Meine Fernhout – De blinde kamer. Roman

Opmaak 1Meine Fernhout
De blinde kamer

roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
334 blz., € 19,50
eerste druk november 2015
tweede druk 2022
ISBN 978-90-6265-881-7

‘Wie het licht stil zet, haalt de adem uit het leven.’

Meine Fernhout vraagt zich in zijn debuutroman De blinde kamer af hoe dat zit: materie en geest. Rick Alting von Geusau doet niet veel anders sinds hij als puber in ‘de blinde kamer’ kennismaakte met de boekenkast van zijn grootvader. Zijn obsessie betreft de relatie tussen goddelijk licht en natuurlijk licht. In de bizarre geschiedenis die deze vierenveertigjarige neurotische filosoof in afwachting van zijn proces beschrijft, maken we kennis met de villa in Bergen aan Zee waar hij opgroeide. In deze omgeving heeft het licht de goede intensiteit gehad om zijn illusies te voeden. Tijdens een bijbaantje als taxichauffeur vervoert Rick geleerden van luchthaven naar congres. Hij krijgt zicht op de grote vragen van vandaag. De overmoed van de materialisten die alles tot stof willen reduceren irriteert hem mateloos. In Parijs bezoekt hij de inspirerende colleges van Lacan, een hippe psychiater die een heel ander geluid horen laat.

Terug in Amsterdam ontspoort een taxirit met een Belgisch psychiater volledig. Dan overlijdt zijn moeder. Juist in deze periode vol frustraties wordt een congres gewijd aan het experiment van het ‘stil gezette licht’. Het Teylers Museum, waar hij werkt, lijkt de ideale plek voor de afsluiting daarvan. Rick pleit tijdens zijn speech voor een natuurkunde die zichzelf zo oprekt dat er plaats komt voor zoiets als de geest. Vervolgens neemt hij ontslag en reist naar het Noorden. Onderweg leest hij in de krant dat hij wordt gezocht. De vrouwelijke natuurkundige die het lukte om ‘het licht stil te zetten’ blijkt in het Spaarne, de rivier waaraan het museum ligt, verdronken te zijn. Ricks toespraak en contacten met haar leiden tot zijn verdenking. Hij belandt in een cel van de Koepel, het Huis van Bewaring te Haarlem.

‘Hoe ons lichaam zich verhoudt tot dat wat denkt, praat, schrijft, is een buitengewoon twijfelachtig geheel. Wat praat en doet, zoekt zijn manifestatie langs de wetten van de stof en de wetten van de straling. Een eeuw geleden is er voor de relatie tussen beide een formule gevonden. Dat heet wetenschap; het wordt op grote schaal toegepast en niemand begrijpt er echt iets van.’

Meine Fernhout (Velsen, 1946) maakte zijn school niet af en werd gitarist in de Bintangs. Hij studeerde daarna sociale wetenschappen met filosofie als bijvak in Amsterdam en Utrecht alsmede museologie in Leiden. Hij was vervolgens werkzaam als kunstcriticus, maker van tentoonstellingen in het Frans Halsmuseum in Haarlem, docent in het kunstonderwijs en ten slotte als directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. Hij woont afwisselend in Frankrijk en Nederland.

Meer over ‘De blinde kamer’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Sterk debuut met doorwrochte ideeën-roman.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘De blinde kamer’ van Meine Fernhout op Ansiel, 5 mei 2016:
Rick Alting von Geusau (…) is de vrucht is van een eenmalig avontuurtje en heeft zijn vader nooit gekend. Met zijn moeder woonde hij in een apart huis met een blinde kamer (de bibliotheekkamer van zijn grootvader) waarin hij alle opgeslagen kennis, vooral filosofisch en natuurkundig, tot zich nam. Over zijn studie, bijbaan als taxichauffeur en baan in het Teylers Museum wordt geschreven én over zijn pogingen het licht te begrijpen en ook over de vrouwen in erotische zin zet hij een stevige boom op. De roman is een mooi en intelligent boek dat op een heel geraffineerde manier het bewustwordingsproces van de hoofdpersoon toont. De auteur is een uiterst bekwaam stilist en hanteert een prachtige taal die zowel filosofisch, beeldend als poëtisch is.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘De blinde kamer’

Maandag 7 december Meine Fernhout op Amsterdam FM-Radio

Opmaak 1Interview van 16.30 tot 17.00 uur met Meine Fernhout over het romandebuut van deze oud-Bintangsgitarist en voormalig directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. ‘De blinde kamer’ is een terugblik op het leven van de hoofdpersoon Rick, geschreven in een cel van het Huis van Bewaring . Hij wordt verdacht van de verdrinking van de vrouwelijk natuurkundige die erin is geslaagd “het licht stil te zetten”. Haar lichaam werd gevonden in het Spaarne, recht tegenover het Haarlemse Teylersmuseum waar Rick werkte en waar hij in een toespraak, bedoeld ter ere van het licht-experiment, zijn gevoelens kenbaar maakt. Hij heeft zich vanaf het begin afgevraagd of zij niet te ver was gegaan. “Wie het licht stilzet, haalt de adem uit het leven”. Het boekenuur van het programma Kunst & Cultuur op Amsterdam FM-Radio, wordt live vanuit de Openbare Bibliotheek Amsterdam uitgezonden en kan (op de 4de etage van de OBA, op loopafstand van Centraal Station) door belangstellend publiek worden bijgewoond.
Luister hier naar de uitzending
Meer over ‘De blinde kamer’

Meine Fernhout – De blinde kamer. Roman

Opmaak 1Meine Fernhout
De blinde kamer. Roman

Nederland
Paperback met flappen, 328 blz., € 19,50
Eerste druk november 2015
ISBN 978-90-6265-881-7

‘Wie het licht stil zet, haalt de adem uit het leven.’

Meine Fernhout vraagt zich in zijn debuutroman De blinde kamer af hoe dat zit: materie en geest. Rick Alting von Geusau doet niet veel anders sinds hij als puber in ‘de blinde kamer’ kennismaakte met de boekenkast van zijn grootvader. Zijn obsessie betreft de relatie tussen goddelijk licht en natuurlijk licht. In de bizarre geschiedenis die deze vierenveertigjarige neurotische filosoof in afwachting van zijn proces beschrijft, maken we kennis met de villa in Bergen aan Zee waar hij opgroeide. In deze omgeving heeft het licht de goede intensiteit gehad om zijn illusies te voeden. Tijdens een bijbaantje als taxichauffeur vervoert Rick geleerden van luchthaven naar congres. Hij krijgt zicht op de grote vragen van vandaag. De overmoed van de materialisten die alles tot stof willen reduceren irriteert hem mateloos. In Parijs bezoekt hij de inspirerende colleges van Lacan, een hippe psychiater die een heel ander geluid horen laat.

Terug in Amsterdam ontspoort een taxirit met een Belgisch psychiater volledig. Dan overlijdt zijn moeder. Juist in deze periode vol frustraties wordt een congres gewijd aan het experiment van het ‘stil gezette licht’. Het Teylers Museum, waar hij werkt, lijkt de ideale plek voor de afsluiting daarvan. Rick pleit tijdens zijn speech voor een natuurkunde die zichzelf zo oprekt dat er plaats komt voor zoiets als de geest. Vervolgens neemt hij ontslag en reist naar het Noorden. Onderweg leest hij in de krant dat hij wordt gezocht. De vrouwelijke natuurkundige die het lukte om ‘het licht stil te zetten’ blijkt in het Spaarne, de rivier waaraan het museum ligt, verdronken te zijn. Ricks toespraak en contacten met haar leiden tot zijn verdenking. Hij belandt in een cel van de Koepel, het Huis van Bewaring te Haarlem.

‘Hoe ons lichaam zich verhoudt tot dat wat denkt, praat, schrijft, is een buitengewoon twijfelachtig geheel. Wat praat en doet, zoekt zijn manifestatie langs de wetten van de stof en de wetten van de straling. Een eeuw geleden is er voor de relatie tussen beide een formule gevonden. Dat heet wetenschap; het wordt op grote schaal toegepast en niemand begrijpt er echt iets van.’

Meine Fernhout (Velsen, 1946) maakte zijn school niet af en werd gitarist in de Bintangs. Hij studeerde daarna sociale wetenschappen met filosofie als bijvak in Amsterdam en Utrecht alsmede museologie in Leiden. Hij was vervolgens werkzaam als kunstcriticus, maker van tentoonstellingen in het Frans Halsmuseum in Haarlem, docent in het kunstonderwijs en ten slotte als directeur van de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam. Hij woont afwisselend in Frankrijk en Nederland.
Meer over ‘De blinde kamer’
Meer over Meine Fernhout bij Uitgeverij In de Knipscheer