door, waarna hij via Singapore naar Amsterdam kwam. Hij is ever gevorderd beoefenaar van de Pencak Silat, de filosofie c.q. Indonesische gevechtskunst, waarvan ook De weg van de kat doortrokken is.
«Op het gevaar af lyrisch te worden: een fascinerend boek» – Dagblad De Stem
«Mede door de eigentijdse toon blijft het verhaal boeien en blijkt het uiteindelijk ook nog knap in elkaar te zitten.» – Ego
«Wat aanvankelijk een historische of avonturenroman lijkt, wordt gaandeweg een mysterieus verhaal, geladen met mystiek en stille kracht.» – Prisma Lectuurvoorlichting