«Er is geen toekomst te bouwen op het verleden dat is opgeslagen in een peperduur gebouw.» – Aart G. Broek

Over ‘Medardo de Marchena Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’ en ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’ in Antilliaans Dagblad, 9 november:

(…)  De Marchena pleit ervoor om eerst eens te laten zien waartoe je zelf in staat bent vóór je anderen om hulp van enigerlei aard vraagt. Het komt mij voor dat hij zich omdraait in zijn graf, wanneer hij weet zou hebben van de bouw van een slavernijmuseum in Amsterdam voor zo’n honderd miljoen euro. Zijn eigen mensen – op de eilanden en in de diaspora – behoeven ondersteuning voor de uitbouw van deugdelijk onderwijs om het lang bestaande emanciperen te versterken. Om heden ten dage zo optimaal mogelijk te kunnen meedraaien in een veeleisende wereld is de beheersing van een fikse reeks basisvaardigheden vereist. Er is geen toekomst te bouwen op het verleden dat is opgeslagen in een peperduur gebouw in de haven van Amsterdam. De Marchena eiste investeringen van de nazaten zélf in hun verdere emancipatie, zoals velen van zijn tijdgenoten en mensen die na hem kwamen verlangden én realiseerden. Te denken valt onder meer aan Willem E. Kroon, Manuel Fray, Moises F. da Costa Gomez, Pierre A. Lauffer, Ernesto Petronia, Ornelio ‘Kees’ Martina, Joceline Clemencia, Elis Juliana, Frank Martinus Arion, Gilbert Wawoe, Etienne Ys, Gibi Bacilio,  Jandino Asporaat en Lucille George-Wout. (…) De idee dat er door ene Rutte een komma werd gezet om eindelijk te kunnen beginnen aan persoonlijke en sociale heling, aan emancipatie en vooruitgang is schaamteloos. Het is een vernedering van inspirerende geesten als De Marchena en van de talloze yu’i tera (landskinderen) die hem voorafgingen en die na hem kwamen. Zij zijn geen verzetshelden, maar heldhaftige emancipators.

Deze beschouwing is tevens opgenomen op ‘Caraïbisch Uitzicht’, 9 november 2024.
Meer over ‘Medardo de Marchena – Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’
Meer over ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’
Lees hier het artikel

Oda Blinder – Curaçao bij nacht. Gedichten

Oda Blinder
Curaçao bij nacht
gedichten
bezorgd door Klaas de Groot
Curaçao / Nederland
gebonden met stofomslag, 82 blz.,
€ 24,50
ISBN 978-94-93368-12-5
NUR 306
eerste druk 2024

Als ineens een bijzondere stem opklinkt, kan de toehoorder niets anders doen dan de oren spitsen. Dat gebeurde dan ook toen Henry Habibe een paar jaar geleden een audio cassette met poëzie afspeelde om de stem te laten horen van Maria Yolanda Corsen (Curaçao 10 november 1918 – 30 juli 1969). Of was het de stem van Oda Blinder? Onder dat pseudoniem publiceerde Corsen immers haar gedichten. Meer dan dertig gedichten las ze voor. Het luisteren was en is een groot genoegen, omdat het voorlezen grotendeels op een natuurlijke manier gebeurt, een declameertoon ontbreekt. Op een typoscript, bij de cassette gevoegd, staat dat de opnames in 1968 van een spoel op cassette zijn gezet. Dat gebeurde dus nog voor haar overlijden. Inmiddels is het gelukt om het geluid te digitaliseren en zo de gedichten eigentijds te laten horen. De stem leeft nog steeds, en de gedichten klinken. Een jaar voor haar dood kwam haar debuutbundel uit (1968): ‘brieven van een curaçaose blinde’ en andere gedichten. In 1973 publiceerde ze de bundel Incognito. In 1981 verscheen Verzamelde stilte, een uitgebreide keuze uit haar werk. De 35 voorgelezen gedichten uit de tijd van haar debuutbundel verschijnen hierbij voor het eerst in druk onder de titel Curaçao bij nacht.

Haar gedichten zag Blinder als simpel, en tegelijkertijd wist ze heel goed waartoe zij dichtte, zoals blijkt uit ‘Een handvol leegten’. Haar gedichten waren ook de neerslag van een strijd. Dat poëtische gevecht zorgde ervoor dat zij als eerste vrouw een belangrijke stem werd binnen de Nederlandstalige Curaçaose literatuur.

Een handvol leegten

geronnen moed
heb ik gevochten,
gezocht een
doelwit voor mijn
stollend bloed;
ik nam in trotse
wanhoop mee
een handvol leegten
als trofee.

Frank Martinus Arion: «‘Voor sommige dichters is elk gedicht dat zij schrijven, een hoogtepunt in hun leven; een hoogtepunt of een dieptepunt; in elk geval zijn de gevoelens, in hun poëzie tot expressie gebracht, óf zwart óf wit; (…). Deze dichters zingen of schreien; ze zijn een bron van lachende vreugde of ze dalen diep in de putten van verdriet. (…); de woorden krijgen óf de kracht van hamerslagen óf zij worden juichende tonen. Tot dit type dichters behoort naar mijn gevoel ook de Antilliaanse dichteres Oda Blinder.»

Curaçao bij nacht, nog aangevuld met het geïllustreerde prozagedicht ‘Wazig landschap’ en enkele in vertaling verschenen gedichten), is samengesteld en bezorgd door Klaas de Groot. Klaas de Groot (Leiden 1942) was in de jaren 80 van de vorige eeuw leraar Nederlands op Curaçao en Aruba. Hij publiceerde bij Uitgeverij In de Knipscheer de bloemlezingen Vaar naar de vuurtoren en Grenzenloos  en bezorgde voor deze uitgeverij samen met Aart G. Broek poëzie-uitgaven van Aletta Beaujon en Boeli van Leeuwen. Ook stelde hij  Because en andere gedichten van Carla van Leeuwen samen. Daarnaast schrijft hij regelmatig over met name Caraïbische literatuur in tijdschriften en op Caraïbisch Uitzicht.

Meer over Oda Blinder op deze site
Meer over Klaas de Groot bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Frank Martinus Arion op deze site
Meer over Henry Habibe op deze site

De voorjaarscolleges van prof. dr Michiel van Kempen over de literatuur van Suriname, de Nederlands-Caraïbische eilanden en Indië

De colleges Caraïbische letteren worden vanaf 9 februari tot en met 24 mei 2024 gegeven telkens op een  vrijdag van 15.00 tot 18.00 uur in zaal 4.40 van het P.C. Hoofthuis, Spuistraat 138  in Amsterdam. Voor volgers van Uitgeverij In de Knipscheer zijn enkele colleges van bijzonder belang: op vrijdag  16 februari 2024 over Medardo de Marchena – Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao (in aanwezigheid van bezorger dr Aart G. Broek);  op vrijdag 15 maart 2024 over Boeli van Leeuwen – Wie denk je dat ik ben? (gastcollege door redacteur Klaas de Groot); op vrijdag 19 april 2024 over  Edgar Cairo – Kollektieve schuld (gastcollege door Thalia Ostendorf MA). Wie graag de reeks of enkele colleges bijwoont kan zich per mail aanmelden: M.H.G.vanKempen@uva.nl . Het vooraf gelezen hebben van de te behandelen tekst is voorwaarde om het college te kunnen bijwonen. Auteurs aan wie de overige colleges worden gewijd zijn: Roline Redmond, Cola Debrot, J. van de Walle, Frank Martinus Arion, Ellen Ombre, Anil Ramdas, F. Springer en Chris Polanen m.m.v. onder anderen dr Karin Amatmoekrim, Mineke de Vries, dr Gábor Pusztai, prof.dr  Bert Paasman,

Klik hier voor het college-overzicht
Meer over Medardo de Marchena op deze site
Meer over Boeli van Leeuwen op deze site
Meer over Edgar Cairo op deze site

«Heling kan beginnen, lijkt Heloise te zeggen. Dat klinkt therapeutisch, maar ze maakt er een soort oerkracht van, in beweging met de wind, de zon en de zee van Curaçao.» – Martijn Nicolaas

Over ‘Blauwe tomaten’ van Elodie Heloise op Tzum, 13 februari 2024:

(…) Elodie Heloise past met haar geëngageerde romandebuut goed in deze nieuwe generatie Caribische auteurs. En met een proloog die herinnert aan Tip Maruggs klassieker ‘De morgen loeit weer aan’, plaatst ze zich ook mooi in de traditie. (…) ‘Blauwe tomaten’ schetst geen vrolijk beeld van Curaçao. Een grote rol in het verhaal speelt een opvanghuis voor zwervers en alcoholverslaafde mannen, ‘alle hopeloos losgeslagen en dolende zielen’ die in Willemstad rondhangen en last veroorzaken. (…) Dominique is journalist en ook zij bracht haar vroege jeugd door op het eiland maar remigreerde naar Nederland met haar moeder toen ze acht jaar was. Een vlucht was dat: haar vader mishandelde haar moeder. Nooit spraken ze daarover. Het eiland van haar jeugd begint echter herinneringen los te breken waar Dominique steeds moeilijker weerstand aan kan bieden. (…) Ondanks dat Dominique duidelijk het centrale personage is, bouwt Heloise haar verhaal op vanuit meerdere perspectieven. (…) Waar in het begin van de roman de personages nog sterk in zichzelf gekeerd zijn, kent de loop van het verhaal een patroon van steeds meer openheid en eerlijkheid. Waar mensen hun relaties verdiepen, door open te zijn naar elkaar en hun gedeelde verleden, kan heling beginnen, lijkt Heloise te zeggen. Dat klinkt therapeutisch, maar Heloise maakt er een soort oerkracht van, in beweging met de wind, de zon en de zee van Curaçao. (…) ‘Blauwe tomaten’ is een warm-menselijke roman die gezicht geeft aan de ketting van misbruik waar Curaçaose families in gevangen kunnen zitten. Het beeld van de blauwe tomaten als de afdruk van huiselijk geweld die slechts langzaam vervaagt, is tegelijkertijd wrang en hoopvol. Want wat vervaagt, zal uiteindelijk verdwijnen.

Lees a href=”https://www.tzum.info/2024/02/recensie-elodie-heloise-blauwe-tomaten/”>hier de recensie ‘De afdruk van huiselijk geweld’
Meer over ‘Blauwe tomaten’
Meer over Elodie Heloise bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ik had het voorrecht om drie Curaçaose schrijvers persoonlijk te kennen, namelijk Pierre Lauffer, Chal Corsen en Boeli van Leeuwen.» – Walter Palm

Over ‘De vele gezichten van mijn pen’ door Walter Palm in Antilliaans Dagblad, 8 januari 2024:

(…) Inmiddels is mijn manuscript gepubliceerd met als titel ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…) De titel verwijst naar de vele gezichten van mijn schrijverschap: dichter, verhalenschrijver, essayist en recensent. Dit boek bevat gedichten, verhalen, essays en recensies plus literaire memoires. Laat ik daarmee beginnen. Ik had het voorrecht om drie Curaçaose schrijvers persoonlijk te kennen, namelijk Pierre Lauffer, Chal Corsen en Boeli van Leeuwen. (…) Mijn gedichten besprak ik ook met Boeli van Leeuwen. We spraken op een heel bijzondere plek af namelijk het kantoor van het Bestuurscollege van Curaçao. Boeli van Leeuwen was in de jaren zeventig een hoge ambtenaar bij het Bestuurscollege van Curaçao en ik had in zijn werkkamer stapels ambtelijke stukken verwacht die lagen te wachten op zijn machtige paraaf, maar niets van dat alles. Er lag een vuistdik boek van de katholieke theoloog Schillebeeckx op zijn bureau. Hij ging uitvoerig in op de theologische opvattingen van deze Nijmeegse theoloog, en ik stelde de theologische opvattingen van mijn moeder daar tegenover. Volgens mijn moeder had God zijn of haar enige zoon naar de mensen gestuurd om ze te leren hoe ze moesten leven, maar in plaats daarvan hebben de mensen de zoon gekruisigd. Volgens mijn moeder wou God toen niets meer weten van de mensheid. Een totaal afwezige God. Ik ben maar niet ingegaan op de theologische opvatting van mijn vader want die was een aanhanger van de Aristotelische Thomas van Aquino. (…) Was Chal Corsen onder de indruk van de beeldenrijkdom van mijn gedichten, Boeli was gecharmeerd van de muzikaliteit van mijn gedichten, wat hij niet vreemd vond want ik kom uit een muziekfamilie. Boeli van Leeuwen kwam weer ter sprake bij de toneelbewerking door John Leerdam van Boeli’s bestseller ‘Geniale Anarchie’. Dit boek gaat over de ervaring van Boeli met Curaçaose politici. Op verzoek van de regisseur heb ik voor deze toneelbewerking het gedicht Demagogen geschreven dat ook opgenomen is in ‘De vele gezichten van mijn pen’. (…)

Lees hier en hier
Meer over deze Inleiding bij Dutch Caribbean Bookclub
Meer over ‘De vele gezichten van mijn pen’
Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer

Jeroen Heuvel  – Op weg naar authenticiteit. Essays

Jeroen Heuvel
Op weg naar authenticiteit
Een liber amicorum in twee delen voor Jeroen Heuvel
samengesteld door Peter de Rijk en Scott Rollins
Curaçao, Nederland
omslagillustratie Jeroen Heuvel
gebrocheerd in omslag met flappen, 352 blz.,
+ fotokatern 8 blz.,
€ 24,50
eerste druk december 2023, januari 2024
ISBN 978-94-93214-34-7

Op weg naar authenticiteit is een liber amicorum in twee delen voor Jeroen Heuvel. Het aanvankelijke idee om een standaard liber amicorum voor hem te maken, lieten de samenstellers Scott Rollins en Peter de Rijk varen. Zij wilden hem zelf ook aan het woord laten met een omvangrijke selectie uit de honderden stukken die hij in de loop van pakweg de laatste kwart eeuw in verschillende Antilliaanse periodieken heeft gepubliceerd.

Geboren (uit Nederlandse ouders) en getogen op Curaçao is Jeroen Heuvel Curaçaoënaar in hart en nieren. Dit perspectief levert een scherpzinnige kijk op de recente ontwikkelingen van zijn geboorteland en hoe het zich verhoudt tot Nederland. Met zijn beheersing van het Nederlands en Papiamentu is hij de ideale vertaler van zijn cultuur. Naast beschouwingen over aspecten van de cultuur, taal, literatuur en geschiedenis van zijn geboorte-eiland Curaçao, zijn er een paar vertalingen en enkele prachtige sfeerverhalen van zijn hand opgenomen. Nog steeds levert Jeroen Heuvel regelmatig bijdragen aan het Antilliaans Dagblad. Ook heeft hij in het Papiaments en Nederlands gepubliceerd in het meertalig Curaçaose sociaal-culturele tijdschrift Kristòf. Zijn eerste journalistieke bijdragen die meermaals toneel (en soms lokale politiek) belichten, komen uit het dagblad Amigoe. Een flink aantal artikelen, veelal uit het Antilliaans Dagblad, is digitaal te lezen op de onvolprezen blogspot Caraïbisch Uitzicht van de Werkgroep Caraïbische Letteren.

In het eerste deel introduceert Jeroen Heuvel zichzelf door over (het werk van) anderen te schrijven, zoals Frank Martinus Arion, Barche Baromeo, Lucille Berry Haseth, Krijn de Best, Paul Brenneker, Maryse Condé, Rudolf Crispulo, Luis Daal, Colá Debrot, Ronald Donk, Nydia Ecury, Henk Egbers, Radna Fabias, Carel de Haseth, Rihana Jumalidin, Jan de Heer, Bernadette Heiligers, Pim Heuvel, Dorie Heuvel-Meijer, Ita Heuvel-Nicolas, Anton Koolhaas, Michiel van Kempen, Pierre Lauffer, Diana Lebacs, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg, Ralf Mohren, Jules de Palm, Walter Palm, Rudi Plaate, Miguel Pourier, Scott Rollins, Lionel Romney, Jan-Willem Roozenboom, Wim Rutgers, Alfred Schaffer, Edsel Samson, Shrinivási, Tula, Erich Zielinski. In deel twee schrijven vrienden, familie en collega’s over Jeroen Heuvel: Elodie Heloise, Ita Heuvel-Nicolas, Michiel van Kempen, Brede Kristensen, Wim Rutgers, Clay Toppenberg, Lex Veerkamp.

Jeroen Heuvel (1957) werd geboren op Curaçao. Hij studeerde tot 1981 aan het Hoger Instituut voor Dramatische Kunsten, Studio Herman Teirlinck te Antwerpen. Hij kreeg zijn eerste rol in toneelstuk Naamloos… Naamloos, van Edsel Samson en speelde voorts diverse solovoorstellingen zoals Zwarte Pelgrim en Mijn Zuster de Negerin. Jeroen Heuvel baseerde toneelvoorstellingen op boeken van onder meer Derek Walcott, Maryse Condé, Tip Marugg en Boeli van Leeuwen en heeft bijgedragen aan tientallen theaterproducties in Nederland en op Curaçao. Hij ontpopt zich als storyteller van voornamelijk Caraïbische verhalen, vertaler en recensent. Daarnaast is hij tot aan zijn pensioen leraar Papiaments en literatuur. In zijn vrije tijd is hij al enkele decennia belangeloos belangenbehartiger van Uitgeverij In de Knipscheer, beheert voor de uitgeverij een boekendepot op Curaçao en vertegenwoordigt hij aldaar de uitgeverij op tal van lokale boekpresentaties.

Meer over Jeroen Heuvel bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hoe een Venezolaanse rebel het Koninkrijk der Nederlanden vernederde.»

Eric de Brabander over ‘Urbina’ in Sociëteit Tweede Uitleg, 1 oktober 2023:

Op zondagmiddag 1 oktober 2023 was de Curaçaose schrijver Eric de Brabander in het kader van de lezingencyclus Tweede Uitleg 2023 spreker in de sociëteit van de stichting in de Nieuwe Looiersstraat 29, 1017 VA Amsterdam. Voor de pauze kwam zijn binnenkort te verschijnen roman ‘Urbina’ uitgebreid ter sprake. Curaçao 8 juni 1929: De Venezolaanse revolutionair Rafael Simón Urbina (1897-1950) zaait dood en verderf bij zijn overval op het Waterfort op Curaçao, waarmee hij zijn strijd tegen dictator Juan Vincente Gómez in zijn thuisland wil bekostigen. Hij gijzelt de Nederlandse gouverneur, plaatsvervanger van de koningin, en ontvoerde de arme man naar Venezuela. De buit – wapens en geld – valt echter tegen. Met zijn manschappen eenmaal terug op Venezolaanse bodem, loopt ook déze couppoging op een mislukking uit. Eric de Brabander deed onderzoek naar het historische verhaal en schreef er een roman over die eind dit jaar zal uitkomen. Na de pauze belichtte Eric de Brabander een viertal grote auteurs  van de Antilliaanse literatuur: Cola Debrot, Tip Marugg, Boeli van Leeuwen en Frank Martinus Arion.
Meer  over ‘Urbina’
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een Curaçaose potpourri.» – Ko van Geemert

VoorplatPalmGezichten-75Over ‘De vele gezichten van mijn pen’ van Walter Palm in Argus, 16 augustus 2023:

Walter Palm werd in 1951 op Curaçao geboren. Op dit eiland is de familienaam Palm zo ongeveer synoniem aan muziek. Het lag dus voor de hand dat ook Walter Palm, kleinzoon van de vermaarde componist Jacobo Palm (1887-1982), in de muziek terecht zou komen. Maar de jonge Walter koos voor de literatuur, in het bijzonder: poëzie. Er zit echter ook zeker muziek in zijn poëzie, wat vooral valt te horen als hij zijn gedichten zelf, op melodieuze wijze, voordraagt. Walter Palm schrijft ook proza. Zo herinner ik me het verhaal ‘Curaçao steekt de oceaan over’ (1997), waarin hij als gedachtenexperiment zijn geboorte-eiland naar de Nederlandse kust versleept. Als de winter aanbreekt, ontstaan er problemen. (…)  Onlangs verscheen De vele gezichten van mijn pen, waarin Walter Palm reflecteert op eigen werk en van alles en nog wat samenbrengt: autobiografische schetsen, verhalen over Curaçaose kunstenaars die in zijn jeugd bij hem in de buurt woonden, een overzicht van zijn dichtbundels voorzien van achtergrondinformatie, een verslag van ‘twee memorabele avonden met Salman Rushdie’, twintig gedichten en drie korte verhalen waaronder het eerder genoemde ‘Curaçao steekt de oceaan over’, vijf recensies en twee beschouwingen over Dubbelspel van Frank Martinus Arion en Mijn zuster de negerin van Cola Debrot, door Palm consequent gespeld als Mijn zuster de n******. (…) In De vele gezichten van mijn pen staat Walter Palm onder meer stil bij zijn essay Het sluipend gif van islamofobie, 1989-2019, ‘een felle aanklacht tegen toxische islamofobie, een vurige verdediging van de Grondwet en een woedende uitval naar partijen die de Grondwet aan hun laars lappen, sterker nog als voetveeg gebruiken.’ (…)

Lees hier de recensie

Meer over ‘De vele gezichten van mijn pen’
Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Boeiende vertelstructuur in Antilliaanse literaire traditie.» – Wim Rutgers

VoorplatBlauweTomaten-75Over ‘Blauwe tomaten’ van Elodie Heloise in Antilliaans Dagblad, 8 juli 2023:
In de eerste helft van ‘Blauwe tomaten’ blijken mensen slachtoffer van het verleden, maar de tweede helft opent nieuwe perspectieven voor de toekomst, waar luide echo’s tot stilzwijgen gebracht worden. Was het eerste deel een toneel van strijd, het tweede deel bevat verzoening. Erkenning leidt tot heling. Familiaal geweld tussen ouders onderling en naar kinderen toe met alle ellende als gevolg, verbreden zich in het tweede deel van de roman naar sociale dimensies met scherpe tegenstellingen. (…) ‘Blauwe tomaten’ wordt verteld met felle contrasten, waarbij de personages bepaalde specifieke kenmerken vertegenwoordigen tussen negatief en positief, tussen schurken en helden, fout en goed, arm en rijk, lust tot macht en streven naar recht, woede en berouw, dader en slachtoffer. Zo worden potentiële karakters in feite gereduceerd tot typen met gepersonifieerde kenmerken. Zo staat de priester met zijn seksuele misbruik tegenover de nagenoeg heilige pastoor Bree. Zo verzinkt jurist Dimitri door tegenslagen tot een mensonterend choller-schap, waarvan hij echter ‘geneest’ als hij een taak opvat als verdediger van de rechtvaardige zaak ten bate van Kuida Próhimo. Zo komt Hannah ertoe het eiland nog een keer te bezoeken en verzoening te bewerkstelligen met haar dochter Dominique. (…) De ballast van het verleden dat de personages meedragen wordt geheeld. (…) De roman kent een boeiend en de lezer geboeid houdende caleidoscopische vertelstructuur in negen delen met elk een aantal korte hoofdstukken, waarin wisselende vertelperspectieven vanuit de verschillende personages geconcentreerd lezen vragen. Cursieve fragmenten geven achtergrondinformatie over verleden en gevoelsreacties over het heden, vanuit de diverse personages in de vorm van innerlijke gedachtestromen als monologue intérieur. Dat brengt me ten slotte tot een laatste vorm van echo’s, de impliciete invloed die hier en daar in het verhaal aanwezig is door de stemmen van onze literaire traditie. Dat zijn in het begin de echo’s van de oude passantenromans met hun beschrijvingen van aankomst, het grimmige welkom van de autoriteiten, de warmte en het wennen aan zo veel familie om je heen, maar ook zwakke echo’s van Joseph Hart en diens roman ‘De Wooncirkel’ waarin vergelijkbare problematiek als die rond Kuida Próhimo kritisch besproken wordt. Het naar een positief einde toe geschreven verhaal echoot eveneens als kenmerkend voor de Caribische literatuur, zoals Frank Martinus Arion die zag. Te midden van al die stemmen weet Elodie Heloise met ‘Blauwe tomaten’ haar eigen positie te verwerven door haar empathie en inlevende wijze van schrijven, die een lange echo voorwaarts verdient.
Lees hier of hier de recensie
Kijk hier naar de presentatie vanaf 1:23:00 op de tijdlijn
Meer over ‘Blauwe tomaten’
Meer over Elodie Heloise bij Uitgeverij In de Knipscheer

101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu

BruinjaOnlangs verscheen bij Uitgeverij Querido de door Tsead Bruinja samengestelde bloemlezing ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’. Tsead Bruinja in het Nawoord: «Het leek mij bij de selectie goed te kijken naar het hele koninkrijk, zodat ook de poëtische stemmen uit de Antillen, Suriname en Indonesië mee mochten spreken. Het boek moet een gesprek opeen over wat we onder ‘Nederlandse poëzie’ verstaan. Het liefst zou ik zien dat er nooit meer een bloemlezing verschijnt met louter Nederlandse poëzie.» Dichters die ook bij Uitgeverij In de Knipscheer publiceerden komen daarin ruim aan bod: Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Aletta Beaujon, Edgar Cairo, Cándani (Saya Yasmine Amores), R. Dobru, Nydia Ecury, Aly Freije, Jelle Kspersma, John Leefmans, Tip Marugg, Djordje Matic, Raj Mohan, Jit Narain, Munye Oduber-Winklaar, Astrid H. Roemer, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Michaël Slory, Trefossa.
Meer over ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’
Meer bloemlezingen bij Uitgeverij In de Knipscheer met poëzie van Caraïbische dichters: ‘Grenzenloos’, ‘Vaar naar de vuurtoren’, ‘De navelstreng van mijn taal’ en ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta