Cindy Kerseborn 1956-2019

Cindy Kerseborn3 foto links Raj Mohan, rechts Ruth San A Jong

In de aanloop naar onze Caraïbische boekpresentatie ‘Welkom in het Kleurrijk’ op 8 september jl. in Theater Podium Mozaïek plaatsten we als aankondiging een Facebookbericht met het verzoek het te delen. Sinds jaar en dag was Cindy Kerseborn een van de trouwste ‘delers’ van onze berichten over activiteiten met betrekking tot Suriname en de Antillen. Dit keer ontbrak ze op het lijstje ‘facebookbericht gedeeld door’, maar Cindy trok wel vaker en graag de wijde wereld in: New York, Suriname, Curaçao. Nu realiseer ik me dat ze afwezig was en te druk met de voorbereiding van een veel verdere reis. Op 17 september 2019 overleed ze.

Het was 2007 toen ze direct contact zocht met de uitgeverij. De uitgeverij was bezig met de productie van een niet eerder gepubliceerd manuscript van de in 2000 overleden Edgar Cairo van wie In de Knipscheer voor het laatste in 1985 een nieuwe titel had uitgegeven. Het ging in 2007 om ‘De smaak van Sranan Libre’, een korte troost- en verzetsroman die Cairo 25 jaar daarvoor schreef in december 1982, in de ‘rouwweek’ na het bloedbad van Paramaribo en ter herdenking van dit ‘jubileum’ op 8 december 2007 het licht zou zien. Cindy kwam die zomer van 2007 langs om te vertellen over haar plan een documentaire te maken over Edgar Cairo. Nu weet ik als uitgever als geen ander hoe moeilijk, zeg maar onmogelijk, het is de nagedachtenis aan en geschreven erfenis van een overleden auteur levend en leesbaar te houden voor ook nieuwe generaties van lezers. Wat met de late publicatie van ‘De smaak van Sranan Libre’ niet lukte, nl. een jongere doelgroep bereiken, lukte Cindy Kerseborn wel met haar documentaire ‘Edgar Cairo: Ik ga dood om jullie hoofd’ uit 2010: zij wist eigentijdse rappers en spoken word-artiesten te interesseren voor de ‘straattaal’ van Edgar en ook voor zijn grote talent als performer.

In 2013 maakte ze de documentaire over de Antilliaanse schrijver van Curaçao Frank Martinus Arion. Maar het bijzondere talent van Cindy Kerseborn zou nog een keer tot uiting komen in de documentaire ‘Astrid H. Roemer: De wereld heeft gezicht verloren’ die in 2015 uitkwam. Astrid Roemer beleefde haar hoogtijdagen als auteur in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, leidde toen al bijna twee decennia een stil leven buiten de publiciteit in diverse buitenlanden en raakte zo letterlijk uit zicht bij jongere lezers. Voor mij leidt het geen twijfel dat deze film de beslissende impuls was het oeuvre van Roemer in 2016 te bekronen met de P.C. Hooftprijs.

Cindy, bedankt dat je deze auteurs een langer leven hebt gegeven.

franc knipscheer

Hilda de Windt Ayoubi – Geef me je taal. Dat ik je beter versta. Gedichten

Opmaak 1Hilda de Windt Ayoubi
Geef me je taal. Dat ik je beter versta
Duna mi bo idioma. Pa mi por komprondé bo mihó

gedichten
Curaçao
gebrocheerd in omslag met flappen, 238 blz.,
€ 22,00
eerste uitgave 2019
ISBN 978-90-6265-781 0

Taal is alles voor Hilda de Windt Ayoubi. Als kind van Libanese ouders groeide ze op te Curaçao. Desalniettemin noemt ze zichzelf ‘analfabeet in het Libanees’. Met name ‘minderheidstalen’ zoals het Papiamentu draagt ze een warm hart toe. Haar interesse voor tweetaligheid, meertaligheid, codewisseling, taalcontact, mediataal, en de sociale en emotionele implicaties van het behoud of verlies van moedertalen, vormde de basis voor deze indrukwekkende, deels tweetalige dichtbundel. Geef me je taal. Dat ik je beter versta is een ode aan taal en aan hen die zich daarvoor inzetten. In het bijzonder de twee linguïsten die veel betekenden voor het Papiamentu: Frank Martinus Arion en, tevens voor andere inheemse talen, Pieter Muysken. Arion die de eerste school met Papiamentu als instructietaal heeft opgericht, Muysken die vele inheemse talen van Zuid-Amerika voor de ondergang behoedde, door ze te onderzoeken en te registreren.

De bundel bestaat uit drie onderdelen: ‘Taal staat nooit stil’, waar in gedichten het belang van taal en het behoud van met name de kleine talen wordt behandeld; ‘Wond en balsem’, het deel dat ingaat op Arions leven, zijn poëzie en zijn roman Dubbelspel, Muyskens conserveren van talloze Indiaanse, Zuid-Afrikaanse en Creoolse talen van Suriname en zijn bijdrage aan het Papiamentu van de Benedenwindse Eilanden, en ‘Papiamentu voor altijd’, het haast vanzelfsprekende sluitstuk van deze bundel in tweetalige gedichten: Duna mi bo idioma. Pa mi por komprondé bo mihó.

Het boek bevat ook een bibliografie en een omvangrijk deel met notities. ‘Een taal is niet dood, een taal leeft, groeit, neemt over van andere talen, leent aan andere talen. Hoewel elke taal regels heeft, kan niets dit natuurlijk proces stoppen’, leerde Hilda de Windt Ayoubi van Arion en Muysken. Dat ze hun wijze woorden ten harte heeft genomen blijkt uit deze imposante dichtbundel: Degene die de taal en cultuur der minderheden helpt conserveren helpt tevens bij de herleving van de wereldvrede.

Hilda de Windt Ayoubi (Curaçao, 1951) hield zich haar hele leven bezig met Taal. Ze was 30 jaar lang leraar Spaanse Taal aan de middelbare school en acht jaar docent Communicatie en Pedagogiek op de Universiteit van Curaçao. Op Curaçao is zij bekend om haar jarenlange publicaties van gedichten in vier talen in de krant Amigoe en om haar vertaling E Profeta in het Papiamentu van het wereldbekende boek The Prophet van de Libanees-Amerikaanse schrijver Kahlil Gibran. Ze kreeg er in 2015 de Award van de George and Lisa Zakhem Kahlil Gibran-leerstoel aan de Universiteit van Maryland voor: ‘The most outstanding achievement of the last ten years.’ In 2018 verscheen haar eerste dichtbundel Gedicht, een selectie van haar Nederlandse gedichten, geïllustreerd met eigen schilderijen. Ook publiceerde ze korte verhalen. Als beeldend kunstenaar nam ze met haar schilderijen deel aan vier groepsexposities. In 2019, het internationale Jaar van de Inheemse Talen, ontving Hilda de Windt Ayoubi als erkenning voor haar inzet voor de Papiamentse taal op 21 februari (Internationale Moedertaaldag ) de Unesco Certificate of Merits.
Meer over Hilda de Windt Ayoubi

«Mooi zijn de stukken over de geschiedenis en literatuur van de Antillen.» – André Oyen

VoorplatSchaamrood75Over ‘Schaamrood’ van Aart G. Broek op Ansiel, 13 februari 2018:
(…) In ‘De terreur van de schaamte’, gaf Broek al aan dat allerlei uitingen van agressie terug te voeren vallen op gevoelens van vernedering, krenking en schaamte. (…) In ‘Schaamrood’ werkt hij dezelfde these nog eens uit in een waaier aan thema’s. De brede interesse van de auteur komt de variëteit daarbij ten goede: nu eens gaat het over de beweegredenen van jihadgangers, dan weer over falende megaprojecten, om het vervolgens over Antilliaans verzet tegen Nederlandse koloniale arrogantie te hebben. (…) Mooi zijn de stukken waarin Broek verhaalt over zijn eerste liefde, de geschiedenis en literatuur van de Antillen. Het is een hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis dat bij vele Nederlanders nauwelijks bekend is. Ja, dat Frank Martinus Arion de auteur is van ‘Dubbelspel’, dat hebben sommigen van ons op de middelbare school nog wel geleerd. Maar over literatuur in het Papiamento is weinig geweten. (…)
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Schaamrood’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Lezenswaardige en vlot geschreven bundel.»

VoorplatSchaamrood75Over ‘Schaamrood. Aantekeningen over angst, agressie en ambitie’ van Aart G. Broek op Sargasso, 27 november 2017:
(…) In ‘Schaamrood’ werkt Aart G. Broek de these in zijn eerder verschenen essaybundel ‘De terreur van de schaamte’ [dat allerlei uitingen van agressie terug te voeren vallen op gevoelens van vernedering, krenking en schaamte] nog eens uit in een waaier aan thema’s. De brede interesse van de auteur komt de variëteit daarbij ten goede: nu eens gaat het over de beweegredenen van jihadgangers, dan weer over falende megaprojecten, om het vervolgens over verzet tegen Nederlandse koloniale arrogantie te hebben. (…) De lezer hoeft zich dan ook nergens te vervelen. (…) Broek is op z’n sterkst wanneer hij verhaalt over zijn eerste liefde, de geschiedenis en literatuur van de Antillen. Het is een hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis dat bij vele Nederlanders nauwelijks bekend is. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Schaamrood’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het mooiste blijft hoe dit gedicht met klanken en ritme de transitie (…) tastbaar maakt.» – Jeroen van den Heuvel

Over het gedicht ‘Ochtend’ uit ‘De schoonheid van blauw / The Beauty of Blue’ van Aletta Beaujon op Ooteoote.nl, 25 september 2017:
Er zijn gedichten waarbij je het gevoel krijgt: “het klopt”, nog voordat je hebt nagedacht over wat het zou kunnen betekenen. De klanken rijgen de woorden en versregels aan elkaar. De meeste van de klanken doen onnadrukkelijk hun werk. (…) Hoe je er ook tegenaan kijkt, voor mij blijft het mooiste hoe dit gedicht met klanken en ritme de transitie die zich aan het begin van een nieuwe dag voltrekt weet vorm te geven. Nee, sterker: tastbaar maakt.
Lees hier het gedicht en ‘het verslag van een close reading’
Meer over ‘De schoonheid van blauw’

Aart G. Broek – Schaamrood. Essay

VoorplatSchaamrood75Aart G. Broek
Schaamrood
Aantekeningen over angst, agressie en ambitie

Essay
Gebrocheerd met flappen, 164 blz.
€ 18,50
Eerste druk 2017
ISBN 978-90-6265-972-2
Presentatie september 2017

‘Schaamrood’ is een noodzakelijke en welkome aanvulling op ‘De terreur van schaamte’ en ‘Dwarsliggers’, waardoor een intrigerende trilogie is ontstaan. Met deze aantekeningen doorzoekt de sociaal wetenschapper Aart G. Broek opnieuw de reikwijdte van schaamte: het pijnlijke gevoel dat we krijgen wanneer we worden vernederd en dreigen opnieuw te worden vernederd. Dat kweekt angst en agressie én soms juist ambities. Het vorsen en wroeten vinden plaats aan beide zijden van het Koninkrijk der Nederlanden. Wrokkende jihadspijtoptanten, bestuurlijk gajes bij geprivatiseerde overheidsbedrijven en de gure kritiek op Zwarte Piet voegen zich bij de revolte van mei ’69 op Curaçao, het politieke denken van Frank Martinus Arion, de vileine afstraffing van Medardo de Marchena op Bonaire en de carnavaleske sinterklaasviering op een zonovergoten eiland in de Caribische Zee.

De zoektocht van Broek levert beschouwingen op, waarin soms uitgesproken controversiële zienswijzen worden verdedigd en gevoeligheden schaamteloos worden benoemd. Zwarte Piet symboliseert verdraagzaamheid waar dreadlocks de dictatuur verheerlijken. Jihadspijtoptanten zijn als het lontje van een kruitvat, waar we een lucifer bij houden. Voorkom klokkenluiden, word een dwarsligger. Rolmodellen voeden agressie. Dekoloniseren is geen roulette; het Koninkrijk der Nederlanden kent vier landen: dat moet er dan ook één worden. Hoogtijd voor moslims om de hand in eigen boezem te steken. Tot zondebok bestempelen snoert de mond, internering is wel zo effectief. De herdenking van slavernij voedt racisme en vereist verschuiving naar groter verband. Schaamteloos besturen verdient zonder meer de voorkeur. Door succes zal wraak zoet blijken.

Aart G. Broek specialiseerde zich in communicatiewetenschap, (historische) sociologie en, meer recentelijk, criminologie. Hij promoveerde op een onderzoek naar de propagandapraktijk van de rooms-katholieke missie op de Benedenwindse Antillen. Hij woonde twintig jaar op Curaçao, werkte er als docent, projectuitvoerder en interim-manager. Sinds zijn terugkomst in Nederland ontwikkelde hij zich tot organisatie- en beleidsadviseur inzake conflict-, agressie- en veiligheids¬vraagstukken. Broek publiceerde onder meer ‘Het zilt van de passaten; Essays over Caribische cultuur’ (2000), ‘De kleur van mijn eiland; Ideologie en schrijven in het Papiaments sinds 1863’ (2006), ‘De terreur van schaamte; Brandstof voor agressie’ (2007), ‘Geboeid door macht en onmacht; De geschiedenis van de politie op de Nederlands-Caribische eilanden’(2011) en ‘Dwarsliggers; Tegenspraak onder schaamteloos leiderschap’ (2013).

Meer over Aart G. Broek op de site

Bruna en de boeken van Eric de Brabander.

BrunaEric2-10-15Over de romans van Eric de Brabander in Bruna Curaçao, 4 juni 2017:
Winkelketen Bruna heeft ook een ‘filiaal’ op Curaçao, vooral gericht op de toerist uit Nederland. Het is bijzonder te merken dat die Nederlanders in de Curaçaose context gemakkelijker een Nederlandse roman willen lezen van een Curaçaoënaar dan zij dat zouden doen in Nederland. Natuurlijk, de romans van de grote drie van de Curaçaose literatuur, Frank Martinus Arion, Tip Marugg en Boeli van Leeuwen en in wat mindere mate ook van Erich Zielinski (allen overleden) vinden of hebben hun weg ook wel naar de Nederlandse lezer in Nederland gevonden, maar hun opvolgers, zoals Eric de Brabander, zijn nog bezig hun vaste plek in de Nederlandse boekhandel te veroveren. De ons gemailde foto laat zien hoe prominent de in Nederland minder bekende Nederlandse literatuur op Curaçao kan zijn. In de display ziet u op de plekken 1 t/m 4 achtereenvolgens de volgende romans van Eric de Brabander: ‘Het dilemma van Otto Warburg’, ‘De supermarkt van Vieira’, ‘Hot Brazilian Wax’, ‘Het hiernamaals van Dona Lisa’. Op een gedeelde 5de rij ‘Dubbelspel’ van Frank Martinus Arion en ‘De koloniale speeltuin’ van Miriam Sluis.
Klik hier voor grotere afbeelding
Meer over ‘Het dilemma van Otto Warburg’
Meer over ‘De supermarkt van Vieira’
Meer over ‘Hot Brazilian Wax’
Meer over ‘Het hiernamaals van Dona Lisa’

«Ik ga, na al die jaren, álles van Van Leeuwen lezen.» – Chrétien Breukers

BoelivanLeeuwen8‘Van boek naar boek: Boeli van Leeuwen’ op Weblog van Chrétien Breukers, 3 mei 2017:
Ik herinner mij een gesprek met Jos Knipscheer. Eind jaren tachtig (van de vorige eeuw). Het ging over de romans van Tip Marugg en Boeli van Leeuwen. Volgens mij was Marugg net genomineerd voor een grote prijs. Dat vond Jos Knipscheer weliswaar terecht, maar toch beviel het hem niet dat Van Leeuwen niet genomineerd was. (…) Drie boeken las ik van Boeli van Leeuwen: Schilden van leem, De rots der struikeling en De eerste Adam. Jaren had ik niet aan hem, of aan zijn werk gedacht, tot gisteren. (…) Ik bekeek het slotstuk van de trilogie: De indiaan baarde een neger ( hier is een en ander terug te zien ) en haalde de boeken van Van Leeuwen tevoorschijn. Ik hoorde de stem van Knipscheer weer mopperen. (…) Gisteravond herlas ik Schilden van leem bijna helemaal. In één ademtocht, desgewenst. Ik ga, na al die jaren, alles van Van Leeuwen lezen. Het is zo ver. Lezen is iets vreemds: je springt van boek naar boek, zonder plan of systeem, en hoe je precies bij schrijvers terechtkomt, of om welke reden: het blijft een raadsel.
Lees hier het betreffende blog
Meer van Chrétien Breukers op deze site
Meer over Boeli van Leeuwen op deze site

«Het carnaval van Ricardo Bonifacio.» – Ko van Geemert

Opmaak 1Interview met Chesley Rach over ‘De terugkeer van Ricardo Bonifacio’ in Ñapa Literatuur (Amigoe), 11 maart 2017:
En dan verscheen een paar maanden geleden uit het niets een roman. ‘Ik teken en schilder eigenlijk al veel langer dan dat ik schrijf, maar dat schilderen heb ik lang niet meer gedaan. Het schilderij dat op het omslag van het boek staat, dateert uit 1994. Ik begon rond die tijd met een drietal verhalen over uiteenlopende onderwerpen, maar het verhaal over Ricardo Bonifacio boeide mij het meest. Daar ben ik mee doorgegaan. Het was een figuur die ik bedacht had, een jongen die in een wijk op Curaçao opgroeit en allemaal avonturen beleeft, om mijn kinderen verhaaltjes te vertellen voor het slapen gaan toen ze nog klein waren. Mijn oudste dochter merkte als tiener een keer op dat ze benieuwd was hoe het de kinderen uit de verhalen vergaan was. Toen was het zaadje geplant.’
Lees hier het interview
Meer over ‘De terugkeer van Ricardo Bonifacio’

«Een belangrijk thema in het boek is magie.» – Ko van Geemert

Opmaak 1Over ‘Duizend leugens bruidstaart’ van Diana Lebacs in Ñapa Literatuur (Amigoe), zaterdag 11 februari 2017:
Ik koos voor de bruidstaart als beeld voor verwachting, liefde en teleurstelling. (…) Je hebt witte magie die uitgaat van het spirituele, en zwarte magie, beter bekend als brua, die gericht is op wraak, afrekening, genoegdoening. Mijn opa was kruidendokter, kurandero, hij gaf ook consult. (…) In deze wereld ben ik opgegroeid. Niet dat ik dit onmiddellijk in mijn boeken verwerkte. Maar op een zeker moment, in 2008, ontmoette ik de schrijver Erich Zielinski. Hij zei tegen me: je zou die magisch-realistische kant op moeten gaan, lees ‘De doem van de maïs’ van Miguel Angel Asturias uit Guatamala, in 1967 kreeg hij de Nobelprijs voor literatuur. Ik deed dat en was verkocht. Die magie is onlosmakelijk verbonden met Zuid-Amerika, met Curaçao. Of ik daar nu echt zelf in geloof weet ik niet. Wel in intuïtie, ik verdiep me in boeddhisme, katholicisme. Er is meer dan deze harde wereld, ik geloof in spiritualiteit.
Lees hier het interview
Meer over Diana Lebacs op deze site