Over ‘Katibu di Shon / Slaaf en meester’ van Carel de Haseth in De Volkskrant, 27 maart 2021:
Er is een periode voor en nadat ik het boek ‘Katibu di Shon’ (1988) heb gelezen, zo’n zestien jaar geleden. Het is een historische roman van Carel de Haseth die gaat over een slavenopstand op Curaçao, over een slaafgemaakte en de zoon van de meester op een plantage die samen opgroeien. Het wordt vanuit die twee perspectieven verteld. Ik realiseerde me toen: als ik in de opera ‘Andrea Chénier’ zing, dan kan ik alles opzoeken over de Franse Revolutie wat ik maar wil. Maar over mijn eigen achtergrond, over de Antillen, was zo weinig beschikbaar. Nu was er iets, dat heeft voor mij zoveel innerlijk tot heling gebracht. Ik wist meteen: ik moet dit delen, in dit boek zit een opera. Het heeft acht jaar geduurd om er een opera van te maken. Carel de Haseth maakte zelf het libretto. We bleken op een bizarre manier te zijn verbonden. De plantage waar het verhaal zich afspeelt, was van zijn voorouders. En mijn voorouders leefden daar als slaafgemaakte mensen. Er was één voorstelling in Amsterdam, daarna moest iemand anders het oppakken, maar dat gebeurde niet. Er is geen registratie van gemaakt. Nu ik op Curaçao ben, wil ik die opname alsnog gaan maken: een operafilm, maar wel hedendaags, als een soort lange videoclip. Er is hier geen theater meer, ik wil iets wat blijft, als ultieme liefdesverklaring aan mijn cultuur en de geschiedenis van het koninkrijk.
Lees hier het artikel
Kijk hier naar een fragment
Meer over Katibu di shon
Tag: Franse revolutie
«Els Langenfeld maakt iets van dat gemis goed met Porto Marie.» – John Jansen van Galen
Over ‘Porto Marie. 1738- 1795- 1888’ van Els Langenfeld in Het Parool, 20 juni 2013:
Slavernij is een schaars thema in de Nederlandse literatuur, een klassieke roman als ‘De negerhut van Oom Tom’ kent ons taalgebied niet. Els Langenfeld maakt iets van dat gemis goed met ‘Porto Marie’, geen roman, maar een bundeling van drie novellen die zich afspelen in respectievelijk 1738, 1795 en 1888. Het tweede deel is met 150 pagina’s bijna een roman op zich en gaat over de legendarische opstand van Curaçaose slaven onder leiding van Tula. Scherp brengt Langenfeld de dilemma’s van de opstandelingen in beeld. Haar vertelling heeft een sterk plot. (…) De derde novelle geeft een levendig beeld van het armzalige leven op het eiland een kwart eeuw na de afschaffing van de slavernij, toen het er voor hen niet beter op werd.
Lees hier de recensie
Meer over Porto Marie
Leon de Winter – la Place de la Bastille. Vertelling, tweede druk
LEON DE WINTER
La Place de la Bastille
Nederland, Vertelling
Paperback, 128 blz.,
ISBN 90-6265-082-1
Eerste druk oktober 1981
Tweede verbeterde druk juni 1984
UITVERKOCHT
Ik wilde een foto van haar op la Place de la Bastille, een kaal en koud plein waar nooit iets heeft plaatsgevonden, een lelijk plein dat geplaveid is met duizenden keien waarop autobanden en schoenzolen slijten, maar niet de historie.
«Het boeiende bij De Winter zit hem niet alleen in de thematiek, maar ook en vooral in de vertelstructuur – het experiment zo je wil – die perfect past op de voorgestelde levensvisie. Hij is nogal sceptisch over de geldigheid van verhalen, zelfs en in de eerste plaats over de geldigheid van het verhaal bij uitstek, de geschiedenis. Dit scepticisme zoekt naar thema’s en structuren die telkens weer de geldigheid van het vertelde in vraag stellen. Dat wordt bij deze auteur geen steriel taalspelletje, geen experiment in het luchtledige, maar ht staat direct in verand met bijvoorbeeld de jodenuitroeiing. La Place de la Bastille is daarvan een uitmuntend voorbeeld. Geschreven in de sierlijke, welhaast klassieke stijl van de betere literatuur, doorbreekt het de eigen grenzen, waarbinnen het zich nochtans moet bewegen. De grenzen zijn: de zoektocht van een historicus van joodse origine naar zijn herkomst… Hoe moet de man erachter komen tijdens zijn crisisjaren als mens als man én als geschiedenisleraar, waar hij eigenlijk vandaan komt? – La Place de la Bastille is de mooiste Nederlandse novelle sinds heel lang.» – De Nieuwe, Leo Geerts
«De zeer persoonlijke verwerking van het thema, en het verband dat wordt gelegd met het bankroet van de westerse cultuur, maken La Place de la Bastille tot het meest opmerkelijke boek van wat er de laatste tijd in Nederland verscheen.» – Haagse Post, Jaag Goedegebuure
«Een fascinerende vertelling, waarin de hoop het durft op te nemen tegen de berusting, waarin het verdriet en eenzaamheid daadwerkelijk bestreden worden.» – Haarlems Dagblad, Wim Vogel
«De Winter weet het verloop van de gebeurtenissen zo te presenteren dat er een spannend verhaal ontstaat… Een rijk en en vol boek.» – Het Parool, Robert Anker
Leon de Winter – la Place de la Bastille. Vertelling
LEON DE WINTER
La Place de la Bastille
Nederland, Vertelling
Paperback met flappen 128 blz.,
ISBN 90-6265-082-1
Eerste druk oktober 1981
UITVERKOCHT
Ik wilde een foto van haar op la Place de la Bastille, een kaal en koud plein waar nooit iets heeft plaatsgevonden, een lelijk plein dat geplaveid is met duizenden keien waarop autobanden en schoenzolen slijten, maar niet de historie.
Net als in De (ver)wording van de jongere Dürer en Zoeken naar Eileen W. heeft Leon de Wionter ook in La Place de la Bastille het verloop van zijn vertelling geconcretiseerd in een reis.
De hoofdpersoon, een joodse leraar geschiedenis, is per trein op weg naar Parijs. Zijn huwelijk lijkt gestrand en zijn werk op school is hem steeds meer gaan tegenstaan. In hoofdstukken over een vorig bezoek wordt langzaam maar zeker duidelijk dat hij ditmaal niet op reis is voor zijn hobby (een studie over een voorval tijdens de Franse revolutie waarmee hij de willekeur van de geschiedenis wil aantonen), maar om een man te zoeken die voor hem de zin en zinloosheid van het verleden, en dus van het heden, symboliseert. Hij heeft de man, een in de oorlog verdwenen familielid, nooit gezien, en toch houdt hij vna hem – het is de hoop die hij zoekt, Das Prinzip Hoffnung.
De treinreis is een reis door de barbaarsheid van de geschiedenis, gecentraliseerd rond het joodse volk. En la Place de la Bastille is de naam van een kaal en tochtige plein, waar niets meer aan de bestorming en de hoop herinnert.
La Place de la Bastille is een beklemmende en toch ook tedere vertelling, omdat het verdriet en het isolement van de hoofdpersoon bestreden worden met verlangens en verwachtingen.
Leon de Winter (1954) debuteerde in 1976 met de verhalenbundel Over de leegte in de wereld. Daarna volgden de romans De (ver)wording van de jongere Dürer (1978; in 1979 bekroond met de Reina Prinsen Geerligsprijs) en Zoeken naar Eileen W. (1981), en, in samenwerking met René Seegers en Jean van de Velde, de speelfilms De verwording van Herman Dürer (1979) en De afstand (1981) en het toneelstuk Junkieverdriet (1981).
Over De (ver)wording van de jongere Dürer:
«Een boeiend geschreven roman, knap van stijl en psychologie, met een even hedendaagse als belangwekkende thematiek.» (juryrapport Reine Prinsen Geerligsprijs 1979)
Over Zoeken naar Eileen W.:
«De Winter wekt bewondering door zijn vaardigheid om essentiële thema’s een menselijke vorm te geven.» (Vrij Nederland, Carel Peeters)
Meer over Leon de Winter
Meer over La Place de la Bastille