Extaze 5

EXTAZE 5 [2013-nr. 1]
Literair tijdschrift

Nederland
Ingenaaid, formaat 17,6 x 24,8, geïllustreerd, 96 blz., € 15,00
verschijningsdatum januari 2013
ISBN 978-90-6265-820-6

Voorbij het ‘kijken’ ligt het ‘zien’. In dit nummer van Extaze cirkelen de bijdragen rond het thema (creatief) kijken en omkijken (retro/nostalgie). Extaze 5 wordt op donderavond 31 januari 2013 gepresenteerd met ‘Extaze in Pulchri’, een gevarieerd cultureel programma in Pulchri Studio in Den Haag www.extaze.nl

Essays
Barney Agerbeek: Waarnemers van de binnenwereld: Piet Ouborg en Nelson Carrilho
Het onzichtbare zichtbaar maken, dat is wat de schilder Piet nastreefde. Hij deed dat door te schilderen wat hij zag, aanvankelijk zijn omgeving en later zijn innerlijke beelden. In een vrouwenportret van Ouborg zag Agerbeek eenzelfde zeggingskracht als in een sculptuur van Nelson Carrilho.

Aart G. Broek: Geloof zelfs God niet op zijn woord. Een pleidooi voor tegenspraak.
Wat aan beslissingen door (politieke) bestuurders zo rationeel oogt wordt per definitie gevoed door persoonlijke emoties, vaak van twijfelachtige aard. Hoe kunnen we daar tegenspraak aan bieden? Hoe niet slechts te horen, maar ook te luisteren? Hoe niet slechts te kijken, maar te leren zien?

Wim Willems: Jongens waren we, poëtische jongens. Willem Kloos revisited
Willems las Bart Slijper’s studie In dit gevreesd gemis. Het leven van Willem Kloos en herkende in de groep schrijvers en kunstenaars rond Kloos eigenschappen van zijn eigen vriendenkring uit het begin van de jaren zeventig.

Korte verhalen
Lucy Huybregts
Michiel Klein Nulent
Fred Lanzing
Arjen van Meijgaard
Peter Minten
Ulises Segura
John Sillevis
Ilona Verhoeven
Duco van Weerlee
Gerwin van der Werf

Gedichten
Wim Brands
Esther Didden
Kees Engelhart
Hanz Mirck

Beeld
Babette Wagenvoort

Meer over literair tijdschrift Extaze

«Interessante essays over Springer en Hotz; intrigerende zwart-witillustraties van Zeloot.» – Gerard Oevering

Over ‘Extaze literair tijdschrift 2012-4’ voor NBD Biblion, 05 -12-2012:
Van het Haagse literaire tijdschrift Extaze is dit het vierde nummer (het eerste verscheen in september 2011). Het uitgangspunt van de redactie is dat zij naast proza en poëzie ook ruimte wil bieden aan beschouwingen over literatuur, beeldende kunst en muziek. De bijbehorende website legt de nadruk op de actuele ontwikkelingen op de terreinen waarover in het tijdschrift gepubliceerd wordt. In dit nummer verhalen van Van der Hoeven, Rippen, Born en Sauwer en gedichten van Geelen, Hooijer, David, Steegmans, Monter en De Laere. Interessante essays over Springer (door Zuiderent) en Hotz. Goedegebuure signaleert ‘gedempte berusting’ in Hotz’ wereldbeeld, Vincentius constateert dat er weinig opnamen overgebleven zijn van Hotz als trombonist. Ruys schreef het slot van zijn essay over Aya Zikken (‘Verre en nabije oorlogen’), terwijl Gangadin zich verdiepte in ‘Nationale cultuur en identiteit in de Surinaamse literatuur’. Thissen verheldert de muziekstijlen punk en reggae in ‘Punky Reggae Party’. Met intrigerende zwart-witillustraties van Eline van Dam (ps. Zeloot).

Meer over Extaze

«Wat een lekker fris boek!» – Cor Gout

Over Voor de eerlijke vinder van Ilona Verhoeven op Extaze.nl, 04 oktober 2012:
Beelden in de werkelijkheid vallen als papiersnippers over ons heen, en totdat ons ordenend verstand ze in vakjes van tijd, ruimte en causaliteit heeft geplaatst, voegen ze zich samen tot ondoorgrondelijke collages. Ilona Verhoeven is de eerlijke vinder daarvan. Ze blijft de rede voor en registreert de collages in woord en beeld.

Lees hier de recensie

Meer over Ilona Verhoeven

Het nieuwe nummer van Extaze in Pulchri op donderdag 13 september 2012.

Vergroot de afbeelding door te klikken.

Extaze 4, het inmiddels vijfde nummer van Literair tijdschrift Extaze, wordt op donderavond 13 september 2012 gepresenteerd met ‘Extaze in Pulchri’, een gevarieerd cultureel programma in Pulchri Studio in Den Haag. ‘Muziek’ is de rode draad in Extaze 2012-4. Lees onderstaande overweging van de redactie.

Muziek in het lijf

Waardoor ontstaat toch altijd weer die ontroering wanneer de hoofdpersonen in een film elkaar vinden in de dans. ‘Kom, laten we dansen,’ stelt de vrouw voor. ‘Maar ik kan niet dansen,’ protesteert de man. ‘Dan leer ik het je,’ stelt de vrouw hem gerust en voegt de daad bij het woord. Al lerend ontdekt de man bewegingen die hij van zichzelf niet kende, herontdekt hij zijn lichaam. Al dansend leert hij dansen. Zoals de jonge Elvis Presley zijn bewegingen spontaan liet sturen door de muziek die hij en The Jordanaires op een geïmproviseerd podium ergens in een weiland of op een verhoging in een danszaal of buurthuis ten gehore brachten. De latere Elvis in een witte jumpsuit, de kraag stijf omhoog staand en voorzien van zilveren belletjes of gouden sterretjes, heeft de bewegingen van zijn jongere ik bestudeerd en danst ze na op zware voet.

They call it a trap
I can’t walk out

De dj drukt op een knop, de muziek gaat op in andere muziek, de dj drukt op een volgende knop, dreunende bassen ondersteunen nu de mix, de dj kijkt in de diepte van de zaal, draait met zijn heupen, zwaait met zijn armen, doet de gebaren voor als een badmeester op de badrand. De tallozen beneden hem bootsen hem na, de linkerheup ingetrokken, de rechterarm omhoog, de rechterheup, de linkerarm, allen eender, de massa in synchroonbeweging, muziek in een duizendkoppig lijf.

Klik hier voor de inhoud van Extaze 2012-4.

«Extaze 3 bevat artikelen die teruggaan op gebeurtenissen in Den Haag rond de Tweede Wereldoorlog.» – J.H. Corts

Over literair tijdschrift Extaze 2012-3 door NBD Biblion, 18 juli 2012:
Marco Entrop bijvoorbeeld bespreekt de komst naar Den Haag van de cabaretgroep ‘die Pfeffermuehle’ van Erika Mann (dichter van de beroemde Duitse schrijver Thomas Mann). In een kort essay bekritiseert Ger Groot de wens van enkele voormalige ministers van de huidige regering excuses te laten aanbieden voor de mogelijke lakse houding van de toenmalige regering in ballingschap.

Lees hier de recensie

«Het gerucht ging dat Menno ter Braak verliefd was op Erika Mann. In ieder geval droeg hij in belangrijke mate bij aan het succes van haar cabaretgroep Die Pfeffermühle in Nederland, door er enthousiast over te schrijven. » – Aletta Schweigmann-Snoekc

Extaze3Over Extaze 3 in Leeuwarder Courant, 2 mei 2012:
Het gezelschap trad ook op in Den Haag. Dus kan ‘Extaze’, het literaire tijdschrift met een Haagse invalshoek, er een mooi artikel aan wijden. (…) Menno ter Braak was niet de enige die de loftrompet stak over het ensemble. Ook Ben van Eysselsteijn, Jan Campert en Simon Carmiggelt waren fans. Carmiggelt was twintig jaar toen hij voor het eerst een optreden bijwoonde in Den Haag en hij sprak van ,,een geweldige ontdekking’’. Jaren later zou hij in zijn Kronkels nog stukjes tekst en fragmenten van liedjes aanhalen.

Lees

Extaze in Pulchri op donderdag 10 mei 2012.


Extaze 2012-3, het vierde nummer van Literair tijdschrift Extaze, wordt op donderavond 10 mei 2012 gepresenteerd met ‘Extaze in Pulchri’, een gevarieerd cultureel programma in Pulchri Studio in Den Haag. Extaze lijkt een vaste waarde te worden in het landschap van komende en gaande literaire tijdschriften. Extaze kreeg in januari dit jaar op het Writers Unlimited Festival (Winternachten) aan het Spui in Den Haag een eigen podium/programma. ‘Oorlog’ is de thematische leidraad in Extaze 2012-3.

Vergroot de afbeelding door te klikken.

Klik hier voor de inhoud van Extaze 2012-3.

Schrijvers van In de Knipscheer op Writers Unlimited Winternachten festival Den Haag

Op vrijdag 20 januari is Raj Mohan (van wie in 2011 de dichtbundel Tihá /Troost en de cd Daayra verscheen) een van de auteurs in het programma ‘Droomtaal’ in de Kleine zaal van het Theater aan het Spui.
Op hetzelfde moment (van 22:45 tot 23:40 uur) heeft Extaze in zaal 7 van het Filmhuis haar eigen podium op het festival en presenteert het nieuwe literair tijdschrift zes Haagse debutanten. Opvallend is dat veel van deze schrijvers in meer dan één discipline actief zijn en dat ze dat op deze avond ook op het podium zullen laten zien. Zo zal Nina Roos voordragen en tekenen, Ronnie Krepel zingen en voorlezen, Theo van der Wacht tango dansen en voordragen, Hugo Wapperom voorlezen en foto´s tonen. Tot slot zijn er met Gertrude Kunze en Murat Tuncel ook nog twee schrijvers die ´slechts´ voorlezen. Op die dag verschijnt ook het nieuwe, derde nummer: Extaze-2 (na Extaze-0 en Extaze-1).
Zaterdag 21 januari wordt van 20:00 tot 21:00 uur in Filmhuis zaal 6 de kortere (televisie-)versie vertoond van Edgar Cairo: Ik ga dood om jullie hoofd, de film van Cindy Kerseborn die onlangs ook op dvd is uitgebracht.

Extaze 1 Droom op ander leven. Literair tijdschrift

EXTAZE 1
Droom op ander leven

Nederland
Ingenaaid, 17,6 x 24,8 cm, geïllustreerd, 120 blz., € 15,00
oktober 2011
ISBN 978-90-6265-684-4

Tegen de tijdgeest in verscheen het afgelopen voorjaar het nieuwe literair kwartaaltijdschrift Extaze.

Het 0-nummer werd met grote waardering ontvangen: «Na het lezen van Extaze blijft enthousiasme over, en het verlangen meer te lezen. Zo moet literatuur bedoelt zijn: het wakkert de geest aan en voert tot extaze» (Literair Neder-land), «Extaze gaat vier keer per jaar verschijnen. Dat wordt vier keer per jaar genieten» (Literatuurplein), «een mooi nieuw literair tijdschrift» (Leeuwarder Courant), «Het biedt een mengeling van literair-historische gedegenheid en niet meer al te extravagante avant-garde» (De Groene Amsterdammer), «een hartstikke fijn en goed gemaakt geheel» (De Contrabas).

‘Hoe nu, met onze culturele waarden?’ vragen Leo Samama, Tom Dommisse en Jan Paul Bresser zich af in een betoog, een essay en een kort verhaal.

Verder in dit nummer: gedichten van Pieter Boskma, Jaap Harten, Maaike Klaster, Hanz Mirck en Theo van der Wacht, korte verhalen van Ezra de Haan, Karel de Vey Mestdagh, Christien Kok, Ronnie Krepel, Nina Roos, Anneloes Timmerije, Jaap Harten en Murat Tuncel, een essay van Jaap Goedegebuure over Marlene van Niekerk. Rob Groenewegen schreef over leven en werk van Jo Otten en bezorgde twee ongepubliceerde stukken van deze schrijver. Het beeldend werk (ingeleid door E.M. Kort) is van Tjibbe Hooghiemstra.

Extaze 1 wordt op donderdagavond 20 oktober gepresenteerd met ‘Extaze in Pulchri’, een gevarieerd cultureel programma in Pulchri Studio in Den Haag.

www.extaze.nl

Erik Lindner in De Groene Amsterdammer over Extaze in rubriek Tijdschriften

Extaze 1Op 6 mei 2011 verscheen de volgende recensie in De Groene Amsterdammer:

Den Haag heeft een nieuw tijdschrift, Extaze. Het is geen lokaal blad waarin een nieuwe garde zich presenteert en zijn plek opeist, maar een vakkundig, literair-historisch en gedegen blad dat gericht is op de geest van een stad. Is dit de toekomst van het literaire tijdschrift?

Aan de rand van het park Frankendael is een veld voor schooltuintjes. Ieder schoolkind heeft een perkje van één bij drie meter voor het verbouwen van kropsla en radijsjes. Ik kan me herinneren hoe ik achter in park Clingendael een dergelijk tuintje had en we een maand lang snijbieten moesten eten, omdat ik dat grif gezaaid en geoogst had. Het verschil met park Frankendael is dat nu ieder kind zijn eigen naam op een plankje geschreven heeft dat is getimmerd tegen een houten paaltje dat voor aan zijn of haar tuintje staat. De schooltuintjes lijken zo op een kerkhof voor complete schoolklassen.

‘Hagenaars gaan weg’, schrijft Wim Noordhoek in Extaze. Extaze is een nieuw en strak vormgegeven tijdschrift, verzorgd en bijna vooroorlogs in zijn opmaak. Alleen het jaren-tachtiglogo van uitgeverij In de Knipscheer en de streepjescode detoneren op het bordeauxrode omslag. Noordhoek schrijft over Marcel van Eeden, van wie stemmige en filmische zwart-wittekeningen in hetzelfde nummer staan. ‘Een soort vitrage van wolken hangt hier over de stad’, zegt de kunstenaar volgens Noordhoek. ‘Schaduwen zijn lang en sterk, maar niet hard. Je krijgt een droomachtige sfeer door die sluier.’

Een nieuw literair tijdschrift, waarvan het nulnummer verschijnt pal voordat het advies van de Raad voor Cultuur wordt uitgebracht dat op tijdschriften zegt te willen bezuinigen. Het heeft iets nadrukkelijk a-modieus. In Extaze wordt her en der tegen de heersende tijdgeest geageerd. In veel van de korte verhalen en ook in de heldere analyse over de erfenis van de Haagse roman van filosoof en journalist Jan-Hendrik Bakker. Hij schrijft: ‘In de Haagse roman gingen welgestelde families langzaam ten onder, kwijnden jonge dames weg en hield men er kleverige zondes op na.’ Bakker heeft het vanzelfsprekend over Couperus’ Eline Vere, maar niet over die roman alleen. Een tijdlang na het verschijnen ervan was het etiket ‘Haagse roman’ een selling point. De Haagse roman gaat volgens Bakker over ‘het langzaam uit de tijd raken van de leisure class’. Op een gegeven moment is dat fenomeen wel voorbij, zou je zeggen. Maar Haagse krokodillen die in de dure wijken in goede huizen nestelen zijn taai. Het genre heet na de oorlog uitgestorven te zijn, al was voor antropologe Ethel Portnoy die met haar echtgenoot Rudy Kousbroek in Den Haag verzeilde de introverte deftigheid nog steeds een verademing. Op een bescheiden maar desalniettemin overtuigende wijze verbindt Bakker de vooroorlogse traditie van de Haagse roman met de boeken van Jan Siebelink, noemt terzijde de zuipend ten onder gaande welgestelde dames uit de boeken van Helga Ruebsamen en ook de melancholische reisverhalen van F. Springer.

Het is wat je van een Haags tijdschrift verwacht en als je het leest is het eigenlijk raar dat dit blad er niet al lang was. Hoogdravend is Extaze niet, maar dat is Den Haag ook niet. Er staan aardige bijdragen in, een aanstekelijk verhaal van de heringewijkelde Kees ’t Hart over het rondhangen en een aangrijpende monoloog van Nicolette Smabers, in de mond gelegd van een dame die verdwaasd bij een strandtent aankomt als haar tweelingbroer is gestorven. Er zijn gedegen essays die in de lijn der verwachting van een degelijk Haags tijdschrift liggen, over de schilder-dichter Willem Hussem en smakelijke herinneringen aan de schrijver Willem Bijsterbosch.

Extaze beantwoordt daarmee niet aan het stereotiepe beeld van o o die mooie stad achter de duinen. Het is geen lofzang en het is evenmin een aanklacht zoals popdichter Herman Brand die ooit leverde met ‘den haag den haag wat ben je traag den haag mijn maag’. Er zijn geen typetjes in het nummer te vinden als Jacobse en Van Es of Haagse Harry en hun vele nazaten. En toch is het Haags, misschien juist des te meer.

[…]

Een opvallende bijdrage in Extaze gaat over Captain H. Beefheart, een essay waarvan niet helemaal duidelijk is waarom de helft tussen aanhalingstekens staat, maar dat meeslepend is geschreven. Het is van Rob H. Bekker, die als dichter een jaar of negen uit zicht is verdwenen.

Wat poëzie betreft is het nummer nogal uiteenlopend. Er is de Belgische performer Didi de Paris, met een hilarisch rijmelende en zingende ode aan een ziekenhuisverpleegster. En er zijn twee ingehouden gedichten van Gilles Boeuff: ‘Het was vuur dat je overal rook en water// Water dat niet meer bewoog// Ik proefde as die meekwam met de wind’. De middelste regel uit het citaat staat ook voorop op het omslag van het tijdschrift. Boeuff is een bijzondere dichter die inmiddels een lange adem heeft en al lang een vaste uitgever en breder publiek verdient. Hij debuteerde bij Perdu in 1998 onder de naam Jill Boeuff – er wordt over gespeculeerd dat hij toen nog een zij was – met de klassieke bundel Gedichten. Daarna verscheen een tweede bundel bij Meulenhoff, In het groene licht. Helaas was dat geen bestendiging, maar dat lag niet aan de dichter. Meulenhoff bracht heel veel nieuwe dichters vlak voordat de boel daar in elkaar stortte, wat even aardig leek maar op de langere termijn die dichters alleen maar met een kluitje in het riet stuurde. Boeuff heeft een sober en mooi precies beeldgebruik en is na zijn classicistische debuut minimalistisch, zonder dat zijn gedichten daar stroef door raken.

Hagenaars gaan weg, dat is waar. Hoewel ik er dertig jaar heb gewoond – waarvan tussenpozen in het buitenland – weet ik pas sinds ik er helemaal weg ben mijn werk aan Den Haag te koppelen. Of anders gezegd, Den Haag een plek te geven in dat werk. In Den Haag voelde je je als het goed is als jongere ook helemaal niet Haags. Uiteindelijk ontbeerde de ingekeerde schemercultuur er – Jan Siebelink gebruikte het woord indolent – vooral ambitie en belangrijker: hoop ooit onafhankelijk te worden als schrijver. Wat Den Haag daarboven miste, was een blad dat stelde: dit is goed en dit is niet goed. Iedereen die de amicale en komische schrijver Adriaan Bontebal kende, kon ergens voordragen. Extaze lijkt vooralsnog een antwoord op dat laatste gemis. Het biedt een mengeling van literair-historische gedegenheid en niet meer al te extravagante avant-garde. Of het stand houdt weet ik niet, dat hangt van het doorzettingsvermogen van Cor Gout af in weerwil van de afgunst van diverse Haagse ‘litéraire’ kringen – zoals Herman Brand ooit spottend dichte ‘de tri- en tripscenes die niet deugen’ – waar de middelmaat hoogtij viert. Of lokalisme het antwoord is op het huidige distributieprobleem van het literaire tijdschrift (wel of niet internet, is er nog wel plek voor in de boekhandel) weet ik niet, ik hoop het althans niet.
[…]
Bron: Erik Lindner, De Groene Amsterdammer 06-05-2011, rubriek Tijdschriften